Drukwerk is een Nederlandse popgroep, die vooral begin jaren '80 van de 20e eeuw populair was. Producer Coen van Vrijberghe de Coningh was de grote man achter het succes van deze groep.
Ontstaan
Drukwerk is in 1978 opgericht door Harry Slinger, Ton Coster, Joop May en Hans Witteveen. De samenstelling van de groep is in de loop der jaren regelmatig veranderd, maar Harry Slinger, Ton Coster en Joop May blijven constante factoren.
De eerste liedjes zijn protestsongs tegen de sluiting van een jeugdhonk in Amsterdam-Noord en atoomenergie in Kalkar en liedjes als ondersteuning van vluchtelingen en krakers. In 1981 neemt Drukwerk de eerste LP Drukwerk op. De eerste single Je loog tegen mij (een cover van de band Door Mekaar) werd een nummer 1-hit. Tot halverwege de jaren '80 scoort Drukwerk verschillende hits.
Wanneer in de tweede helft van de jaren '80 de aandacht voor Nederlandstalige muziek minder wordt, weet Drukwerk geen hits meer te scoren. In plaats daarvan gaat Drukwerk zich toeleggen op het theater. In 1990 gaat Drukwerk (tijdelijk) uit elkaar. Zanger Harry Slinger gaat zich toeleggen op een solocarrière. In 2003 vormt de Volendamse band Next One een nieuw Drukwerk voor een tournee ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum.
In september 1948 laden de Presleys al hun bezittingen in een oude plymouth en vertrekken naar Memphis. Ze vinden daar een tijdelijk onderkomen op Poplar Avenue. Elvis gaat zijn school afmaken op de Humes Jr. High. In 1949 krijgen de Presleys een appartement in Lauderdale Courts op Winchester Avenue.Gladys en Elvis nemen een bijbaantje. Gladys als serveerster en Elvis als plaatsaanwijzer in Loewes State Theather. Maar doordat hij tot in de late uurtjes moet werken valt Elvis regelmatig in slaap tijdens de lessen op school en Gladys laat hem stoppen met werken..
Net als generaties popsterren leerde Elvis veel door naar de radio en later naar platen te luisteren. Dit was vóór de tijd van de 45-toerensingle. Platen waren groot en breekbaar en werden op een opwindbare grammafoon gedraaid. De beste muziek was op de radio te horen en was live. Hij luisterde naar het beste van de muziek en of het nu om blues, country, gospel, of pop ging, dat maakte niet veel uit. De jonge Elvis werd beinvloed door John Lee Hooker, Howlin' Wolf BB King, Ernest Tubb, Jimmy Rodgers en zelfs door de geraffineerde pop van crooners als Dean Martin. Dit was ingredienten voor de rock' roll-smeltkroes en Elvis was niet de enige die zag dat er een nieuwe muziekstijl zou kunnen ontstaan in de vorm van een mengelmoes van al deze genres- maar later meer hierover. In feite jatte Elvis niet opzettelijk uit de cultuur van de zwarte bevolking om hun muziek geschikt te maken voor een blank publiek, zoals wel wordt gesuggereerd. Hij was allleen maar bezig de artiesten te imiteren die hij het meest bewonderde, zelfs al toen hij nog op school zat. Later zouden generaties jongeren in Groot Brittannië precies hetzelfde doen; vaak wisten ze niet eens of de artiest zwart of blank was. Elvis loopbaan op de L C Humes High School was niet spectaculair, maar hij schijnt wel populair te zijn geweest, ondanks het feit dat zijn moeder hem tot zijn vijftiende naar school bracht en hij zijn haar lang liet groeien en roze jasjes met strakke, zwarte broeken droeg. Hij behaalde zijn diploma in 1953, zat een paar weken bij de Precision Tool Company en ging als chauffeur bij Crown Electris werken voor $35 per week, toen een redelijk loon voor een achtienjarige - al was het niet genoeg om de familie Presley uit het slop van de armoede te trekken. Bovendien begon hij te oefenen met zijn zang en gitaarspel en hij begon te geloven dat al die mensen die steeds zeiden dat hij muzikaal talent had, weleens gelijk konden hebben.
Elvis draaide zijn reportoire af. Hij zong blues, gospel, honky-tonk, country and western, pop...hij zong alsof zijn muzikale carriére er af hing, en dat was ook zo. Het werkte. Philips opperde dat Elvis een band nodig had en bracht hem in contact met gitarist Scotty Moore, die sessiewerk bij de studio's deed en in een countryband speelde, The Starlight Wranglers genaamd. Net als Philips wilde hij een nieuwe muziekstijl, waarin zwarte en blanke invloeden gecombineerd zouden worden. Elvis ging op een zondagmiddag naar Scotty's huis en ontmoette daar ook de buurman en medemuzikant Bill Black, een bassist. Moore en Black vonden Elvis' stem oké, maar ze waren meer onder de indruk van zijn roze pak en witte schoenen.
Hoe dan ook, de volgende dag deed het trio een auditie voor Sun Records. Het werd een lange sessie, aangezien het drietal, op zoek naar een nieuwe sound, verschillende combinaties van stijlen uitprobeerde. Vreemd genoeg vonden ze die sound tijdens een pauze tussen twee nummers door. Elvis begon een rockabilly-nummer te zingen:"That's Allright Mama". Volgens sommige verklaringen deed elvis dat spontaan. Maar "That's Allright Mama" was geschreven en opgenomen door een andere Sun-artiest, Arthur "Big Boy" Crudup, en het is waarschijnlijker dat Philips Elvis voorstelde om het eens te proberen. Hoe dan ook, Bill en Scotty begonnen mee te spelen met zijn opgejaagde blues en Philips, die in de regelkamer zat te luisteren, schreeuwde opgewonden "Wat zijn jullie aan het doen?" De drie haalde hun schouders op en zeiden "Weten we niet.", "Zoek dat eens snel uit", smeekte Philips. Wat ze deden, was muziekgeschiedenis schrijven.
"That's Allright Mama" is een van de beste nummers die Elvis heeft opgenomen. Het is country, het is blues, het is rock 'n roll. Het werd uitgebracht op 5 Juli 1954 met op de achterkant een country-standard, "Blue Moon Of Kentucky" genaamd. Een paar maanden daarvoor had Bill Haley in New York een nummer opgenomen om zijn manager (die mede-auteur was) een plezier te doen. Het heette "Rock Around The Clock". Het sloeg niet aan. Maar dit wijst erop dat Elvis Presley niet de uitvinder van de Rock 'n roll was - het was gewoon een vorm van dansmuziek waarvan de tijd rijp was. Twee dagen na de release draaide Dewey Philips - geen familie maar een goede vriend van Sam- de plaat in zijn invloedrijke Red Hot And Blue Show op radiostation WHBQ. Elvis was te nerveus om te luisteren. Hij zei tegen zijn ouders dat ze de radio maar aan moesten zetten en ging naar de film. Terwijl hij naar Marlon Brando of James Dean zat te kijken, ging de rest van Memphis uit zijn dak bij "That's Allright". Dewey Philips zei zodra hij het draaide de telefoons begonnen te rinkelen en niet meer op hielden. De bellers wilden meer over Elvis weten. Ze wilden weten of hij zwart of blank was.
Een fan neemt tijdens een herdenkingstour in het Amerikaanse Memphis een foto van het bedevaartsoord en voormalig woonhuis van Elvis. Het is vandaag 33 jaar geleden dat Elvis op 42-jarige leeftijd overleed. (EPA)
Elvis Presley is 33 jaar dood. Op 16 augustus 1977 stierf The King op 42-jarige leeftijd. Overal ter wereld wordt stilgestaan bij de dood van een van de grondleggers van de moderne popmuziek.
In Memphis, de stad waar Presley woonde en ligt begraven, is een kaarsentocht naar zijn landgoed Graceland. s Avonds is er een groot concert met de originele band van Elvis en livebeelden van hem. De weduwe en de dochter van Presley zijn daarbij aanwezig.
