Sorry mensen dat ge me een paar dagen hebt moeten missen in bloggeland, maar ik heb daar een goeie reden voor"IK HEB MIJN VERJAARDAGSGESCHENK IN DE PRAK GEREDEN" vandaar
De verjaardag is de dag waarop men viert dat men een jaar ouder is geworden. Dit heeft betrekking op mensen, maar het vieren van een verjaardag kan ook betrekking hebben op bijvoorbeeld een bedrijf of een vereniging. Men spreekt dan vaak van een jubileum of een lustrum. Er zijn mensen die de verjaardag van hun huisdier vieren.
In veel landen, waaronder Nederland en België, komt de verjaardag overeen met de geboortedag. Wie ooit op 10 juli geboren is viert zijn of haar verjaardag dit jaar op 10 juli 2009.
Mensen die op 29 februari geboren zijn vieren dit meestal op 28 februari of 1 maart.
In sommige landen of culturen viert men niet het een jaar ouder worden op de datum van de geboortedag, maar viert men het op de naamdag, de dag van de heilige waarnaar men vernoemd is.
Verjaardagstradities
Verjaardagen gaan gepaard met het krijgen van cadeaus van familie en vrienden en het trakteren op school of op het werk. Ook is het gebruikelijk dat men bij de jarige op bezoek gaat.
Bij kinderen is het gebruikelijk dat de woonkamer wordt versierd met slingers. Verder is het gebruikelijk dat er die dag voor de jarige wordt gezongen. Ook kan er een kinderfeest worden gehouden.
Op de basisschool zijn vaak speciale verjaardagsrituelen zoals:
verjaardagsliedjes zingen, vaak begeleid met muziekinstrumenten
trakteren
klassen rond gaan met of zonder verjaardagskaart
verjaardag muts/kroon
taart met kaarsjes uitblazen
slingers
Ook kan je iemand een verjaardagskaart sturen om hem/haar te feliciteren en een prettige dag toe te wensen.
In Midden-Amerikaanse landen zoals Mexico wordt een piñata (een soort pop gevuld met snoep) gemaakt en stuk geslagen.
Ook wordt een verjaardag wel gevierd met een maaltijd in een restaurant.
Zogenoemde kroonjaren als achttien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, vijfenzestig, zeventig, tachtig, negentig en natuurlijk honderd worden vaak uitgebreider gevierd of zijn aanleiding voor een feest(je).
Een aantal kroonjaren heeft een speciale naam gekregen; alle aan de bijbel ontleend:
50 jaar: Abraham of Sara
60 jaar: Isaak of Elisabeth
70 jaar: Jacob of Anna
80 jaar: Jozef of Debora
90 jaar: Antonius of Ruth
100 jaar: Methusalem of Judith
Wanneer iemand 50 jaar is geweest, wordt vaak gezegd dat hij Abraham heeft gezien. Dit berust op een verkeerde interpretatie van Johannes 8:57: Gij zijt nog geen vijftig en ge hebt Abraham gezien?. Voor een 50-jarige vrouw wordt meestal Sara genoemd. De jarige wordt vaak uitgebeeld met een pop en daarbij een treffende leuze over de jarige. Ook kan een Abraham of Sara als koek geschonken worden aan de jarige. Na deze leeftijd weet men waar Abraham de mosterd vandaan haalde.
Wanneer in Nederland iemand honderd jaar wordt, krijgt hij/zij ook vaak felicitaties vanuit de gemeente waar men woont. Het is tot nu toe min of meer de traditie dat de koningin een persoonlijke brief stuurt. Ook komt de burgemeester wel eens op bezoek om zijn felicitaties mede te delen.
AC/DC werd in 1973 in Sydney geformeerd door Malcolm Young. Deze gitarist, afkomstig uit een Schotse muzikale emigrantenfamilie wilde een nieuwe rockband beginnen na in enkele bandjes gespeeld te hebben. Hij vond na een advertentie enkele muzikanten: Larry van Kriedt op bas, Colin Burgess op drums en zanger Dave Evans en vroeg zijn jongere broer Angus Young om gitaar bij de band te komen spelen. De naam "AC/DC", wat staat voor alternating current/direct current (wisselstroom respectievelijk gelijkstroom), is bedacht door de zus van Angus en Malcolm, Margaret, die het gelezen had op een elektrisch toestel (volgens de ene bron was het haar stofzuiger, volgens een andere haar naaimachine). AC/DC is ook straattaal voor biseksualiteit, maar staat verder los van de band AC/DC.
Het eerste concert werd gegeven op 31 december 1973 in de Chequers Club in Sydney. De groep speelde veel covers maar ook eigen songs, waaronder Can I Sit Next to You Girl en Rockin' in the Parlour. Deze songs werden in februari 1974 in de studio op plaat gezet. Op het moment van die opname waren Burgess en Van Kriedt al vervangen door bassist Neil Smith en drummer Noel Taylor. Toen de single met die twee songs in juli 1974 uitkwam trad de groep op tv in de Last Picture Show op. In dat tv-optreden waren Rob Bailey op bas en Peter Clack op drums te zien, die dus niet bij de opname van de single betrokken waren geweest. De band wisselde in die periode zo vaak van bezetting dat Malcolm noodgedwongen soms bas speelde en de band diverse muzikanten de revue zag passeren. Evans werd door de broers Young te 'glam' gevonden en hij werd dan ook ontslagen. De toenmalige manager van de band, Dennis Laughlin, viel toen enkele keren in als zanger(!). Het producersduo Harry Vanda/George Young (de oudere broer van Malcolm en Angus), dat in de jaren 60 succes gekend had als leden van The Easybeats, zag wel wat in de band en nam ze onder contract. Voor de band werkte een chauffeur: Bon Scott, die inmiddels wist dat de band een nieuwe zanger zocht. Na een auditie werd hij aangenomen. Hoewel hij bijna tien jaar ouder was dan de rest van de band pasten zijn uitstraling en zang goed bij de groep. Het eerste album werd in het najaar van 1974 opgenomen maar op dat moment bestond de band nog maar uit Bon, Angus en Malcolm. Daarom werd sessiedrummer Tony Kerrante ingehuurd en verzorgde George Young het baswerk op het debuutalbum High Voltage. Begin 1975 had de band pas een vaste bezetting. Met Phil Rudd op drums en Mark Evans op bas werden de zalen in Australië platgespeeld en dankzij Angus' maniakale podiumact (gestoken in kostschooluniform, headbangend, over de grond rollend en zelfs op de nek van Bon het publiek doorkruisend) kregen ze een enorme aanhang en geduchte reputatie. In sommige steden in Australië werd de band geweerd en tijdens optredens braken soms gevechten uit. De eerste albums werden vaak in recordtempo opgenomen, soms in minder dan twee weken en tussen optredens door. Het was in die begintijd heel gebruikelijk twee tot drie keer per dag op te treden.
