Dit weekeind ging TRACK, een kunsthappening van het SMAK, in en met de stad, van start. Aan het Zuid, op de site waar de nieuwe bibliotheek moet komen, heb ik al een vreemde ballon zien hangen en rond de torenklok van het Sint-Pietersstation bouwt men een slaapkamer, kwestie van je trein op tijd te halen. Toegegeven, ik begrijp het niet allemaal en dat is ook niet de bedoeling. Het is zelfs fijn om eens niet te moeten begrijpen zonder dat het me frustreert.

 
Maar er is minstens 1 installatie die me wel onmiddellijk bij de keel greep. De Japanse artiest Tadashi Kawamata  bouwde in de zwaaikom van de Dampoort een mini-favela. Elke stad in het Zuiden heeft een, of meerdere, van die sloppenwijken. Zelfs het erg dichtbije Madrid zou er een hebben. Het zijn gemeenschappen van mensen die, op zoek naar een beter leven, naar de stad zijn verhuisd, maar er terechtkomen in een realiteit die elke droom versmoort. Gent kon niet achterblijven. De kunstenaar bouwde onze sloppenwijk vlakbij het station. Een plek waar migranten, illegalen en landlozen de stad binnenkomen, in het ongewisse over hun nieuwe (tijdelijke) thuis. Ook hier komen zij terecht in een toekomst die niet strookt met het paradijs uit hun dromen. 
 
Toch denk ik dat de levensomstandigheden hier vaak beter zijn dan in de landen van herkomst van de aangelanden. Je hebt leugens, groten leugens en statistieken, pleegt men te zeggen, maar ik geef er u toch een mee om mijn stelling te bewijzen. In België stierven in 2011 4 baby’s op 1000 levendgeborenen in het eerste levensjaar. In Tsjaad, een land in Centraal-Afrika, is dat aantal 95. Dat wil zeggen dat bijna 1 op 10 kinderen er sterft voor ze 1 jaar zijn. Met zo’n groot risico op sterven, zou niemand in ons land nog aan kinderen beginnen. Dat is behalve intriest ook erg beschamend voor onze wereld. In 2000 ondertekenden 189 naties, dat zijn ze allemaal, de Millennium Development Goals of de MDG’s zoals ze verkort worden genoemd.  De vierde doelstelling is het verminderen van de kindersterfte tegen 2015. We hebben duidelijk nog veel werk.
 
Omdat we willen dat ook de mensen hier zich daarvan bewust worden, organiseerde het ICRH of het International Centre for Reproductive Health vorige donderdag het event LUMIMA. Een infoavond met aansluitend een quiz over kinder- en moedersterfte in de universiteitsgebouwen in de Sint-Pietersnieuwstraat. Het deed me ontzettend deugd dat de interesse zeer groot was. Maar liefst  400 mensen werden bevraagd door quizmaster Lieven Scheire naar hun kennis over MDG4, kindersterfte en MDG5, de gezondheid van moeders. 
 
Vaak vraagt men me hoe het komt dat vrouwen in het Zuiden zoveel kinderen hebben. Dan vraag ik hen of ze weten hoeveel voorbehoedsmiddelen de vrouwen in het Zuiden ter hunner beschikking hebben. Als alle vrouwen die dat wensen over anticonceptiva zouden beschikken en hun geboortes zouden kunnen plannen, dan zou dit 150.000 vrouwenlevens redden. Daarenboven zouden er een pak minder kinderen worden geboren.  Goed voor de demografie, ecologie en economie. In dat laatste opzicht zou elke euro geïnvesteerd in family planning er 30 opbrengen. Waar vind je nog zulke winstmarges?
 
Het hoeft geen betoog dat er de volgende tien jaar massaal moet gewerkt worden op family planning, op dezelfde schaal als er de vorige decennia tegen aids is gestreden. Voor diegenen die hierover graag meer zouden weten: ik nodig jullie allen uit op Moedernacht, een gratis evenement georganiseerd door Sensoa, volgende dinsdag 15 mei in de Vooruit in Gent.
 
Voor zaterdag, mooie kunst
Voor zondag, mooie moeders
Voor nu, mooie groeten
Voor later, mooie planning
 
 
Marleen Temmerman