Op school naar voordracht geweest van Stef Desodt over het weerbaar opvoeden van pubers. Gaf vrijblijvend een aantal tips uit zijn rijke ervaring als ouder van een dochter en een zoon en als leerkracht (ruim een kwarteeuw) aan gedragsgestoorde kinderen. "We moeten leren leefbaar omgaan met dit schitterend jonge volk", gaf hij als inleiding mee. Het komt erop aan dat deze pubers weerbaar zijn in allerlei omstandigheden zoals tegen drugs- en alkoholmisbruik en pesten. Pubers moeten neen kunnen zeggen als ze in vriendenkring met XTC en andere drugs worden geconfronteerd, en geen enkele school of omgeving is vrij van drugs. Er mag gesteld worden dat één op vijf het niet bij één experiment laat en voor 8 % komt er een derde keer of komt het tot problematisch drugsgebruik.
Weerbaar opvoeden doen we volgens de spreker niet door affectie af te kopen door teveel in te gaan op hun wenken. We moeten hen klapjes leren incasseren door regelmatig op hun verlangens te reageren met: "neen, ge krijgt het nu niet". Een handig middeltje om hen te leren verlangen is hen een verlanglijstje te laten opstellen, waaruit ze dan bij tijd en stond iets kunnen kiezen. Desodt creëerde in zijn gezinnetje zeven momenten, wanneer de kinderen iets krijgen. Het zijn feestdagen als kerstmis, nieuwjaar, verjaardag, pasen, St Niklaas, begin van de grote vakantie en de huwelijks- of kennismakingsverjaardag van de ouders.
Hij wees op enkele symptomen die er kunnen op wijzen dat er iets niet pluis is met de puber. Daar zijn vooreerst het gebrek aan eetlust en een slechte nachtrust, gekoppeld met een buitenmatig agressief of poeslief gedrag. Andere symptomen kunnen zijn : verstrooidheid, dromerig, stotteren, opnieuw bedwateren, teruglopende schoolresultaten en andere die erop wijzen dat de puber zich niet goed voelt in zijn vel. Het is dan belangrijk dat we als ouder niet agressief reageren en proberen uit te vissen wat er verkeerd loopt, wat veelal niet gemakkelijk zal zijn. Het kan aangewezen zijn om daarbij een deskundige (revalidatiecentrum of privaat) te raadplegen.
In het geval van pesterijen gaf hij de raad mee onmiddellijk te reageren en niet verlegen te zijn om de school te verwittigen. Het is heel belangrijk dat de school goed en vlug reageert tegen pesterijen, want het kan de betrokkenen blijvend nadelig tekenen. Meestal zijn er in een groep maar een paar potentiële pestkoppen en evenveel potentiële gepesten. Het is dan vooral belangrijk dat de neutrale groep tot een gepaste reactie wordt bewogen.
Geleerd heb ik dat weerbaarheid bij pubers enerzijds aangekweekt wordt door hen klapjes (soms laten ontberen van hun verlangens) te leren incasseren, maar tegelijk door hen met regelmatige schouderklopjes te ondersteunen. Hen eerder benaderen met "Gaat het een beetje...", dan wel het minder spontaan overkomende "Hoe gaat het ?". Weerbaarheid steunt op zelfvertrouwen. Ze willen vooral goed overkomen bij hun leeftijdsgenoten.
|