Doorbraak in het onderzoek naar Johann Adam Zenner
Tekst reproduceerbaar mits bronvermelding
Dank zij het verdienstelijke werk van een groep vrijwilligers bij het Rijksarchief te Brugge, kan sinds onlangs on-line op naam worden gezocht in de parochieregisters van een groot aantal parochies gelegen in West-Vlaanderen.
Hiermee kan , bij een doodgelopen onderzoek, de spreekwoordige speld in de hooiberg worden gevonden, die het onderzoek terug kan aanzwengelen.
Een zoekoperatie bij dopen onder de letter Z gaf o.m. de naam Zehner op[1].Dit bleek een voltreffer van formaat te zijn, omdat hierin tal van informatie voorkomt, die ons wellicht , met ietwat geluk, niet alleen zal toelaten de voorouders van Johann Adam Zehner (alias Zenner, Senner , Seiner) op te sporen in de parochieregisters van de Lutherse kerk te Winnweiler (D) maar ons ook de mogelijkheid zal bieden om alle documenten op te sporen in het Kriegsarchiv te Wenen met betrekking tot zijn militaire loopbaan en misschien ook wel zijn doop- en huwelijksinschrijving bij een garnizoenskerk[2]
Die vigesima prima natus et baptisatus est joannes Carolus filius
adami Zehner nati in Winwieder falckensthenia et baptisati ostenda
in conventu fratrum Capucinorum (: abjurata heresi Lutherana ) die
27 maii 1757 tum temporis militis cohortis Di Bethune
et domitilla Engle etatis vigenti unius annorum nata in
parochia de dadyzeele nomina hoc parentum sponte ab obstetrice
fuerunt declarata susceperunt Carolus behaegel et maria
behaegel.
Vertaling:
Oktober 1760
Op de eenentwintigste is geboren en werd gedoopt Joannes Carolus, zoon
van Adam Zehner, geboren in Winwieder, Falkenstein, en gedoopt te Oostende
in het klooster van de broeders Kapucijnen (nadat de Lutherse ketterij werd afgezworen) op
27 mei 1757, toen tijdelijk militair bij het regiment van de Heer Bethune
en van Domitilla Engle , 21 jaar , geboren on
de parochie Dadizele. De namen van deze ouders werden door de vroedvrouw spontaan
meegdeeld.
Peter en meter waren Carolus Behaegel en Maria
Behaegel
Toelichting:
nati in Winwieder falckenstenhia
Met Winwieder wordt hoogstwaarschijnlijk Winnweiler (Kreiss Donnersberg, RheinlandPfalz, Duitsland) bedoeld.
Winnweiler was de administratieve hoofdplaats van het graafschap Falkenstein. Door haar huwelijk met Frans-Stefaan van Lotharingen in 1736 werd het graafschap Falkenstein gevoegd tot de erflanden van keizerin Maria-Theresia.
In de begraafaantekening van Johan Adam Zenner in het parochieregister van Ertvelde, luidde de herkomst: ex Winderds in comitatu de Falkenstein. (zie infra, afbeelding 2). Een oude benaming van Winnweiler is Windertsweiler.
in conventu fratrum Capucinorum
De Kapucijnen von Oostende waren inderdaad belast met de zielenzorg over de militairen van het garnizoen[1]
abjurata heresi Lutherana
Een onderzoek naar de doopinschrijving van A. Zehner in de Roomskatholieke parochieregisters van Winnweiler werd door mij uitgevoerd in 2005 en bleek negatief.
Op dat ogenblik vertrok ik immers van de veronderstelling dat hij katholiek was, gezien zijn huwelijk met een meisje uit Dadizele en gezien de door mij gekende kinderen allen katholiek werden gedoopt. Aan een bekering heb ik toen niet gedacht.
Een onderzoek van de parochieregisters van de Protestantse kerk te Winnweiler wordt gepland.
Een onderzoek van de parochieregisters te Dadizele, Menen en Oostende naar het huwelijk van A. Zehner met Domitilla Engle bleek eveneens negatief.
Normaal volgt bij bekering het huwelijk onmiddellijk op de doop (meestal dezelfde dag nog). Het valt te verwachten dat zowel de doopinschrijving als de huwelijksinschrijving van A. Zehner berusten in de parochieregisters van een Oostenrijkse garnizoenskerk.
Doop en huwelijk hoop ik te kunnen vinden te Wenen, waar de registers van sommige garnizoenskerken worden bewaard in het Oostenrijkse Ministerie van Binnenlandse Zaken maar onder het beheer van het Kriegsarchiv (onder Referat B).
die 27 maii 1757 tum temporis militis cohortis Di Bethune
Mijn interpretatie is dat hij op die datum als militair tijdelijk gedetacheerd was bij een legeronderdeel dat onder het bevel stond van de Heer (de) Béthune.
Een Oostenrijkse bevelhebber de Béthune is mij niet bekend.
Daarentegen was er bij het Franse leger wel een cavalerie-regiment, waarvan Armand Joseph de Béthune, Markies van Charost, bevelhebber was (mestre de camp). Dit regiment droeg eveneens zijn naam.[2].
In 1757 is le Renversement des Alliances echter reeds van kracht.
Bij Jacobus Bouwens[3] lees ik over de gebeurtenissen te Oostende in die periode:
De Keyzerinne Maria Theresia ten dien Jaere in Oorlog gekomen zynde met Frederik den II., Koning van Pruyssen, vertrokken alle de Troepen, die in de Nederlanden waeren, nae het Leger op den Rhyn.
Het Land hier door van Krygs-volk ontbloot zynde, wierd Oostende en Nieuwport aan de fransche geallieerde Troepen in bewaering gegeven, waer van vyf Bataillons op den 19 en 20 July 1757 aenkwamen. Den Generael Piza vertrok met d'oostenryksche Troepen uyt de Stad, het Gouvernement de zaelve overgevende aen den Lieutenant-generael Hugo de la Motte[4].
Het onverwagt aenkomen van deze fransche Troepen, waer van'er maer zeer weynig hadden verwittigd geweest, veroorzaekte binnen de Stad zekere verbaestheyd.
Indien Adam Zehner reeds eind mei tijdelijk gedetacheerd werd bij het cavalerieregiment de Béthune, betekent dit dat hij betrokken werd bij de voorbereiding van de machtsoverdracht te Oostende in juli 1757. Hij zou dus toen een rol van verbindingsofficier autgeoefend hebben.
Het lijkt mij aannemelijk dat A. Zehner dan ook na de machtsoverdracht te Oostende en Nieuwpoort samen met den generael Piza is vertrokken.
Met den generael Piza, wordt ongetwijfeld Peter Franz Freiherr von Piza (° Antwerpen, 13.02.1727) bedoeld.
Deze was op die datum geen generaal maar Hauptmann,dus kapitein, in een Grenadierscompagnie van het regiment van von Wied-Runkel (het latere k.k. 28ste Infanterie-regiment)[5]. Hij werd er Hauptmann benoemd in 1754[6].
Na de Slag bij Praag op 6 mei 1757 werd hij voor korte tijd aangesteld als Hauptmann in het 14de Infanterie-Regiment (Salm-Salm) maar keerde kort daarna terug naar het Regiment Wied, waarvan hij het bevel over de 1ste Compagnie Grenadiers waarnam.[7]
In 1758[8] promoveerde Piza tot majoor en kreeg er het bevel over het 3de Batallion van het regiment Wied dat in dit jaar met 791 man te Brugge lag[9].
