Inhoud blog
  • Papier is gewillig...
  • Papier is gewillig...
  • Persvrijheid: vrijheid om overal nieuws uit te persen (Marc Callewaert)
  • Opvoeding maakte van ons wat we zijn...( Claude Helvétius *)
    Welkom op mijn blog!

    Aan de  rechterkant kan je het Egidiuslied lezen van Jan Moritoen. Jan overleed te Brugge eind l416 of begin 1417  als lid van de gilde van de bontverwerkende lamwerkers. Hij was zelfs een bepaald moment schepen van de stad Brugge. In het Egidiuslied spreekt hij zijn overleden vriend en rivaal in de liefde lyrisch toe. Egidius en Jan Moritoen waren beiden verliefd op Mergriete. Na Egidius' dood trad zij in het klooster en liet de liefde van Jan Moritoen onbeantwoord.

    P.S. Egidius was een gewaardeerd zanger en musicus. Egidius is het latijn voor Gillis.

    Zoeken in blog

    Foto
    Zoeken met Google


    Foto
    Foto
    Foto

    Op de foto (1) zien we hoe Jan de tekens van een witchdoctor in Z.-Afrika intving. Op de 2de foto Jan en zijn vriend Norbert in Venetië

    Foto

    Bij bovenstaande foto: waar is de tijd ? Rustpauze tijdens de blok van 1959...Op de achtergrond het kerkje van " 't Vewt"...! 

    Foto

    Bij de start van de tekst over het boek van Dirk Musschoot staat een foto van het dorp waar Jan woont, Nkodusweni...

    Na de strijd
    door Pieter Nicolas Van Eyck

    't Abrupt geratel zwijgt in 't duin
    Vreemd-stil is 't. Luwte en vogelzang;
    En 't kalm gedruis uit gindse tuin
    Van maaien, heel de middag lang.-
    De strijd beslecht, ligt alles neer.
    Maar toch, dit diepe hunkren weer:

    Of 't hart,o, éénmaal voelen kon
    De milde, lieflijke zoen
    Van alle strijd in avondzon
    Door ceder-, roos- en berkengroen,
    En wolken, drijvend als een vlucht
    Van witte vogels door de lucht.
    Loon
    door Hélène Swarth

    Ik zong en zie! de beek gaf mij een dronk tot loning,
    De wijnstok, wijn, het koren, brood,
    Geen struik die mij geen bloem, geen bloem die mij geen honing,
    Geen boom die mij geen schaduw bood.

    De zon gaf mij haar goud, de morgen haar juwelen
    En de avond, al zijn hemelrood.
    Maar wie mij had beloofd, zijn ziel met mij te delen,
    Gaf haar voor liefde en steen voor brood.

    Nieuws Nieuwsblad
  • Vlaams Parlement wil dat Kerk bijdraagt aan fonds: “Slachtoffers krijgen niet altijd hulp die ze nodig hebben”
  • “Ik word weggezet als fraudeur, dat pik ik niet”: friturist Dominique trekt naar rechter nadat hij plots 11.300 euro coronasteun moet terugbetalen
  • Vivaldi maakt nieuwe staatshervorming mogelijk, ook al hebben weinigen daar zin in: “De prioriteiten liggen elders”
  • DE STEMMEN VAN ASSISEN. Tanja Groen en de link naar Marc Dutroux: “Maastricht stond met een stift omcirkeld op zijn kaart”
  • Antwerp neemt na dit seizoen afscheid van zijn coach: Mark van Bommel trekt na twee seizoenen de deur achter zich dicht bij de Great Old
  • Peuter (2) sterft nadat springkasteel wordt weggeblazen in VS
  • Kleuterleider Thijs (38) blijft twee maanden langer in cel voor zware zedenfeiten
  • Vrouw die 21 messteken kreeg in Antwerpen-Centraal bedankt personeel NMBS met kaartje: “Blij dat ik het kan navertellen”
  • Smakelijk duo: dit aperitief past perfect bij een stukje Zwitserse kaas
  • Wil je niet in de file staan op vakantie? Dit zijn de zwarte weekends komende zomer in Europa
    De Archaelogische Vondst
    door Marnix Gijsen

    Jacqemijne Bolats werd te Leuven begraven
    in 1520
    naast haar man en haar kind.
    Ze had bei met dezelfde liefde bemind,
    al haar dagen.