Internationaal
Omdat Australië inmiddels aan hun voeten lag toerde de band in 1976 onder andere door Groot-Brittannië en het vasteland van Europa. In 1977 werd het album Let There Be Rock opgenomen, dat net als High Voltage eerst in Australië werd uitgebracht. Deze plaat is duidelijk harder en rauwer dan hun eerste albums; voor het eerst werd namelijk getracht het live-geluid van de groep op vinyl vast te leggen. Het gerucht gaat dat tijdens het opnemen van het titelnummer Angus' versterker in brand vloog en hij gewoon verderspeelde. In datzelfde jaar werd behalve in Europa ook in de VS getourd. O.a. als voorprogramma van KISS deden zij ervaring op met het Amerikaanse publiek. Angus gebruikte tijdens die tournee voor het eerst een snoerloze gitaar. Het signaal van zijn gitaar werd dan via een zender op de hangband van zijn Gibson SG doorgestuurd naar de PA. Angus had deze nieuwigheid nodig om zijn podiumact zonder gevaar uit te voeren. Hij was al eens verstrikt geraakt in het snoer en was ook al een keer onder spanning komen te staan. Met de snoerloze gitaar kreeg hij veel meer bewegingsruimte want het bereik van de zender bedroeg meer dan 100 meter. In de zomer van 1977 werd Evans na een meningsverschil met Angus ontslagen en vervangen door Cliff Williams.
Doorbraak
Williams' baswerk was voor het eerst te horen op hun album Powerage, dat in het voorjaar van 1978 uitkwam. Hoewel hits tot dan toe nog niet op hun palmares stonden werd in zomer 1977 hun eerste grote hit Whole Lotta Rosie een feit. Het nummer is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een klassieker en nog altijd staat het elk jaar hoog in de top 100 aller tijden. Kort erop werd het nummer Rock 'n' Roll Damnation ook een (kleinere) hit. Na het constante touren en albums maken werd er besloten een live-album te maken. Dit album, If You Want Blood You've Got It geheten, is een van de beste live-platen ooit met een zeer warme live sound. Het album biedt ook een overzicht van vroege klassiekers als Whole Lotta Rosie, Let There Be Rock en High Voltage.
AC/DC kreeg begin 1979 van het duo Vanda/Young het advies met een nieuwe producer te gaan werken. De band vertrok naar Miami om met de befaamde producer Eddie Kramer een nieuwe plaat te maken. De samenwerking met Kramer verliep echter moeizaam. Men besloot in Londen onder leiding van Robert John "Mutt" Lange (die tot dan toe geen ervaring met rockbands had) opnieuw te beginnen. Met Lange werd een compleet nieuwe sound gecreëerd om de Amerikaanse markt open te breken. De achtergrondzang kreeg meer aandacht en de gitaren klonken aanmerkelijk zwaarder.
Highway to Hell werd in de zomer van 1979 uitgebracht en dit album zorgde in de VS voor een rel doordat Angus op de hoes hoorns droeg. Religieuze organisaties kochten de plaat massaal om deze te verbranden[bron?].Op de televisie liet een tegenstander een nummer van AC/DC achterste voren horen. En wat bleek, ze vernamen duivelse teksten. De band is vaker afgeschilderd als satanisten (AC/DC = "Anti-Christ/Devil's Child(ren)", "After Christ/Devil Comes" or "Anti Christ/Death to Christ"), maar de groep heeft altijd verklaard dat dit niet waar is en ergerde zich aan deze aantijgingen[bron?]. Het titelnummer van de plaat werd een hit en is tot op de dag van vandaag een klassieker in hun setlist. Beweerd wordt dat het nummer tegenwoordig populair op begrafenissen en crematies is, hiervoor zijn echter geen betrouwbare gegevens beschikbaar. De groep toerde in de zomer en het najaar van 1979 opnieuw in de VS en het succes was enorm. Ze speelden in diverse grote stadions, o.a. in Cleveland.
Bezettingswissels
Bon Scott overleed op 19 februari1980 in zijn eigen auto nadat hij stikte in zijn eigen braaksel, door de hoge alcoholconsumptie van Scott die avond, na een kroegentocht. Hij werd slechts 33 jaar.