Joannes Zehner werd geboren te Brugge op 21 oktober 1760 en volgens het regimentsboek van het k.k. 28 ste Infanterieregiment, had het 3de Bataillon onder het bevel van Piza geen deel aan de operaties in 1759 langs de Oder en in Bohemen.
Ik neem derhalve aan dat Piza in 1759 het kwartier te Brugge niet heeft verlaten en er wellicht is gebleven tot de winter 1759-1760 voorbij was).
Het is mij niet bekend of dit 3de Bataillon van de Piza voorzien was van een compagnie ruiterij.
Het 14° Dragoner Regiment was van 1749 tot 1762 in Gent gekazerneerd, van 1763 tot 1765 te Brussel en van 1791 tot 1798 te Doornik. In 1757 was Graf Daun de Inhaber (eigenaar), het jaar daarop was het Philipp Fürst Löwenstein-Wertheim en in 1759 , Graf Saint-Ignon. Dit regiment werd verschillende malen geherstructureerd. Vermeldensswaardig is dat Löwenstein het Regiment aanvulde met een Chevaux-léger-regiment van 12 Compagnies ( Jung Löwenstein). Het jaar daarop werd dit Chevaux-légers er terug van afgesplitst.
Het is dus mogelijk dat Zehner deel uitmaakte van een compagnie Chevaux-légers, die gedetacheerd was bij het 3de Bataillon van het regiment Wied.
Vermeldenswaardig is dat het regimentsboek van het k.k. 28ste Infanterieregiment gewag maakt van een von Zehnter , Oberstleutnant benoemd in 1758 en Hauptmann in 1759. Deze von Zehnter transfereerde uit het regiment Wied in 1756[10]
Begraafinschrijving van Joannes Adam Zenner
Filmrol nr. 290018 , Ertvelde, begraven 1633-1803:
Transcriptie
Anno millesimo septingentesimo octogesimo
die vigesima prima mensis januarii hora
vesperi octava obiit Joannes Adam Zenner
ex Winderds in comitatu de falkenstein
maritus domitilla heinglé etatis 52 annorum
sepultus officio semido garde sua Majtis
-J:B: De Smet pastor in Ertvelde
Vertaling:
In het jaar duizend zevenhonderd tachtig
op eenentwintig januari om
acht uur s avonds overleed in de leeftijd van 52 jaar
Joannes Adam Zenner
afkomstig uit Winderds in het Graafschap Falkenstein
echtgenoot van Domitilla Heinglé,
begraven met middagdienst.
Hij was Garde van Hare Majesteit.
J.-B. De Smet, pastoorten Ertvelde.
Mij is niet duidelijk of de betiteling garde suae Majestatis steeds duidt op een bereden graad in het leger.
Dirk Steen
20 september 2010
[1] De geschiedenis van de kapucijnen en de kapucijnenkerk te Oostende, De Groeve A. , De Plate nr. 16 (1987), p. 169-230
[2] Dictionnaire Géographique, historique et politique des Gaule et de la France, lAbbé Expilly, Avignon 1763, p. 624: Armand-Joseph de Bethune, aujourdhui Duc de Charrost, Mestre-de-Camp dun Régiment de Cavalerie de son nom depuis 1757; Gazette van Gendt , N° 17, 28.2.1760, p. 3 : Armand-Joseph de Bethune, Hertog van Charost, Veld-Meester over een Regiment Cavalerie van zynen Naem, isde 19 deze in den Houwelyken Staet getreden
[3] Mondelynge Beschryvinge der oudeen beroemde zee-stad Oostende, gelegen in Oostenrycks Vlaanderen., 1792 , Jacobus Bouwens, p. 131
[4] Een luitenant-generaal met de naamde la Motte werd niet gevonden in Le Dictionnaire Généalogique, Héraldique, Historique et Chronologique, Paris, Duchesne, 1761. Wel was Henri Charles de la Motte vanaf 8 december 1755 kolonel bij een bataillon van le Corps Royal de lArtillerie et du GénieDit Bataillon stond onder zijn bevel van 1755tot begin 1759 (p. 635 en p. 720 van le Dictionnaire). Gedurende die periode droeg het zijn naam.
In januari1759 veranderde de naam in Bataillon dInvillers, genoemd naar de nieuwe bevelhebber.
Metlieutenant General Hugo de la Motte kan dus niet Colonel Henri Charles de la Motte zijn bedoeld omdat die zes dagen later in Hastembeck slag leverde. Wellicht betreft het een legeronderdeel die onder lleiding stond van een telg van het adellijk geslacht de la Motte-Ango , wat bij Jacobus Bouwens werd verbasterd tot Hogo de la Motte.
[5] Geschichte des k.k. 28. Infanterie-Regiments, F.Z.M. Ludwig Ritter von Benedek, Verlag des Regimentes, Wien, 1878,p.291
[2]De parochieregisters van de garnisoenskerken worden bewaard onder het beheer van het Kriegsarchiv in het Referat B bij het archief van het Oostenrijkse Ministerie van Binnenlandse Zaken. (Zie Vlaamse Stam, 1985, p. 411)
Hier zijn mijn twee stammenreeksen naar Karel de Grote.
Wellicht zijn er nog wel andere. Eens je in de grote adelhuizen verzeild geraakt bent ben je vlug via het ene adellijke geslacht verwant met het andere. Het feodale systeem werkte trouwens onderlinge verwantschap in de hand.
Niet iedereen is van adelijken bloede. Als je tot het plebs ofte het gemene volk behoort, zoals uw zeer nederige dienaar, dan moet je ergens aansluiting trachten te vinden met een adellijk geslacht via een bastaardlijn.
Dit is dus bij deze twee reeksen het geval: de eerste reeks sluit aan bij hertog Jan I van Brabant, via zijn relatie met Janneken Pijlijzer.
De tweede reeks sluit aan bij zoon , hertog Jan II van Brabant, via diens relatie met Elsbena van Wijfflit.
De delen van deze stammenreeksen die verschillend zijn van elkaar heb ik in het rood gekleurd.
Dank zij deze wetenschap kan ik mij niet alleen beroepen op een rechtstreekse afstamming van Karel de Grote, maar ook van tal van andere historische figuren van formaat , zoals Willem de Veroveraar, keizer Frederiek Barbarossa , graaf Dirk van de Elzas, koning Fulco V van Jeruzalem en Maria Erotica.
Wat de historische verdienste van laatstgenoemde Byzantijnse prinses wel mag zijn, kan ik alleen maar vermoeden. Als u er meer over weet, geef mij dan een seintje.
