Midden 2003 sloot Interlin in Beveren-Leie haar deuren. Meer dan 100 werknemers verloren hun baan. Reeds een jaar later werd een groot én mooi verkavelingproject voorgesteld voor de terreinen van de Interlinfabriek. We zijn anderhalf jaar verder en VLD-Waregem komt nu naar buiten met een voor ons opzienbarend dossier over dit project. Het blijkt dat zowel de bodem als het grondwater op deze site ernstig verontreinigd zijn. Het verkavelingproject ligt daardoor al bijna een jaar stil en er wordt door het stadsbestuur geen aanstalten gemaakt om de verontreiniging op te ruimen.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vooral de verontreiniging met formaldehyde, nitraat en nitriet baart zorgen. Formaldehyde of methanal is een gas met een zeer sterke, onaangename geur. De vroegere werknemers van het bedrijf kunnen daarvan meespreken. Formaldehyde is ook giftig en er wordt ook aangenomen dat formaldehyde kankerverwekkend is. Nitraten en nitrieten kunnen ook kankerverwekkend zijn. Alle onderzoeken en bodemattesten hebben het dan ook steevast over ernstige bedreigingen.
Onmiddellijk na de sluiting in 2003 werd al een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Dergelijk onderzoek moest uitgevoerd worden, omdat het de bedoeling was om de terreinen van Interlin over te dragen aan de Groep Huyzentruyt met het oog op het realiseren van een grootschalige verkaveling op deze terreinen. Het woonpark zal bestaan uit enerzijds 5 units appartementen met 2, 3 of max. 4 bouwlagen. Er gaan momenteel stemmen op om één van deze units te vervangen door een seniorie. Wellicht zullen ook op het gelijkvloers van de appartementen andere functies beschikbaar gesteld worden, zoals eventueel een buurtwinkel/kleine superette en een wassalon. Anderzijds komen in het park individuele woningen. Eens afgewerkt zal de site in totaal een 150-tal wooneenheden tellen.
Het rapport van het oriënterend bodemonderzoek dateert van 8 september 2003. Dit rapport was dermate ontnuchterend, dat verder onderzoek geboden was. Dit verder onderzoek wordt een beschrijvend bodemonderzoek genoemd. Het eindverslag van het beschrijvend bodemonderzoek dateert van 23 december 2003. Gezien de ernstige verontreiniging moet een bodemsaneringsproject worden uitgewerkt. Met andere woorden, er moet een technisch voorstel komen waarin beschreven wordt hoe men de grond en het grondwater opnieuw aan de leefmilieunormen wil laten voldoen. Bij de opmaak van dit bodemsaneringsproject stelde OVAM vast dat sommige buurtbewoners het grondwater mogelijks als drinkwater gebruiken. Als gevolg hiervan moest een aanvullend onderzoek in de buurt naar grondwaterputten worden uitgevoerd. Het rapport van dit aanvullend onderzoek dateert van 13 augustus 2004. Daaruit blijkt dat het grondwater bij twee buurtbewoners niet geschikt is voor menselijke consumptie. Het verhoogde nitraat- en nitrietgehalte is hier verantwoordelijk voor. In dit verband vermeldt het rapport het volgende: Gezien de nabijheid van een pluim met verontreinigd grondwater, in casu stikstofverbindingen, dient de nodige omzichtigheid te worden ingebouwd.
Het voorstel voor bodemsaneringsproject zelf wordt op 1 september 2004 voorgesteld. Daarin stelt het studiebureau twee scenarios voor. Het eerste scenario zou iets meer dan 500.000 euro kosten en zou onder andere de bouw van een mobiele waterzuiveringsinstallatie inhouden. Het vervuilde grondwater zou worden opgepompt en door middel van deze waterzuiveringsinstallatie worden gezuiverd. Wanneer het grondwater op een bepaalde plaats volledig gereinigd is, kan de waterzuiveringinstallatie verplaatst worden. Er is ook een tweede scenario met een vaste waterzuiveringsinstallatie, die iets meer dan 900.000 euro zou kosten, maar volgens de persmededeling van VLD heel wat nadelen zou inhouden.
Voordat een bodemsaneringsproject kan worden uitgevoerd, moet OVAM daar haar zegen over geven. Op 1 februari 2005 liet OVAM echter weten dat ze niet akkoord kon gaan met het voorgestelde scenario. OVAM was voornamelijk van mening dat de resultaten van het buurtonderzoek naar het gebruik van grondwaterputten onvoldoende in het voorstel van bodemsaneringsproject waren verwerkt. OVAM vond eveneens dat nog aanvullende onderzoeken moesten worden uitgevoerd. Sinds 1 februari 2005 is er geen verdere evolutie meer in het dossier. Met andere woorden, al bijna een jaar ligt het dossier stil. Intussen blijft wel het risico op verdere verspreiding van de verontreiniging van het grondwater met nitraat en nitriet bestaan.
VLD-Waregem laakt in dit dossier de passieve houding van het stadsbestuur, dat nog op geen enkel moment een eigen initiatief zou genomen hebben om de zaken te bespoedigen. Mede hierdoor heeft het hele project al een jaar vertraging opgelopen. Nochtans hadden de eerste woningen er al begin 2006 moeten zijn. Door deze vertraging kan evenmin de huidige verkeersonveilige situatie in de Kleine Heerweg worden verholpen. De Beverse VLD-bestuursleden Luc Lambrecht, het enige raadslid dat zowel in gemeenteraad als OCMW zetelt, en Lieven Monserez roepen het Waregemse stadsbestuur op om daarover dringend klare wijn te schenken en alle betrokken partijen zo snel mogelijk bij elkaar te roepen om op korte termijn het dossier te deblokkeren.
|