materiaal : 50 gr rood chenillegaren, en 3 gouden stofbloemetjes uit de kunstofhandel. breipriemen nr 3 en haaknaald 3
Werkwijze mantel : Zet met Chenillegaren en breipriemen 3 12 steken op en brei 2 nld recht. dan tricotsteek (deel is ca 6 cm breed) Bij een toaallengte van 13 cm = 46naalden , aan de rechterkant het armsgat breien .Kant aan het begin 2 steken af dan in de 3e, 5e , 7e, 9e, 11e, 15e, en 19e naald steeds 1 steek afkanten. De 3 overige steken ongeveekr 18 cm lang afkanten en linkervoorpand in tegenovergestelde kant breien.
Rug : het rugpand over 24 steken breien zoals de beide voorpanden maar in samenhang breien. De overige 6 steken bij 18 cm tottaallengte afkanten.
De mouwen : zet 14 steken op met hetzelfde garen en breinpriemen. 2 nld recht breien. dan tricotsteek verder; Voor de schuiningen meerder aan beide zijde binnen 5 cm 10 steken meer = 24 steken. Bij 5 cm totaallengte mouwschuinigen breien ozals het rugpand aan beide zijden. Bij 10 cm tottaallengte de overige 6 steken afkanten. Idem 2e mouw
Zakje zet 6 steken op en brei 8 nld recht, afkanten en het zakje aannaaien.
Dan de jas aanelkaar zetten; stoffenbloemetjes aannaaien en eventueel 1 toer vaste omhaken.
hoed : zet met breinaald 3 e"n chenillegaren 10 steken op en brie als volgt : 1 kantsteek 2 averecht, 6 recht en 1 kantsteek. In alle volgende naalden de steken breien n al ze zich voordoen. Bij 13 cm lengte de steken afkanten. Aan de zijde met de rechte steken de muts inrimpelen en stoffen bloemetje aannaaien. De rand met averechte steken iets omslaan.
Mof : zet met breinaald 3 en chenillegaren 8 steken op en brei 17 nld recht = 6 cm. Dan afkanten, sluit de rand en haak een snoer van lossen aan. Naai een stoffen bloemetje erop.
|