Charles I de Francie Louis I d'Aquitaine Lothar I Irmingard Carolingien Reginar I von Darnau Symphoronia du Hainaut Robert I de Namur Albert I de Namur Hadwide de Namur Thierry I (II) de la Haute-Lorraine Thierry d'Alsace Mathieu d'Alsace Mathilde de Boulogne Hendrik II van Brabant Hendrik III van Brabant Jan I Van Brabant Jan Pijlijser Jan Pijlijser Jan van Valckenvoirdt Pijlijser Willem Jan Pijlijser Barbara Willem Pijlijser Jenneken Peter Niclaes Spapen Barbara Jan Goossen Wouters Catharina Michiel Dielis Jan sWagemakers Barbara Wouter Denijs Colen Michiel Adriaen van Iersel Theodorus Michiel van IerselAdriana Barbara van Iersel Johanna Catharina Wollaerts Jan Adriaan Weterings Joannes Weterings Lambertus Weterings Eduardus Joannes Weterings Adriana Celina Alphonsina Weterings Dirk Oscar Edward Steen
en:
Charles I de Francie Louis I d'Aquitaine Lothar I Irmingard Carolingien Reginar I von Darnau Symphoronia du Hainaut Robert I de Namur Albert I de Namur Hadwide de Namur Thierry I (II) de la Haute-Lorraine Thierry d'Alsace Mathieu d'Alsace Mathilde de Boulogne Hendrik II van Brabant Hendrik III van Brabant Jan I Van Brabant Jan II Van Brabant Jan Van Wijfflit Lijsbeth Van Wijfflit Jan Jan Bac Willem Jan Van Wijfflit Margaretha Willem Van Wijfflit Anna Jan Jan Back Catharina Cornelis Jan Heijmericks Anna Jan Laureijs sGreven Jan Hendricks van Iersel Adriaen Jan Hendricks van Iersel Michiel Adriaen van Iersel Theodorus Michiel van Iersel Adriana Barbara van Iersel Johanna Catharina Wollaerts Jan Adriaan Weterings Joannes Weterings Lambertus Weterings Eduardus Joannes Weterings Adriana Celina Alphonsina Weterings Dirk Oscar Edward Steen
Gezien elke mens ontstaat uit de samensmelting van één eicel met één zaadcel en dat deze cellen afkomstig zijn van respectievelijk één moeder en één vader is de structuur van een kwartierstaat heel eenvoudig. Je begint met de persoon waarvan je de voorouders wilt opsporen (meestal ben jij dat zelf), dat is de proband. Die krijgt het nummer 1. Hij heeft 2 ouders : vader, nr. 2 en moeder, nr. 3. In de daarvoorliggende generatie krijgen de 4 grootouders een doorlopende nummering: grootvader paterneel krijgt het nummer 4 en zijn vrouw nr. 5. Grootvader materneel krijgt nr. 6 en grootmoeder materneel 7 enz. Je merkt dat het aantal kwartieren per generatie steeds verdubbelt. Beginnende met jezelf, de nulde generatie heb je 20 = 1 individu (jezelf natuurlijk). Eén generatie verwijderd (deze van je ouders) 21 =2 (je vader en je moeder) en in de generatie van je grootouders (generatie 2) zijn er dat 4 grootouders : 22 =4 en zo ga je maar verder .
Als we nu zouden aannemen dat er per eeuw 4 generaties zijn, dan kan je heel eenvoudig uitrekenen hoeveel directe voorouders je had in b.v. de tiende generatie voor jou , zowat rond 1858. Je past gewoon de formule 2x toe, waarbij x het aantal generaties is . dit zijn er dus in de tiende generatie 210 = 1024 (een Kbyte!). Nu kan je je wel voorstellen dat dit het uiterste maximum is, want hoe dieper je in het verleden graaft , hoe meer kans je hebt dat sommige kwartieren met elkaar verwant zijn. Zo kunnen per generatie dezelfde voorouders meerdere malen voorkomen. Dit heet dan kwartierverdubbeling.
Daar het aantal voorouders in theorie (hiermùee bedoel ik zonder die kwartierverdubbeling) per generatie steeds mar verdubbelt, is de kans natuurlijk zeer groot dat je aansluiting kan vinden bij historische figuren. Het nec plus ultra is te kunnen afdalen tot bij Karel de Grote. Het probleem is ergens een stammenreeks te vinden , die je kan aanhaken aan een adellijke familie (ten minste als je zelf niet van blauwen bloede bent). Je moet dus een geschikte bastaardlijn kunnen vinden.
Groot was mijn verbazing toen ik van de heer Grim uit Breda een mailtje kreeg met de vraag of het mij zou interesseren mijn bloedverwantschap tot Karel de Grote te kennen. Ik vermoedde onmiddellijk dat dit geen flauwe grap was, gezien ik zelf al verschillende tevergeefse pogingen heb ondernomen om aansluiting te kunnen vinden.
Nu blijkt de heer Grim wel bijzonder goed te zijn gedocumenteerd. Hij is sinds meer dan 30 jaar in de weer met de oudst gekende West-Europese geslachten te inventariseren en de onderlinge verwantschappen ervan uit te rafelen. Zijn gegevensbank beslaat meer dan 120.000 individuen. De samenstelling van deze gegevensbank is dus wel een echt titanenwerk. Gewapend met dit genealogisch arsenaal schuimt hij het net af naar mogelijke "slachtoffers" (zo betitelt hij ze zelf!).
Het zal wel voor elke genealoog een grote voldoening zijn om zijn kwartierstaat te kunnen aanhaken aan de oudste gedocumenteerde adellijke geslachten.
Natuurlijk wordt je belangstelling voor een of andere verre historisch belangrijke voorouder gewekt en wil je er iets meer over weten, dus duik je de bib in en zo blijf je maar bezig .
De stammenreeks die de heer Grim me presenteerde loopt via Hanneke (Marie, Janneke) Pijlijser, die een relatie had met Hertog Jan I van Brabant.
Inmiddels ontdekte ik ,dank zij de website van Mevr Berckhof , nog een tweede die loopt via een relatie van Elsbena Wijfflit met Hertog II van Brabant (wettelijke zoon van Jan I) en wellicht zijn er nog vele andere.
Kijk ook eens naar http://www.kareldegrote.nl . Hier vind je een heleboel interessante info omtrent de in onze contreien bestudeerde geslachtlijnen naar Karel de Grote.
In de linkerkolom kan je mijn gedcom downloaden (is wel ongeveer 3 MB groot). Als je het doet zal je merken dat ik de verste kwartieren nog niet heb ingevoerd. dus het zal nog wel enkele maanden duren vooraleer ik alles heb ingevoerd (nu ja, alles, ik bedoel wat ik nu reeds heb, maar er komt altijd meer en meer bij. Dweilen met de kraan open heet het dan.
Volgens F. De Brabandere in zijn Verklarend Woordenboek van de Familienamen in België(ISBN 90-5066-124-6) luidt het als volgt:
"Watteg(h)em , van : Plaatsnaam, ter Wadding in Voorschooten (ZH) gaat terug tot 9°-11° eeuw. Watdinchem (TW 1032). Maar vermoedelijk gaat het hier om een Plaatsnaam in de streek van Tienen. 1283 Gerardus dictus Waethijnghem; Arnoldo de Waetinghem, Neerheilissem (DESPY 137-138)
TW: M. Gysseling, Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en Westduitslan (voor 1226), Tongeren 1960
DESPY: A. Despy-Meyer, Les chartes anciennes et les débuts de l'abbaye du Val-Saint-Bernard à Diest. hand. Kon. Comm. Gesch. 130 (1964) 111-185"
De naam kan ontleed worden in twee delen "Watte" , een doorwaadbare plaats, een wad, en de uitgang "-ghem", duidend op een bewoning (heem, heim (D),home (E).)
Vrij vertaald zou dit dus betekenen een bewoning gelegen bij een doorwaadbare plaats.
Er kan m.i. geen discussie zijn over de juistheid van deze betekenis, hoewel een vermoeden bestaat dat de uitgang "-ghem" wellicht niet oorspronkelijk deel uitmaakte van de toponiem, maar er door analogie met andere familienamen (b.v. Van Ooteghem, Van Veirdeghem, Van Peteghem, Van Zieleghem etc.) in de leefomgeving erbij werd gevoegd. Een oorspronkelijke aanwezigheid kan echter niet uitgesloten worden.
Het vermoeden van Debrabandere is dus gebaseerd op een Brabantse toponiem , gelegen te Tienen.Mijns inziens is deze visie aanvechtbaar omdat geen aanwijzingen bestaan voor een bewoning van de regio waar de familienaam in de 17° en 18° eeuw voorkwam (ten noorden van Gent, het Meetjesland en het grensgebied met Zeeuws-Vlaanderen) door volksgroepen komende uit de Tienense omgeving.