Voor het laatst in al zijn onschuld Door Gijsbert Kamer
Wat was het moment waarop rock n roll geboren werd? Was dat 5 juli 1954 toen Elvis Presley in de Sun Studios in Memphis voor Sam Phillips zijn eerste single opnam? Of was dat een jaar eerder, toen hij in de Memphis Recording Service een plaatje opnam met twee liedjes, dat hij aan zijn moeder wilde geven?
Of was het niet Elvis, maar toch Bill Haley die verantwoordelijk was voor de Big Bang van de popmuziek, toen hij 12 april 1954 zijn Rock Around The Clock opnam? Hij was immers drie maanden eerder dan Elvis met zijn Thats Allright Mama. Bovendien was de datum ook in ander opzicht historisch: het New Yorkse Atlantic label bracht Big Joe Turners Shake, Rattle And Roll uit, een liedje dat ook opgeld mag doen als de eerste rock n roll hit.
Of zijn we met 1954 al een paar jaar te laat? Moeten we niet terug naar 1951, toen in maart bandleider Ike Turner met zijn Kings Of Rhythm eveneens in de studio van Sam Phillips met zanger Jackie Brenston het nummer Rocket 88 opnam? Of naar juni van dat jaar toen in Cleveland, Ohio, Alan Freed een dagelijks radioprogramma begon, dat The Moondog Rock n Roll House Party zou gaan heten?
Er bestaat nog altijd geen overeenstemming over. Feit is dat de vooroorlogse Amerikaanse populaire muziekstijlen blues, jazz, country en gospel na de oorlog zich allemaal door elkaar lieten beïnvloeden, er in doo-wop en rhythm & blues nieuwe muziekstijlen ontstonden, en wat het belangrijkste was: de Amerikaanse (blanke) jeugd vanaf de jaren vijftig steeds gretiger radiostations afzochten naar muziek die anders, rauwer en wilder was dan de brave, vlakke muziek waar hun ouders naar luisterden. Het is uit die behoefte dat rock n roll, de hybride van blanke en zwarte muziek, kon gedijen. Maar het beeld van de precieze chronologie is nog altijd vrij schimmig. Het Franse instituut voor hedendaagse kunst Fondation Cartier in Parijs probeert daar enige helderheid in te verschaffen met een grote, over meerdere etages verspreide expositie Rock n Roll 39-59.
De eerste indruk is niet erg bemoedigend. Veel obligate expositiestukken die nu eenmaal horen bij tentoonstellingen over de Amerikaanse jaren vijftig: een Cadillac, een stel tot aan het plafond opgestapelde jukeboxen het ontbreekt er nog maar aan dat er een diner is nagebouwd waar je hamburgers kunt bestellen. En die replica van de studio waarin Buddy Holly in 1957 en 1958 hits als Thatll Be The Day en Peggy Sue opnam, doet ook al weinig authentiek aan. Veel aardiger is al de gitaar van Holly (Gibson J-45), en nog opmerkelijker het contract uit november 1957, waaruit valt op te maken dat alle royalties rechtstreeks naar producer Norman Petty zouden vloeien.
Het A-4tje hangt onopvallend op een speciaal aan Holly gewijde zuil, zoals veel waardevols zich gemakkelijk aan het oog onttrekt. De vitrines en zuilen die belangrijke artiesten en genres zijn toebedeeld, liggen en hangen vol met grammofoonplaten, platenhoezen, fotos en concertaffiches. Die affiches zijn fraai en veelzeggend. Zo is het aardig een affiche te zien waarop Elvis Presley niet de belangrijkste artiest is. In december 1955 is hij nog slechts voorprogramma van countryster Hank Snow. Presley wordt hier aangekondigd als new RCA Victor Recording Artist. Die vermelding van Presleys nieuwe platenfirma geeft wel aan hoe belangrijk die transfer van het kleine Sun-label uit Memphis naar het grote RCA Victor ook toen al gevonden werd.
Nu geldt deze deal op 21 november 1955 tussen Presleys manager Colonel Tom Parker en Sun Records Sam Phillips waarin RCA voor 35 duizend dollar eigenaar werd van alle Elvis-opnamen voor Sun, en er een nieuwe artiest in de stal bij heeft als een legendarisch moment in de popgeschiedenis. Veel geld in die tijd, maar een koopje natuurlijk, al kon toen niemand dat echt bevroeden.
Want Elvis Presley was nationaal, en ook internationaal nog niet werkelijk doorgebroken, dat zou pas het komende jaar gaan gebeuren. Eind 1955 was zijn ster nog rijzende, de grote naam in de rock n roll was toen Bill Haley, wiens Rock Around The Clock in juli van dat jaar de eerste rock n roll hit was die de eerste plaats van de Amerikaanse hitlijst zou halen. Een gebeurtenis die vooral een gevolg was van het feit dat het liedje, dat Haley met zijn Comets al een jaar eerder had opgenomen, gebruikt werd aan het begin van de film Blackboard Jungle, die niet alleen in de VS maar ook in Europa voor velen de kennismaking bleek met rock n roll en er insloeg als een bom.
Wandelend langs de wanden van de benedenzaal van de Fondation Cartier is deze ontwikkeling haarfijn te volgen via een rijk met beeld (fotos en filmpjes) en geluid (belangrijke plaatopnamen zijn met koptelefoon te horen) versierde tijdbalk. Een overdaad aan namen, data en titels wordt opgesomd in de meterslange gang die de jaren van 1939 tot 1959 behandelt. Neem alleen al de eerste week van januari 1954: de eerste single voor Atlantic van Clyde McPhatter en de Drifters, Money Honey, bereikt de eerste plaats (2 januari); Elvis neemt voor de tweede keer voor eigen gebruik een plaatje met twee liedjes op in de Mempis Recording Studios; Muddy Waters neemt in Chicago voor het Chess label Hoochie Coochie Man op. Stuk voor stuk belangrijke gebeurtenissen in de popgeschiedenis, maar de samenstellers betrekken ook andere cultuuruitingen in hun chronologie. Juist door het vermelden van de dood van kunstschilder Jackson Pollock op 11 augustus 1956, en het verschijnen van de veel opschudding veroorzakende roman van Grace Metalious, Peyton Place, een maand later, weet je een beetje in welke culturele context je het bereiken van de eerste plaats van Elvis Hound Dog op 18 augustus moet plaatsen.
Zo wordt elk noemenswaardig feit over de King steeds historisch geduid, en zo is de tentoonstelling hoewel het nergens expliciet wordt vermeld toch ook vooral een eerbetoon aan de vandaag precies dertig jaar geleden overleden Elvis Presley.
En juist dat een beetje verborgen houden van de intentie, maakt de tentoonstelling zo bijzonder. Want door het zo uitvoerig weergeven van de historische context waarin Elvis groot kon worden, begrijp je pas echt hoe uniek hij was.
Ondanks alles wat er over Elvis Presley gepubliceerd is, en alle retrospectieven die er over rock n roll in de jaren vijftig verschenen zijn, valt op de expositie pas echt goed te horen en te zien hoe groots en uniek zijn kwaliteiten waren.
Ze hadden er in Parijs ook voor kunnen kiezen een tentoonstelling als Elvis in zijn tijd te organiseren, maar dan bekijk je alles toch met andere ogen. Nu zie je Elvis wel steeds voorbijkomen, maar wordt pas gaandeweg duidelijk hoe bijzonder hij was. Bijna hilarisch is met terugwerkende kracht bijvoorbeeld de opmerking van Sam Phillips in 1956 dat hij best zonder de King kon, omdat hij in Carl Perkins een artiest had gevonden die nog veel meer publiek zou kunnen bereiken. Door alleen al hun fotos te vergelijken, is duidelijk hoezeer Phillips ernaast zat.