Na het overlijden van Bon Scott nam de groep in april van dat jaar Brian Johnson als zanger aan nadat hij bij de auditie zowel Whole Lotta Rosie als Ike & Tina TurnersNutbush City Limits ten gehore had gebracht. Johnson had met de band Geordie al de nodige podiumervaring opgedaan maar na tanend succes was die band eind jaren '70 ter ziele gegaan. Met hem namen ze het album Back in Black op dat in juli 1980 verscheen. De titel verwees postuum naar Scott. Het album zou het best verkochte album van de band worden: alleen al in de Verenigde Staten werden er tot op heden 21.000.000 stuks van verkocht. Wereldwijd meer dan 42.000.000 stuks, dit is het tweede meest verkochte album ooit gemaakt. Het daaropvolgende album For Those About to Rock We Salute You (1981) introduceerde de inmiddels beroemde en beruchte kanonnen die op het titelnummer saluutschoten afvuren. In het begin van de 80-er jaren kon je met name in Duitsland geen muziekblad openslaan of AC/DC stond er wel in.
In de jaren 80 wisselde de band diverse keren van bezetting. Zo werd drummer Rudd in 1983 vervangen door Simon Wright, die op zijn beurt in 1989 plaatsmaakte voor Chris Slade. Toch bleef AC/DC onverminderd populair. Het succes bracht de band ertoe twee albums zelf te produceren: Flick of the Switch en Fly on the Wall. Toch beviel dat blijkbaar niet want daarna werkte de groep opnieuw samen met het duo Vanda & Young voor het album Blow Up Your Video. Hoewel Malcolm Young wel meespeelde op dit album werd hij voor het Amerikaanse deel van de gelijknamige toer tijdelijk vervangen door Stevie Young om van een alcoholverslaving af te komen. Echt grote hits scoorde de band niet meer en de humor is uit de teksten verdwenen tot in 1990 het album The Razors Edge werd uitgebracht, dit keer geproduceerd door Bruce Fairbairn. Het nummer Thunderstruck zorgde na bijna 11 jaar weer voor succes in de hitlijsten. Het succes van deze plaat bracht de platenmaatschappij ertoe in 1992 een dubbel live cd uit te brengen.
In 1993 verzorgde de band een bijdrage aan de geflopte film "Last Action Hero" van Arnold Schwarzenegger. In de clip van het nummer Big Gun is Schwarzenegger dan ook te zien als een uit de kluiten gewassen Angus. In 1995 produceerde de bekende producer Rick Rubin hun album Ballbreaker, al werd hier te geforceerd hun blues geluid uit hun beginperiode vastgelegd.
Na Ballbreaker verscheen in 1997 een verzamelbox met de naam Bonfire. Daarin zaten enkele bijzondere items. Zo werd een promotie-album (dat de band in 1977 live had gemaakt) en dat tot dan toe alleen als bootleg verkrijgbaar was geweest, officieel uitgebracht. Verder bevatte de box een cd met outtakes en demo's en ten slotte werd de soundtrack van de concertfilm Let There Be Rock uit 1980 ook een definitief dubbel live-album. Daarna duurde het tot 2000 voor er een nieuw studio-album uitkwam. In 2003 werd de groep opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. In hetzelfde jaar trad de groep enkele keren op in Duitsland in een double billing met The Rolling Stones. Wel is het officieel dat 16 oktober de dvd Plug Me In uitkomt met daarop een overzicht van de hele carrière met allemaal live materiaal. Vanaf 20 oktober ligt het nieuwe album van AC/DC in de winkel. Het album heet Black Ice. De eerste single (Rock 'N Roll Train) was al langer te beluisteren op www.acdc.com. AC/DC zal tijdens zijn komende wereldtournee, de Black Ice Tour, ook in Nederland spelen en wel in Ahoy Rotterdam op 13 maart 2009 en vervolgens op 23 juni van datzelfde jaar in de Amsterdam Arena. Ook in België treden ze op 1 en 3 maart op in het sportpaleis van Antwerpen.
Hede
De huidige line-up bestaat uit Brian Johnson, de broers Angus Young en Malcolm Young, Phil Rudd en Cliff Williams. De heren wonen tegenwoordig een flink eind uit elkaar. Johnson woont in de VS, Angus in Nederland, Malcolm in het Verenigd Koninkrijk, Rudd in Nieuw-Zeeland en Williams in de VS. In 2008 hebben ze aangekondigd opnieuw te gaan touren. In hun Europese tour hebben ze optredens gepland in België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Rusland, Tsjechië en Zweden. Het 2de Belgische concert op 3 maart 2009, voor een uitverkocht Antwerps sportpaleis, werd afgelast omwille van een griepaanval van de zanger Brian Johnson.
Dire Straits behaalde meteen groot succes met hun debuutalbum Dire Straits. Hierop staat onder meer het bekende "Sultans of Swing", wat hen in 1977 hun eerste platencontract opleverde. In 1985 verscheen Brothers in Arms, een van de eerste volledig digitaal opgenomen platen. Het album is met 269 weken in de Nederlandse Album Top 100 het langst genoteerde album aller tijden.
Naast zijn werk met Dire Straits bracht Knopfler een aantal soundtracks en later ook soloalbums uit. Daarnaast is hij een veelgevraagd sessie- en studiomuzikant. Hij schreef ook nummers voor andere artiesten waaronder "Private Dancer" voor Tina Turner en "I Think I Love You Too Much" voor de blinde bluesgitarist Jeff Healey. Hij werkte mee aan de albums Slow Train Coming en Infidels van Bob Dylan en trad op als producer voor onder andere Willy Deville, Aztec Camera en Randy Newman. Samen met Chet Atkins bracht hij een aantal albums uit waaronder Neck and Neck. In 2000 verscheen 'Sailing to Philadelphia' waarvan het titelnummer hem een kleine hit opleverde in verschillende landen.
In 2001 werd een dinosauriër naar hem vernoemd, omdat de paleontologen toevallig Money for Nothing op hadden staan toen zij het fossiel vonden: Masiakasaurus knopfleri.