Wat wel vaststaat is dat de polders ten noorden van Gent werden bevolkt door inwijkelingen uit westelijker streken van Vlaanderen (b.v. Van Peteghem, Audenaert, enz.). Polders zijn nieuw gewonnen landbouwgebied. Voor de ontginning ervan werd veelal een beroep gedaan op gezinnen die door bepaalde omstandigheden (meestal oorlogen) gave en goed hadden verloren en dus weinig te verliezen hadden. Zij schrokken daarom ook niet terug voor een pioniersbestaan in de moerassige, door insecten geplaagde en ziekmakende poldergronden rond de Braakman. Het voorkomen van een aanzienlijk aandeel van toponyme familienamen in deze regio wordt hierdoor verklaard.
Zeker moet men rekening houden met varianten van de naam, zoals die voorkomen in bv. de parochieregisters van Wachtebeke en in sommige Staten van Goed en wellicht andere secundaire bronnen uit Assenede Ambacht: Van Wattegan, Van Waetem, Van Wathem , Van Waten
Uit deze naamvarianten, die allen voorkomen in de oudere documenten, rijst het vermoeden dat de uitgang " -g(h)em" niet oorspronkelijk is, maar pas ontstaan is bij het verschijnen ervan in de geschreven bronnen omstreeks het begin van de 17° eeuw.
De familienaam "Van Watten" komt ook voor in de parochieregisters van Duinkerke.
Watten of Waeten ligt aan de oevers van de Aa op enkele kilometer van St-Omaars verwijderd.
Het stadje ligt aan de voet van de laatste uitdeining van de Westvlaamse heuvels met een hoogte van 72 meter.
De Aa vormde de grens van het Graafschap Vlaanderen met het gebied dat rechtstreeks ressorteerde onder de Franse Kroon.
marriage Martinus VAN WATTEGHEM (nr. 508) and Maria VEREECKE (nr. 509)
Martinus Van Watteghem and Maria Vereecke couldn't postpone Their marriage any longer. I recently received a message from Mrs. Veerle de Leyn, telling me she had retrieved the marriage recordof the above mentioned couple in the parish books of Desteldonk in the year 1706.
Here is the transcriptionand its translation:
"20 martij Juncti sunt matrimonio habita dispensatione super tribus bannis et tempore clauso martinus Watteghan et maria verheecke coram petronella dhanens et Georgio verheecke et me ministro van(de)Brande Past(or)"
"On 20 March have been married after having obtained dispensation of the three marriage announcements and in due time Martinus Van Watteghem and Maria Verheecke in the presence of of Petronella Dhanens and George Verheecke and of me celebrator van(de) Brande, parish priest"
Mrs. de Leyn also argued thatthere could be a very good chance that Franciscus Van Watteghem, who married Agnes Van der Cruyce anddiedin Watervliet on 11.9.1750, could be the first born child of Martinus and Maria Vereecke.
Mrs. de Leyn also discovered that a Martinus Van Watteghem was the godfather of the first born child of Franciscus and Agnes van der Cruyce, andin addition, that Maria Vereecke was the godmother of their second born child.
Those findings make us believe that Franciscus, husband of Agnes van der Cruyce, could be a son of Martinus and Maria Vereecke. Mrs. de Leyn also drew my attention on the inventory of belongings dressed in Evergem on 27.7.1763: Nr. 495. (p. 186) Martinus Van Watteghau + 30-10-1762 Evergem, in which a Franciscus, son of Martinus and Maria Vereecke, was mentioned.
We also did know that Franciscus Van Watteghem, husband of Agnes van der Cruyce died being 44 years old, thus he must been born somewhere in 1706 and probably also in Evergem since other children of Martinus Van Watteghem and Maria Vereecke were born there.
Unfortunately baptism records from thatyear at Evergem are lost, but coming back to the text of the marriage record of Martinus Van Watteghem and Maria Vereecke, we can assert that Franciscus indeed was their first born child and must have been born rather shortly after their marriage on 20 march 1706 for three good reasons:
-they have been granted dispensation for the proclamation of the three marriage announcements, the so called bans (these took 3 weeks!);
-According the parish priest the marriage was done "tempore clauso", meaning that the wedded was done in due time;
-marriages were not wedded during the Lenten season, exception made for some urgent circumstances. In the year 1706 Easter was on 4 April. Their wedding was on Saturday 20 March, only 8 days before the start of the Holy week.
We now are confident to may say that the explored branches Livinus Van Watteghem x Petronella Van Peteghem (x2)/ Marie Anne Lippens (x1) andFranciscus Van Watteghem xAgnes Van der Cruyce are immediately linked.
A lesson that can be learned is that the names of the godparents are sometimes of quintessence importance for making some progress. In this case they where really the key to the solution!
Livinus Dhert stierf op 22 januari 1734 te Wachtebeke. Na zijn dood werd een inventaris opgesteld van zijn bezittingen om de rechten van zijn nabestaanden veilig te stellen. Alles werd opgetekend in het Wezenboek van de parochies Wachtebeke en Winkel, dat bewaard wordt in het Rijksarchief te Gent onder de verzameling Assenede Ambacht.
Dergelijke Staten van Goed bevatten een schat aan genealogische gegevens. Kijk zelf maar en geniet van de mooie oude ambtelijke taal Livinus Dhert
Naar mijn bescheiden mening is de Geneanet-website één van de meest performante tools voor de computergebruikende genealoog. Een jaar geleden opende ik een forum over de patroniem Audenaert . Ik zat immers klem te Zele voor wat betreft de voorouders van Judocus Audenaert x Catharina De Kinder.
Na een jaar kreeg ik een reactie van de heer Chris Audenaert , die mij een hint gaf: heb je wel eens gekeken op de website van Tuur Struyve ?
Bleek dat mijn Judocus daar te vinden was als Joos Hauwenaerde, gehuwd inderdaad - met Cathelijne De Kinder!
Aan deze naamvariant had ik helemaal niet gedacht.
Nu is het wel zo dat een beginklinker in een woord in sommige streken fonetisch wordt aangeblazen, wat dan in sommige gevallen ook zo door de akterende koster of pastoor zo wordt neergepend (b.v. Imschoot en Himschoot, Van Impe en Van Himpe , Van Aelst en Van Haelst enz.).
Digitaal fototoestel helpt doopaantekening (nr. 68) VERMEULEN Joseph te lezen
Dubbelklik op de thumbnail en je krijgt de screenshot van het microfilmleestoestel met de doopaantekening van Joseph Vermeulen.
Een regelrechte ramp is dat: haast de volledige tekst is door vocht uitgelopen.
Gelukkig hebben we nu foto-editors die ons heel wat kunnen helpen.
Bij dergelijke karwei is het nuttig een screenshot te nemen op de hoogst mogelijke resolutie: elke pixel kan hier van tel zijn!
Dan zet ik achtereenvolgens deze drie stappen:
Eerst lees ik de doopaantekeningen op dezelfde bladzijde en op de bladzijde ervoor en erna. Kwestie van de persoonlijke schrijftrant ( de ductus) wat beter te kennen. Vele van de geijkte uitdrukkingen komen immers steeds maar terug en zijn door hun contouren soms gemakkelijk te herkennen.
Vervolgens tracht ik de onbewerkte tekst zo veel mogelijk te ontcijferen. Woorden die ik niet kan duiden vervang ik door een spatie. Soms komen de ontbrekende woorden als bij het oplossen van een kruiswoordraadsel intuïtief aan de oppervlakte.