Maar het aardige is ook weer dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend was dat Elvis Presley zo enorm populair kon worden. Daaraan hebben ook de media, vooral dankzij de opkomst van televisie veel bijgedragen. En ook hier is de keuze die de samenstellers van de expositie gemaakt hebben de juiste geweest: ze hadden ook de hysterie die na Elvis doorbraak in 1956 ontstond kunnen benadrukken, maar heel slim tonen ze juist de momenten vlak ervoor. Iedereen weet hoe de King eind jaren vijftig uitgroeide tot een popster van ongekende allure, niet alleen dankzij zijn niet aflatende stroom hits, maar ook door zijn films. Al die beelden kunnen we er wel bij verzinnen. Veel spannender is het om de momenten te laten zien waarop Elvis nog net niet was doorgebroken.
En niemand heeft die momenten beter weten te betrappen dan de fotograaf Alfred Wertheimer in 1956. De fotos die hij in een week maakte, tussen 29 juni en 5 juli, behoren niet alleen tot de mooiste die er van Elvis zijn afgedrukt, ze tonen hem ook voor het laatst in al zijn onschuld, gewoon als mens. In Parijs is er een speciale corridor voor dit werk gereserveerd, en alleen al deze fotos maken een bezoek aan de tentoonstelling de moeite waard.
Wertheimer had eerder dat jaar voor RCA al publiciteitsfotos van Presley gemaakt, maar zijn opdrachtgever was zo in verlegenheid gebracht door de algemene woede die een wat al te wild dansende Presley had opgeroepen, dat er nu een mooie serie fotos moest komen waarop de zanger niet als seksueel gevaarlijk beest maar als keurige familieman stond.
Wertheimer bezoekt zijn model op 29 juni, wanneer deze in New York aan het repeteren is voor de tv-show van Steve Allen. Wertheimer krijgt van Elvis toestemming bij hem in de buurt te blijven. Samen gaan ze naar een optreden in Richmond, Virginia, weer terug naar New York voor de uitzending van de Steve Allen Show, waarin een doodongelukkige Elvis om nieuwe heisa te voorkomen Hound Dog niet tot een opgehitst publiek zingt, zoals een dag eerder in Virginia, maar tot een echte hond op stoel.
Wertheimer is een dag later bij de plaatopnamen van Hound Dog en krijgt door dat hij goud in handen heeft. Hij besluit per trein mee te reizen van New York naar Memphis, een rit van 28 uur. De fotos dan geschoten, van een rustende Elvis, een Elvis die de proefpersing van zijn nieuwe single op een pick-up afluistert, en mooist van allemaal, Elvis die een halte voor Memphis uitstapt, de weg vraagt en met plaat onder de arm nog even zwaait naar conducteur en fotograaf.
De King wil het laatste stukje naar huis liever lopen, en voor het laatst zou hij dat in zijn eentje doen. Eenmaal thuisgekomen wacht al weer een optreden. Wertheimer krijgt nog net de kans om Presley in zijn ouderlijk huis in schone onderbroek op de plaat vast te leggen.
Een maand later was Hound Dog nummer 1, weer een maand later zagen vijftig miljoen Amerikanen de King op tv bij Ed Sullivan en vanaf dat moment was er echt geen houden meer aan.
Wertheimers fotos vormen niet alleen het hart van de tentoonstelling, maar ook van de prachtige catalogus. De vraag wanneer de rock n roll nu echt begon, wordt door beiden niet beantwoord. Uiteindelijk draaide alles om de King, is toch de indruk waarmee je Rock n Roll 39-59 achter je laat.
En zo onduidelijk als de oerknal te traceren is (nogal arbitrair beginnen de samenstellers hun overzicht in het jaar dat boogie woogie doorbrak), zo makkelijk is vast te stellen wanneer het met de eerste fase van de rock n roll gedaan is.
Op 22 september 1958, om precies te zijn. Wanneer Elvis Presley op de boot naar Duitsland gaat om zijn dienstplicht te vervullen. Als hij twee jaar later terugkomt, is zijn vuur getemperd. En ook van zijn collegas wordt weinig meer vernomen: Buddy Holly verongelukt in 1959, Little Richard verkiest de Here boven de rock n roll, Jerry Lee Lewis raakt in opspraak door te trouwen met zijn 13-jarige nichtje en Chuck Berry moet tijdelijk het gevang in.
Popmuziek is weer even ontdaan van een angel en het zou een jaar of drie duren voor The Beatles een nieuwe revolutie ontketenden. Maar dat is een ander verhaal voor wellicht een andere tentoonstelling.
Elvis Presley is rijkste man op kerkhof (Belga) Rock 'n' roll legende Elvis Presley staat nog steeds bovenaan de lijst van best verdienende beroemdheden, ook al ligt hij al 27 jaar op het kerkhof. Presley verdiende het voorbije jaar 39 miljoen dollar met de verkoop van albums en gadgets.
Presley staat bovenaan de ranglijst sinds die vier jaar geleden voor het eerst verscheen. Hij laat Charles Schultz ($34.2 miljoen) en JRR Tolkien ($22.3 miljoen) achter zich. Op vier staat die andere beroemde dode zanger, John Lennon, met een inkomen van $20 miljoen, gevolgd door Theodor 'Dr Seuss' Geisel ($17.4 miljoen) en Marilyn Monroe ($7.7 miljoen). Drie mensen leggen beslag op de zevende plaats: George Harrison, Irving Berlin en Bob Marley met elk $6.8 miljoen. De top-tien wordt afgesloten met Richard Rodgers, die $6.3 miljoen verdiende, maar er toch niet meer van kan profiteren. (DWM)
Juni 1953 Elvis studeert af op Humes High. Op z'n diploma staat: geslaagd na de cursussen elektriciteit. Hij was geen al te beste leerling, lag niet bij alle leerkrachten in de bovenste schuif omwille van z'n excentriek lange haar én z'n vloekende kleding, maar liet wel een onuitwisbare stempel na: telkens Elvis - voor of na de schooluren - z'n gitaar greep, speelde hij zich zo in het middelpunt van de belangstelling. Overigens werden de gordijnen uit de feestzaal van de L.C. Humes High School midden jaren tachtig verknipt in reepjes van 50 vierkante cm en verkocht voor 10 dollar per stuk.
Wie was Elvis Aaron Presley? Het is één van de vragen die nooit een volledig antwoord kunnen krijgen. Niet omdat er onvoldoende informatie over hem bestaat - geen zanger of politicus ter wereld werd zo uitvoerig beschreven, becommentarieerd en gefotografeerd dan hij - maar omdat het bijzonder leven van Elvis Presley nu eenmaal niet in woorden te vatten is. Hoe kan je zijn charisma beschrijven? Welke superlatieven gebruik je om z'n muziek zwart/wit op papier te zetten? Hoe kan je zijn fenomenale successen uitleggen? Op welke manier kan je z'n immense populariteit voor en na 16 augustus 1977 overbrengen? Hoe kan je het verband leggen tussen de tijdsgeest en de cultuurschok? Wie weet wat er in hem omging de laatste jaren van z'n leven? En in godsnaam, welke van de miljoenen foto's moet je kiezen om een goed beeld te kunnen vormen van de man die evenveel gezichtsexpressies had? Daarom houden we het in deze CV hoofdzakelijk bij feiten. The King in data.
1955 Elvis Aaron Presley (zo werd z'n naam gespeld op het geboorte-attest) wordt in Oost-Tupelo geboren, als tweede jongetje van een tweeling. Z'n broertje Jesse Garon sterft in de moederschoot. Vader is Vernon Elvis Presley (º19/4/1916), moeder is Gladys Love Smith (º25/4/1912). Van leefcomfort is geen sprake. De woning van het jonge gezinnetje bestaat uit twee kamers. Een "shotgun house" omdat je met één kogel moeiteloos doorheen alle open deuren kan schieten. Het leven is hard in Tupelo. Elke dag is het vechten om te overleven. De economie draait vierkant en de weinige centen die Vernon binnenbrengt, gaan naar brood en hoogstnoodzakelijke kleding. De Presley-familie is diepgelovig en lid van de kerkgemeenschap First Assembly of God. Elke zondag zijn Gladys en Vernon trouw op post, waar ze telkens weer meegesleept worden met de gospelzangers vooraan in het kerkje, de roepende en tierende predikant, en de meeklappende toeschouwers.
