xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Op 14 november 2005, ter gelegenheid van de 128ste verjaardag van de geboorte van de Vlaamse dichter René De Clercq, plaatste de 15-jarige Robin Dhaluin uit Zwevegem een buitengewoon rijke webstek over de Deerlijkse dichter op het internet. Voor de teksten, muziek en foto's kon hij beroep doen op de voorzitter van de Stichting René De Clercq, Arnold Vantieghem en de bestuursleden Hugo De Backer en André Van Ryckeghem. De webstek bevat meer dan 1200 paginas: bijna duizend gedichten van René De Clercq, 12 liederen gezongen door o.a. Micha Mara, Tony Sandler en Louis Neefs met o.a. het orkest van Francis Bay. Er worden ook gedichten voorgedragen door Antoon Vander Plaetse (de klok van Vlaanderen) en Rosa Jonckheere.
U kunt er ook alle inlichtingen vinden over het museum, de bezoekuren, het leven en werk van De Clercq en een uitgebreide bibliografie. Het is zijn bedoeling om samen met Opa en Oma en de Stichting René De Clercq de webstek uit te bouwen tot de volledigste over de dichter en componist René De Clercq. Deze dichter is in de vergeethoek geraakt maar zijn gedichten Tinke van Heule, Moederke alleen, De gilde viert, Gent en Daar is maar één land, worden nog regelmatig gezongen. Er is voor elk wat wils en de samensteller houdt meer van moderne muziek: Marcel Vanthilt zingt het dorserslied 'Plof' getoonzet door Ad Cominotto. Wist u dat meer dan 150 componisten uit Nederland en Vlaanderen gedichten van Declercq op muziek gezet hebben? Reeds tien jaar lang, telkens tijdens de maand november brengen zijn oma, opa, Arnold Vantieghem en Hugo De Backer verteltheater voor de 3de kleuterklassen en 1ste leerjaren van de regio. Verleden jaar vierden ze de 250ste opvoering.
René De Clercq werd in Deerlijk geboren op 14 november 1877 in het huis, toen herberg Het Damberd, dat nu zijn museum herbergt. Zijn vader Charles was een kleine vlashandelaar, herbergier en touwslager en verzorgde de hele vlasbewerking vanaf het zaaien tot het zwingelen. Van het afval werden s winters koorden gedraaid. Omdat René als jongste zoon in gezin van 16 het troetelkind van de familie was en eveneens een heel schrander baasje, mocht hij verder studeren. Op zijn dertiende trok hij naar het college Saint-Joseph in Tielt. Buitengezet in Tielt maakte hij zijn humaniora af in de retorica van het college Saint-Amand in Kortrijk. Wat hem het zwaarst viel, was de Franse opvoeding. De internaten waren de verfransingsmachines bij uitstek en René De Clercq klaagde in bittere bewoordingen die wantoestanden aan. Na de collegejaren studeerde hij verder aan de (Franstalige) universiteit van Gent, eerst voor geneesheer en nadien Germaanse filologie. Universitaire studies waren het voorrecht van een Franssprekende elite in Vlaanderen. Hij promoveerde tot doctor in de Germaanse filologie in Gent met een proefschrift over Guido Gezelle. Hij was achtereenvolgens leraar in Nijvel (waar hij August Borms als collega had), in Oostende en in Gent.
De 25ste augustus 1903 zegende Hugo Verriest in Ingooigem het huwelijk in van de 26-jarige René De Clercq met de intelligente, mooie Marie Delmotte. In 1909 overleed Marie na een korte ziekte en liet hem met drie kleine kinderen achter. Zijn dichtbundel Uit de diepten (1911) leert ons hoe ontredderd hij was door de dood van zijn aanbeden vrouw. Door toedoen van beide families hertrouwde hij enkele maanden later met haar ongehuwde zuster Alice met wie hij ook drie kinderen kreeg. Bij de inval van de Duitsers op 4 augustus 1914 vluchtte hij, zoals méér dan één miljoen Belgen, met zijn gezin naar het neutraal gebleven Nederland. Door zijn Vlaamsgezinde artikels in De Vlaamsche Stem werd hij in 1915 als leraar ontslagen. Dan trad hij toe tot het activisme en keerde in 1917 naar Vlaanderen terug als conservator van het Wiertzmuseum in Brussel en werd lid van de Raad van Vlaanderen onder Duits bewind. Na de oorlog werd hij, wegens zijn activisme, door het Belgische gerecht in 1920 bij verstek ter dood veroordeeld. Hij week uit naar Nederland, waar hij in ballingschap leefde tot aan zijn dood op 12 juni 1932. Hij was nog geen 55 jaar oud.