Tot slot laat ik een beeld-editor (b.v. Photoshop van Adobe ) op de tekst los. Het schrift waarvan de inkt door vochtaantasting is uitgevloeid kan hiermee enigszins terug leesbaar worden gemaakt: De concentratie van de inkt blijft immers steeds een ietsje intenser op de plaatsen waar de pen het papier heeft gemerkt. Door middel van de beeldeditor kan nu het contrast wat verhoogd worden . Zo komt beter aan het licht waar precies de pen is langs gekomen en waar de inkt is uitgevloeid. Door het verhogen van het contrast verlies je wel wat pixel-informatie. Vandaar de hint om de screenshot te nemen in de hoogst mogelijke resolutie. Hoe hoger die resolutie hoe meer dat je het contrast kan verhogen. Ziehier de beter leesbare bewerkte tekst
De transcriptie luidt als volgt:
"25a circa 3am natus et eadem die baptizatus
est Joseph filius legitimus Egidii Vermeulen
ex Rumbeke aetatis 35 circiter annorum et
Agnetis Callens ex Rumbeke etatis 27 circiter
annorum susciperunt petrus Soenen et maria
Sinnaeve."
Leve het digitale fototoestel. Een prima paleoloog is dat!
SLOSSE Jan (nr. 4784) en LAMELEYN Anthonette (nr. 4785)
Recent heb ik aansluiting kunnen vinden tot de descendenten van Jan Slosse, die o.m. door volgende genealogen reeds werden bestudeerd en waarvan de gegevens op Geneanet te vinden zijn , namelijk Mevr. Elke Slosse en de heren Hervé Wullus en Koen Vanneste .
Uit de doopaantekening op 3 februari 1708 te Rumbeke van mijn voormoeder (nr. 299) Maria Catharina Slosse blijkt dat zij een dochter was van Engelbertus Slosse en Jacoba Van de Velde.
Zij huwde te Rumbeke (nr. 298) Judocus Vanelslandere in 1731. Deze datum komt uit de index op de trouwboeken; te vinden op filmrol 1069859. De trouwaantekening zelf moet nog worden opgezocht (op filmrol 1069860).
De gegevens van bovenstaande drie genealogen heb ik met elkaar vergeleken. Deze zijn grotendeels complementair, zodat ik in staat was de gegevens van de ene onderzoeker aan te vullen met de gegevens van een andere.
Dank zij de aansluiting met deze tak heb ik mijn kwartierstaat kunnen uitbreiden met volgende kwartieren:
nr. 598 Engelbertus Slosse
nr. 599 Jacoba Van de Velde
nr. 1196 Jacobus Slosse
nr. 1197 Maria Ghekiere
nr. 2392 Isaac Slosse
nr. 2393 Cateline Messiaen
nr. 4784 Jan Slosse
nr. 4785 Anthonette Lameleyn
Hier volgt de transcriptie van de doopaantekening van Maria Catharina Slosse:
Hoe oud was (nr.69) VAN DE VIJVERE Barbara toen zij stierf?
De periode vanaf de invoering van de burgerlijke stand wordt meestal terecht aangezien als een gemakkelijke periode. Afgezien van het soms lastige paleografisch werk in de voorliggende tijd, zijn de akten van de Burgerlijke Stand inhoudelijk veel rijker en meer nauwgezet dan de aantekeningen die wij in de kerkboeken vinden.
Uitzonderlijk zijn het de kerkboeken die de genealoog te hulp komen en dit vooral in de beginjaren van de Burgerlijke stand, toen het regime van een burgerlijke registratie meer werd aangevoeld als een begin van aanmonstering in het Franse leger.
Dan werd er al wel eens een leeftijd gegoocheld om de krijgsdans te kunnen ontspringen. Ook waren er problemen van andere aard. Bij de invoering werden dus de kerkboeken geïntegreerd in de Burgerlijke Stand, m.a.w. bij de opstelling van de huwelijksakte kon de ambtenaar van de burgerlijke stand zich baseren op de doopinscripties van de echtelingen om hun leeftijd vast te stellen.
Veelal werd die moeite echter niet gedaan en ging men af op de verklaringen van bruid en bruidegom of hun familie of van de naastbestaanden van de overledene.
Dit gaf aanleiding tot vergissingen , die dan door de akte van de burgerlijke stand van de nodige legitimiteit werden voorzien om te worden bestendigd.
Niet alleen de leeftijd kan verkeerd zijn, maar zelfs de voornaam. Het komt vaak voor dat niet de echte doopnaam in de aktes van burgerlijke stand werd overgenomen, maar wel de roepnaam, d.w.z. de naam waarmee de betrokken persoon door het leven ging.
Een voorbeeldje uit mijn kwartierstaat: het verhaal van mijn voormoeder nr. 69 Barbara Theresia Van de Vijvere.
jaeren, echtgenoot van de overledene, en Felix Vermeulen, wever, oud
ses en dertig jaeren, zoon van de overledene, Beijde woonende te Rumbeke
de welke ons hebben verklaert dat Barbara Theresia van
de vijvere spinster, oud zeventig jaeren, gebooren en woonende
te Rumbeke, echtgenoote van den gezeijden Joseph Vermeulen
dogter van Joannes en van godelieve de Clercq, gisteren ten ses ueren
van den morgen overleden is in het huis N° 22, zevensten wijck
ende naer voorlezinge van dezen akt aen hun gedaen, zij hebben
verklaert niet te konnen schrijven nog teekenen//
// Angel Angellis"
Op het eerste gezicht een makkie: Barbara was op 10 november 1823 overleden in de leeftijd van zeventig jaar. Dus moet haar doopinschrijving rond 1753 worden gezocht. Hoewel Barbara , naar verluidt de overlijdensakte, in Rumbeke zou zijn geboren, werd noch in 1752, noch in 1753, noch in 1753 die doopinschrijving gevonden.
Dan maar eerst het huwelijk Van Jozef Vermeulen en Barbara Van de Vijvere te Rumbeke opzoeken. Wellicht staat daar iets meer in en inderdaad:
"In Maio 1783
19 Aprilis contractis sponsalibus et proclamatis
tribus Bannis prima hujus contraxerunt matri
monium joseph Vermeulen ex Rumbeke sui juris
et barbara theresia Van de Vijvere ex Rumbeke
minorennis de consensu matris coram me parocho
et testibus petro Josepho Vermeulen ex Rumbeke
et incola hujus et godeliva anna de clerck
incola hujus. Sponsus et duo testes nescii scribere
signum suum posuerent et sponsa nomen."
Dus het huwelijk had plaats op 1 mei 1783 en gezien Barbara minderjarig was op dit ogenblik, kreeg ze hiervoor de toestemming van haar moeder Godeliva De Clerck.
Indien Barbara minderjarig was op 1 mei 1783 dan betekent dit dat zij de leeftijd van 25 jaar nog niet had bereikt. Bijgevolg werd ze na 1 mei 1758 geboren, dus minstens vijf jaar te laat om in 1823 de leeftijd van 70 jaar te kunnen bereiken
Het is aannemelijk dat een ambtenaar van de Burgerlijke Stand niet onmiddellijk het leeftijdsverschil tussen een dame van 60 en van 70 jaar kan bevroeden. Een pastoor, neem ik aan, heeft geen problemen om het verschil te zien tussen een jonge dame van twintig of van dertig. een goede herder kent zijn schaapjes en pastoors mogen niet liegen, dus het is een aannemelijke hypothese dat de akte van de Burgerlijke Stand niet met de werkelijke toedracht overeenstemt. Dan maar een doopnotatie gezocht vanaf 1 mei 1758. En jawel 0p 2 mei 1763:
2a hora Xa mana nata et baptizata
est anna catharina filia
legitima petri joannis Vande vijvere
ex Rumbeke aetatis 37 annorum
et godeliva anna de clerck ex Rumbeke
etatis 37 annorum susceperunt blasius
de clerck et maria catharina van de vijvere
Een andere dochter van dit paar kon niet worden gevonden. Ik neem dus aan dat Anna Catharina Van deVijvere als Barbara Theresia door het leven ging en ook onder deze alias door de Burgerlijke Stand werd opgetekend.