In 2003 werd Knopfler door Monica Beltran aangereden op zijn motor waarbij hij zeven ribben, zijn schouderblad en zijn sleutelbeen brak. Zeven maanden lang heeft Knopfler zijn werkzaamheden moeten staken en blies zijn tour ter promotie van zijn derde album af. Knopfler herstelde volledig.
Na het duetalbum "All The Roadrunning" (2006) met Emmylou Harris brengt Knopfler een vijfde solo-album uit op 14 september 2007. De opvolger van "Shangri-La" heeft de naam "Kill To Get Crimson" meegekregen en bevat 12 tracks. Ter promotie van dit album trad Knopfler op 29 en 30 maart 2008 en 31 maart 2008 op in Nederland in respectievelijk de Heineken Music Hall in Amsterdam en Ahoy in Rotterdam.
Arno groeide op in een Oostends, politiek links geöriënteerd middenklassegezin. Hij koos aanvankelijk voor het koksvak, maar was al in zijn jonge jaren vooral geïnteresseerd in muziek. Vooral uit Engeland geïmporteerde bluesplaten inspireerden hem.
Als mondharmonicaspeler werkte hij samen met muzikanten uit de Oostendse rockscene vooraleer hij rond 1970 in zijn eerste "echte" groep belandde, Freckle Face, geleid door zanger/bassist Paul Vandencasteele en gitarist Paul Decoutere. Arno zong destijds sporadisch en beperkte zich meestal tot solo's op de mondharmonica. Freckle Face maakte een plaat met uitgesponnen bluesrocknummers, maar had op het podium meer succes dan in de platenwinkel.
In 1972 gingen Arno en Decoutere verder als duo onder de naam Tjens Couter. De groep wisselde bluesnummers af met uitstapjes richting tango en reggae. Na de debuutplaat "Who Cares" groeide Tjens Couter van een duo naar een kwintet en werd de muzikale koers verlegd naar pubrock. Een tweede album volgde. In 1978 waren Arno en Decoutere te zien in de film Le concert d'un homme seul.
Pas in 1980 kwam de grote doorbraak met de groep T.C. Matic, een groep die aanvankelijk voor 80 procent dezelfde samenstelling had als Tjens Couter. De groep maakte vier albums, ging op tournee door Europa, en scoorde een paar hits, waaronder het bekende "Oh la la la" dat het op fuiven nog steeds goed doet. Zes jaar later hield T.C. Matic het voor bekeken. Arno besloot het solo te wagen. Hij bracht zijn solodebuut uit onder de titel "Arno". "Cold Sweat" is daaruit een bescheiden hit geweest. Ook in de cinema was Arno een gevraagd typeschrijver.
Vóór alle unplugged-trends belichaamde hij samen met Roland in 1990-1991 de pure rock in het zijproject Charles et les Lulus. Ook zijn levensstijl werd er niet minder rock-'n'-roll op. In 1992 coverde hij de Adamo-hit "Les filles du bord de mer". Zijn doorbraak bij het bredere publiek ging verder met zijn vierde album "Idiot Savants", dat goed ontvangen werd door de pers. Het album legde Arno geen windeieren, het haalde gemakkelijk goud.
Onder meer het Vlaamse televisieblad Humo bekroonde hem een aantal keer tot "Zanger van het Jaar" en "Beste Interview". In 1995 kwam "Arno à la Française" uit. Eén cover springt er op dat album uit, namelijk "Comme à Ostende" van Leo Ferré.
In 1997 bracht Arno voor het eerst een album uit in de Verenigde Staten. Het was een compilatie, in combinatie met de registratie van een live-concert. In 1999 werd Arno vijftig jaar. Hij bracht zijn zesde soloalbum uit, dat meteen ook zijn 23ste album is onder diverse namen en formaties. Een 'best of' kwam uit in 2000.
In 2002 kwam "Arno Charles Ernest" uit, een referentie naar zijn grootvader; in 2004 volgde "French Bazaar". Eind september 2004 startte Arno zijn nieuwe solotoer met onder andere twee concerten in Vietnam.
In 2002 ontving Arno de Franse onderscheiding van Ridder in de Kunsten en Letteren. Eind 2005 werd Arno genomineerd voor de titel De Grootste Belg. Hij eindigde op nr. 34 in de Vlaamse versie en op nr. 83 in de Waalse versie. In Bornem kreeg hij een permanent aandenken langs de SIM-route.
In januari 2007 verscheen zijn volgende album, "Jus de Box".
In de zomer van 2009 is hij de centrale gast muziek op Theater aan Zee
Trivia
Arno zong de titelsong voor de Vlaamse versie van PixarsToy Story: "Je bent een vriend van mij", "Vreemde Dingen", "Vliegen doe ik nooit" en "You've Got A Friend In Me".
Bij één van zijn tochten komt koning Albert II in Nieuwpoort aan. Hij houdt halt bij het standbeeld van wijlen zijn grootvader Albert I, gezeten op zijn paard. Koning Albert II staart naar het standbeeld en droomt even weg. Plots hoort hij een stem : "Berreke, ik heb een nieuw paard nodig." Albert II schrikt en denkt dat hij droomt. Maar dan hoort hij de stem opnieuw en nu heel duidelijk : "Albert, breng mij onmiddellijk een nieuw paard !" De koning rijdt vliegensvlug naar Brussel en vertelt zijn verhaal aan Guy Verhofstadt, de eerste minister. Deze gelooft geen woord van wat koning Albert II zegt en samen rijden ze naar Nieuwpoort. Als ze bij het standbeeld komen klinkt de stem opnieuw maar nu heel boos : "Albert, je moet beter leren luisteren, ik vroeg een nieuw paard, geen ezel !"
