Rond de middag komen we aan in Avila en bezoeken het stadje.
Daarna rijden we naar Placencia waar we willen overnachten. Het stadje gonst – nee ploft! – van drukte. De overvolle parking waar we nog net bijkunnen, grenst aan een park met speeltuintje. Hier zitten we nu, om 20 uur, nog steeds in de stralende zon bij een aangenama 20° te genieten.
De weersvoorspelling voor het weekend is super. Dus blijven we hier hangen!
Alleen al omwille van de prachtige kathedraal is Placencia de moeite waard om te bezoeken. We picknicken in een park aan de rand van de stad. De pauwen die er vrij rondwandelen maken dit park heel bijzonder. Ze zijn nog altijd zo fier als de klassieke uitdrukking vertelt en willen ze graag voor de camera poseren.
De camperplaats met voorzieningen in Malparida de Casseras bestaat uit enkele parkeerstroken langs de drukke verkeersweg. Daarom rijden we een zijstraat in om wat meer rust te hebben. We overnachten aan een meertje, naast een speeltuintje met tafels en banken. Daar is het om 19u nog steeds 28° in de schaduw.
We kuieren door de straatjes van dit afgelegen bergdorpje. Vanop de parking aan het voormalig klooster kijken we uit over het dal.
De wind, die hier onbelemmerd kan huishouden, laat vandaag zelfs geen zuchtje. Zelfs na zonsondergang is het nog steeds zacht genoeg om buiten te zitten.
Het is de eerste keer dat we dit warme zomerweer zo vroeg in het voorjaar meemaken.
We picknicken langs de indrukwekkende stadsmuur in Elvas, waarna we het stadje bezoeken. Maar we vinden er niets bijzonders dat onze aandacht kan trekken.
Evora brengt ons evenmin onder de indruk. De parkings zijn stoffig en vies. Na wat rondrijden in de buurt van de Intermarché vinden we een overnachtingsplaats die naar omstandigheden ok is.
Een gesprongen zekering in Vroem brengt ons vandaag naar de dichtstbij zijnde Fiatgarage die zich in Sinez bevindt. Voor 5,1€ worden we er onmiddellijk geholpen.
De klok wijst 17u30, te laat om een zoektocht naar een overnachtingsplaats te beginnen. We stellen ons tevreden met de parkeerstrook voor mobilhomes in Santiago do Cacém. Deze plaats is niet bedoeld om te slapen. Zelfs op blokken staat Vroem veel te scheef. Maar hij is wel gerepareerd, zonder dat wij op hotel moesten, zoals vorig jaar het geval was...
De vroegere parkeergelegenheden langs de kust in Porto Covo werden verbouwd tot parkjes met keurig aangelegde wandelpaden. De zorgvuldig afgelijnde parkeerstroken zijn te kort en te smal voor mobilhomes.
We schuimen de kust verder af tot Cabo Sardao. Ook hier werd grondig ingegrepen. Het parkeerterrein op de rots is gebarricadeerd met paaltjes. We installeren ons op een van de zeer schaars geworden plaatsjes, dicht bij de zee.
Het wordt ploeteren in het losse duinzand, heuvel op, heuvel af. Maar elke stap wordt rijkelijk beloond met een paradijselijk zicht, met het geluid van de branding, of met de stilte.
Wat een drukte! Maar... wat zijn we rotverwend. Vergeleken met onze Belgische kust tijdens een warm en zonnig verlengd weekend is het hier vrij rustig.
We installeren ons aan de rand van een parking.
Tussen de rotsen, die de wind tegenhouden, zitten we lui op het strand, tot de vloed ons wegjaagt.
We wandelen, over de met bloemen bezaaide rotsen en duinen, naar het strandje in Zambujeira de Mar.
Het vroegere parkeerterrein waar we vorige keer verbleven werd opgedoekt. Verderop prijkt een nette gloednieuwe parking, voorzien van het bekende toegangspoortje, waar alleen auto's onderdoor kunnen.
In de loop van de avond trekken alle Spaanse en Portugese mobilhomes weg. Morgen, paasmaandag, blijkt hier een werkdag te zijn.
Bij zonsondergang staan wij hier tot onze verrassing helemaal alleen.
Ter ere van de sani mogen we meer dan 100 km rijden, naar Sagres, waar de dichtst bijzijnde voorzieningen zich bevinden. De activiteit van vandaag wordt nog uitgebreid door de was- en droogautomaten bij de Intermarché. Niet zo erg... het is toch veel te heet om waar dan ook te wandelen.
We overnachten op de grote parking, dichtbij het Fort. Plaats zat voor ons en de talrijke andere mobilhomes.
Vanop ons geïmproviseerde terrasje, naast Vroem, merken we echter dat een drukke sluipweg het midden van die parking doorkruist.
Vooraleer we hier wegrijden willen we onze watervoorraad bijvullen. Dat wordt aanschuiven want ook voor Jan en Alleman is de Intermarché in Sagres de enige plaats met campervoorzieningen in een straal van 100 km. Vervolgens gaan we op zoek naar een schaduwrijke plaats om te picknicken.
Geen schaduw te bespeuren op dit middaguur! Uiteindelijk parkeren we aan de rand van een dorpje en openen de achterdeuren van Vroem. Zo krijgen we één vierkante meter schaduw, net genoeg om onze stoeltjes in te proppen en te picknicken bij “slechts” 32°.
In het bloedhete kustdorpje Monte de Clerigo waait een krachtige warme landwind. Hier blijven we overnachten. A
ls welkomstgeschenk krijgen we een prachtige zonsondergang.
Uit de landwind in de schaduw is het 35°. Dus vluchten we naar Mina de Sao Domingos, in het binnenland.
We komen terecht op een luxieuze parking met zicht op een meertje met zwemgelegenheid.
Op het kraaknette terrein zijn enkel mobilhomes toegelaten. Er is een picknickplaats met tafels en banken. Het bar-restaurantje heeft een overdekt terras en toiletten. Tot onze verrassing is deze plaats niet betalend.
De bries is hier minder hevig en de temperatuur is aangenamer. Wat zijn we toch verwend dat we het weer zomaar kunnen kiezen...
Het dorpje Luz werd 40 km verderop verplaatst en heropgebouwd, omwille van de aanleg van het stuwmeer.
Dit vinden wij een reden om deze omgeving te verkennen. Maar de splinternieuwe wijken en straten zien er verlaten en saai uit. We komen te weten dat de meeste bewoners niet wilden verhuizen naar deze verplichte plek.
We wandelen over een stakeketsel dat tot ver boven het meer loopt, en weer terug.
Dat was het dan. Geen restaurantjes of gezellige terrasjes. Behalve Vroem... En de bar is open.
Er is iets mis met onze frigo. Het is er 11° en dat is veel te veel.
Het dichtst bijzijnde mobilhomebedrijf bevindt zich in Sesimbra, ongeveer 100 km hiervandaan. Van een camperreiziger vernemen we dat, door de aanhoudende warmte, de gas-samenstelling in de gasfles op het niveau van de toevoer veranderd kan zijn.
Dus sluiten we onderweg alvast onze reservegasfles aan. 's Avonds wijst de thermometer 6°. Goed zo, maar nog teveel. We overnachten in Sesimbra, benieuwd hoe het morgen zal zijn.
Yes !!!! Onze frigo heeft zich herpakt! Nu kunnen we weer een flinke voorraad aanleggen.
Daarna volgt een lange rit naar het stuwmeer in Barragem Monte da Rocha. In deze omgeving is niets te beleven, maar we vinden wel een rustige parking, aangenaam genoeg om hier te overnachten.