Geboren op 2 mei 1763 was ze op het ogenblik van haar huwelijk nog net geen 20 jaar oud en dus duidelijk minderjarig (minorennis).
Zij was zestig jaar (en geen zeventig) toe zij stierf.
Eén caveat: het ontbreken van een "passende" doopinscriptie is gebaseerd op wat ik in de index van de dopelingen te Rumbeke heb gevonden. Het is algemeen geweten dat die indexen veelal fouten bevatten. Ik sluit daarom niet uit dat toch een Barbara Theresia Van de Vijver kan worden gevonden, die na 1 mei 1758 zou zijn geboren. Hiervoor moet echter vanaf deze datum alle doopaantekeningen worden onderzocht tot pakweg 1766 (bruidje van 17 ?). Als ik met pensioen ben , begin ik daaraan... In elk geval is de leeftijd vermeld op de overlijdensakte van de B.S. niet correct.
Hier heb je een bidprentje van Alfons Dhert. Volgens de informatie hierop werd hij op 15.4.1901 te Wachtebeke geboren en stierf te Gent op 12.5.1935. Hij liet kinderen achter.
Heeft iemand informatie over deze persoon, wie waren zijn ouders en wie zijn kinderen?
Ik vermoed dat hij een zoon was van Alphonsius Dhert en Maria Louisa Audenaerdt, maar dit is slechts een vermoeden
Biologische afstamming kan wel eens verschillen van de papieren afstamming.
Alleen de moederlijke stammenreeks is zeker.
Hoewel mijn kwartierstaat al een serieuze omvang begint te krijgen, durf ik er mijn hand niet voor in het vuur steken dat al die Kékulé-nummerdragers werkelijk mijn biologische voorouders zijn. Deze gezonde twijfel heeft iets te maken met onze menselijke natuur en geloof maar niet dat uitgerekend jouw familie dé uitzondering is op deze regel.
Een toelichting vind je op mijn website onder de titel All about sex
In elk geval ben ik zeker van deze personen af te stammen:
nr.3 Adriana Celina Weterings °18.12.1922 in Overslag (NL)
nr.7 Coralia Maria Dhert °26.2.1895 in Wachtebeke
nr. 15 Maria Louise Audenaerdt °10.4.1865 in Wachtebeke
nr. 31 Philomena de la Ruelle °30.8.1842 in Overslag (NL)
nr. 63 Rosalia Van Hecke °30.11.1810 in Wachtebeke
nr. 127 Anna Catharina Van Watteghem ° 4.3.1783 in Wachtebeke
nr. 255 Petronella Van Peteghem °23.8.1740 in Lochristi
nr. 511 Elisabetha Bauwens ° 20.5.1708 in Lochristi
nr. 1023 Joanna Tollenaere ~2.2.1665 in Lochristi
nr. 2047 Petronella Baerts ° omstreeks 1630
Waarom de meeste genealogen de klemtoon leggen op onderzoek naar de vaderlijke stammenreeks (die dus de naam verder dragen) is genetisch dus helemaal niet te verrechtvaardigen.
In het Ancien Régime werd tussen de bejaarde ouder(s) en zijn kind(eren) wel eens een financiële regeling getroffen voor de oude dag: de kinderen beloofden daarbij om voor kost, inwoon en kledij te zorgen en de bejaarde betaalde hiervoor of schold een schuld vrij:
ziehier het dokument en let wel op de tekst in vetjes!:
Kasselrij Ieper. Reeks 5,nr. 146
Akten en contracten te Hooglede-Ambacht (1667-1791), Heerlijkheid Volmerbeke
" part copié pro joannes basijne
acte opdraght
in prosse van joannes basijn van
daeten 12 april 1774
Enrégistré
Comparerende voor pieter jacobus de meij greffier ende anthonius jgnatius du Bois bediendenman van Leene vanden Leenhove ende heerlickhede van Volmerbeke
extenderende inde prochiën van hooghlede ende oostnieuwkerke Casselrije van Jpre in persoone Rogier Van Keirsbilck weduwnaer met kijnderen woonachtigh ter prochie van Ardoije, te kennen gevende dat hij door sijnen hoogen ouderdom in sich niet meer en bevindt van sijnen cost ende andere noodtsaeckelijkheden te connen winnen ende onvoorsien te wesen van souffissante middelen om hem te connen onderhouden als maer besittende de somme van acht en veertigh ponden ses schellingen grooten die hij te goet vijndt aen pieter joannes basijn getroudt met regina van keirsbilck s'comparants dochter over aenveirde prijsiën van meubelen, huijscasteijlen beestiaelen ende landsrechten waer om hij verclaert soo hij doet bij desen de geseijde somme van achtenveertigh ponden ses schellingen grooten aenden voornomden joannes bassijn quijdt te geven ende op te draeghen met last nochtans van aen hem eens te betaelen de somme van ses ponden grooten Vlaems courant, alsmede aen hem jaerlickx te betaelen de somme van ses ponden parisis, cours ende inganck nemende hedent twaelfsten april van vier en seventigh, ende ten voorderen hem comparant te onderhouden van hedent voortwaerts tot sijn overlijden soo sick als ghesont van haef ende dranckcleederen ende lijndeten als alle andere noodtsackelijckheden, ende naer sijn overlijden hem heerlick te doen begraeven naer staete ende conditie.
Sullende alsdan door den voornomden pieter joannes basijn geprofijteert worden de constante penningen die sullen bevonden worden aen hem comparant te competeren ende sijnne cleederen ende lijndenden 't sijne halse ende lijve dienende ofte gedient hebbende emmers generaelijck ende speciaelijck alle 't gonne hij te sijnen overlijden sal hebben ende besitten, sonder eenege reserve sal blijven in profijte ende vallen eijghdomme aenden meergenoemden pieter joannes basijn ende sijne huijsvrouwe, ofte bij middel van hun overlijden aen hunne aparente erfgenaemen, sonder gehouden te connen wesen van te maecken eenegen staete ofte inventaris, alle het welcke alsoo door den selven pieter joannes basijn ende regina van keirsbilck hiermede comparerende danckelijck is gheaccepteert, belovende aen alle het gonne voorschreven te sullen volcommen, ende den eersten comparant soo als voorseijt te sullen onderhouden van haefe, ende dranck, cleederen ende lijndaeden, sieck ende gesont, als andere noodtsaeckelijckheden sijn leven lanck gedeurende ende naer sijn overlijden eerlijck te sullen doen begraeven naer staete ende conditie soo ende opden voet als de conditiën als voorschreven is, aldus gedaen ende ghepasseert onder het reciprocq verbant obligatie ende met reminctuatie als naer rechte desen twaelfsten april van C. vier en seventigh toorcondighen.