    Ik heb haar zerksteen gevonden,
    op een regennoen,
    onder wat mos en veel gele blaren.
    Kinderen spelen er rond,
    en bij zomernacht paren geliefden
    hier hun bevenden mond.

    Zij werd in Antwerpen  geboren,
    - o mijn sterke stad, -
    wie voerde haar de Brabantse heuvelen over?
    Daar vond zij een man en won zij een kind,
    en de rust, onder mos en wat herfstig lover.

    Want, toen God zag
    hoe volmaakt deze drie stonden
    in 't licht van rustig geluk,
    het jubelende kind,en dees vredige beiden,
    toen was hij als David, die wenend zijn zoon
    overwint.
    Hij kon deze kalme zielen niet scheiden
    en brak alle drie hun hulzen stuk.

    Zie, zo lange tijd is aan elk mens gegeven,
    dat zijn woord rijpe tot lied
    voor Gods aangezicht.
    Hoe vaak het hernomen , geaarzeld, getracht,
    tot duidlijk en klaar
    klinke het rhytme dat door elk leven vleit;
    God luistert en wacht,
    de zanger verdwijnt,
    maar het zingen ruist uit in Gods wezenheid.  

    Nieuws Volkskrant
  • Voor De Munck is zilver op EK turnen mooi meegenomen op weg naar de Spelen
  • Arne Slot is een koopje, voor een bedrag van nog geen twee mislukte Ajax-transfers
  • Real Madrid mikt op ‘Koninklijke’ dubbel: landstitel én Champions League
  • Eenogig paard Hernandez kan blind vertrouwen op zijn ruiter Kars Bonhof
  • De doorbraak van beach­volleyballers Boermans en De Groot: ‘We dachten: wat hebben we nou laten zien?’
  • Cultclub Sankt Pauli tegen wil en dank op rand van promotie: ‘Het is beter als we slecht spelen’
  • Weet oud-spits Van Persie bij Heerenveen de uitzondering op de regel te worden?
  • Vitesse wint in goed gevuld Gelredome en maakt een sprong van -1 naar +2 punten
  • Barcelona mag weer proberen te winnen van Olympique Lyonnais in finale Champions League
  • Na ruim twintig jaar klopt Ipswich Town weer op de deur van de Premier League
    Berlijn
    door Hendrik Marsman

    De morgenlucht is een bezoedeld kleed
    een bladzij met een ezelsoor
    een vlek

    de stad
    een half ontverfde vrouw

    maar schokkend steigert zij den hemel in
    als een blauw paard  van Marc in 't luchtgareel

    Berlijn

    de zon is geel 

    Vader
    door Michel van der Plas

    Vader, wat zou ik ervoor willen geven
    als je er af en toe nog eens kon zijn
    en een zondag kwam zitten in mijn leven
    bij mijn werk en mijn boeken en mijn wijn.

    Soms zie ik mannen van vijfentachtig
    (je weet wel waar) met een gezicht vol zon
     en zin, en dan denk ik godallemachtig
    als ik hem zo nog eens meenemen kon.

    Want op de een of de andere manier
    leeft ik toch ook nog steeds voor lou: louw ogen
    wil ik, met hun aandacht, pret en mededogen
    bij mijn geploeter, mijn huis en mijn hier:
    en ik zag ze zo graag en keer genieten
    van al wat ze vol tranen achterlieten

    Gij wast aan mij gelijk de winde...
    door Karel van de Woestijne

    Gij wast aan mij gelijk de winde
    die wentelt om een koren-aar;
    dra zal ik aan mijn wang bevinden
    de zomer streling van uw haar.

