Ik ben Walter Smeekens
Ik ben een man en woon in Rucphen (Nederland) en mijn beroep is Gepensioneerd agoog.
Ik ben geboren op 21/05/1936 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen; verhalen schrijven; foto's maken.
Ik ben gehuwd en heb 4 kinderen en elf kleinkinderen.
Toevluchtsoord van Maria voor allen die in nood verkeren.
In afwachting van de nieuwe Rucphense dorpskern: De jeu des boulesbanen.
De Rucphense wandelroute "Klavere Vrouwke"
Heideven in onze Heemtuin.
Lieve moeder Maria, zegen alle moeders die uw hulp zo hard nodig hebben.
Zomer 2009
Bloemencorso in Zundert Ieder jaar op de eerste zondag in september
De gedachtenisplaats, op de Belgisch-Nederlandse grens, aan het overlijden van een van Neerlandse beruchtste smokkelaars, tijdens de Eerste Wereld Oorlog [1914-1918]: "Klaver vrouwtje".
Rucphen, juweel in de Westhoek
Wat interessant is
11-01-2010
Kerstmis
Het feest van de vrede op aarde voor alle mensen.
'n Grote groep mensen vertelt dan het al oude volksverhaal, van de wat oudere man en z'n jonge bruid die, zwervend door 'n stad, nergens onderdak kunnen vinden, om tenslotte hun intrek te nemen in een oude gammele schaapstal, waar zij bevalt van hun zoontje en als eerste kraamvisite 'n stel povere herders ontvangt.
Voor 'n andere groep mensen, die de tijd van geloven in volksverhalen wel gehad heeft, is 25 december de dag van hun eigen 'modern' sprookje.
Tekening van mijn kleinkind: Meike Smeekens
Het verhaal over de wat korpulente man met 'n witte baard, gestoken in 'n rood kostuum, wonend op - of nabij - de noordpool, die met 'n arreslee, getrokken door 'n stel rendieren, de nodige cadeaux uitstrooit onder hun kerstboom.
Doch voor duizenden is Kerstmis het feest van de herdenking van de geboorte van God als mens, die onder ons kwam, om de dood te overwinnen en ons zo het eeuwig leven schonk, in eenvoud en stille rust.
Het is het herinneren aan die stille heilige nacht, uit 'n oud grijs verleden, die hen nog steeds aanspoort om begrip op te brengen voor elkaar en om te proberen vrede op aarde te bewerkstelligen tussen alle mensen van goede wil.
Kindergedachten Het regent - O wat regent het! Ik hoor het in mijn warme bed. Ik hoor de regen zingen, - Het regent, regent dat het giet Dat niemand daar nou iets van ziet Van al die donk're dingen.
Het ruist en regent en het spat Nou worden alle bomen nat En plast het in de sloten. Het regent over- overal! O hé! Daar loopt het zeker al Bij straaltjes uit de goten!
Wat is dat gek en leuk geluid! Wat is het lekker om dat uit Je donkere bed te horen; 't Is of de regen samen praat, Of dat een kerel buiten staat Te fluisteren aan je oren.
Nou druipt het in het open gras Nou zal er wel een grote plas Op alle wegen komen. Nou lopen nergens mensen meer, Verbeeld je eens in zo een weer! Daar wou ik wel van dromen.
En vroeg, morge' in de zonneschijn Als dan de blaadjes zilver zijn, Met druppeltjes bepereld, Dan doe ik toch mijn eigen zin; Dan loop ik héél en héél ver in Die schoon geworden wereld. van: Adama van Scheltema
De natuur trok zich terug in z'n schulp Toverde ons nog even z'n overdonderende kleurenpalet
En liet vervolgens de eind-afbraak over aan de schimmels.
Het jaar 2009 sjokt naar zijn eind. 't Was 'n mooi jaar, waarin we volop buitenshuis konden genieten. Het begon met de lente, weliswaar winderig en wat koeltjes, maar we konden buiten genieten.
De tuin kreeg een schitterend bloemenkleed aangemeten.
