We besluiten om te picknicken in het "Parque de Merendas do Penedo de São João". Er is een grote parking boven op een bergtop met een 360° zicht over de Douro vallei.
We zijn meteen verkocht om hier te blijven. De omgeving is mooi en ontzettend rustig, in hartje natuur.
We lopen over de rijweg, op zoek naar wandelwegwijzers, die we niet vinden. We slaan dan maar een van de vele bospaden in en wandelen heen en terug.
Af en toe parkeren mensen even om naar de rots te komen kijken. Voor de rest hebben we dit natuurrijk voor ons alleen.
Hobbel hobbel... Onze GPS heeft zich weer eens laten gaan en leidt ons over “Rota do Romanico”, een bergweggetje met de breedte van een fietspad.
Onderweg getuigen zwartgeblakerde stukken bomen van bosbranden. In de verte zien we een nieuwe brandhaard. Helicopters waaraan waterzakken bengelen, vliegen af en aan.
We overnachten op een grote vlakte langs de N339 bij een enorme megaliet, die er in de kleuren van de zonsondergang sprookjesachtig uitziet.
Het is moeilijk om de megaliet bij daglicht te fotograferen zonder de ingekerfde en geschilderde letters erbij. Wat een ravage!
We rijden naar de top van het plaatsje : Torre, de hoogste berg in Portugal. We wandelen over de rotsen 360° in het rond en kijken vol bewondering naar beneden. Zie ons hier nu zitten... bovenop het dak van Portugal! Hier ligt de wereld letterlijk aan onze voeten!
Zodra alle dagjestoeristen vertrokken zijn blijven wij, hier boven op deze berg, alleen achter.
Of toch niet? In het gebouwtje waar ski's verhuurd worden wonen twee wollige honden, die vannacht buiten mogen slapen. Vrolijk blaffend lopen ze rond Vroem. Pas wanneer wijzelf heel stil zijn, dit wel zeggen, zelfs geen balpen of glas verplaatsen, keren de dieren terug naar hun hok.
We rijden via Covilha naar Unhais de Sierra, omdat we dringend aan sani toe zijn. Deze parking, uitsluitend voor mobilhomes en caravans, biedt behalve electriciteit, alle voorzieningen. Maar hier zijn geen winkels. Dus nemen we een korte binnenweg terug naar Torre, omdat we daar een Centro Commercial gezien hebben. Maar op dit bergpad dat steeds maar smaller wordt heeft zelfs een tractor problemen. Deze weg nemen we nooit meer!
We overnachten in Calvas de Monteigas. Een kabbelend beekje breekt het verkeerslawaai dat over de brug dendert.
We overnachten op een splinternieuwe luxueuse camperplaats in Almeida. We staan proper en perfect horizontaal op klinkers, op mooi afgelijnde plaatsen, op ruime afstand van onze buren.
Maar ook hier moeten we volgens de weersvoorspelling op de zon wachten tot eind volgende week. Dat vinden we te lang.
Braganca krijgt nog één dag mooi weer. Vanaf overmorgen kan ook deze stad niet meer ontsnappen aan de lange regenperiode die heel Spanje en Portugal zal overheersen. Dus rijden we naar daar voor een extra dagje nazomer.
Nu we toch in de buurt zijn, willen we picknicken op de camperplaats in Vila Nova de Foz Coa en meteen deze plek te verkennen. Een heel onduidelijke wegwijzer leidt ons echter naar een parkeerstrook langs de rijweg. Na wat zoeken zien we dat deze plaats niet meer toegankelijk is.
Om 17 uur is de ons vertrouwde parking aan de voet van het kasteel in Braganca al zeer druk bezet. Zijn de anderen op doorreis of hebben ook zij de weersvoorspelling gelezen?
Een stralende zon en diepblauwe lucht nodigen ons uit naar buiten. We begeven ons naar Vilarinho, midden in het natuurgebied Montesinho.
In het dorpje staat een 8 km lange wandeling aangegeven. Dit wordt best zwoegen, want het pad bestaat uit niets anders dan zeer steile hellingen, zowel naar boven als naar beneden.
Op de parking in Braganca kunnen we zelfs nog even buiten zitten, totdat de koele bries echt te fris wordt.
Volgens onze GPS komen we pas om 19 uur aan in het ons vertrouwde Sully Sur Loire. Dan zouden we vandaag niets anders kunnen doen dan rijden, eten en slapen... Wat saai!
Dus planten we Vroem om 17 uur in Santrop, midden in het groen, met in de verte zicht op “Lac de Saint Pardoux”. We volgen een stuk van het 24 km wandelpad dat helemaal rond het meer loopt. Voor herhaling vatbaar... als en slechts als we niet te laat arriveren, want hier is er plaats voor slechts vier mobilhomes.
We overnachten op een kleine parking aan de rand van deze gemeente. We kijken uit op een park en een weide.
Op vijf minuten stappen ligt een Carrefour. Eigenlijk bevindt zich de camperplaats , met sanizuil, naast het warenhuis, maar alle mobilhomereizigers verkiezen de plaats waar wij ook staan, omwille van veel lawaai en drukte.
Zodra de sporthal haar deuren sluit, krijgen wij absolute stilte.
Wat een fantastische reis! Wat hebben we weer genoten! Neen, geen spijt dat dit alles voorbij is, want nu kunnen we genietend terugkijken op wat we gehad hebben. En opnieuw voelen we ons zo dankbaar dat wij de middelen hebben, en – vooral! – de gezondheid om dit samen te mogen meemaken.
We hadden geen gekker moment kunnen uitkiezen om te vertrekken. Vrijdagavond, traditioneel Belgische file-avond en tegelijkertijd begin van de paasvakantie.
We trotseren enkele monsterfiles – nóg langer en trager dan we gevreesd hadden – en bereiken laat in de avond Poupehan.
Morgen en overmorgen hopen we rustig, zonder al te veel vrachtwagens, door Frankrijk te rijden.
In grote delen van Frankrijk is de paasvankantie ook begonnen. Toch is het opvallend rustig langs de wegen.
Op de camperplaats aan het meer in Aubigny is het wel druk. Bovendien is het terrein er zeer oneffen.
Twee kilometer verder vinden we echter een veel rustiger parking in het groen. De parking ligt achter een Aldi en is voorbehouden voor mobilhomes. Hier blijven we slapen.
Tegen de middag bereiken we Limoges. We maken van die gelegenheid gebruik om de gloednieuwe camperplaats in Séreilhac te bezoeken.
Misschien moet de modderige, oneffen parking nog aangelegd worden. Dan zou deze plek van ons een 11 op 10 krijgen. Om te picknicken is het nog net iets te fris.
We overnachten in Houeillés, het muggenparadijs waaruit we in mei 2012 moesten vluchten. De beestjes zijn al uit hun winterslaap ontwaakt en dansen vrolijk tegen de ramen.
Er staan een 7 tal cmobilhomes, maar de plaatsen zijn heel ruim zodat we nog voldoende privacy overhouden.
Via St Jean Pied de Port – Roncesvalles steken we de Frans-Spaanse grens over. De Ermita de San Salvador, boven op de Ronceveau Pass, stappen we uit voor enkele foto's.
In de late namiddag bereiken we Pamplona, waar we traditioneel onze voorraad aanvullen. We overnachten op de camperplaats in Berriozar.
Alleen al om het indrukwekkende Romeinse aquaduct vinden wij Segovia de moeite waard om halt te houden.
We overnachten op de nette, vrij rustig gelegen camperplaats aan de Plaza de Toros, op looopafstand van de binnenstad. Benieuwd om deze stad verder te verkennen.