Hij werd geboren op 1 februari 1939 in Egypte. Zijn vader, Aimé, was een Fransman die werkte als directeur op het Suezkanaal. Zijn moeder, Lucia alias Chouffa, werd geboren in Calabrië, Italië, en was huisvrouw. Hij had ook nog een oudere zus, Marie-José (1936), die hij Josette noemde. In de zomer van 1956, toen het Suezkanaal werd genationaliseerd door president Nasser keerde het gezin terug naar Frankrijk waar ze zich vestigden in een bescheiden appartement te Monte Carlo. Aimé François, getekend door dit gedwongen vertrek uit Egypte waar ze alles moesten achterlaten, valt ziek en zijn zoon Claude neemt de taak als gezinshoofd over. Hij wordt drummer in het befaamde orkest van Louis Frosio, zeer tegen de zin van zijn vader. Tussen beiden komt er een breuk die nooit meer goed zou komen.
Claude François ontmoet in 1959 zijn toekomstige vrouw, de danseres Janet Woollacott. Het huwelijk wordt voltrokken op 5 november 1960 in Monaco. Eind 1961 vertrekt Claude met zijn vrouw naar Parijs, vastbesloten het daar te maken als zanger. Het is de tijd van de yé-yé en "Salut les copains", het beroemde radioprogramma voor de jeugd. Hij brengt een eerste 45-toerenplaat uit, "Nabout Twist" onder de naam KôKô. Het wordt een flop. Pittig detail: in het achtergrondkoor zingt onder meer Hughues Aufray. Enkele maanden later, in maart 1962 overlijdt zijn vader Aimé François. Zijn vrouw Janet, die nooit in zijn succes geloofde, verlaat hem voor Gilbert Bécaud met wie ze later een dochter zou krijgen. De scheiding wordt officieel op 13 maart 1967.
In oktober 1962 komt dan de grote doorbraak met het nummer "Belles, Belles, Belles", een cover van de Everly Brothers. De Franse tekst komt van Vline Buggy en Claude zelf. Het nummer wordt grijsgedraaid op de radio en vooral op "Salut les copains". Later zouden nog tal van hits volgen zoals: "Marche tout droit", "Dis-lui" en vooral "Si j'avais un marteau". Met het geld van zijn eerste successen koopt hij een appartement te Parijs in het XVIe arrondissement, de 46 boulevard Exelmans. In 1964 koopt Claude een oude watermolen te Dannemois nabij Parijs ("La ferme du bonheur"). De verbouwingswerken aan de gebouwen en de inrichting van het park zou 10 jaar duren maar het wordt een echt juweeltje. In oktober van dat jaar treedt hij voor het eerst op in de Olympia. Marlene Dietrich komt hem persoonlijk feliciteren in zijn loge. Vanaf 1966 treden de bekende danseressen "les Clodettes" samen met hem op. Een primeur voor Europa, namelijk een zanger begeleid door danseressen. Bij de eerste Clodettes: Madly, de laatste vriendin van Jacques Brel. Vanaf dan spreekt men in een adem uit: Claude François et les Clodettes.
Na een idylle van 3 jaar met de toen nog piepjonge EurovisiesongwinnaresFrance Gall ontmoet hij Isabelle Forêt die de moeder van zijn twee zonen zal worden. Zijn carrière als zakenman start in 1967 met de oprichting van zijn eigen platenlabel "Disques Flèche". Aan het zwembad van zijn Moulin te Dannemois en geïnspireerd door de liefdesbreuk met France Gall schrijft hij samen met Jacques Revaux en Gilles Thibaut een nummer: "Comme d'habitude". Het nummer verschijnt in november 1967 op plaat, de tweede plaat uitgegeven door de Disques Flèche. Op vakantie in Frankrijk hoort Paul Anka dit nummer en schrijft er een Engelstalige tekst op: "My Way". Dit nummer zal de bekendste compositie van Claude François blijven en de wereld rond gaan. "My Way" is een klassieker en werd gezongen door zangers als Frank Sinatra en Elvis Presley. Er bestaan bijna 1100 versies van. Het is nog altijd het derde meest gespeelde nummer ter wereld. De bekendste Nederlandstalige versies zijn o.a. van Will Tura, André Hazes en Raymond van het Groenewoud. Nu nog,in 2009, krijgt zijn muziekuitgeverij wekelijks een nieuwe aanvraag tot covering van dit nummer. Aan de zonen van Claude François alleen al brengt dit nummer jaarlijks 750.000 euro aan auteursrechten op. Wereldwijd wordt het elke minuut gespeeld (radio en tv, 7/7 en 24/24). Van zijn lied "Parce que je t'aime mon enfant" scoorde Elvis Presley een hit met "My Boy".
De jaren zeventig zijn die van o.a. "Je viens dîner ce soir", "Chanson populaire", "Le lundi au soleil", "Je vais à Rio" en vooral "Le téléphone pleure" (in Nederland bekend als "Hé Monique" van Frans & Monique, in Vlaanderen later ook als "De telefoon huilt mee" van Silvy Melody & Danny Fabry) met miljoenen verkochte exemplaren. Hij brengt veel eigen composities maar ook vertalingen van Engelse en Amerikaanse artiesten, o.a. uit de bekende Motown-stal.
Op 1 juli 1974 treedt hij in Parijs op voor 20.000 mensen, een concert ten voordele van de stichting Pèrce-Neige van acteur Lino Ventura.
Claude François leidt een hectisch leven waar plaatopnames, televisie-optredens en concerten elkaar in een moordend tempo opvolgen en soms ook sloeg het noodlot toe. In 1975 ontsnapt hij op het nippertje aan een aanslag van het IRA in het Londense Hilton-hotel en in juni 1977 wordt zijn auto onder vuur genomen op de autosnelweg naar Dannemois. De politie telt elf kogelinslagen in het koetswerk. Hij en de andere inzittenden komen er met de schrik van af.