De Mariamaand is bij uitstek de maand om zoveel mogelijk kapellen van Maria te bezoeken. Vandaar dat ik u mee wil nemen op een rondleiding langs de Maria huisjes binnen onze gemeente en in de onmiddellijke omgeving daarvan.
Op een bidprentje voor meisjes, uit het jaar 1954, stond het volgende gebed tot Maria in de meimaand te lezen. Wij willen U danken voor al wat Gij deed bij Elisabeth. Want Gij hebt ons zo'n prachtig voorbeeld gegeven. Gij, in Uw hoge uitverkiezing, hielp zo nederig en zo blij de oudere vrouw die Moeder ging worden. Terwijl Ge toch zelf ook de ongemaaken en lasten van Uw eigen Moederschap al te dragen had. Maar Ge hebt U zelf vergeten om, de andere die ge dienen wilde. Wij danken U om dit voorbeeld. En wij vragen U: Maak ons dienstbaar, zo vol eenvoud als Gij. Geef ons eerbied voor het dienende werk in het huisgezin. Zegen alle moeders, die zo hard hulp nodige hebben. Geef hun elke nieuwe dag weer blije moed en nieuwe kracht. Geef ons grote eerbied voor het Moederschap. O.Lieve Vrouw, Wees Gij de oorzaak van onze blijdschap en de roem en eer van alle meisjes en vrouwen.
Reintje de vos Grimbaard de wolf Reintje sprak aldus den Grimbaard aan: "Lieve vriend, zo'n oude haan, of taaie kip te kraken, wil ik niet langer maken.
Gij immers weet altijd eenvoudig weg U 'n buit te pakken, zeg. Want terwijl ik moeizaam rondzwerf Op 't een of andere boeren erf, Stroopt gij, vrank en vrij de malste vleespartij. Leer mij, o Wolf, uw edel handwerk, Zodat ik als eerste vosje, slim en sterk, mij kan laven aan 'n schapenvlerk."
"Welaan dan," sprak de wolf. "Zo juist stierf m'n broer, Dus neem zijn buiten kolf En vermom u, dapper en stoer. Dan gaan wij getwee opweg Zodat gij kunt doen, wat ik u zeg."
Na 'n korte wijle waken zagen ze 'n groep schapen naken. Eén liep er achteraan Meer te slapen dan te gaan. "Kijk," zei de wolf - vol jagers zin - "Die pak je nu wel heel eenvoudig in."
De vos sloop wolfig naderbij En juist toen hij Verpletterend toe wilde slaan Kraaide er een haan. Zonder er nog een seconde bij stil te staan Stortte ons vosje zich op de haan.
Moraal: Het is al duizend maal gebleken Ondanks gestoken achter 'n mom De oude gang en streken Keren altoos en immer weerom.
Wat de Nazareëner zijn volgelingen te leven voor hield: "Bemin God {= de Scheppende kracht in de kosmos, die 't menselijk verstand ver te boven gaat} met heel uw hart, geheel uw ziel en al uw verstand en bemin vervolgens uw naasten als uzelf. (Mattheüs 22, 37-40) Want de Scheppende kracht in de kosmos kan alleen maar liefde zijn; het allerbeste wat voor handen is, in al het bestaande. Het is de mens, die vanaf het moment dat hij zich kennis verschaft van goed en kwaad, deze tegenstelling - in steeds groter wordende mate - creëerde, totaal vergetend, dat ieder individuele mens zorg voor zichzelf - en in gelijke maten - voor de ander had. Het gevolg hiervan was: onmin, achterdocht, haat en strijd, zodat de Christelijke Bijbel voor het overgrote deel gevuld is met verhalen over de onderlinge meningsverschillen der mensen en hun oorlogsvoering, om 't gelijk van de sterkste te bevestigen. Het aller kleinste deel van die Bijbel bevat 't "Boek der Liefde", door Jezus ter kennis der mensheid gebracht en voor geleefd, zodat allen die er voor kiezen zijn volgelingen te worden, in vrede en geluk met elkaar kunnen samenleven, om uiteindelijk 't hele mensdom vreedzaam te maken. Want dan kan daadwerkelijk de wens waar gemaakt worden:
"DIT NOOIT MEER!"