++
t marcq van t marcq van Rogier
Pieter Joannes basijnvan Keirsbilck
+
t marcq van Regina Van Keirsbilck
huysvrouwe van pieter joannes basijn
get.Demeij
Dubois"
Commentaar: We zijn in West-Vlaanderen en in het Westvlaams dialect wordt de h nauwelijks aangeblazen, hierdoor is het verschil tussen heerlick en eerlijck amper te horen. Noch Rogerius, noch zijn dochter en schoonzoon konden lezen of schrijven, dus alleen de klerk kan als verantwoordelijke voor de formulering worden aangewezen. Elegant is het wel: zijn kinderen zorgen voor een eerlijke begrafenis en hij krijgt de belofte op een heerlijke, d.w.z. een heer waardig. Dus is iedereen gelukkig.Hij zal het toch nooit geweten hebben moest die begrafenis niet al te heerlijk geweest zijn
Bij het lezen van sommige Staten van Goed, die betrekking hebben op voorouders die in de achtiende eeuw op de Ramonshoek (gehucht tussen Wachtebeke en Overslag) woonden, stootte ik af en toe op een benaming die ik helemaal niet kon thuiswijzen : nl. marquettegrond.
In eerste instantie dacht ik aan een soort grond, naast b.v. meersen, weiden en akkergrond.
Marquettegrond, dacht ik , was wellicht een klein langwerpig stuk grond, dat werd gemarkeerd of afgezet om er turf te steken. Dergelijke ontginningen in strookvorm bestonden inderdaad in de regio en één van de ethymologische betekenissen van het Meetjesland zou daarvan afgeleid zijn.
Een meetje (een klein gemet) is zo een perceeltje waaruit turf werd gestoken.
Na wat gegrasduin in de plaatselijke geschiedenis van de streek kwam ik achter de werkelijke betekenis van marquettegrond: het is gewoon grond toebehorend aan Marquette. De Abdij van Marquette te Rijsel in Noord-Frankrijk was een befaamd klooster van cistercienzer monialen, gelegen aan de samenloop van de Marque (vandaar de naam) in de de Deûle. Door schenkingen bezat zij omvangrijke territoriale bezittingen waarop cijns werden geheven en jawel ook te Wachtebeke en te Overslag.
De abdij overleefde helaas de Franse Revolutie niet en haar naam kwijnde weg in de vergetelheid. Het belang van deze abdij kan blijken uit het feit dat daar Gravin van Vlaanderen Johanna van Constantinopel, stichtster van de abdij, samen met haar echtgenoot Ferdinand van Portugal begraven liggen. (Johanna van Constantinopel was door de Ieperlingen zeer geliefd en hielp hen aan hun koosnaampje: de Ieperse kindjes). Dank zij de inzet van historicus Benoît Chauvin van het CNRS (Centre national de recherche scientifique) en zijn equipe archeologen kwam de site in 2003 terug aan de oppervlakte op het terrein van een vestiging van een scheikundige fabriek van Rhodia te Marquette-lez-Lille . Ga vlug naar "Marquette-lez-Lille" en "Le patrimoine religieux"
I have been contacted by Mrs Beverly Audenart, who lives in Raymond, Alberta Canada.
She happens to be a lineal descendant of Eduardus Bernardus Audenaerd. The latter is a brother of Johannes Audenaerd, my Ahnentafel number 30. Hence our most recent common ancestral parents are Petrus Franciscus Audenaerd (N° 60) and Joanna Lievina Senner (Zenner) (N°61) (see my pedigree).
In the next update of my data (expected Dec 2005), I shall complete my data with the Canadian line communicated by Mrs Beverly Audenart.
In doing so I hope to put my genealogical research results to the profit of my new discovered Canadian family members in search of their Flemish roots.
Thanks again Bev !.
Mevrouw Beverly Audenart uit Raymond, Provincie Alberta in Canada heeft mij onlangs gecontacteerd met de boodschap dat zij in rechte lijn afstamt van Eduardus Bernardus Audenaerd.
Deze laatste is een broer van mijnJohannes Audenaert (Kékulé-nr 30). Hierdoor is ons meest recente gemeenschappelijk voorouderpaar Petrus Franciscus Audenaerd(nr 60) en Joanna Lievina Senner (Zenner) (nr. 61) (zie my pedigree).
Bij de eerstvolgende actualisering van mijn gegevens, verwacht voor december 2005, zal haar Canadese tak bij mijn genealogische gegevens worden gevoegd.
Hiermee hoop ik dat mijn pas ontdekte Canadese familieleden, op zoek naar hun Vlaamse roots, beter voordeel kunnen halen uit mijn genealogisch onderzoek.
Onderzoek van de doopaantekeningen van de kinderen van het gezin Pieter Van Hove en Maria Joanna Everaert in de parochieregisters van Oostnieuwkerke heeft uitgewezen dat Maria Joanna Everaert - wat werd vermoed - geboren werd te Hooglede op 11 september 1743. Hierdoor kon aansluiting worden gevonden met de gegevens van naamdragers EVERAERT, die reeds door andere genealogen werden onderzocht, waaronder mevr. M. Everaerdt en de heer E. Crombez.
Dat is verbazend goed nieuws voor alle afstammelingen van Maria Joanna Everaert, waaronder b.v. de Roeselaarse familie BREEMERSCH.
Maria Joanna Everaert was één van de vier overgrootmoeders van Petrus Constant Breemersch, hier op de foto
Mijn stammenreeks tot Maria Joanna Everaert ziet er als volgt uit:
1 Dirk Steen
2 Jan Steen
5 Martha Breemersch
10Petrus Constant Breemersch
20Petrus Jules Breemersch
41Rosa Seraphina Van Hove
83Maria Joanna Everaert
Dank zij de ontdekking van de voorouders van Maria Joanna Everaert, wordt mijn kwartierstaat op heden uitgebreid met volgende nieuw ontdekte directe voorouders:
166Petrus Joseph Everaert
167Judoca Pacqueu 332Joannes Everaert 333Joosijne Baesen 664Petrus Everaert 665Margaretha Van Houte 666Judocus Baesen 667Jossyncken Baecke 1328Joannes Everaert 1329Margaretha Braems 1330Guilielmus Van Houte 1331Judoca Doree 1332Nicolaus Baesen 1333Alexandra Fernandine Van der Haghen 1334Judocus Baecke 1335Judoca Vereecke 2666Pieter Van der Haghen
Al deze aanvullingen werden vanaf 1.11.2005aangebracht op mijn kwartierstaat, die je ook vanuit de linkerkolom in PDF-formaat kan downloaden.
Hier heb je weer zon kluif: het handschrift is geschreven in een zeer regelmatige Florentijnse stijl, maar de pen was iets te breed gescherpt en de inkt van de volgende bladzijde bevlekt de tekst.
Daarbij komt dat ik inhoudelijk niet goed begrijp wat wordt bedoeld.