Hij werd begraven in grond van de familie Pieck op het kerkhof van Lage Vuursche in Maartensdijk bij Utrecht. In 1982, vijftig jaar na zijn dood, werden het gebeente en het grafmonument naar zijn geboortedorp overgebracht. Het monument is het werk van de expressionistische Gentse kunstenaar Jozef Cantré. Het stelt de dichter voor die vol ontzag neerknielt in de tuin van Dietsland. Met het aangezicht naar de zon en het heelal gekeerd, drukt hij het boek De Noodhoorn tegen zijn hart. Met zijn linkerhand laat hij moeder aarde, zijn Vlaanderen, zijn Dietsland, niet los.
De Clercq debuteerde in het spoor van Guido Gezelle met volkse, levenslustige en sterk ritmische gedichten op de natuur, de huiselijkheid en de ambachten. Méér dan 150 componisten uit Vlaanderen en Nederland, onder wie Emiel Hullebroeck, Lieven Duvosel, Flor Peeters, Lodewijk Mortelmans, Jef van Hoof en Catharina van Rennes hebben gedichten van De Clercq op muziek gezet en vele ervan behoorden al vlug tot het volksbezit. Denken we maar aan Tineke van Heule en Moederke alleen. Hij is na Guido Gezelle wellicht de meest verklankte dichter van Vlaanderen en Nederland.
Zijn museum
Op zondag 9 juni 1991 werd het René De Clercqmuseum officieel geopend. De vader van Tineke van Heule kreeg zijn Hemelhuis blokletterde Gaston Durnez in de Standaard van 5 juni 1991. Het museum bevindt zich in de gelijknamige straat, in het geboortehuis van de dichter. Het huisje uit 1790 werd door de gemeente aangekocht in 1979 en wettelijk beschermd bij KB van 27.09.1979. Onder leiding van Monumenten en Landschappen hebben de gemeentediensten het vakkundig gerestaureerd. De benedenverdieping verwijst naar de tijd van René De Clercq met de open haard in de woonkamer, de Leuvense stoof in de keuken en de bakoven waar soms nog brood of taart gebakken wordt. Ook de authentieke werkkamer uit Amsterdam is er ondergebracht.
De verdieping is omgevormd tot een moderne museumruimte waarin 16 wandplaten en 14 tafelkasten chronologisch het leven en werk van René De Clercq toelichten. Wie op een poëtische manier de dichter nog beter wil leren kennen, zal plezier beleven aan de videoclips Curriculum vitae en De Clercq van Deerlijk. Bezoekers van 7 tot 77 krijgen er door enthousiaste gidsen, allen vrijwilligers, antwoord op de vragen: Hoe leefden onze (over)grootouders? en Wie was René De Clercq?.
In het gastenboek van het museum staan lofwoorden van bezoekers uit heel Vlaanderen en Nederland maar ook uit Duitsland, Estland, Ierland, USA en
Mexico. Enkele citaten: Dit kleine museum is een waardig juweel voor René De Clercq, een dichter van formaat omdat hij enkele onvergetelijke verzen heeft geschreven (Jozef Deleu). Een groot museum in een klein huisje. Het woord proficiat vinden we op elke bladzijde van ons gastenboek.
In Deerlijk wordt René De Clercq regelmatig herdacht. Op dinsdag 13 december 2005 kunt u om 20 u. een voordracht door Piet Boijens bijwonen in dIefte over René De Clercq in de schilderkunst. Vrijdag 24 februari 2006 staat de jaarlijkse, druk bijgewoonde Vlaamse zangavond Rond de piano van René De Clercq op het programma. René De Clercq is dank zij Robin Dhaluin vanaf nu ook permanent op internet op het adres http://www.renedeclercq.be.
|