Laten we daarom hun offers voor onze vrede en vrijheid, tot op het einde der dagen, blijven herinneren.
Een van de velen oorlogsbegraafplaatsen,
waar bovenstaande mensen hun laatste rustplaats vonden.
Laat wij ons hun namen voor altijd blijven herhinneren.
Zelfs de onbekenden.
Over dit pad voerde hun laatste gang. Zij waren elf in getal, Die men hier hun leven stal.
Hun rest slechts deze steen naast het pad.
Ongeveer 20 km. oostwaarts, in hun dorp Baarle Nassau, staat als herinnering dit monument.
Sta even stil, wie hier passeert.
En lees de plakette. Want 'n mens is eerst dood als niemand zijn naam nog noemt.
Jaarlijks, op 4 mei, staan wij - als Rucphense gemeenschap - in alle vrijheid en rust, stil bij deze marmeren tegel en lezen er hun namen.
Er ontstonden aparte leefgroepen[volkeren], die totaal van elkaar vervreemden, maar die wel iets gemeenschappelijks behielden: 't Geloof in na-aards leven, dat iedere groep voor zichzelf vorm gaf. Maar bij allen werd 't echter wel een afspiegeling van 't aardse bestaan; met opperhoofden {Oppergoden}, maagden{godinnen}, dienaren{halfgoden} en dienaressen{menselijke bijzitten der goden}. Iedere leefgroep maakte ook in bouwwerken hun afspiegeling van het hiernamaalse duidelijk.
Egyptenaren
Grieken
Hindoestanen
Maya's
Kelten
In de tussen tijd ontstonden er bij de diverse leefgroepen ook bijzondere verhalen. Ergens langs de oevers van de Nijl in 't Oude Egypte - zo ongeveer 3000 jaar voor Chr. - ontstond 't verhaal van 'n kind-koning, die door onbevlekte ontvangenis was geboren. Hij leerde zijn volk de wetenschap over de zon, die men aanbad als de God van de Vruchtbaarheid; deed wonderen en toen hij stierf, zei men, dat hij was opgestegen naar de sterren. Men noemde hem de gevederde slang.
In Zuid Amerika, meer precies in Mexico, werd rond 1300 voor Chr. - aldus de overlevering - in 't oerwoud 'n kind-koning geboren, middels een onbevlekte ontvangenis, die zijn volk de wetenschap over de zon leerde en deze aanbad, als de God van de vruchtbaarheid. Hij deed wonderen en toen hij stierf, zei men, dat hij opsteeg naar de sterren. En men noemde hem de gevederde slangengod.
In Palestina leerde [in 't jaar 30 na Chr] 'n kind-koning - geboren via een onbevlekte ontvangenis - zijn volk de naaste liefde en noemde God zijn Vader. Bovendien overschaduwde hij z'n volgelingen met de Geest Gods. Hij deed wonderen. En toen hij stierf, zei men, dat hij opsteeg naar de hemel [sterren] en men noemde hem: Jezus zoon van God.
Maar hoe zit 't dan met die goden, halfgoden, engelen en duivels? Hier komen we in 't gebied van de volksverhalen, de overlevering. De eerste mensen zagen dingen rond zich, waarvoor een verklaring moest zijn! Er was een oorzaak en dat had een gevolg. De zon, maan en sterren waren fasinerende zaken. 't Zonlicht dat deed groeien en zorgden voor het ontstaan van de dag en bij afwezigheid voor de nacht. Maar in die nacht vielen roofdieren aan. De nacht werd als kwaad ervaren. Bovendien vermoedde de mens iets van 'n bestaan elders. Het zonlicht kwam en verdween niet uit zichzelf. Er was iets dat die zaak regelde. En omdat er goede en minder goede mensen waren - precies als [tamme] dieren en rovers - zo zou 't in dat andere bestaan ook wel zijn. Men praatte er met elkaar over en net als met de uitleg omtrent de jacht:
tekende de mens ook over dat andere bestaan.
