We beloofden verder in te gaan op de bevolkingsevolutie van vorig jaar. Bij wie kunnen we daarvoor beter terecht dan bij Chris Vandenbroeke, professor demografie en geschiedenis. De huidige tendens met het onrustbarend stijgend negatief migratiesaldo (in 2005 al 171 inwoners) voorspelt volgens hem weinig goeds. Als reden ziet hij het uitwijken van nogal wat jonge gezinnen, omdat de gronden en de huizen hier veel te duur geprijsd zijn. Ook inzake tewerkstellingskansen heeft Waregem zijn aantrekkelijkheid verloren. Hij vreest dat als het stadsbestuur niet dringend ingrijpt met een actief en sociaal woonbeleid, Waregen over een tiental jaar zonder meer het etiket slaapstad krijgt opgespeld.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Pakweg vijftien jaar geleden waren de verwachtingen nog bijzonder hoopgevend. Dat blijkt alvast uit de vroegere OCMW-studie Bevolkingsprognose Waregem 1991-2006 van Leen Rosseel en P. Quathoven. Toen kon voor 2005 nog een groeicijfer vooropgesteld worden naar 37.000 tot 38.000 inwoners. Prof. Vandenbroeke ziet ons nu zelfs het cijfer 36.000 niet meer halen. Nochtans kende Waregem vorig jaar nog een goede natuurlijke groei (+104), wat trouwens nog beter is dan de algemene tendens voor gans Vlaanderen. Voor Waregem was dat zelfs het beste resultaat sedert de eeuwwisseling en een stuk beter dan vorig jaar, wanneer dat overschot slechts 10 eenheden bedroeg.
Een dreiging voor de toekomst is zeker het negatief migratiesaldo, dat zich vanaf 2005 duidelijk aftekent We moeten oppassen dat Waregem, door het verlies aan dynamiek en het proces van ontgroening, geen uitgesproken stad wordt van forse midlifers en senioren. Dat wordt nog in de hand gewerkt door de gevoerde bouwpolitiek die vrijspel geeft aan de immo-sector, die met hun overaanbod aan recent gebouwde (of nog te bouwen) appartementen inspeelt op kapitaalkrachtigen van ietwat gevorderde leeftijd.
Het werkt in de hand dat de gemiddelde Waregemnaar nog sterker verouderd dan de gemiddelde Vlaming, waarvan het verouderingsproces al stijgt met een trimester per jaar. De gemiddelde Waregemnaar konden we in 1990 nog op 34,1 jaar situeren. Momenteel is dit al opgelopen tot 40,8 jaar en binnen nog eens tien jaar mogen we de gemiddelde Waregemnaar op 44,4 jaar verwachten. Dan zal Waregem nagenoeg evenveel passieven (kinderen en senioren) als actieven tellen. Het aantal zestig-plussers zal in vergelijking met 1990 met maar liefst 68 % zijn toegenomen en het aantal tachtig-plussers zal tegen 2020 bijna zijn verdubbeld, steeds in vergelijking met 1990.
Prof. Vandenbroeke hoopt dat het beleid de nodige conclusies trekt uit de cijfers. Dat lijkt voorlopig niet het geval als we zien dat het aantal OCMW-bedden wordt afgebouwd bij de verhuis van het Ware Heem naar het nieuwe rustoord. Er blijft een zwaar onderaanbod van opvangmogelijkheden en zelfs met de beperkte, geplande uitbreidingsmogelijkheden wacht een chronisch tekort van zon dertig procent.
Prof. Vandenbroeke concludeert dat het beleid maatregelen moet nemen om jonge gezinnen binnen de stadsgrenzen te houden en een halt toeroepen aan de huis-, grond- en huurprijzen. Dat kan door actiever tussen te komen in het grond- en woonbeleid. Belangrijk blijft ook het aantrekken van ondernemers, die men soigneert in plaats van ambeteert, al heeft het stadsbestuur op dit vlak wel enkele positieve initiatieven lopen.
We ontvingen i.v.m. hetzelfde thema enige tijd geleden ook een nota van het ervaren gemeenteraadslid Freddy François. Zijn voorstel houdt in dat de stad de regisseur moet worden van het woonbeleid i n Waregem. De in 1971 opgerichte Regie voor Grond- en Huisvestingsbeleid, die toch niet meer werkt, kan daarbij best worden afgeschaft. Als vervanging stelt hij voor om in de schoot van de gemeenteraad een Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Waregem op te richten. Dat stadsontwikkelingsbedrijf zou een structurele oplossing kunnen bieden voor projecten als de site Sofinal in de Molenstraat/Westerlaan, het Ware Heem en nieuwe woonprojecten elders. Deze kunnen dan in samenwerking met sociale bouwmaatschappijen, privé-projectontwikkelaars of op een andere manier gerealiseerd met als bijkomende troef de mogelijkheid om bij investeringen 21 % BTW te recupereren en de stad als regisseur de visie bepaalt.
|