Als een mens sterft is het alsof ...
... een bibliotheek afbrandt. Afrikaans gezegde
30-10-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terug naar een onwezenlijke wereld
We kwamen te weten dat de Duitse soldaten zich tegenover de burgers correct gedroegen. Het werd even met de ogen knipperen toen we onze donkere en natte schuilkelder verlieten. De weergoden ontvingen ons feestelijk met een onberispelijk blauw uitspansel en een gulle zon. Dit prachtig zomerweertje vloekte met de omstandigheden die eigenlijk vroegen om "mest en mist en vuile koude regen" als decor. Het was alsof de heilige Geest, Allah en Zeus samen op de Olympus zaten te schaterlachen om de grap die ze de mensen aandeden. En bij zo'n jolijt paste zon. De eerste schok was het uitzicht van de stille en verlaten straten in de onmiddelijke omgeving. Straat en voetpaden lagen letterlijk bezaaid met militaire uitrustingen. We vonden amper een plaatsje om een voet te zetten tussen de geweren, mitrailleurbanden, kapootjassen, koppelriemen, bajonnetten, helmen en kepi's. Het vluchtend leger wist dat het ging gevangen worden en had zich ontdaan van al wat maar eenszins naar het martiale verwees. Afblijven, grolde vader toen ik me wou bukken om een mooi pennenmes op te rapen. Wat opviel was dat de houten kolven van talloze geweren aan splinters geslagen waren of zonder grendel. Dat gaf me en goed gevoel. Ze ware overwonnen maar blijkbaar gaven ze zich nog niet verloren. Met "ze" bedoelde ik "de vaders." Het geluid was nieuw voor ons. Het kwam van de tank die de hoek omdraaide. Ze werd gevolg door nog twee andere. In iedere geschutstoren, rechtstaande, een fiere figuur, een arm gestrekt naar links, één naar rechts om zich vast te houden, gehuld in een zwart uniform. Wat in het oog sprong waren de grote zwart-wit gestreepte schouderstukken en de ronde bizarre mutsen, Wij gingen schoorvoetend verder, twijfelend en hopende dat onze informatie juist was. Dit was een test. De tanks reden nogal snel. De figuren in de geschutstorens gunden ons nauwelijks een blik. Flinke binken. Mooi gebruind. Zijn niet vervaard. Dat was de eerste commentaar. Om de hoek was er een schoenwinkel. Het grote uitstalraam was stuk geslagen en een man en een vrouw, op één been, stonden op het voetpad nieuwe schoenen te passen. De deur van hun huis, dat grensde aan de schoenwinkel stond open. Niet te geloven, bestelen die nu hun eigen buren, was moeders commentaar. Ja, als zij het niet doen, zullen straks anderen het doen, was vaders antwoord. Als buur zou ik alle schoenen uit de winkel halen en ze bij mij opslaan en ze terug geven als de eigenaars terugkomen, was haar antwoord. Ze zei dat op een toon die geen tegenspraak duldde. Ik was blij dat moeder dat standpunt innam. Het deed me goed. Het gaf een houvast in deze chaotische omgeving. We bereikten zonder ongelukken een buitenwijk van de stad. We hadden al talrijke gemotorizeerde Duitse militaire kolommen gekruisd zonder ongelukken. En toen gebeurde het. Ik zag mijn eerste lijk. Hij lag eenzaam op de hoek van een zijstraat van de grote laan die we volgden. Geen levende ziel in de buurt, enkel twee figuren een vijftig meter in de zijstraat, een man en en vrouw voor hun deur, op het voetpad. Klaar om terug binnen te springen bij de minste onraad, maar benieuwd. Ze zagen ook het lijk liggen maar durfden het niet aan naderbij te komen. Hij droeg een matrozen uniform van de Franse marine. De muts met de ponpon op lag naast hem. Hij lag op zijn rug, De armen en benen gespreid. Zijn trouwring maakte een diepe groef in de opgezwollen hand. Het was een flink gebouwde, struise man. We stonden er onwezenlijk bij. De ouders begonnen zich vragen te stellen. Welk tafereel had zich hier afgespeeld ? Zeggen dat hij ergens een vrouw en kinderen heeft, werd er gezegd. Waarschijnlijk had hij gedronken op de nederlaag en misschien heeft hij staan schelden of heeft gebaren gemaakt naar de voorbijtrekkende tanks, werd er geopperd. Dit was mijn eerste lijk. Ik zou er nog velen zien, maar dat werden geen lijken genoemd, maar krengen. Krengen van koeien. De onmetelijke grote weiden, die we op onze voettocht naar het noorden, richting België, zouden voorbijtrekken, lagen er bezaaid van. Alle op de rug, met de vier poten in de lucht in de brandende zon en opgezwollen als ballons, een surrealistisch zicht.


Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Archief per week
  • 09/01-15/01 2012
  • 27/10-02/11 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/06-02/07 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 05/12-11/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 04/07-10/07 2005

    Inhoud blog
  • Kikvorsen slaan
  • Beroepskeuze om 12 jaar
  • Beroepskeuze om 12 jaar
  • Beroepskeuze om 12 ?
  • Cohabitatie
  • Zoals gedresseerde schepershonden ...
  • Het spookdorp
  • Op klompen
  • Vrij !
  • Vier jaar onder de hiel van de laars
  • Real Bokrijk
  • De confrontatie

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


     

    Lily marleen

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!