    Dra zult gij 't glanzend voorhoofd beuren
    tot waar mijn slapen komm'rend staan:
    zo ziet men, wild, een winde geuren
    naast 't wegend rijpen van het graan.

    o, 'k Ben geen sterke: moe-gedragen,
    verzwaart vaak de angst mijn levens-last;
    maar 't is mij  waar 'k uw wasdom schrage,
    of blijde een échte steun me omwast

    Zo reikt de liefde, o mijn beminde,
    verrijkt me uw liefde in vreze en vaar,
    - gelijk een geur'ge wentel-winde
    die sterkt en loont heur koren-aar.

    Paradise  Regained
    door
    Hendrik Marsman

    De zon en de zee springen fonteinen bliksemend open:
    waaiers van vuur en zij;
    langs  blauwe bergen van den morgen
    scheert de wind als een antilope
    voorbij

     zwervende tussen  fonteinen van licht
    en langs de stralende pleinen van 't water,
    voer ik een blonde vrouw aan mijn zij,
    die zorgeloos zingt langs het eeuwige water

    een held're, verruk'lijke wijs:

    'het schip van den wind ligt gereed voor de reis,
    de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen,
    de morgen en nacht twee blauwe matrozen -
    wij gaan terug naar 't Paradijs'

     
    Ida Gerhardt (1905-1997)
    De gestorvene
    door Ida Gerhardt

    Zeven maal om de aarde gaan,
    als het zou moeten op handen en voeten;
    zeven maal, om die éne te groeten
    die daar lachend te wachten zou staan.
    Zeven maal om de aarde te gaan.

    Zeven maal over de zeeën te gaan,
    schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
    kon uit de dood ik die éne doen keren.
    Zeven maal over de zeeën te gaan --
    zeven maal, om met zijn tweeën te staan.

    De Zwerver
    door Jan van Nijlen

    Ik ben vermoeid. Toch ben ik nog gestegen
    Tot op de heuveltop in het late licht,
    en voor mij kronkelen de duistere wegen
    Van 't avonddorp, dat daar verlaten ligt.  

    Is nu de wereld zoveel eeuwen ouder?
    Alles lijkt mij zo vreemd en toch bekend.
    Ik mis alleen een vriendelijken schouder,
    Een lichaam, dat mijn lust voelt en herkent.

    Ik ben alleen voor gans mijn verder leven,
    Er is niets meer dat me aan deze aarde bindt.
    En toch, ik voel mijn hart onstuimig beven:
    Dààr staat een boom, dààr speelde ik als kind.


    Jan van Nijlen
    (1908-1975)

    Foto
    De klok ( zie boven rechts) tikt gestaag verder...Mijn  teller staat reeds op 72...!
    Om alle teksten op het BLOG te lezen klik je onderaan de laatste tekst op de naar links gerichte pijl...
    Foto
    De Axa-man met twee gezichten en dit na meer dan 50 jaar, toen hadden we de Krüger-man...! Wat goed is blijft dus goed...  

    Haiku

    De zon brandde  fel

    op het wit berijmde gras.

    Ver is de lente...
    (WVO)

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Laatste commentaren
  • huisdestructie (dirk simoens)
        op Heer, heb medelijden ...
  • Helaas.... (Christine)
        op Helaas, waar is der Oudren fierheid nu gevaren (A. Rodenbach)
  • Een goede midweek middag en avond (informatietips)
        op De rijke is niet gelukkiger dan hij die genoeg heeft... ( Solon)
  • Flytox (Michel Guilmet)
        op De natuur doet niets zonder doel (Aristoteles)
  • school is... (christine)
        op School is bijkomen van het weekend...
  • Het zwarte Schaap
    Groots en meeslepend leven
    28-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Tocht terug (2)