Tien jaar oud, neemt Elvis Presley deel aan de allereerste muziekwedstrijd in z'n leven. Z'n ouders vinden dat hun jongen een gouden stem heeft, en regelen voor hem een plaatsje op de kandidatenlijst. Ook de jury wordt gecharmeerd door het schuchtere jongentje met z'n veel te grote broek die foutloos het kinderliedje "Old Shep" van Red Foley brengt. Radio WELO is ter plaatse en brengt, dan al, rechtstreeks verslag uit van de zangwedstrijd. Helaas werd geen seconde ervan getaped. 1946 Elvis kijkt een beetje sip wanneer z'n moeder hem het verjaardagscadeau overhandigt. Géén geweer, zoals hij gevraagd had. Geen fiets, zoals hij gehoopt had. Een gitaar. En hij kan niet eens spelen. Uiteindelijk krijgt de jonge Elvis les van oom Vester, Vernons broer. Nog steeds is de shop waar Gladys die gitaar kocht een drukbezochte toeristische plaats in Tupelo. Er zijn stickers, T-shirts, sleutelhangers en badges te verkrijgen met het opschrift: "Where Gladys bought her son his first guitar". Meer uitleg is niet nodig om jaarlijks duizenden fans over de vloer te krijgen.
De grote stad Memphis leeft en ademt muziek. Eén van de grote aantrekkingskrachten voor de jonge Elvis Presley, is het Ellis Auditorium waar regelmatig gospelkwartetten optreden. Elvis' favoriete groep is de Blackwood Brothers. Geld om een ticket te kopen heeft hij niet, al is dat niet altijd nodig. Eén van de muzikanten ziet hoeveel interesse de jonge knaap heeft in muziek, en regelt enkele gratis plaatsen via een deur in de backstage-ruimte. Zijn naam: JD Sumner. Juni 1953 Elvis studeert af op Humes High. Op z'n diploma staat: geslaagd na de cursussen elektriciteit. Hij was geen al te beste leerling, lag niet bij alle leerkrachten in de bovenste schuif omwille van z'n excentriek lange haar én z'n vloekende kleding, maar liet wel een onuitwisbare stempel na: telkens Elvis - voor of na de schooluren - z'n gitaar greep, speelde hij zich zo in het middelpunt van de belangstelling. Overigens werden de gordijnen uit de feestzaal van de L.C. Humes High School midden jaren tachtig verknipt in reepjes van 50 vierkante cm en verkocht voor 10 dollar per stuk. zomer 1953 Als truckchauffeur bij Crown Electric Company, rijdt Elvis vrijwel dagelijks voorbij de kleine opnamestudio van Sam Phillips, aan de Union Avenue 706. Sun heet de studio, en voor net geen 4 dollar kan je er een plaatje opnemen van jezelf. Geperst in karton en kwalitatief waardeloos, maar beginnende zangers vragen niet meer. Elvis grijpt z'n spaargeld bij elkaar en waagt z'n kans. Sam is er niet, Marion Keisker neemt de honneurs waar. "Op wie lijk je, muzikaal gezien?", vraagt Marion aan de wat timide truckchauffeur. "I don't sing like nobody", is het antwoord. "My Happiness" en "That's When Your Heartaches Begin" worden in de groeven geperst en Elvis kan z'n schat mee naar huis nemen. Marion liet een stuk van het nummer meelopen op de opnameband. Ze wist immers dat haar baas voortdurend op zoek was naar aparte stemmen. Als Phillips 's avonds weer binnenkomt, is hij nauwelijks onder de indruk.
The King sterft in de badkamer van Graceland, met het boek "De Lijkwade van Turijn" in de hand. De wereld verliest de grootste superster. De warmste stem uit de geschiedenis zwijgt voor eeuwig. The King is dood, maar z'n muziek leeft eeuwig voort.
DeLange begon haar loopbaan op achtjarige leeftijd als playbackartieste, in welke hoedanigheid ze diverse wedstrijden op haar naam schreef, onder meer met een imitatie van Toon Hermans. Na te zijn overgeschakeld op liverepertoire, trok ze via regionale en landelijke talentenjachten de aandacht van Hilversum, hetgeen haar enkele televisieoptredens opleverde. Met gitarist Joop van Liefland vormde ze tijdelijk een duo, waarmee ze haar eerste schreden op het countrypad zette.
In 1994 trad DeLange op voor de Nederlandse Country Music Awards. Ondanks positieve reacties gebeurde er vooralsnog weinig; ze kwam wel in contact met vertegenwoordigers van het roemrijke platenlabel Warner Music, maar het duurde nog enkele jaren van onderhandelen voordat zij haar contracteerden. In 1994 deed ze ook mee aan het Zangfestival der Onbekenden in Eindhoven met covers van Daddy's Hands van Holly Dunn en The Song Remembers When van Trisha Yearwood. Haar optreden werd bekroond met de eerste plaats, een trofee en een waardebon voor een demo-opname
Doorbraak
In 1996 zong ze mee met de gelegenheidsgroep Wij, die de single De oorlog meegemaakt uitbracht. In 1998, inmiddels deel uitmakend van de groep Cash On Delivery, vertrok ze naar Nashville (Verenigde Staten) om, onder leiding van topproducer Barry Beckett, het album World Of Hurt op te nemen. Doordat ze in de country-hoofdstad van de wereld een country-cd mocht opnemen, raakte ze bekend in Nederland. Haar album werd een groot succes in Nederland en uiteindelijk werden van haar debuutalbum internationaal 450.000 stuks verkocht. In Nederland ontving DeLange in 1999 een TMF Award en een Edison.
1999 was ook het jaar waarin DeLange een live-album uitbracht: Dear John, een registratie van een mini-tour die ze enkele maanden in dat jaar deed, en waarin ze liedjes van zanger John Hiatt op eigen wijze coverde. De cd werd al snel platina. Hierna vloog DeLange weer naar Amerika om aan haar tweede studioalbum te werken. Bijna een jaar lang hield de zangeres zich stil. Medio 2000 werden de eerste geruchten rondom het nieuwe album al een beetje verspreid. In oktober verscheen de single Livin' On Love als voorloper van het nieuwe album met dezelfde titel dat in november uitkwam. Op dit album ging DeLange al wat meer de pop/rock sound op, en schoof de country wat meer naar de achtergrond. Ondanks de promotie werd het album minder succesvol dan World Of Hurt en kwam niet hoger dan de 5e plaats. Toch haalde de cd platina.
Begin 2001 startte DeLange met de Livin' On Love Tour en deed veel theaters en concertzalen in het land aan. Intussen werd er ook gewerkt aan een doorbraak in Amerika. World Of Hurt zou daar in eerste instantie uitgebracht worden, maar hoge platenbonzen vonden de plaat uiteindelijk te gedateerd om nog uit te brengen. De hoop viel dus op het nieuwe album Livin' On Love. Om onbekende redenen werd de cd niet uitgebracht, waarschijnlijk omdat Amerikaanse labels de sound van de plaat niet goed vonden. Na al dit zakelijke gedoe verbrak DeLange al haar contacten met Amerika en besloot zich de komende jaren enkel op de Benelux te storten.