Hierna leerde de mens afbeeldingen in stenen muren beitelen, waarmee bijzondere gebeurtenissen werden vastgelegd.
Het maken van boten en er mee varen.
Aanlegsteigers bouwen in vreemde oorden.
Jachttafrelen vast leggen, waarbij hulpmiddelen als paard en wagen gebruikt werden.
Nog weer later leerde de mens schrifttekens en werden verhalen opgetekend in kleitafels. 't Zijn deze tafels die ons de oudste verhalen hebben overgeleverd. Zoals het Gilgamesj epos met het verhaal van een zondvloed.
Na deze schrijvende mensen, ontstond er een cultuur, waarin de astrologie [= wetenschap over de zon, sterren en planeten] een voorname rol ging spelen. Men bouwden graftomben voor de eeuwigheid en versierden die met beelden EN schrifttekens.
Hemel en aarde; goed en kwaad; scheppingsverhaal uit de bijbel; evolutietheorie van Darwin; waren de goden astronauten? van von Denicken; UFO's en goden en half goden uit de oudheid. Hoe zit het allemaal? Misschien is de volgende denkwijze min of meer 'n verklaring voor een en ander. Laten we uitgaan van: "In 't begin was er niets, alleen God [= de scheppende kracht; energie]" Volgens Einsteins theorie kan energie omgezet worden in massa. {E = mc2} Als nu 'n deeltje van God {= energie} omgezet is in massa, zou dat de verklaring kunnen zijn voor de "big bang"[= de oerknal] {Volgens de Bijbel: [Gen.I, 1] 'In het begin schiep God de hemel en de aarde.'}
De oerknal
De energie werd massa en het tastbare [=fysieke] heelal begon. Een deeltje van deze uiteengespatte massa koelde langzaam af en er vormde zich een gaslaag [= de atmosfeer] rond dat deel. Vanuit 't binnenste van dit afkoelende brok massa brak - bij tijd en wijle - 't inwendige vurige deel nog naar buiten.
Met dit alles was ook het fenomeen "tijd" ontstaan. Er gebeurde iets, nadat iets anders had plaats gehad. En gedurende de verstrijkende tijd ontstond er land en water. In 't water ontlook leven, dat in 'n later stadium aan land kroop en er vervolgens evolueerde tot mens.
In de massa was immers ook energie besloten. De scheppende kracht in de kosmos [= God, aldus Teilhard de Chardin] was z'n werk begonnen.
Zittend op mijn bankje in de heemtuin met uitzicht op:
het heide ven, kun je soms zowel eens wegdromen. Waar komt al dat moois toch eigenlijk vandaan? Als je de bijbel moet geloven, heeft God dit alles in zeven dagen geschapen. Maar Darwin zette daar grote vraagtekens bij. Volgens hem is alles een kwestie van evolutie. Maar hoe is die dan begonnen? Terugvallend op het evangelie van Johannes lees je daar: "In den beginne was het woord en het woord was God." Men zou dan kunnen stellen: in het begin was er helmaal niets dan God. [= de scheppende kracht in de Kosmos, aldus Teilhard de Chardin] En die kracht ontwikkelde 'betaan' {= leven} De hemel met de engelen, bijvoorbeeld. Want oude volksverhalen en overleveringen uit allerhande vroegere culturen, hebben allemaal iets over individuen, die meer hebben dan de mens.
Neem de Griekse beschaving. Die kende een Olympus vol met goden en half goden en lieten ons de mooiste verhalen [Ilias; de Giganten] en bouwwerken na, die aan dat geloof gewijd waren.
De Egyptische cultuur, die de Griekse vooraf ging, kende ook zijn Goden en heilige dieren en bouwden zelfs graftombes voor de eeuwigheid. Want er was een leven na de aardse dood.
De Chinese cultuur - aan het andere eind van Europa - kende zijn Boedha en het geloof in het uiteindelijke heiligste, na vele wedergeboorten te bereiken.
En wat te denken van de Mayacultuur in Zuid Amerika? Zij bouwden voor hun goden de prachtigste tempels, die we slechts sinds enkele jaren aan het oerwoud onttrokken hebben.