    Vanaf maandag 30 juli gaat de tekst van "De Tocht terug" vanaf hier verder . Het eerste deel vind je terug bij het stuk van 5 juli 2007
    Zijn biergemoed liep vol en...
       - We richten  een kerngroep op in de cluib. Ik ben de leider. Géén mens, laat staan een student had er ooit aan getwijfeld. 
    De kernleden  gingen samen eten, kaarspelen, rollen. Kortom alles. Wie een beetje kloten aan zijn lijf had moest erbij horen. Maar makkelijk was het niet, want Giel koos de leden van zijn kerngroep tussen de zonen van rijke ouders, er moet een zeker evenwicht in het leven zijn, nietwaar.
       - Dag, Giel, zei ik aarzelend.
       - Ga je mee naar de Lion?, vroeg giel me nu strak aankijkend.
       - Godverdomme, de Lion, dacht ik, het duur studentenrestaurant. Ik liet mijn rechterhand in een refleks in mijn broekzak glijden en telde drie vijffrank stukken...en wist een bankje van vijftig in mijn portefeuille.
       - Kom, zei Giel, we moeten eens praten en Spic zal wel betalen of anders zwier ik hem met de ballen op straat. Dat was voor mij uiteraard der zaak een hele geruststelling...en dat Giel met mij wou praten...
    De eetzaal van het sjieke eethuis was niet zo vol, maar bij het raam zaten Spic en Span, de Frans wauwelende kustbewoners, Vlamske karbonnaad, kotverdom, te proeven. 
       - Kom zei Giel en hij schoof reeds aan tafel.
       - Wiem, koorden de twee zoals het tweelingen paste. 
       - Wim wordt lid van Stalag-17, viel Giel met de deur in huis en daarom betalen jullie ons een welkomsmaal of..;
       - Natuurlijk, antwoordden ze alweer in koor en ze riepen al de jobstudent. Giel grijnsde terwijl hij bestelde: soep, kip, kroketten en een  moorkop als toetje en vergeet het gals bier niet. Voor Wim hetzelfde. 
    Ik dacht aan de smoelen van Spic en Span te zien dat ze hun budget aan het narekenenwaren. mijn vijfenzestig frank bleef onaangeroerd...Toch leuk Stalag-17.
       - Allo, allo, schalde een radiowagen door de straat. Het KHVB, het SK en het FK roepen alle studenten op aan de betoging tegen de brutale inval van het communistisch monster  de USSR in Hongarije deel te nemen.
       - We gaan, zei Giel en hij veegde de mond schoon met de ruf van zijn rechterhand , want die communistische zwijnen denken dat ze alles mogen.
        - Iek moet naar de semienarrie, probeerde Span.
        - Zot, replikeerde Giel, niks te semainariën. We gaan.
    De gratis bussen stonden in lange rijen op het Ladeuzeplein. 
        - Wie zou dat allemaal betalen? 
    De verbonndswachters met open schillerkraag en donkerrode studentenpet op zorgden voor de orde en deelden knuppels uit. Ik herkende Gewijde Klauw tussen de wachters. Ik kende hem uit de stad, waarin ik tijdens het weekend nogal eens vertoefde...Gewijde was een brave jongen. Nou wat is braaf. Eigenlijk is brave geen gave, want ze slaan brave waakhonden dood. Gewijde zou heel waarschijnlijk zijn leven voor Vlaanderen hebben gegeven, want hij hield zo van zijn land, maar vooral van zijn bewoners en als het enigszins kon vooral van de vrouwelijke inwonders. Hij probeerde hen vooral Vlaamsbewust te krijgen en geen beter plaats om aan zedenpreken te doen is het bed...Hoe Verschaeve en die andere grote koppen daarover dachten weet ik niet, maar Gewijde meende het goed. Zei ie. 
    Giel nam een stevige knuppel en sleog beenhard met de vlakke hand op Gewijdes rug en vroeg:
       - Hoe gaat het met de Vlaamse maagden? 
    In Brussel spande het van het volk.
       - Kotverdom, zei Span, we kaan naar de cienema.
       - Zot, viel Giel in herhaling. We betogen. We liepen in dichte drommen - Eduard Poppe moet gedroomd hebben: " In dichte drommen gaan wij, heer...- door de voornaamste Brusselse straten. Giel maneuvreerde zich brutaal tot vlak achter de reportagewagen  van het NIR . Hubert Vandevijvere, nochtans een notoire socialist, reporter-17, zuipschuit en sportverslaggever, stond van op het dak van de wagen de betoging te dirigeren Met groteske armbewegingen probeerde hij de kreet Hon-ga-rij-e vrij...! te accentueren. Bij elke neerwaartse vuistbeweging Hon ( vuist naar beneden)-ga ( vuist) ...sloeg Giel met zijn knuppel een fikse deuk in een koetswerk van een geparkeerde wagen, want de godverdomse communistische zwijnen...
    Stiepelzat zijn we dezelfde avond - alhoewel, nacht? - de Fleur binnengedoken. Het Westen kon alweer voor een tijd gerust zijn en misschien zorgde Gewijde wel voor een Vlaamse afstammeling, doch in Brussel weet je echter nooit...!