Ze won een Edison voor de beste Nederlandse artiest van 2000. Door alle zakelijke omstandigheden raakte de zangeres lichamelijk oververmoeid. Tijdens een optreden in Paradiso Amsterdam kreeg ze problemen met haar stem en vertelde het publiek geëmotioneerd dat ze niet de kracht had om het optreden voort te zetten. Een warm applaus was het gevolg. Op doktersadvies moest ze vervolgens enkele weken rust houden vanwege vermoeide stembanden. Enkele maanden later in dat jaar trad ze op op Parkpop.
In maart 2002 vertrok DeLange met partner Bart Vergoossen voor 9 maanden naar Amerika om aan een nieuw album te werken. Tijdens de opnames had ze nu zelf alle touwtjes in handen. In april 2003 verscheen het nieuwe album getiteld Clean Up, een plaat met pop/rocksound en zeer autobiografische teksten, allemaal door de zangeres zelf geschreven. DeLange was heel tevreden over de nieuwe plaat en ondanks de nieuwe sound werd het album al snel een succes. Ook leverde ze een bijdrage aan een cd ten behoeve van War Child. Tijdens het concert Friends For Warchild zong DeLange samen met Trijntje Oosterhuis en Jacqueline Govaert van Krezip een nummer van The Beatles. In oktober kwam een verzamelalbum op de markt: Here I Am - 1998/2003. Dit album werd goud.
Pauze
Begin 2004 werd de Nederlandse stal van DeLange's platenmaatschappij Warner Music opgeheven en stond de zangeres zonder platencontract op straat. Kort daarna ontving ze een Edison voor Clean Up. In april van dat jaar werkte DeLange mee aan een single van de Italiaanse zanger Zucchero. Het nummer heette Blue en werd in Nederland een bescheiden hit. Hierna werd het stiller rondom de zangeres. Over een nieuw platencontract was nog niets bekend, maar DeLange gaf wel aan druk bezig te zijn met de toekomst. Eind 2005 ging de zangeres heel verrassend (zonder een nieuw album) weer op tournee door het land en bijna alle concerten van deze tour waren snel uitverkocht.
Hoogtepunten
Intussen werd in Amerika samen met top-producer Patrick Leonard hard gewerkt aan een nieuwe plaat. Dit album, The Great Escape, is op 16 juni 2006 uitgebracht. De gelijknamige single verscheen eind mei. Het album was bij uitkomen reeds goud en bereikte in augustus 2006 de platinastatus (70.000 verkochte exemplaren). In september volgde de tweede single The Lonely One. Het album leverde DeLange in oktober 2006 haar tweede TMF Award op. Tijdens Marco Borsato's concertenreeks Symphonica in Rosso in het Gelredome te Arnhem trad Ilse diverse keren op als special guest. In december maakte ze een minitour door het land waarvan alle optredens snel waren uitverkocht. Vanaf februari lag de derde single van het album, de ballad I Love You in de winkels. Tevens werd die maand bekend gemaakt dat DeLange voor de eerste keer een eigen concert zou geven op 5 april 2007 in de Heineken Music Hall te Amsterdam vanwege het succes rondom het nieuwste album. Omdat de tickets voor dit optreden zo snel waren uitverkocht werd al snel besloten om een tweede datum toe te voegen en wel 4 april. In juni verscheen Reach For The Light, de vierde single van het album The Great Escape. Omdat het nummer enkel als betaalde download werd aangeboden, wist het de charts niet te halen. Op 26 oktober bracht DeLange een nieuw live-album uit Live, een registratie van de concerten die ze in april gaf in de Heineken Music Hall in Amsterdam.
Intussen is de zangeres ook bezig met de voorbereiding van een geheel nieuw album. Sinds 20 februari 2008 verblijft ze in de Zweedse havenstad Göteborg waar ze de liedjes schrijft en opneemt.[2] In Engeland heeft ze gewerkt met songwriters die meewerkten aan het debuut van James Morrison.
Op 3 september2008 reisde Ilse langs verschillende radiostations, om de nieuwe single '(So) Incredible' te promoten, die op 19 september2008 werd uitgebracht. De videoclip nam ze samen met Jake Davis op in Los Angeles. Een dag na de release beleefde de single haar live-primeur. Dat was tijdens het eerste TT-Live pop- & rockfestival, op het TT-circuit in Assen.
Na twee jaar wachten kwam op 17 oktober2008 haar nieuwe album uit, genaamd 'Incredible'. Tijdens de uitzending van RTL Boulevard op 11 november2008 ontving DeLange een gouden plaat voor het album. In korte tijd werden er 60.000 exemplaren van verkocht waarvoor ze bij die gelegenheid een platina award ontving. De 2e single van het album Incredible is 'Miracle', de titelsong voor de film Brideflight.
Om het gitaarspel onder de knie te krijgen nam Steve op 14-jarige leeftijd les bij Joe Satriani. Op 18-jarige leeftijd ging hij studeren aan het gerenommeerde Berklee College of Music in Boston, Massachusetts. Daar maakte hij als student bladmuziek transcripties van Frank Zappas meest technische nummers. Toen Zappa deze onder ogen kreeg, was hij zo onder de indruk dat hij Vai vroeg bij de band te komen. In de jaren 1980-1982 drukte hij zijn stempel op het werk van Zappa.
In 1984 kwam zijn eerste soloalbum uit, Flexable. Hierna speelde hij kort in Alcatrazz waar hij de plaats innam van de gitarist Yngwie J. Malmsteen die uit Alcatrazz ging wegens een solodeal. Op uitnodiging van vriend en basvirtuoos Billy Sheehan deed Steve in 1985 auditie voor de band van David Lee Roth. Van de ene op de andere dag werd Vai bekend bij het grote publiek. Samen met onder anderen Billy Sheehan zette hij vele virtuoze muziekstukken neer. In hetzelfde jaar speelde hij ook een kleine rol als gitarist van de duivel in de film Crossroads met als tegenspeler Ralph Macchio.
In 1989 besloot Vai om verder te gaan met zijn solocarrière. Een jaar later kwam zijn meest succesvolle album uit, Passion and Warfare. Veel lof en respect vielen hem ten deel, en zijn naam was definitief gevestigd als gitaargrootheid.
Nadat Adrian Vandenberg zich geblesseerd had speelde Vai diens gitaarpartijen in op het album Slip Of The Tongue Van Whitesnake. Vai was ook betrokken in het mixen van het album en deed de tournee ter promotie van het album mee. Na die tournee verliet hij de band.
Er volgden meer soloalbums, en Vai bracht daarnaast als endorser van Ibanez ook een gitaarlijn, de Jem-serie op de markt. Fabrikant Ibanez werkte daarna samen met Vai aan een 7-snarige gitaar (lage b-snaar extra), de Universe-serie, die hij voor het eerst gebruikt op het album Passion and Warfare. Het succes van deze nieuwe gitaar bleef in eerste instantie achter, totdat bands als Korn en Limp Bizkit de 7-snaar gingen gebruiken voor hun ultra-lage ritmes. De gitaar is nu niet meer weg te denken uit de muziek.
1990 was het meest succesvolle jaar voor Steve, hij won op alle gebieden prijzen, oa: beste allround gitarist, beste metal gitarist, beste instrumentale rock gitarist, best instrumentale rock album (Passion and Warfare) en best instrumentaal rock nummer.
Dat Steve Vai en zijn band live bij het publiek een gevoelige snaar weten te raken, bewijst hij met zijn optreden op het Arrow Rock Festival2007 in Biddinghuizen.
Simple Minds is een Schotsenew wave popgroep die in de jaren 80 van de 20e eeuw haar hoogtijdagen vierde. De band heeft vooral bekendheid vergaard door de wereldwijde nummer-1 hit Don't You (Forget About Me).
Profiel
De groep Simple Minds is opgericht in 1977 door Charlie Burchill, Jim Kerr, Brian McGee en Tony Donald. Hun eerste singles werden geen succes, en de groep werd gedwongen om meer op te schuiven in de richting van commerciële popmuziek.
