xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Nu er binnenkort wellicht een einde komt aan het complex Het Ware Heem kunnen we even terugblikken naar de voorgeschiedenis. Daarvoor putten we uit de uiteenzetting van toenmalig COO-secretaris Oscar Kint in de eerder aangehaalde feestbrochure bij de opening in 1963. Het Ware Heem was de opvolger van het Godshuis-Hospice Sint-Jozef en kwam ook op de plaats van dit Godshuis. Volgens de archieven werd dit in 1874 onder de benaming Godshuis Sint-Jozef opengesteld voor een twintigtal ouden van dagen, tot de behoeftige stand behorend.
Legendarisch Commissie-secretaris Oscar Kint was vol lof over het voorstel van burgemeester Storme in 1870 om zon godshuis-hopice voor «behoeftige oude lieden op te richten. Het was volgens hem in die tijd een hele prestatie voor een zeer landelijke gemeente als Waregem. Met de steun van de Openbare Besturen en met private giften, ja zelfs tombola, kwam « het oude-liedengasthuis » dus klaar in 1874. Deze inrichting stond onder het beheer van de toenmalige «Commissie der Burgerlijke Godshuizen» en de verzorging werd waargenomen door de Eerwaarde Zusters Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart van Waregem.
Karig waren de financiële middelen, welke de Eerwaarde Zusters toen ter beschikking gesteld werden om een degelijke verzorging aan de hun toevertrouwde ouden van dagen te verzekeren. Ze moest ondermeer beroep doen op de opbrengst van een kleine boerderij en gelegenheidspersoneel recruteren onder de kostgangers zelf. Aanvankelijk beschikte het « godshuis » slechts over 20 private kamers, met daarbij twee slaapzalen, voor een totaal van 70 bedden, aangevuld met primitieve zit- en eetplaats.
Om het hoofd te bieden aan de zeer talrijke aanvragen moest uitgezien naar uitbreiding, en die kwam er ook met giften van weldoeners. Hier moet zeker de prinselijke gift van 40.000 goudfranken worden vernoemd, die in 1898 ter beschikking werd gesteld door de heer en mevrouw Felix De Ruyck-Storme. Op een centrale plaats in het huidige Ware Heem was tot voor kort nog altijd een bedankingsplakket opgehangen voor de familie als grondleggers van het oude-liedengodshuis. In 1899 resulteerde de uitbreiding en verbetering in een capaciteit van 92 bedden. Die toestand bleef ongewijzigd tot in 1941. Dat jaar besliste de leiding van het tehuis dan tot een nieuwe ingrijpende stap met het uitschrijven van een wedstrijd voor een nieuw tehuis voor ouden van dagen.
Oscar Kint : Dit nu zó aantrekkelijke rustoord werd opgebouwd op de plaats waar vroeger het zó gevreesde Godshuis stond. Wat al studie, besprekingen, plannen en administratieve goedkeuringen vergden de problemen van afbraak van de oude gebouwen, wederhuisvesting in noodlokalen, continuïteit der verzorging van circa 100 bejaarden, en de opbouw der nieuwe lokalen. Het nieuwe complex diende noodzakelijkerwijze in 3 fazen gebouwd te worden om de bestendige verzorging van onze beschermelingen te verzekeren. De eerste fazen waren de mannenvleugel en vrouwenvleugel met tegelijk het slopen van het oude godshuis. Het werd een moeilijke periode van 7 jaren afbraak en opbouw. Nadat gebleken was dat de kosten voor het verbouwen van de straatvleugel hoger zouden liggen dan volledige nieuwbouw, werd door de hogere pverheid toelating verleend om de laatste faze : de « centrale vleugel » volledig nieuw te bouwen.
Op 2 juli 1960 kwam Minister Meyers aan het rustoord de gedenksteen wegnemen van de eerste weldoeners van het « Godshuis » uit de te slopen voorgevel. Dit symbolisch gebaar luidde een nieuwe tijd in voor de bejaarden te Waregem. Met verbazing hebben de bevolking alsook vreemde belangstellenden, de opbouw van het gebouwencomplex gevolgd. Met hart en ziel immers legde men zich toe op het uitwerken van een totaal gewijzigde opvatting inzake bejaardenzorg in 1960. Men wil de bejaarde als mens ten volle waarderen, d.w.z. zijn persoon, zijn zelfstandigheid eerbiedigen door hem te huisvesten in een complex waar alles en allen helpen om zijn oude dag te verlevendigen.
Het Ware Heem zou niet zomaar een verblijf van versleten of afgesloofde mensen zijn, maar een tehuis. Het beheer besefte volkomen de gevoelstoestand van mensen die omwille van hun hoge leeftijd gedwongen worden hun familie, hun huis, hun omgeving te verlaten en vragen om opgenomen te worden in een verblijf voor bejaarden. Daarom werd een Ware Heem gepland en gebouwd waar comfort, verzorging en bediening berekend zijn op compensatie voor alles wat ouden van dagen moeten ontberen. In 't Ware Heem genieten de oudjes van een aangename, gezellige levensavond...
Niet te verwonderen dat dit tehuis toen de aandacht trok. Steeds staan circa een 60-tal aanvragen op de wachtlijst ingeschreven. En wat te zeggen van het bezoek van de deelnemers aan de studiereis van het Internationaal Verbond van Ziekenhuizen op 9 juni 1962. Het Ministerie van Volksgezondheid wees onze inrichting op dat ogenblik nog in volle opbouw aan als model in haar soort. Vloeren, muurbekleding, versiering, verwarming, verlichting, hygiënische verzorging, kleurensymfonie, meubilair, planten en vissen, wintertuin en zelfs een clubbar, gaan alle verwachtingen te boven. Bij een wandeling in de tuin wordt u getroffen door de prachtig aangelegde en met zorg onderhouden hovingen met zitbanken en gezellige hoekjes. Het is een weelde voor onze oudjes.
Opschik van elk lokaal werd tegelijk estetisch en functioneel uitgevoerd. Hierdoor genieten de bewoners ten volle van hun verblijf. Het onderhoud wordt aanzienlijk vergemakkelijkt wat ten goede komt aan de inspanningen van het geestelijk en lekenpersoneel. Voeg hierbij nog de moderne installatie voor keuken, afwas en wasserij, de centrale verwarming, sanitairen, liften, telefonie, signalisatie, waterdistributie enz... en ge stelt vast dat niets aan het toeval werd overgelaten maar alles grondig bestudeerd. Al met al moest het dan wel een énig « Ware Heem » worden.
|