Het wordt ploeteren in het losse duinzand, heuvel op, heuvel af. Maar elke stap wordt rijkelijk beloond met een paradijselijk zicht, met het geluid van de branding, of met de stilte.
De vroegere parkeergelegenheden langs de kust in Porto Covo werden verbouwd tot parkjes met keurig aangelegde wandelpaden. De zorgvuldig afgelijnde parkeerstroken zijn te kort en te smal voor mobilhomes.
We schuimen de kust verder af tot Cabo Sardao. Ook hier werd grondig ingegrepen. Het parkeerterrein op de rots is gebarricadeerd met paaltjes. We installeren ons op een van de zeer schaars geworden plaatsjes, dicht bij de zee.
Een gesprongen zekering in Vroem brengt ons vandaag naar de dichtstbij zijnde Fiatgarage die zich in Sinez bevindt. Voor 5,1€ worden we er onmiddellijk geholpen.
De klok wijst 17u30, te laat om een zoektocht naar een overnachtingsplaats te beginnen. We stellen ons tevreden met de parkeerstrook voor mobilhomes in Santiago do Cacém. Deze plaats is niet bedoeld om te slapen. Zelfs op blokken staat Vroem veel te scheef. Maar hij is wel gerepareerd, zonder dat wij op hotel moesten, zoals vorig jaar het geval was...
We picknicken langs de indrukwekkende stadsmuur in Elvas, waarna we het stadje bezoeken. Maar we vinden er niets bijzonders dat onze aandacht kan trekken.
Evora brengt ons evenmin onder de indruk. De parkings zijn stoffig en vies. Na wat rondrijden in de buurt van de Intermarché vinden we een overnachtingsplaats die naar omstandigheden ok is.
We kuieren door de straatjes van dit afgelegen bergdorpje. Vanop de parking aan het voormalig klooster kijken we uit over het dal.
De wind, die hier onbelemmerd kan huishouden, laat vandaag zelfs geen zuchtje. Zelfs na zonsondergang is het nog steeds zacht genoeg om buiten te zitten.
Het is de eerste keer dat we dit warme zomerweer zo vroeg in het voorjaar meemaken.
Alleen al omwille van de prachtige kathedraal is Placencia de moeite waard om te bezoeken. We picknicken in een park aan de rand van de stad. De pauwen die er vrij rondwandelen maken dit park heel bijzonder. Ze zijn nog altijd zo fier als de klassieke uitdrukking vertelt en willen ze graag voor de camera poseren.
De camperplaats met voorzieningen in Malparida de Casseras bestaat uit enkele parkeerstroken langs de drukke verkeersweg. Daarom rijden we een zijstraat in om wat meer rust te hebben. We overnachten aan een meertje, naast een speeltuintje met tafels en banken. Daar is het om 19u nog steeds 28° in de schaduw.
Rond de middag komen we aan in Avila en bezoeken het stadje.
Daarna rijden we naar Placencia waar we willen overnachten. Het stadje gonst – nee ploft! – van drukte. De overvolle parking waar we nog net bijkunnen, grenst aan een park met speeltuintje. Hier zitten we nu, om 20 uur, nog steeds in de stralende zon bij een aangenama 20° te genieten.
De weersvoorspelling voor het weekend is super. Dus blijven we hier hangen!
Alleen al om het indrukwekkende Romeinse aquaduct vinden wij Segovia de moeite waard om halt te houden.
We overnachten op de nette, vrij rustig gelegen camperplaats aan de Plaza de Toros, op looopafstand van de binnenstad. Benieuwd om deze stad verder te verkennen.
Via St Jean Pied de Port – Roncesvalles steken we de Frans-Spaanse grens over. De Ermita de San Salvador, boven op de Ronceveau Pass, stappen we uit voor enkele foto's.
In de late namiddag bereiken we Pamplona, waar we traditioneel onze voorraad aanvullen. We overnachten op de camperplaats in Berriozar.
Tegen de middag bereiken we Limoges. We maken van die gelegenheid gebruik om de gloednieuwe camperplaats in Séreilhac te bezoeken.
Misschien moet de modderige, oneffen parking nog aangelegd worden. Dan zou deze plek van ons een 11 op 10 krijgen. Om te picknicken is het nog net iets te fris.
We overnachten in Houeillés, het muggenparadijs waaruit we in mei 2012 moesten vluchten. De beestjes zijn al uit hun winterslaap ontwaakt en dansen vrolijk tegen de ramen.
Er staan een 7 tal cmobilhomes, maar de plaatsen zijn heel ruim zodat we nog voldoende privacy overhouden.
In grote delen van Frankrijk is de paasvankantie ook begonnen. Toch is het opvallend rustig langs de wegen.
Op de camperplaats aan het meer in Aubigny is het wel druk. Bovendien is het terrein er zeer oneffen.
Twee kilometer verder vinden we echter een veel rustiger parking in het groen. De parking ligt achter een Aldi en is voorbehouden voor mobilhomes. Hier blijven we slapen.
We hadden geen gekker moment kunnen uitkiezen om te vertrekken. Vrijdagavond, traditioneel Belgische file-avond en tegelijkertijd begin van de paasvakantie.
We trotseren enkele monsterfiles – nóg langer en trager dan we gevreesd hadden – en bereiken laat in de avond Poupehan.
Morgen en overmorgen hopen we rustig, zonder al te veel vrachtwagens, door Frankrijk te rijden.
Wat een fantastische reis! Wat hebben we weer genoten! Neen, geen spijt dat dit alles voorbij is, want nu kunnen we genietend terugkijken op wat we gehad hebben. En opnieuw voelen we ons zo dankbaar dat wij de middelen hebben, en – vooral! – de gezondheid om dit samen te mogen meemaken.
We overnachten op een kleine parking aan de rand van deze gemeente. We kijken uit op een park en een weide.
Op vijf minuten stappen ligt een Carrefour. Eigenlijk bevindt zich de camperplaats , met sanizuil, naast het warenhuis, maar alle mobilhomereizigers verkiezen de plaats waar wij ook staan, omwille van veel lawaai en drukte.
Zodra de sporthal haar deuren sluit, krijgen wij absolute stilte.
Volgens onze GPS komen we pas om 19 uur aan in het ons vertrouwde Sully Sur Loire. Dan zouden we vandaag niets anders kunnen doen dan rijden, eten en slapen... Wat saai!
Dus planten we Vroem om 17 uur in Santrop, midden in het groen, met in de verte zicht op “Lac de Saint Pardoux”. We volgen een stuk van het 24 km wandelpad dat helemaal rond het meer loopt. Voor herhaling vatbaar... als en slechts als we niet te laat arriveren, want hier is er plaats voor slechts vier mobilhomes.