Inmiddels versterkt met Mel Gaynor als drummer brengt de groep begin van de jaren 80 enkele, makkelijk in het gehoor liggende albums uit. Deze albums leverden de groep een paar kleine hitjes op, waarvan Promised you a miracle ook in Nederland een hit werd. Hun grote doorbraak kwam met het nummer Don't you (Forget about me) uit 1985. Met dit nummer scoorde de groep een nummer-1-hit in veel landen, waaronder Nederland. Dit nummer werd geschreven als soundtrack voor de film The Breakfast Club. Het nummer werd ook een nummer-1-hit in de Verenigde Staten, tot op heden de enige grote hit die de band daar had. Andere top-10-hits uit die tijd zijn Alive and Kicking, Sanctify Yourself en All The Things She Said. In 1988 organiseerde de band samen met Jerry Dammers van The Specials het Nelson Mandela 70th Birthday Tribute Concert in het LondenseWembley Stadion. Voor deze gelegenheid werd het nummer Mandela Day uitgebracht dat eveneens een hit werd. Eind jaren 80 scoorde de groep een tweede nummer-1-hit in Nederland met het nummer Belfast Child.
Na de jaren 80 werd het rustiger rond Simple Minds. Dat kwam onder meer doordat toetsenist Michael MacNeil de band had verlaten. De band scoorde nog hits met Let there be love (1991, Real Life) en She's a river (1995, Good News From The Next World). Nadat Virgin het vertrouwen in Simple Minds had opgezegd, bracht de band in 1998 het album Neapolis uit, waarbij werd getracht terug te gaan naar de roots, zoals men die op New Gold Dream had kunnen horen.
Nieuwe bezetting
In 2002 keerde de band in een andere formatie terug met het verrassend fris klinkende album Cry. In het voorjaar van 2005 werkte Simple Minds in de Wisseloord Studio's aan een opvolger van dit album. De cd Black & White 050505 verscheen op 12 september. 'Home' was de eerste single. In september 2005 was Simple Minds voor een promotie-optreden in Paradiso te Amsterdam. In 2006 tourde Simple Minds door Europa en werden ook Australië en Nieuw-Zeeland aangedaan.
Op 25 mei 2009 zal de opvolger van Black & White 050505 uitkomen, het 15e studioalbum genaamd Grafitti Soul. Tevens zal er een deluxe editie uitkomen. Met dit nieuwe album zal ook een nieuwe tour komen. Het eerste nummer dat uitgebracht wordt, zal Rockets gaan heten. In duitsland is echter gekozen (onder lichte druk van de platenmaatschappij aldaar) om "stars will lead the way" als 1e single te gebruiken.
De naam Lasgo is afgeleid van de Schotse stad Glasgow. De originele bezetting van Lasgo bestond uit producers Peter Luts, Dave McCullen en zangeres Evi Goffin. Toen in mei 2008 bekend werd gemaakt dat Evi Goffin en Dave McCullen gingen stoppen met Lasgo, ging Peter Luts in het programma Let's go Lasgo op zoek naar een nieuwe frontzangeres voor de groep. Jelle Van Dael kwam als winnares uit de bus.
Lasgo scoorde in 2001 een grote hit met de eerste single Something. Dit werd meteen een hit en behaalde hoge posities in de hitlijsten. Something was zelfs een van de meest gedraaide nummers van 2001 in de VS. De volgende single was Alone. Alone deed het beter in België dan in Nederland, daar kwam het niet verder dan een nummer 1 positie in de tipparade. Het eerste album Some Things werd uitgebracht in 2002 tegelijkertijd met hun derde, en laatste, single van dat album, Pray. Er gingen geruchten dat Blue of I Wonder de derde single zou worden, maar er werd toch gekozen voor Pray.
Far away
Eind 2004 kwam Lasgo terug met een vernieuwende sound en nieuwe single, Surrender. Deze single was een redelijke hit in een aantal landen maar behaalde de tipparade niet in Nederland. Het tweede album kreeg de naam Far away. De tweede single All Night Long had veel meer succes in Nederland, het behaalde nummer 13, en is tot op de dag van vandaag de tweede best verkochte single van Lasgo in Nederland. Het bleef wel maar een beperkt aantal weken in de top 40. De derde single werd Who's That Girl omdat toenmalige zangeres Evi met zwangerschaps verlof was en Who's That Girl mannelijke vocalen bevat. Dit nummer had weinig succes, desalniettemin wist het nog een klein hitje te worden in Duitsland en België. Het wist in Nederland niet de tipparade te behalen. Lying was de vierde single van het album Far Away. Voor de Amerikaanse markt kwam ook nog de single Hold me now uit.
Smile
In september 2008 kwam de single Out Of My Mind uit. Het was de eerste single met zangeres Jelle Van Dael. Het nummer haalde een 7e plek in de Ultratop 50. In maart 2009 volgde de tweede single Gone. Het nummer haalde een 5e plaats in de Ultratop 50. Beide nummers deden het ook goed in Nederland. In augustus 2009 kwam de de derde single Lost uit. Het nummer kwam uit het niets meteen op de 4e plek binnen in de Ultratop 50. Het nummer is ook in Nederland uitgebracht. Begin september 2009 komt het album Smile uit. In november 2009 kwam de vierde single Over You uit.
Queen is een Engelserockgroep. Queen is opgericht in 1970 in Londen door gitarist Brian May, zanger Freddie Mercury en drummer Roger Taylor, aangevuld met bassist John Deacon in 1971. Met tientallen hits in de jaren 70, 80, 90 en 00, is Queen een van de succesvolste popgroepen in de geschiedenis.
De band staat bekend om de muzikale veelzijdigheid, de gelaagde arrangementen en harmonieën en de krachtige live-optredens. Het optreden tijdens Live Aid in 1985 werd 20 jaar later verkozen tot het beste live optreden aller tijden.
Queen's grote doorbraak begon in 1974 met het nummer Killer Queen en het album A Night At The Opera een jaar later. Queen heeft in totaal vijftien studio-albums, zeven live-albums, twee EPs, tien dvds, meerdere verzamelalbums en tientallen singles uitgebracht. Daarnaast hebben alle bandleden solo-projecten ondernomen. Naar schatting heeft de band wereldwijd meer dan 300 miljoen albums verkocht, waardoor ze bij de meest succesvolle bands ter wereld behoort.
Na Mercury's overlijden in 1991 heeft Deacon zich, op een enkel optreden na, teruggetrokken uit het publieke leven. May en Taylor bleven wel samen werken, en doen dit sinds 2005 met Paul Rodgers onder de naam Queen + Paul Rodgers.
Bezetting
Van februari 1971, vlak na de oprichting van de band, tot november 1991, het overlijden van zanger Mercury, is de bezetting van de band altijd hetzelfde geweest:
Alle vier de leden hebben nummer één hits op hun naam en de meeste albums bevatten nummers van alle leden. Hoewel Mercury veel nummers heeft geschreven, is hij zeker niet de dominantste schrijver. Ze beschouwden elkaar als gelijkwaardigen bij het schrijven. Zo is bijvoorbeeld John Deacon, het 'stille' bandlid, de auteur van Another One Bites the Dust, commercieel gezien de grootste hit van de band. In de latere jaren werkten meerdere leden vaak gezamenlijk aan een nummer. Daarom besloten ze om vanaf het album The Miracle als schrijver Queen te noteren in plaats van een bepaald bandlid.
Geschiedenis
De jaren 60
In 1968 besloten Brian May en Tim Staffell, beiden student op het Imperial College in Londen, een groep te vormen. Brian hing een advertentie op het collegeprikbord voor een type "Ginger Baker/Mitch Mitchell"-drummer. Een tandheelkundig student, Roger Taylor genaamd, deed auditie en kreeg de plaats achter de drums. Ze noemden de groep Smile. In 1969 tekenden ze een contract bij platenmaatschappij Mercury Records. Hier deden ze hun eerste ervaring op in een opnamestudio (Trident Studios). Tim Staffell was student aan het Ealing College of Art waar ook Farrokh Bulsara zijn studie volgde. Tim en Farrokh waren bevriend met elkaar. Tim introduceerde Farrokh bij de band, waarop Farrokh al snel een fan van de band werd.
