GENT - Het zijn mooie dagen voor Jean-Pierre Bauwens junior. Vrijdag sloeg hij zijn tegenstander na amper 2min20 seconden knock-out, en zaterdagavond mocht hij op DOCVILLE, het festival voor documentaire films in Leuven, naar de wereldpremière van een documentaire over hem gaan kijken. Sportjournalist Roland Lebuf reed vanuit Gent naar Leuven en zag samen met Jean-Pierre junior de documentaire.
Een documentaire over een bokser. Ja, rap klaar, denk je dan. Wat bloed en wat zweet, wat spectaculaire ko’s en woeste fans na een al dan niet vermeende benadeling in het punten tellen door de ringrechters. Wat mooie beelden thuis, op het strand, in de kleedkamer daarrond en klaar is kees.
Maar neen, zo heeft regisseur Sien Versteyhe (30) dat niet gezien. Een docu over een bokser, dat zag ze samen met producer Wouter Sap wel zitten, maar het moest méér zijn dan wat woeste gevechten, wat bloedneuzen, gekloven wenkbrauwen en uitbundige taferelen na een zege.
,Ik werd gefascineerd door jouw verhaal in de krant over Jean-Pierre Bauwens en de motivatie waardoor hij voor het boksen had gekozen', aldus de Gentse inwijkeling (in Brugge geboren, maar woont al 10 jaar in Gent) van het productiehuis Lionheart, Master in de Audiovisuele Kunsten aan het Brusselse Rits.
,De manier waarop hij in een bokszaal is terecht gekomen, de familiale toestand in dat krappe werkmanshuisje op het eiland Malem in Gent, waar naast Junior nog zes broers en zussen wonen, waarvan vier autistisch. Dat wilde ik vastleggen in een documentaire van een klein uurtje.'
En of dat geslaagd is. De 400 kijkers in de Soetezaal van het Festivalcentrum STUK in Leuven zullen het bevestigen na het bekijken van de wereldpremière van Junior tijdens Docville, het gerenommeerde Internationaal Documentaire Filmfestival. Ruim anderhalf jaar volgden Sien en Wouter het Gentse bokstalent op de voet.
,Ik zag hen soms vaker dan mijn moeder', aldus Jean-Pierre daarover. En ja, deze docu gaat uiteraard over boksen, over de hardste sport die er bestaat. De fragmenten tijdens enkele van zijn kampen spreken voor zich. Maar Sien drong daarnaast en eigenlijk vooral door tot in de ziel van het gezin-Bauwens. Ze toont ons een moeder Sandra, die zorgt voor vier autistische kinderen, die ze weigert te laten opnemen in een instelling. Hoe groot kan moederliefde zijn? Ze toont de onwaarschijnlijk sterke band die bestaat tussen de zware kernautist Claude en Jean-Pierre Junior. Hoe groot kan broederliefde zijn?
En dan moest het drama nog gebeuren. Kleine Claude, zoals hij liefdevol wordt genoemd, schiet per ongeluk zijn vader dood met diens eigen pistool, dat hij om een onverklaarbare reden bij had toen hij zijn gezin nog eens bezocht nadat hij het voor een andere vrouw had verlaten. Sien toont op sobere en daarom des te meer aangrijpende manier de uitvaart, de sfeer in de plots stil geworden huiskamer en legt voor de eeuwigheid de woorden van Sandra vast, die dit gezin nog het meest typeert: ,Kop op mijn jongen (tegen Junior) we hebben mekaar nog’.
Amper enkele weken na het drama bokst Junior de belangrijkste kamp uit zijn jonge carrière. En wint andermaal. Zet weer een stap dichter naar de realisatie van zijn droom, een aangepast huis bouwen voor zijn moeder, zijn broers en zussen, waarin ze op hun manier gelukkig kunnen leven. Dat hij daar alles voor over heeft, zie je overduidelijk tijdens de beklijvende seconden waarop Junior met tranen in de ogen naar zijn broer Claude kijkt, die afgesloten van onze wereld in een zetel de leuning met zijn hoofd teistert.
Sandra, Junior en Sien verdienen een Oscar. Zoveel is zeker.
De documentaire komt in het najaar op Canvas. De makers kijken ook uit of ze hem ook in Gent kunnen vertonen. Meer nieuws daarover later via deze site.