Maar ook in Ethiopië staan kerkgebouwen uit lang vervlogen tijden, die fresco's bezitten over engelen en heiligen en gewijd zijn aan de opstanding van Jezus uit de dode.
Kortom, er moet dus iets meer zijn dan ons aardbolletje met alles erop en eraan. Want als zovele generaties mensen, door alle tijden heen, er mee bezig zijn geweest en er majestueuze bouwwerken voor hebben opgericht, dan moet er buiten dit aardse leven nog iets anders bestaan. Maar wat heeft het een met het ander van doen? Vondel schreef er het drama: "Lucifer" over, in 1654, en gaf daarbij als uitgangspunt aan: '" Hoovaerdy is een liefde tot zijn eigen grootsheit, maar de Nydigheit een haetster van eens anders geluk." Of met andere woorden: de hoogmoedige benijdt zijn gelijke, omdat deze hem gelijk is en benijdt zijn mindere, omdat hij vreest dat deze hem gelijk wordt en zijn meerdere omdat die boven hem staat. Ergo: aards bestaan en het hiernamaals hebben kennelijk iets van doen met goed en kwaad. Maar hoe verbindt je dan de evolutieleer met dit na-aards bestaan? Wat hebben hemel en aarde met elkaar vandoen?
Dat het nu echt voorjaar is, weet ik zeker. De merel in onze tuin heeft drie jonkies. En daar heeft zij, zowel als hij [af en toe] het heel druk mee. En ook de zwaluw is zijn nest aan het maken onder de goot. Het gaat dus de goede kant op.
De wiend hee schoonmaok gehouwe in de wolkeschure; Die kunne opnieuw worre gevuld. De zon is op unne bolderwaoge gelaoie En wordt daogelijks over de kim getrokke, Om mee zun waireme zonneliecht D'aorde te kietele, Zoda alle blommekes wakker worre En mee dur duuzende kleurkes De weireld koome versiere.
Ut mèènsdom krij't de kolder in de kop
En zet lienks en rechts de noodige fiste op
Mar laot oons wel bedeinke: De meirtse zon en de aprilse wiend Schendt er meening koningskiend! Want wa meirt nie wil. Da nimt april. Gelukkig zèèn we dan van één dieng zeeker:
Meirtse buie wulle beduie da de zoomer dur aon komt kruie! 'n Feit is echter ook, Da hooge heere en aprille Bedriege wie ze wille, Want ut maag vruug of laot zèèn, April wul kwaod zèèn. Valt er vur Sinte Jooris (23 april) Gin reegen meer, Dan komt 'r nao hum des te meer. En bedenk ook: Aprilleke zoet hee nogal erus unne wiete hoed. Laot oons dus nie al te gauw gaon juiche, Want as april is klaor en rein, Maai zal dan des te wilder zèèn.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Gemeentehuis Rucphen
Ik weet niet hoe ik moet bidden; Ik weet niet wat te zeggen; Ik heb niet veel tijd. Wat dan?
Het lichtje dat ik offer is: 'n beetje van mijn bezit, 'n beetje van mijn tijd, 'n beetje van mijzelf, dat ik achterlaat voor Maria.
Dat stralende lichtje stelt mijn gebed voor, dat ik voortzet terwijl ik wegga. -.-.-.-.-.-.- Muurgebedje uit Mariakapel Horendonk
Ginds ver aan de einder, Daagt ' t Mariaoord, St. Willebrord; Met in zijn schaduw De Vlegter & de Kim.
Een restantje Paradijs. [om 't nooit te vergeten!]
Mijn lief sprak en zei tot mij: "Sta op, liefste, mijn schoonheid, En kom naar mij. Want voor jou is de winter voorbij, De regen is opgehouden en verdwenen De bloemen ontluiken uit de aarde De tijd dat de vogels zingen is gekomen. Dus ... Sta op mijn liefste en kom naar mij."
Dit nooit meer. Dodenherdenking 4 mei 2009
Zij gaven hun leven voor onze vrijheid. Vloeiweide Rijsbergen