De jaren 70
In 1970 besloot Smile er de brui aan te geven want er scheen niets te gebeuren voor de band. Tim vertrok en sloot zich aan bij een band Humpy Bong genaamd. Farrokh Bulsara vertrok bij zijn band Wreckage en sloot zich aan bij Brian en Roger en het begin was daar. Via audities werd ene Mike Grose de eerste basgitarist van Queen die een maand bleef. Farrokh Bulsara veranderde zijn naam in Freddie Mercury en stelde voor de naam van de band te veranderen in Queen, mede omdat dit mooi paste bij de nummers White Queen en The March of the Black Queen waar May resp. Mercury mee bezig waren. John Deacon werd gevraagd om auditie te doen als bassist na vier tijdelijke bassisten. In februari 1971 kwam Deacon als vierde bandlid bij Queen en in deze bezetting bleef Queen bestaan tot aan de dood van Mercury in 1991. De band repeteerde onvermoeibaar en had verschillende kleine optredens in Imperial College, waar ze repeteerden voor goede vrienden.
Toen werd Queen aangeboden om een nieuwe opnamestudio te testen, genaamd De Lane Lea. Hiervoor in ruil mocht de band gratis demotapes maken. Ze hadden een opname-, uitgave- en managerscontract getekend in 1972 bij Trident en gedurende dat jaar kregen ze 60 pond per week betaald. Queen kreeg de zogenaamde down time van Trident Studios, waar ze begonnen te werken aan hun eerste album.
In 1973 werd door Trident en EMI een opnamecontract getekend voor Queen en in juli van dat jaar werd het eerste album "Queen" uitgebracht. De band kreeg een aanbod om in het voorprogramma van Mott The Hoople te spelen. Dat begon in november 1973 en veel mensen zeiden dat Queen tijdens die toer meer was dan alleen maar een supporting act.
De doorbraak naar het grote publiek voor Queen werd het nummer Killer Queen, dat in 1974 werd uitgebracht als eerste single van het album Sheer Heart Attack. Het bereikte de 3de plaats in de Nederlandse Top 40. Eerder had de band al een bescheiden hit gescoord met Seven Seas of Rhye. De grootste hit voor Queen was het nummer Bohemian Rhapsody, getrokken van het album A Night At The Opera dat voor het eerst werd uitgebracht in 1975. Het nummer werd gepromoot met een van de eerste videoclips, omdat Queen de uitnodiging van het Britse muziekprogramma Top of the Pops niet kon aanvaarden in verband met een tournee. Vóórdat Queen deze clip opnam was het fenomeen 'promotiefilmpje' al wel bekend, maar deze waren nog nooit zodanig als statement op zich gecreëerd. Sindsdien wordt nagenoeg elke single uitgebracht met een bijbehorende videoclip. Bohemian Rhapsody staat al jaren nagenoeg onafgebroken bovenaan de prominente 'aller tijden lijsten' in Nederland en België, zoals die van Radio 2 en Radio Donna. Ook is de single in 1999 uitgeroepen tot single van het millennium.
Tijdens de jaren 70 hanteerde Queen een strikte geen-synthesizer-regel, zoals ook duidelijk wordt uit de opmerking No Synthesizers were used on this Album op de hoes van hun vroege lp's. Het eerste album waar wel een synthesizer op werd gebruikt was The Game.
Veel teksten die Queen in de jaren 70 op muziek zet, bevatten verwijzingen naar geloof, religie en moraal en de afwijzing dan wel ontkenning hiervan. Onder meer op het album "A Night At The Opera" zijn hier voorbeelden van te vinden, waaronder de reeds genoemde Bohemian Rhapsody en het nummer The Prophet's Song.
De jaren 80
In 1980 werd de band gevraagd de filmmuziek te schrijven voor de film Flash Gordon. Dit resulteerde in het album Flash Gordon. De film was niet erg succesvol, maar de titelsong werd wel een hit die de 18de plaats in de Nederlandse Top 40 haalde.
Ze verloren veel fans met het album Hot Space, dat meer funk en dancemuziek bevatte dan glam of hardrock van de eerdere albums. Niettemin werd het lied Under Pressure, dat samen met David Bowie werd geschreven, een grote hit waaronder een nummer 1 hit in Engeland en Nederland. Ook verscheen in 1981 het eerste Greatest Hits album. Dit album werd in 2007 uitgeroepen tot best verkochte album in Engeland. Queen tourde veel en was een van de eerste bands die in een stadion optraden, zoals in het LondonseWembley Stadium.
In 1984 werd het album The Works uitgebracht. Dit album bracht Queen weer in de schijnwerpers. Het succesvolle Radio Ga Ga haalde de nummer 1-positie in de hitlijsten. De opvolgende nummer één-hitsingle I Want To Break Free werd vergezeld van een bijzonder opvallende videoclip, waarin alle bandleden als vrouw verkleed te zien zijn. De clip was een parodie op de in Engeland bekende soapserieCoronation Street, maar Amerika zag de grap er niet van in en de band scoorde hierna geen grote hits meer. Het werd Queen's 6de en laatste nummer 1 hit in Nederland. Daarna werkten Roger, Brian en Freddie aan soloprojecten maar geen daarvan waren zo succesvol als wat ze met Queen uitbrachten.
Na geruchten dat de band uit elkaar zou gaan kregen de vier heren nieuwe energie nadat zij de show stalen op het Live Aid-concert in 1985, wat later als het beste live-optreden ooit werd bestempeld. Na dit grote evenement begon het werk weer met een nieuw album (A kind of magic) en weer een Europese tournee (The Magic Tour). Het album A Kind Of Magic kreeg veel aandacht doordat het oorspronkelijk geschreven was voor de film "Highlander" met Christopher Lambert en Sean Connery. Tijdens de Magic-tour trad Queen als eerste westerse groep op in een stadion in het Oostblok, in Boedapest. De tour begon in Stockholm en eindigde in het Knebworth-park in augustus 1986. Queen zou eigenlijk nog één extra concert geven in Wembley Stadium, maar dit was helaas niet mogelijk, daardoor werd er dus uitgeweken naar Knebworth-park. Het zou Queen's laatste concert met Freddie zijn. Van de Magic Tour zijn twee live-albums, Live Magic en Live at Wembley '86, alsmede een live-dvd (Queen Live At Wembley Stadium) uitgebracht.
In 1987 ging de band het wat rustiger aan doen en er gingen veel geruchten rond over de gezondheid van zanger Mercury. De heren gingen ieder hun eigen weg gedurende de jaren 1987 en 1988. Mercury scoorde een hit in 1987 met The Great Pretender. Daarna werkte hij in 1988 met de Spaanse operazangeres Montserrat Caballé aan zijn laatste solo-album Barcelona. Roger Taylor richtte een nieuwe band, The Cross, op. In 1989 dook Queen de studio in om te werken aan hun volgende album (The Miracle). De clips "I Want It All" en "Scandal" waren ook een van de weinige clips die een live-achtig optreden gaven. Daarna werden er meer rustige clips gemaakt. Vanaf dit album heeft Queen niet meer live opgetreden met Freddie Mercury.
De jaren 90
In 1991 werd Innuendo gelanceerd, het laatste album dat werd uitgebracht toen Mercury nog leefde. Dit album verkocht beter dan de voorgangers. Toen er videoclips verschenen van dit album, werden de geruchten over zijn gezondheid steeds heviger. In veel videoclips werd namelijk geen nieuw videomateriaal van de band gebruikt, maar animaties ("Innuendo") of oud materiaal ("The show must go on" en "Headlong"). In de videoclips van het album waarin Mercury werkelijk verscheen ("These are the days of our lives" en "I'm going slightly mad"), zag hij er zeer vermagerd en ziek uit.