Eind 1977 breekt de disco-periode aan en zoals altijd is hij mee met de nieuwe rage. Het album "Alexandrie, Alexandra" komt uit met onder andere "Magnolias for ever", op muziek van Claude François samen met zijn vaste componist Jean-Pierre Bourtayre. De teksten zijn van de hand van Etienne Roda-Gil, vaste tekstschrijver van o.a. Julien Clerc.
Claude François richtte een waar zakenimperium op waaronder een eigen platenfirma (Disques Flèche) met o.a Liliane Saint-Pierre, Jeremy en Alain Chamfort onder dit label, twee tijdschriften (Podium en Absolu), muziekuitgeverijen (Jeune Musique en Isabelle Musique) en een modellenagentschap (Girl's Models). Tevens lanceerde hij een eigen parfum genaamd "Eau Noire". Er werkten een vijftigtal mensen voltijds in de "Groupe Claude François", gevestigd in één gebouw, gelegen 122, boulevard Exelmans.
Het graf van Claude François te Dannemois
In januari 1978 treedt hij voor het eerst op in Londen, in de Royal Albert Hall, voor 6000 fans. Het wordt een groot succes en een Engelstalige carrière lijkt zich aan te kondigen. Er verschijnt ook een album met zijn grootste successen in het Engels. Vastbesloten door te breken in de USA wil hij eerst Engeland veroveren. Op 3 en 4 maart geeft hij zijn laatste Belgische concerten in een uitverkocht Vorst Nationaal te Brussel.
Samen met Petula Clark, Carlos en Charles Aznavour neemt hij deel aan de opnames voor een televisieprogramma van de BBC in Leysin (Zwitserland). Dit gebeurde op 9 en 10 maart. Hij wil diezelfde vrijdagavond nog terugkeren naar zijn appartement te Parijs, Boulevard Exelmans 46, in zijn privévliegtuig want de dag erna wordt hij verwacht voor de tv-opnames van "Les rendez-vous du dimanche", gepresenteerd door zijn goede vriend Michel Drucker.
Claude François stierf op zaterdag 11 maart1978 in Parijs, geëlektrocuteerd in zijn badkamer toen hij staande in z'n met water gevulde bad een loszittende lamphouder wou rechtzetten. Zijn bijna maniakale zin voor orde en stiptheid is hem fataal geworden. Na een begrafenisdienst in de Eglise d'Auteuil, bijgewoond door talloze collega-artiesten en tv-personaliteiten, en voor tienduizend fans buiten, werd hij begraven in Dannemois (Essonne). Op de dag van zijn begrafenis, woensdag 15 maart 1978, lag zijn laatste single in de platenwinkels: "Alexandrie, Alexandra", een ode aan zijn geboorteland Egypte. Clo-Clo liet twee zonen na: Claude Junior (°8/7/1968) en Marc (°15/11/1969).
Legende
Na zijn dood daalde zijn populariteit niet. Integendeel, in Frankrijk is hij een echte legende geworden en nog elk jaar worden er cd's en dvd's van Claude François verkocht, goed voor een jaaromzet van zo'n 10 miljoen euro. Van 1962 tot op heden werden er 70 miljoen albums verkocht. Disques Flèche wordt nu geleid door zijn zoon Claude Junior. Meer dan 80 boeken zijn er verschenen over zijn leven.
Landgoed
Zijn landgoed, Le Moulin, is nu een restaurant en museum gewijd aan zijn leven en werk. In het wassenbeeldenmuseum "Musée Grévin" (het Franse Madame Tussauds) is zijn beeld één van de trekpleisters. De musical "Belles Belles Belles" met uitsluitend liedjes uit zijn repertoire speelde wekenlang in een uitverkochte Olympia te Parijs. Ook twee films: "Le film de sa vie" (1979) en vooral "Podium" (2004) met de Belgische acteur Benoît Poelvoorde als "de beste Clo-Clo-imitator van zijn generatie".
Enkele cijfers
Tussen 1963 en 1978 verschijnt hij 313 keer op tv en staat zijn foto 219 keer op de cover van een weekblad; van 1978 tot heden nog zo'n 200 maal erbij. In zijn carriere is Cloclo 1188 maal opgetreden en bij deze concerten heeft hij maar liefst 889 kostuums, 864 dassen en 324 paar schoenen gebruikt. In totaal heeft hij een 300-tal liedjes opgenomen.
Herdenkingen
In maart 2000 werd onder grote belangstelling de "Place Claude François" plechtig ingehuldigd te Parijs (XVIe arrondissement), dichtbij de boulevard Exelmans waar de kantoren van de groep Claude François gevestigd waren en ook nabij het appartement waar hij om het leven kwam. Ook in zijn geboortestad Ismailia draagt een straat zijn naam. Voor 2008, dertig jaar na zijn overlijden, zijn er tal van herdenkingen geprogrammeerd met onder andere speciale televisieshows op alle Franstalige zenders. In februari 2008 verschijnt er uitzonderlijk nog een nummer van "Podium" samen met een 20-tal nieuwe boeken en heruitgaven van cd's en dvd's. Op 11 maart 2009, via de officiële website www.ClaudeFrançois.fr, kondigen zijn zonen Claude en Marc de plannen aan van een biografische langspeelfilm, een zogenaamde biopic. Voor de rol van Claude François wordt, onder voorbehoud, gedacht aan de Belgische acteur Jérémie Renier die een opvallende gelijkenis vertoont met de jonge Cloclo.
