Ik ben alien in space, en gebruik soms ook wel de schuilnaam zotspook.
Ik ben een vrouw en woon in in het spokenkot (spokenland) en mijn beroep is zorgkundige.
Ik ben geboren op 14/03/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, turnen, dansen, fietsen, reizen en uitstappen maken, Barbie- en Bratzpoppen verzamelen, mazen, haken en breien..
M'n andere grote hobby is de Russische Tsaren verzamelen, en vooral de laatste tsaar met z'n familie boeien mij enorm.
Koekoekkkkk, hier ben ik nog is ne keer en dit vanuit de jungle van Plombieres, zijn we gisteren hier niet geweest zeker? We wilden dat kleine museumke gaan bekijken en ja terrarra, het was gesloten begot en ik had nog zo'n goesting om naar al die oude fotos gaan te kijken van de mijn, maar dat ging natuurlijk onder m'n neus door. Dan zijn we maar naar het drielandenpunt in Vaals gaan spoken en daar was het druk in de Bokkerijder. En ook vorige week zijn we nog in Maastricht gaan spoken, daar had ik is ferm goesting in, daar is heerlijk gaan paraderen in m'n oud versleten spokenkleed. tja wat moet je het is toch bijna spokentijd, maar er waren niet veel collegas van mij in de stad, wel een grote markt met vanalles en nog wat op. Vele kraamkes met naaimaterialen om m'n spokenkleed te herstellen, of wat stinkende vis, vlees, groenten en fruit, kleren, schoenen, chrysanten enz.......
Oh wat smaakte dat heerlijk. Dat vurig wijntje. Natuurlijk hadden we allen heerlijk rode wangetjes en typsie als we waren amai, we taterden maar dat het een lieve lust was.
En we gaan nog niet naar huis, belange niet, belange niet, en we gaan nog niet naar huis want ons moeder is niet thuis. En was ons moeder thuis dan vlogen we, dan vlogen we, en was ons moeder thuis dan vlogen we naar huis. Een soeveniertje van ons uitstapke naar het mooie Gent, lang leve de leuke groep.
Nu heb ik toch geen fonkelnieuw kostummeke gekregen zeker? Zie mij hier is heerlijk in slapen zo tussen de roosjes en de kant. Ik ben er fier op hoor dat kan je wel geloven.
Slaap kinneke slaap, daarbuiten loopt een schaap, een schaap witte voetjes, het drinkt z'n melk zo zoetjes, slaap kinneke slaap, daarbuiten loopt een schaap. Ik lig hier heerlijk in m'n nieuwe slaapzak.
Allee waar hebben we vandaag weeral niet gezeten en gestaan, in een mooi puur en oerdegelijk oud Nederlands Limburg stadje Thorn. Je moest dat eens zien liggen zo mooi en wit blakend in de zon. Al die witte huisjes zo kraakhelder wit en die oude stiftkerk van al die adelijke dames en prinsessen die er ooit geleefd hebben en wachtend op hun prins met het witte paard. Om als kasteelvrouwe door het leven te gaan, moesten die mij toch niet zo maar effekes 16 adelijke kwartieren kunnen bewijzen zeker; Amai das kunnen en anders kwamen ze niet in het Stift, waar vandaag niks meer van te zien is dan die oude kerk met een kerkhof rondom. Ik waande mij vandaag in een oud dorpke met een kerk in het midden en oude huizen met pleinen rondom waar ik is heerlijk kon gaan spoken hahahahahaha. En zoals je op de fotos ziet hieronder mij was het mooi weer en superdruk in het dorpke, er waren vele toeristen te zien.
Een mooi dorpsbeeld in Thorn. Het witte stadje Thorn herbergt een schat aan cultuurhistorie. Al wandelend langs de prachtige Stiftskerk en de talrijke waardevolle panden in de kern van Thorn, waant de bezoeker zich in de Middeleeuwen.
Thorn dankt zijn ontstaan aan de stichting van een abdij in het laatste kwart van de 10e eeuw. De stichters waren graaf Ansfried en zijn echtgenote Hereswint. De abdij groeide uit tot een rijk wereldlijk stift voor dames van hoge adel, die werden bijgestaan door kanunniken. Aan het hoofd stond de vorstin-abdis, die in het toenmalige Duitse keizerrijk een bevoorrechte positie innam en zitting had in de Rijksdag. Ze was tevens vorstin van het Land van Thorn. Tot het vorstendom behoorden de quartieren Stramproy, Grathem-Baexem, Ittervoort-Ell-Haler en Beersel. Ruimt acht eeuwen lang was Thorn de hoofdstad van dit miniatuur-vorstendom.
De stiftsdames en de kanunniken woonden in fraaie nu nog bestaande woningen in de omgeving van de abdij. Veel van deze woningen werden herbouwd in de 18e eeuw, toen de abdij een grote bloei kende. De komst van de Fransen in 1794 maakte een einde aan dit bolwerk van vrouwelijke heerschappij met eigen rechtspraak, mini-leger en eigen muntslag. De paleisgebouwen en de eigendommen van het stift werden verkocht. Hierna volgde de sloop en er bleven enkel de kerk en enkele bedrijfsgebouwen gespaard. Met de opheffing van het stift werd Thorn teruggeworpen op zijn agrarische functie en kwam in de vergetelheid. .
de Sint Michielskerk van Thorn. De Sint Michielskerk of Stiftskerk in Thorn is een parochiekerk waarvan de delen grotendeels uit de 14e eeuw stammen. Het was de stiftskerk van de Benedictijner Rijksabdij in Thorn. Het is een gotische kruisbasiliek met een oostelijke crypte onder de kruising en het koor. Er is een verhoogd "vorstinnekoor" in het zuidelijke dwarspand dat ooit dicht bij het paleis van de abdis lag. De onderbouw van de toren is een restant van het westerwerk van de oudere Romaanse kerk. Na de opheffing van het klooster in 1797 werd de oude parochiekerk gesloopt en nam de gemeente deze kerk in gebruik. De beroemde neogotische architect PJH Cuypers restaureerde in de 19e eeuw de kerk. Cuypers liet de oostelijke kapellen slopen en verhoogde de toren.
Ansfried werd ca. 940 geboren binnen een Frankische adellijke familie. Eerst werd hij tot 956 opgevoed door zijn oom Ruobert van Trier en daarna door aartsbisschop Bruno van Keulen. Hij trok mee met koning Otto1, toen deze in 961 Rome belegerde om zich daar tot keizer te laten kronen. Na met aartsbisschop Bruno in Italië te zijn geweest, huwde hij in 966 met Hereswint (Hilsondis of Hildewaris), de gravin van Strijen en samen stichtten ze de abdij van Thorn. Hun dochter, Benedicta, werd hierin de eerste abdis. Ansfried werd graaf van Hoei en kwam bekend te staan als de ridder met het grote gevoel voor rechtvaardigheid, die met harde hand struikrovers opjoeg en in het nauw bracht. Hij werd geroemd om zijn karakter. Hij was een geletterd man, en velen kwamen daarom bij hem om raad te vragen.
Na een huwelijk van enkele jaren legden de echtgenoten uit vroomheid de gelofte van kuisheid af. Zij maakten zich steeds meer vrij van de aardse goederen en gaven aanzienlijke giften aan de kerken en kloosters. Hereswijt trad in het klooster.