Zaterdag werd André Anckaert, een rasechte Desselgemnaar uit het jaar 1928, gehuldigd op het feest van de cultuurraad voor zijn culturele verdienste bij zijn Koninklijke Muziekvereniging De Leiezonen in Desselgem. Hij is al 68 jaar spelend lid en 42 jaar bestuurslid en heeft er dus in totaal 110 dienstjaren op zitten. Daarvan was hij ook 25 jaar voorzitter. Maar André Anckaert heeft nog andere verdiensten voor het culturele leven in Waregem en zijn Desselgem, voor de plaatselijke middenstandsorganisatie en het gemeenschapsleven. Als onze herinnering ons niet in de steek heeft gelaten, was hij bij de fusie en de eerste legislatuur erna ook bestuurslid en medestichter van de huidige Waregemse cultuurraad.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het was in '38, op 10-jarige leeftijd, dat André in de leer ging bij Triphon Van Quickelberghe, een koster schoenhandelaar uit Marialoop en toenmalig dirigent van de harmonie. Hij kreeg een klarinet, maar de oorlog zorgde ervoor dat hij grotendeels aangewezen was op zelfstudie, weliswaar geholpen door Omer Devooght, kinderloze kleermaker en zelf "clarionettist" in het muziek. De eerste echte optredens kwamen er pas met en na de bevrijding in 1945.
In 1947 werkte André Anckaert bij Bekaert-textiel. Patron Eugène kreeg het muzikale talent van André in het oog en vroeg hem een "muziek" op te richten voor de firma. Zo ontstond de fanfare Bekaert waarvan André de eerste chef werd, totdat Georges Missiaen die taak overnam. Het was ook bij Bekaert dat hij zijn vrouw Marie-Louise leerde kennen. Zij speelde toneel in "Streven" in "Ter Vichten", dus even later hijzelf ook, totdat hij die carrière in 1960 afsloot als regisseur, als opvolger van Antoon Steverlynck.
Ondertussen verging het de harmonie van Desselgem niet zo best, zelfs niet met de "nieuwe" dirigent Jozef Versichele. André liet het daarom wat aan zich voorbij gaan en leefde zich muzikaal uit bij Bekaert. In 1960 was hij ondertussen in het confectiebedrijfje gestapt, wat hem voor enkele jaren volledig opslorpte. Tot hij in 1963 in het bestuur van de middenstand rolde, en zo op de verkiezingslijst terechtkwam en tenslotte in de Desselgemse gemeenteraad.
Een delegatie van De Leiezonen vond het toen tijd om André aan te spreken. Ze vroegen hem te helpen om het muziek uit het slop te halen. Zo werd een delegatie jonge muzikanten in het bestuur opgenomen, werd een afdeling van de muziekschool opgericht in Desselgem, en werd de professionele Gery Bruneel aangenomen als dirigent van De Leiezonen. De harmonie werd omgevormd tot een fanfare.
In 1969 volgde André Georges Coornaert op als voorzitter, en hij zou dit blijven tot 1994, bij het 100-jarig bestaan van de vereniging. Het was een periode van grote bloei, mede dank zij de leerlingen die uit de muziekschool kwamen, waaronder ook Martin Vliebergh die Bruneel als dirigent opvolgde.
In het kleinst mogelijke aantal jaren promoveerden de Leiezonen van de derde naar de superieure provinciale afdeling, waarin ze nog steeds geklasseerd zijn (al wordt het systeem dit jaar afgeschaft). André zelf gaf het goede voorbeeld en doorliep als ouderdomsdeken de academie op saxofoon sopraan. Hij was als dusdanig lange tijd één van dé solisten van de fanfare. Nu is hij erevoorzitter, steeds actief lid van het bestuur en vooral als sax-alt muzikant tussen de vele jonge gasten aan de saxofoonpupiter.
|