Een eerste jaar komt thuis van haar eerste schooldag en zegt : "mama,we hebben vandaag tot 3 leren tellen maar ik kan al tot 10 tellen kijk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 hoe komt dat?" mama:"omdat je blond bent" volgende dag "mama we hebben vandaag A B en C leren lezen maar ik kan D E F G en H ook al.hoe komt dat? mama:"omdat je blond bent" volgende dag " mama ik heb zo eens rondgekeken in de klas en de meesten zijn nog helemaal plat vanboven en ik ben al zo goed gevuld.hoe komt dat? mama:" omdat je al 24 bent "
Er komt een lilliputtervrouwtje bij de dokter. Ze klaagt: "O dokter, ik heb toch zo'n last van mijn kruisje als het regent." "Tja," zegt de dokter, "vandaag is het mooi weer, dus nu heeft u zeker geen last?" "Nee, vandaag niet," zegt het vrouwtje. "Nou," zegt de dokter, "komt u dan terug als het regent." Een paar dagen later komt het vrouwtje terug als het regent. "En?" vraagt de dokter: "Hebt u vandaag wel last?" "Ja, vandaag wel," zegt het vrouwtje. "Gaat u dan maar even achter het scherm staan," zegt de dokter. Als het vrouwtje en de dokter achter het scherm zijn verdwenen, hoort de assistente de dokter vragen: "Mag ik even een schaar alstublieft?" De assistente gaat de schaar brengen. Even later komen de dokter en het vrouwtje weer achter het scherm vandaan. "Loopt u nu eens even rond," zegt de dokter tegen het vrouwtje, "heeft u nu nog last?" "Nee," zegt het vrouwtje, "dank u dokter, het is helemaal over." Hierop vertrekt het vrouwtje. Ondertussen is de assistente bloednieuwsgierig geworden en vraagt: "Dokter, wat heeft u nu eigenlijk gedaan?" "Gewoon," zegt de dokter, "tien centimeter van d'r kaplaarsjes afgeknipt."
Gilbert Bécaud (Toulon, 24 oktober1927 Parijs, 18 december2001) was een Frans zanger, componist en acteur. Zijn bijnaam was "Monsieur 100.000 Volts" vanwege zijn energieke optredens. Zijn bekendste hit in Nederland is "Nathalie" (1964). In Amerika is "Et maintenant" (1961) bekend geworden in de Engelstalige versie - "What Now My Love".
Biografie
Hij werd geboren in Toulon als François Silly en leerde al op jonge leeftijd pianospelen. Hij ging naar het conservatorium in Nice, maar ging van school in 1942 om bij de Franse ondergrondse te gaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij begon liedjes te schrijven in 1948, na een ontmoeting met Maurice Vidalin, die hem inspireerde. Hij begon te schrijven voor Marie Bizet; Bizet, Bécaud en Vidalin werden een succesvol trio, hun samenwerking duurde tot 1950.
Terwijl hij toerde als pianist met Jacques Pills ontmoette hij Édith Piaf. Onder haar invloed begon hij in 1953 met zingen. Zijn eerste liedjes waren "Mes mains" en "Les croix". Een jaar later had hij zijn eerste optreden en tegen 1955 stond hij bekend om zijn energieke optredens. Zijn hits aan het eind van de vijftiger jaren waren onder andere "La corrida" (1956), "Le jour où la pluie viendra" (1957) en "C'est merveilleux l'amour" (1958).
In 1961 nam Bécaud "Et maintenant" op, een van de meest populaire singles in de Franse geschiedenis. Vertaald als "What Now My Love" werd de song een hit voor Shirley Bassey, Sonny & Cher, Elvis Presley, Andy Williams en Frank Sinatra. Na een opera geschreven te hebben ("Lopéra d'Aran") toerde Bécaud door Europa en nam nog een aantal hits op, waaronder "Tu le regretteras", Bécauds controversiële ode aan Charles de Gaulle.
In het begin van de zeventiger jaren lag de nadruk meer op toeren dan op het opnemen en na nog wat acteerwerk nam hij in 1973 een pauze en gaf als reden uitputting. In 1974 werd hij 'Chevalier' in het Légion d'honneur.
Hierna schreef hij samen met Pierre Grosz en Neil Diamond en schreef ook onder andere de Broadwaymusical "Madame Roza" met Julian More. Bécaud, die het zingen niet kon missen, ging toch weer opnemen en touren. Omdat hij zo vaak optrad in het beroemde Olympia in Parijs, was hij dé aangewezen persoon om het Olympia na de grondige verbouwing in 1997 met een concert te heropenen. Eind jaren negentig openbaarde zich voor het eerst kanker bij hem. Toch ging hij door met concerten geven. In de negentiger jaren deed hij het weer rustig aan, hoewel hij toch nieuwe albums bleef opnemen zoals "Une vie comme un roman" waarin hij een soort beschouwing op zijn eigen leven gaf. Op het laatste album dat tijdens zijn leven nog werd uitgebracht, staan een groot aantal persoonlijke nummers waaruit duidelijk wordt dat hij aan kanker gaat overlijden.
Hij overleed op zijn woonboot op de Seine in Parijs op 18 december 2001.`Zijn zoon Gaya zorgde ervoor dat in 2002 nog een cd verscheen. Bécaud bleef namelijk opnemen tot vlak voor zijn dood. Op enkele nummers is duidelijk te horen dat de stem van Bécaud te lijden heeft gehad onder zijn ziekte.
Er zijn nog enkele dvd's van concerten verschenen en cd's van zijn beste chansons. Bécaud heeft zo'n beetje alle muziek bewaard die hij ooit heeft geschreven. Zijn oudste zoon Gaya heeft sinds het overlijden van zijn vader een beetje de rol van conservator op zich genomen.Ook zorgt hij ervoor dat er nog materiaal van Bécaud uitkomt. In de 21e eeuw heeft hij een eigenkleding onder de naam 'gay-bi'geopend.De laatste cd"/dvd "Suite" verscheen in 2005, de website www.becaud.com is onlangs gereviseerd en er staat een nieuwe cd/dvd met boek voor deze winter op het programma. Via de website (en dan het forum) wendt Gaya zich regelmatig tot de fans van Gilbert om de laatste ontwikkelingen te melden.