In een officieel persbericht dat op 23 november van dat jaar werd uitgebracht, verklaarde de zanger dat hij leed aan aids. Nog geen 24 uur later, op 24 november1991 rond 19.00 uur, overleed Mercury aan een longontsteking ten gevolge van aids.
Op de crematie speelde Brian May nog het door hem geschreven nummer "Dear Friends", dat op het album Sheer Heart Attack staat.
Na het concert werd er gewerkt aan hun allerlaatste album, dat tijdens de laatste levensmaanden van Mercury nog werd opgenomen en voltooid. Het werd in 1995 uitgebracht. Made in Heaven was een ode aan Mercury en bevat "A Winter's Tale" (het laatste lied dat Mercury nog heeft geschreven), Mother Love (het laatste wat Mercury nog ingezongen heeft vlak voor zijn dood) en vele andere hits.
John Deacon, de bassist, heeft zich na het optreden van Queen en Elton John bij de première van een balletvoorstelling in 1997 uit het openbare leven teruggetrokken en heeft sindsdien nog maar sporadisch contact met Brian May, Roger Taylor en manager Jim Beach.
2000 en verder
Brian May en Roger Taylor gaven sinds het begin van het nieuwe millennium steeds vaker acte de présence als Queen op verschillende festiviteiten. Zo gaven ze op Koninginnedag (Queensday) in 2002 in Amsterdam een 45 minuten durend concert met Patti Russo (van Meat Loaf) als gastzangeres en tevens Trijntje Oosterhuis die twee nummers zong. Eric Singer (drummer van KISS) was gastdrummer en er was ook een extra gitarist aanwezig. Er gingen toen vele geruchten over een reünie die onder andere nieuwe nummers en een nieuwe tour zouden betekenen. George Michael en Robbie Williams zijn hierbij genoemd als nieuwe zangers. De leden van Queen voelden echter niet veel voor een nieuwe tour, omdat een nieuwe zanger toch altijd een minder goede imitatie van Freddie Mercury zou zijn. Wel gingen de heren weer steeds meer de publiciteit opzoeken met re-recordings van oude hits zoals met Five met "We Will Rock You" in 2000 en met Robbie Williams met "We Are The Champions" in 2001.
Brian May en Roger Taylor hebben samen met Robert de Niro een musical geproduceerd, We will rock you, die in het Dominion Theatre in Londen in première ging en die nu ook in Australië, Spanje, Rusland, Duitsland en de Verenigde Staten wordt opgevoerd. Deze succesvolle musical brak op 17 augustus 2005 zelfs het record van langstlopende musical in het Dominion Theatre, wat voorheen op naam stond van Grease. De musical werd geschreven door de Britse komiek/schrijver Ben Elton en draait om het behoud van de muziek. Er werken een 50-tal acteurs en een grote band aan mee.
Ter gelegenheid van het in 2003 gehouden 46664 Concert, mede georganiseerd door Nelson Mandela, schreven Brian May en Roger Taylor nieuwe Queen-nummers: The Call, Invincible Hope, Say It's Not True en Amandla (met David A. Stewart en Anastacia).
Queen + Paul Rodgers
In september 2004 trad Brian May op in Wembley op het Stratpack-concert, een concert om de 50ste verjaardag van de Fender Stratocaster-gitaar te vieren. Een van de hoogtepunten van dit concert was het nummer All Right Now waar Brian Free- en Bad Company-zanger Paul Rodgers bijstond op zijn eigen Red Special. May stuurde een opname van het optreden naar z'n vriend Roger Taylor die ook zeer onder de indruk was van de chemie tussen May en Rodgers. In november was er de Music Hall of Fame, waarbij Queen tot beste band uit de zeventiger jaren was verkozen. Het toeval wilde dat zowel Queen als Rodgers daar die avond een optreden zou gaan verzorgen. Vlak ervoor had May Rodgers aan de lijn en vroeg hem of hij wilde zingen bij het optreden van Queen. Rodgers was enthousiast en wilde het doen op voorwaarde dat zij hem zouden ondersteunen bij zijn optreden. Na We Will Rock You, We Are The Champions en All Right Now werden al bijna direct de eerste plannen besproken voor een eenmalig concert.
In december 2004 maakt Roger Taylor bekend dat er in het voorjaar van 2005 een "Queen + Paul Rodgers" tournee door Europa zou komen, onder de naam Return of the Champions. De tournee begon als finale-act op het tweede 46664 Concert. Deze keer dus met Paul Rodgers als de nieuwe frontman. De tour deed ook Nederland en België aan; er werd opgetreden in het Rotterdamse Ahoy, het Gelredome en het Sportpaleis in Antwerpen. Van de Europese tournee verscheen op 12 september een live-cd van het op 9 mei in Sheffield gegeven concert. Op 30 oktober werd hier tevens een dvd van uitgebracht. Zowel de cd als de dvd dragen de titel Return of the Champions.
Na de Europese tournee werd de rest van de wereld aangedaan. Voor het eerst in 20 jaar gaf Queen weer concerten in Japan en voor het eerst sinds 1982 stond de band met ruim 20 concerten weer in de Verenigde Staten op het podium.
Na een jaar van geruchten werd tegen het einde van 2007 duidelijk dat May, Taylor en Rodgers werken aan het eerste nieuwe Queen-album in 12 jaar. Het album staat gepland voor september 2008 met een aansluitende Europese tour in de herfst van datzelfde jaar, met een concert in Ahoy Rotterdam op 7 oktober en in het Sportpaleis in Antwerpen op 23 september. Geruchten gaan dat het album The Cosmos Rocks gaat heten. Op 30 november 2007 bracht de band het een aantal jaren eerder door Roger Taylor geschreven Say It's Not True als single uit ter gelegenheid van de Wereld Aidsdag, op 1 december als (gratis) download en op 31 december als CD-single. Het nummer is de eerste nieuwe studiotrack die als single werd uitgebracht sinds No-One But You (Only The Good Die Young) en staat tevens op het nieuwe Queen+Paul Rodgers-album.
In september 2008 verscheen Queens eerste studioplaat in 13 jaar "The Cosmos Rocks". Ook ging de band weer op tournee en wederom werd Nederland aangedaan. De tour eindigde op 29 november. Ook verscheen er een Singles boxset met alle singles uit de periode 1973-1978.
In mei 2009 werd bekend dat er een einde kwam aan de samenwerking tussen Queen en Paul Rodgers.
Behalve optreden en produceren, houden Brian May en Roger Taylor zich met nog meer bezig. Zo wordt er onder hun supervisie veel beeld- en geluidsmateriaal uit de Queen-collectie gerestaureerd. Bij deze restauraties wordt, indien mogelijk, teruggegrepen naar de originele ongemonteerde opnames. Deze worden opnieuw gemonteerd en als resultaat komt er dan een nieuwe DTS 5.1-surroundmix. Het resultaat van dit restauratiewerk is al te horen op de dvd-uitgaves van het bekende Wembleyconcert (1986), het Milton Keynesconcert (1982, getiteld Queen on fire - Live at the Bowl) en Greatest Video Hits 1 en 2. Verder zijn de albums "A Night At The Opera" en "The Game" ook al in een 5.1-mix op dvd-audio uitgegeven. Brian May heeft aangegeven dat het de bedoeling is om uiteindelijk al het Queen-werk op deze manier te restaureren. In oktober 2007 is de dvd We Will Rock You heruitgebracht onder de titel Queen Rock Montreal & Live Aid. Ook zijn er plannen om in 2009 enkele boxsets uit te geven met demo's, alternatieve versies en meer materiaal uit de Queen-archieven.
Ik ben Rudy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Rud.
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/07/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Humor en mooie meiden..... .