Ik ben alien in space, en gebruik soms ook wel de schuilnaam zotspook.
Ik ben een vrouw en woon in in het spokenkot (spokenland) en mijn beroep is zorgkundige.
Ik ben geboren op 14/03/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, turnen, dansen, fietsen, reizen en uitstappen maken, Barbie- en Bratzpoppen verzamelen, mazen, haken en breien..
M'n andere grote hobby is de Russische Tsaren verzamelen, en vooral de laatste tsaar met z'n familie boeien mij enorm.
Hier ben ik terrecht gekomen bij een heel onderkomen bosje, met afgewaaide en kromme of dorre bommen, vele takken die er liggen, veel gedroogd onkruid, vele doornen, onbereidbare voetpaadjes, enz.... Tja dat men dat zo laat verkommeren is toch jammer he! Men zou er een prachtig wandelgebied van kunnen maken.
De bloesems zijn er nog niet zoals je kunt zien, maar de blaadjes die zijn er wel, de bloesems staan op uitbarsten, die zullen achter een paar dagen wel beginnen, ik ben nu is heerlijk gaan spoken in de boomgaard en de bloesems is gaan verschieten goed he !
En zoals julllie hier achter mij zien, de bloesems zijn er nog niet, ik heb vandaag is een spokenbezoekske gebracht in de boomgaard en ben de knoppen is gaan verschieten, dat ze is ne keer moeten gaan bloeien, ze staan wel heel goed in de knoppen, maar wanneer ze gaan springen dat weet ik niet. Hopelijk zullen ze wel achter een paar dagen gaan bloeien als het zonneke blijft schijnen. Binnekort zie je mij in de bloeiende boomgaard met heerlijke bloesems.
O pereboom, o pereboom, wanneer bloeien de bloesems nog zo schoon Ik heb je laatst in de boomgaard zien staan, toen zaten er nog geen bloesems aan, O pereboom, o pereboom, wat zijn je bloesems nog zo schoon.
Waar ben ik hier wel niet terrecht gekomen? Bij een oud kapeleke met een beeldje in? Moet ik nu gaan zingen of zo? Allee ik zal hier dan ook maar dat overbekende liedje zetten helemaal ken ik het niet.
Waar men gaat langs Haspengouwse wegen, oude hoeves, huis of tronk. Komt men nu Maria tegen, staat je beeltenis te pronk, Lach ons toen uit lindegroen, bloemekrans of blij fatsoen, mogen nimmer hier veranderen o gij lieve Vrouw van Haspengouw O gij lieve Vrouw van Haspengouw.
Achter mij zie je een ouwe versleten schuur met wat oude rommel in, zo'n ding heeft toch wel geschiedenis he, wie weet wat daar allemaal al wel niet gebeurt is voor ik er gaan spoken ben.
Dit is een rasechte Canarische tweeling Aira en Sivan afkomstig uit Gran Canaria, ze stonden daar zo eenzaam en verlaten in een heel klein winkeltje dat ergens in een verloren hoekje was in Playa del Ingles. Dit zijn onvervalste Canarische en Spaanse dames. Ze zijn maar met ons mee gekomen en hebben hier nog een prachtig plekje gevonden bij de hele verzameling.
Er is ham voor onze boterham, in de tent, in de tent er is ham voor onze boterham, in de tent van de asistent, dat wist ik niet en bovendien, dat kan ik zonder bril niet zien, dat kan ik zonder bril niet zien.
Er is bier voor onze almoezenier, in de tent, in de tent, er is voor onze almoezenier, in de tent van de asistent.
Hier staan heel gezworen kameraden, we zullen elkander nooit verlaten, wij zijn bijeen en we blijven ondereen, we zijn gezworen kameraden, hup, hup, hup, leve onze klub sa jongens ga opzij want de kameraden gaan voorbij, leve, leve, leve onze klub, hup, hup hup.
Allee vanuit het bos kom ik jullie en iedere bezoeker een heerlijk Paasfeest toewensen, met heel veel paaseikes, veel kuikentjes die goed piepen, een beter weer dan nu, m'n paaseikes heb ik al geraapt hoor, en ze hebben lekker gesmaakt en vorige nacht op de spooktocht was er heel veel lawaai, kort bij die toch waren er heel veel van onze Noorderburen de vrolijke Nederlanders aan het joelen, en ze hebben zich goed geamuseerd hoor, daar kan je donder op zeggen. En ik heb mee gejoelt. Maar m'n spooklawaai kwam er helaas niet bovenuit.
Wel, wel ik ben hier op zoek naar mooie paaseieren, maar het zal nog wel te vroeg zijn denk ik, dan zal ik mijn korfke ook zondag maar zetten, en dan moet ik heel vroeg opstaan om paaseieren te zoeken.
Wie in recht en vreugde wandelen wil, die lacht de zonne tegen, daar is geen woud, geen heilig stil, geen windje durft bewegen. NOch weerklinkt een vogellied, noch weerklinkt een vogellied, komt gaat nu de morgenzegening zingt vrij de morgenzegening.