In 1991 maakte ze haar platendebuut met de cd Mooi zo. Ze trok langs theaters en festivals met vertaalde liedjes van Leonard Cohen.
Yasmine begon haar televisiecarrière bij VTM. Ze presenteerde in 1993 onder andere het muziekprogramma Tien Om Te Zien. In 1998 stond ze als VJ mee aan de wieg van TMF Vlaanderen. Nadien kon Yasmine aan de slag bij Eén. Ze begon als presentatrice van het showbizzprogramma De Rode Loper. Yasmine stond in 2004 tien jaar op de planken en heeft dit gevierd met de tour en cd Liefde en liedjes. Ook in 2004 presenteerde ze de quiz Memento. In 2005 eindigde ze op nr. 363 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg, buiten de officiële nominatielijst. In 2006 was ze ook jurylid bij de preselecties van Eurosong. In 2006, 2007, 2008 en 2009 presenteerde ze het muziekprogramma Zo is er maar één. Bovendien was ze ook omroepster bij Eén.
In 2009 was ze lid van de Raad van de Gouden Plaat in het Eén televisieprogramma Hartelijke groeten aan iedereen. In het voorjaar van 2009 maakte ze in opdracht van het Davidsfonds een tournee door Vlaanderen genaamd Yasmine houdt woord. De start van deze tournee werd op 1 februari 2009 gehouden in de Ancienne Belgique te Brussel in samenwerking met Davidsfonds Brussel.
Persoonlijk
Yasmine was lesbisch]Ze huwde op 30 augustus2003 met Marianne Dupon, bekend als winnares van het tweede seizoen van het TV1-programma "De Mol". Haar vrouw Marianne beviel op 9 maart2007 van hun eerste kind, dochter Ella-Louise.
Eind april 2009 kwam er een einde aan hun huwelijk. Marianne zou Yasmine verlaten hebben voor een andere vrouw.Yasmine overleed op 25 juni2009. Omstreeks 14 uur werd ze door de politie levensloos teruggevonden in een parkje nabij het huis van haar zus. Ze beroofde zichzelf van het leven, ze werd 37. De mogelijke aanleiding zou de breuk met haar partner, Marianne Dupon, eind april 2009 zijn.
LOS ANGELES - Popster Michael Jackson is in de nacht van donderdag op vrijdag overleden in een ziekenhuis in Los Angeles. Hij stierf op 50-jarige leeftijd, nadat hij in zijn woning een hartstilstand had gekregen.
De lijkschouwer van Los Angeles maakte het nieuws bekend, na eerdere berichten in de Amerikaanse media.
Jackson werd om 14.26 uur plaatselijke tijd doodverklaard, meldde Fred Corral. De politie kreeg twee uur daarvoor een melding vanuit het huis van de ster. De ambulance bracht Jackson binnen tien minuten naar het ziekenhuis.
Onderweg is geprobeerd hem te reanimeren. In het ziekenhuis raakte Jackson in coma, waarna hij overleed.
Autopsie
Over de precieze doodsoorzaak is niets bekendgemaakt. Vrijdag volgt vermoedelijk een autopsie die meer duidelijkheid moet geven.
Inmiddels hebben duizenden mensen zich voor het ziekenhuis verzameld om te rouwen. Ook journalisten uit binnen- en buitenland staan voor het hospitaal om verslag uit te brengen. Voor de woning van Jackson staat ook een menigte.
Kleine broertje
Veel sterren hebben laten weten geschokt te zijn door het nieuws. Quincy Jones, de muziekproducer die Michael Jackson hielp bij het maken van Thriller en Off the Wall, zei: ''Ik ben vandaag mijn kleine broertje verloren, en een deel van mijn ziel is met hem meegegaan.''
Comeback
Jackson werkte de afgelopen twee maanden in Los Angeles om met zijn nieuwe concerttour This Is It zijn comeback te maken in de O2-Arena in Londen. Hij zou daar tot maart 2010 vijftig concerten geven die allemaal binnen recordtijd uitverkocht waren.
King of Pop
De 'King of Pop' was één van de meest succesvolste zangers van zijn tijd. Hij werd al jong beroemd met de Jackson 5 en maakte jarenlang succesvolle muziek. Hij behaalde met zijn liedjes in de Verenigde Staten dertien nummer-1 posities.
Nadat hij werd beschuldigd van kindermisbruik in 2005 leidde hij een teruggetrokken bestaan. Hier kwam dit jaar verandering in toen hij een come-back tour aankondigde. Deze This Is It-toer van The King of Pop bestaat uit 50 concerten. Vier concerten die in juli in Londen zouden worden gehouden, werden echter verzet naar maart 2010.
Huidkanker
Bij Jackson werd in mei huidkanker geconstateerd. Begin juni meldden diverse internationale media dat er bezorgdheid was over de gezondheid van de popzanger. Naar verluidt woog hij minder dan 57 kilo.
Medicijnen
Volgens de advocaat van Jackson gebruikte de popster de afgelopen tijd medicijnen. Die werden door een arts voorgeschreven, omdat de King of Pop zich had bezeerd tijdens de voorbereidingen van zijn comeback. Dat heeft de advocaat van de familie laten weten.
Brian Oxman zei vanuit het ziekenhuis: ''Ik weet niet hoeveel medicijnen hij gebruikte, maar volgens de familie was het aanzienlijk.''
Jackson heeft in het verleden ook al problemen gehad met het gebruik van medicijnen.
Ik ben Rudy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Rud.
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/07/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Humor en mooie meiden..... .