Ziehier mijn poging. Graag jullie advies en aanvulling op onderstaande vragen:
"Anno domini millesimo septingentesimo octogesimo
septimo die decima quarta mensis novembris
premissis tribus solitis proclamationibus nulloque
legitimo impedemento detecto ego infrascriptus huius
parochis pastor in matrimonio conjunxi et
in hac parochiali ecclesia de consensu tutorum
ex parte sponsa minorennis facta potestate in
scripsis data pre fusorum pupillorum petrum
josephum Delbaere insolacorem meninensem et
meninis habitantem filium judoci Dominici josephi
et theresiae philippae teirlinck et ludovicam franciscam
zenner lanificam meninensem et meninis habitantem
filiam joannis adami et constantiae dorotheae Englez
presentibus testibus judoco Dominico Josepho
Delbaere patre sponsi operaris habitante meninis
excepto primo teste ceteri declarant se nescire scribere
character character
Petri + Josephi Ludovia + Frnacisca
Delbaere Zenner
Judocus Delbaere character
Petri-Francisci
Englez
Teirlinck Pastor Meninis"
De transcriptie luidt als volgt:
«in het jaar onzes heren 1787
op de veertiende dag van de maand november,
heb ik ondergetekende, pastoor van deze parochie,
nadat de voorafgaande drie afzonderlijke afroepingen werden gedaan en geen enkel
wettelijk beletsel werd vastgesteld,
in deze parochiale kerk in de echt verbonden met de instemming
van de getuigen van de zijde van de minderjarige bruid, gedaan
met een schriftelijke machtiging afgeleverd voor de gezamelijke wezen (?):
Petrus Josephus Delbaere (insolacorum?) uit Menen en wonende te
Menen, zoon van Judocus Dominicus Josephus
en Theresia Philippa Teirlinck, en Ludovica
Francisca Zenner (lanificam ? wolspinster?) uit Menen en te Menen wonende
dochter van Joannes Adam en van Constantia Dorothea Englez
in aanwezigheid van de getuigen: Judocus Dominicus Josephus
Delbaere vader van de bruidegom, werkman, wonende te Menen,
Petrus Franciscus Englez, werkman, wonende te Menen,
met uitzondering van de eerste getuige verklaren de overigen niet te kunnen schrijven.
(volgen dan de kentekenen en de handtekeningen)
Toelichting:
Bruid en bruidegom waren alle twee wezen (pupillus) omdat minstens één van hun ouders overleden was:
- voor Petrus Josephus Delbaere was dat zijn moeder, omdat zij niet als getuige meetekent, zijn vader wel;
- voor Ludovica Francisca Zenner, was dat minstens haar vader. Van hem weten wij dat hij te Ertevelde overleed op 21 januari 1780. Van Constantia Lenglez heb ik de sterfakte nog niet kunnen vinden.
Probleemstelling:
1. heeft iemand een betere transcriptie dan de mijne voor facta potestate in scripsis data pre fusorum pupillorum ? Een potestas is mij als Latijnse term niet bekend en over die fusorum heb ik ook zo mijn twijfels
2. het beroep lanifica is mij evenmin bekend. Ik herken er het woorddeel lani (wol) in. heeft iemand een idee?
Dit is mijn overgrootmoeder Audenaerdt Marie-Louise.(Kékulé-nr 15).
Deze foto werd gemaakt in 1916 toen zij 51 jaar oud was, twee jaar voor haar overlijden.
Zij werd geboren op 10 april 1865 in Wachtebeke.
Eveneens in Wachtebeke huwde ze op 16 mei 1894 met Alphonsius Dhert.
Zij zou in 1918 ook te Wachtebeke overleden zijn, maar een preciese overlijdensdatum ken ik niet.
Evenmin ben ik in het bezit van een doodsbrief of doodsprentje.
Zou iemand die tot de registers van de Burgerlijke Stand van Wachtebeke toegang heeft, even voor mij willen kijken?
Ik heb momenteel niet de mogelijkheid naar Wachtebeke te reizen, daarom heb ik geen inzage in de gegevens van de Burgerlijke Stand gevraagd aan de vrederechter.(De sterfdatum is immers minder dan 100 j terug )
Mocht er iemand over een doodsprentje of doodsbrief beschikken dan ben ik uiteraard daarin geïnteresseerd (eventueel opsturen in file attachment als scan in jpeg-formaat ?).
Mijn oudstgekende voorvader Vergauwen (AKA: Vergouwen) is Egidius. hij draagt het nummer 216 in mijn kwartierstaat.
Wat ik over hem weet kan je downloaden in PDF vanuit deze link : Vergouwen Egidius .
Hij huwde Adriana Beynaert en had minstens één zoon: Judocus Vergauwen.
Deze Judocus Vergauwen huwde op 29 augustus 1796 in de kerk van Overslag met Maria Jacoba Verstraeten. Hij zou in de St.-Elooispolder hebben gewoond want bij de doopakten van twee van zijn kinderen, namelijk Livinus en Dominicus staat dat hun vader ex St-Elooispolder was.
Ik vermoed dat deze polder afhing van het Ambacht van Assenede, meer bepaald van de parochie en de vierschaar vanWachtebeke. Wellicht was Egidius ook van daar afkomstig.
Zijn geboortedatum moet zich rond 1740 situeren.
Ik weet dat over de familienaam Vergauwen al veel onderzoek werd verricht, onder meer door de heer A. Maris (zie Vlaamse Stam 1970 nr. 6 p.395 en Vlaamse Stam 1985 nr. 11 p. 503), de heer Truyman (website) en de heer Frits Vergouwen (website), maar tot op heden zie ik niet onmiddellijk een aansluiting met de stam uit St-Gillis-Waas, Temse of Bazel.
Ik denk dat ik hiervoor wat verder in het verleden zal moeten graven.
Wel heb ik vastgesteld dat in de eerste helft van de 17° eeuw reeds Vergauwens waren te Zuiddorpe. Gezien de nabijheid van Overslag en de St-Elooispolder denk ik dat eerder in die richting kan worden gezocht.
Ziehier wat uit de website de Wit kan worden gehaald:
- Egidius Vergauwe x Margarita Pauli: kd. Joannes Vergauwe °Zuiddorpe en ~Overslag op 3.11.1635, p. Lucas De Meulenaers, m. Petronella Capprens
- Egidius Vergauwen x Judoca Petri (ook Puches, Piches) te Zuiddorpe: kinderen
o Petrus Vergautten °Zuiddorpe ~Overslag 31.1.1641, p. Joannes de Maker, m. Anna de Wale
o Adrianus Vergauwen °Zuiddorpe ~Overslag 13.7.1642, p. Corielus Claps, m. Elisabeth Petri
o Thomas Vergauwe °Zuiddorpe ~Overslag 26.12.1644 , p. Egidius Noens, m. Ludovica de Moor
- Balduines Vergauwen x Barbara Maris: kd. Joannes °Zuiddorpe ~Overslag 21.10.1639, p. Joannes Livini, m. Maria Snoeck
Momenteel zou volgens http://www.familienaam.be nog maar 1 naamdrager in het Belgische Rijksregister van 1998 te vinden zijn. Ik weet dat een tak vanuit Zeeuws-Vlaanderen naar Canada getrokken is en daar leven tal van afstammelingen-naamdragers.
Martinus is mijn oudste gekende met die naam. Hij was gehuwd met Maria Vereecke;
Wat ik van dit koppel weet, kan je op het gezinsblad lezen dat je hier in PDF downloaden:vanuit deze link: Van Watteghem Martinus .
Toevallig had ik ontdekt dat er in Ertvelde tal van Van Watteghem's woonden, doch ik kan tot op heden geen verbinding leggen met Martinus Van Watteghem gehuwd met Maria Vereecke. Een naamgenoot was er in Ertvelde wel (gehuwd te Deinze met Judoca Impens).
Verder ken ik de onomastische betekenis van de naam niet. De uitgang zal wel afgeleid zijn van het Saxische heim = woonplaats, maar waar dat Wattegem gelegen is, is mij niet duidelijk. Volgens Dr. F. Debrabandere zou dit refereren naar een gehucht in de buurt van Tienen, maar dat vind ik nogal ver van mijn genealogisch biotoop gelegen en naamdragers Van Watteghem rond Tienen zijn mij onbekend
De genealogische gegevens betreffen kwartieren in volgende streken:
Ascendenten van Oscar Steen en Martha Breemersch: Roeselare, Izegem en omliggende gemeenten; Ascendenten van Edward Weterings: Oosterhout en omliggende gemeenten Ascendenten van Coralia Dhert: Meetjesland (vooral Assenede Ambacht) en Zeeuws-Vlaanderen.