Ja, hoe komt het dat de broers Walschaerts na hun voorstelling een tevreden publiek de schouwburg laten verlaten, terwijl ze lang niet de meest vrolijke boodschappen op dat publiek loslaten. Terwijl ze het al die jaren wel heel erg vaak over dezelfde thema's hebben: henzelf, hun relatie tot elkaar, hun relatie tot hun partner. Hoe komt het dat zoveel van hun voorstellingen uitverkocht zijn, enkel en alleen op basis van de titel van hun programma? Want over vorm en inhoud geven de twee broers vooraf nauwelijks iets weg, tijdens televisieprogramma's in interviews. 

Bij de broers Walschaerts heb je één zekerheid. De zekerheid van de verrassing. De zekerheid ook dat je op de meest onverwachte momenten op het verkeerde been gezet wordt. Zo ook bij Breken, hun nieuwe voorstelling, die, zoals ze vooraf zegden en bij de aanvang van het programma ook herhalen gaat over één vraag: hoe krijg je een volwassen man in een luciferdoosje?

Mich brengt het thema heel visueel aan, de broers praten er na de intro heel even over, en dan wordt het luciferdoosje opzij gezet. Waar blijven ze nu met dat thema en dat doosje, vraagt de toeschouwers na een paar nummers zich af, want de vraag die Raf en Mich het meest van al aan elkaar (en zichzelf) stellen is: Hoe is het?

Daar gaat het bij Kommil Foo dus wel vaker over. Niet over de actualiteit van de dag, niet over de aanslepende wereldproblemen. Maar over het binnenste van de mens. Over wat hem bezig houdt: liefde en het gebrek er aan, seks en het teveel en het tekort er aan.

 

Kommil Foo doet dat met liedjes, en met gesprekken, verhalen. Gesprekken, waarin de een vaak de echo van de ander is. Kommil Foo doet het ook met taal. Niet gekunsteld, maar wel raak. En met decorelementen. Ook hier verrast Breken: een ogenschijnlijk heel sober decor, een wit gordijn dat daar blijkbaar niets hangt te doen. Tot de broers het sprookje brengen van de koningin en de bult in het bos. Onwaarschijnlijk hoe ze hier met zo weinig alweer zoveel effect ressorteren.

Kommil Foo blijft na al die jaren ook zelf verwonderd over het eigen succes: ,Ongelooflijk hoe lang een publiek kan zitten luisteren naar twee gasten die niets te vertellen hebben', zegt één van de broers al vrij vroeg in de voorstelling. Ik denk dat het Raf was, al kan het ook de ander zijn....

 

 Breekbaar en eerlijk, zo stellen de twee zich op, en ook dat speelt ongetwijfeld mee. Maar waarom naar een oorzaak zoeken? Als de man op de rij voor mij terwijl hij hard zit te applaudisseren tot drie keer toe roept: Ongelooflijk. Ongelooflijk mooi. Ongelooflijk. En de vrouw naast hem beaamt met ,Ik ben zo blij dat ik dit gezien heb.'

Samen met de rest van de zaal bleven ze zo lang applaudisseren, dat de broers toch nog eens terugkwamen, ook al waren alle zaallichten al aan, en waren er al een aantal toeschouwers die de zaal verlaten hadden. Die misten dan alvast een nummer dat ogenschijnlijk over een heel dikke vrouw leek te gaan, maar eigenlijk over iets helemaal anders ging. En ze misten ook hoe Raf en Mich er in slaagden de hele zaal op een vrolijke toon de niet zo vrolijke boodschap ,allemaal de pijp uit' te doen zingen.

Ah ja, en hoe zat dat nu weer met dat luciferdoosje? En de vraag hoe je een volwassen man in zo'n doosje krijgt? Wie heel goed opgelet heeft zal op het einde van de voorstelling merken dat het antwoord halfweg de voorstelling al heel eventjes geformuleerd werd. Maar maak u daar tijdens de voorstelling vooral niet druk om. Raf en Mich Walschaerts geven u wel genoeg andere redenen om op het puntje van uw stoel te gaan zitten.

Kommil Foo ging afgelopen weekeind in première en toert nu door Vlaanderen. Tijdens de Gentse Feesten staan ze van 18 tot en met 21 juli in de Capitole in Gent. Ticketinfo viawww.capitolegent.be en 0900-69.900