Op de Rodenhuizekaai in de Gentse haven, waar tot vier jaar geleden nog een brandweerkazerne stond, worden vandaag allerhande bioproducten ontwikkeld, van detergent, over plastic, tot cosmetica. ‘Zoals alle belangrijke gebouwen in Gent, hebben we een toren', grapte professor Wim Soetaert, die Bio Base Europe mee uit de grond stampte.

Het oude zwembad, de gymzaal en de hangar waar de brandweerwagens stonden, zijn nu allemaal omgebouwd tot indrukwekkende laboratoria en proefinstallaties. In de Pilot Plant – die al een tijdje actief is, maar gisteren ‘officieel' werd geopend – kunnen bedrijven uitzoeken of hun idee voor een bioproduct ook op grote schaal produceerbaar en verkoopbaar is. De bedrijven komen naar Gent met hun idee, maar het zijn de mensen van de Pilot Plant zelf die het uittesten.

‘Door onze Pilot Plant worden veel meer bioproducten gemaakt. Vroeger moesten bedrijven met een idee zelf een Pilot bouwen om het te kunnen testen. En omdat dat zo duur is, stopte het daar vaak', aldus Soetaert.

De Pilot Plant vormt samen met het Training Center in Terneuzen Bio Base Europe, een interregionale samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland. In Terneuzen worden mensen opgeleid om in de bio-industrie te werken. Bio Base Europe is een investering van 21 miljoen euro. Vlaanderen, Nederland en Europa hoestten elk 7 miljoen euro op voor het project.

Gent staat zeer sterk op het vlak van biobrandstoffen zoals biodiesel en bio-ethanol . Bijna 90 procent van al de biobrandstof in Vlaanderen komt uit Gent. Bovendien is een ‘proeffabriek' als de Pilot Plant uniek in de wereld. ‘Iedereen is jaloers op ons', zegt minister-president Kris Peeters.

Concurrentie

‘Nu is de hele wereld inderdaad nog jaloers', zegt Soetaert. ‘Maar de concurrentie staat niet stil, want iedereen heeft in de gaten dat biopetroleum de toekomst is.' Scherp blijven, is dus de boodschap.