    Ik werd wakker van een enorme pijn in mijn lenden.Of het nu de harde bank was  die mijn rug in één pijnlijke plek tijdens de nachtelijke rust veranderd had of het de felle druk van de urine mijn nieren teisterde? Ik wist het niet. Ik bleef toch maar eventjes liggen op de scherpe bank van het wachtlokaaltje op het perron-13. Ik was gisterenavond na mijn uitdrijving door de Stalag-17 compaan van weleer langs het taluud achteraan het station door de heg ongezein op het laatste perron geraakt. 
    De bank bood uitkomst, maar niettegenstaande ik met een lege maag ingeslapen was, had ik akelig gedroomd. 

    Het was vrijdagavond en ik had enorm de pest in. Tot  hetallerlaatste uur had ik weer metaforen en andere hyperbolen staan verkalren, terwijl bepaalde collega's reeds van na de middag op hun luie reet in de zon lagen. De dinsdagmiddag moesten hun Kortrijkse wijven winkelen, des donderdags huppelden ze op de tenniscourt en de vrijdag was de dag van het vleesderven en de inspanningen moesten dus gedoceerd. De heloten, al vindt Geo Van Deksele het beeld stereotiep, omdat hij zelf een geront is (?), mochten elke middag sappelen, overigens zaten ze anders toch hun tijd maar te verbrassen in duistere taveernes.
    We raakten aardig op dreef. De rondjes volgden mekaar in een snel tempo op...en de gemoederen weerbarstig   en de stemmen ruw en rauw. De CVP moest worden afgeschaft , de technisch ingenieurs gecastreerd en alle inspecteurs gevierendeeld  en straks zouden we de roman van ons levenschrijven over het onrecht, het onbegrip en de te lage salarissen.
    Eindelijk was ik naar huis gesukkeld met mijn Tieltia. Het door niemand gekende, maar toch niet te ervaren fietsmerk. Ooit had Serard Dalle de fiets in betere dorpsdagen voor mij in elkaar geflanst.
    Toen ik de voordeur van de flat openduwde begonBetty te zapzeveren dat het geen naam meer had.
       - Godverdomme, dacht ik, de hele week travakken en dan...Ik slaog in een niet te verklaren refleks en Betty viel tegen de dressoir.

    HOOFDSTUK 2: ALWEER GEEN SCHOOL VANDAAG...!

    Mijn besluit stond vast. Ik ko,n niet blijven rondzeulen in de stad en zelfs de akelige droom van die nacht op de stationsbank kon er veel aan veranderen, alhoewel, maar toch. Ik zou de school gaan bezoeken, want er moest brood op de plank komen.
       - Op de plank, dacht ik en ik had niet eens een dak boven het hoofd.
    Ik ging rechtop zitten, plaatste het valiesje - de critici zullen het belang van het valiesje wel een verklaring geven - op de  grond en ging even mijn geld tellen. Ik had nog negenduizend zeshonderd en vijf frank over.
       - Hoeveel zou een spoorkaartje nu kosten?
    Jongens, ik was alweer bezzig met luidop praten. Ik liep de trappen van het perron af en zag plots weer de facie van de gevanhenisdirecteur voor me. 
       - Misschien schrijf ik wel een boek over de gevangenis. Ik schudde het hoofd. Eerst de school bezoeken, want volgens de Horecaffer moesten ze me weer aanvaarden. 

    Ik zat die morgen rustig op de toiletpot te drukken ( schijten is zo'n triviaal woord en dat past niet zo goed in de katholieke zuil...en bij verkoop, zal Loerie Lesijgh wel denken), toen de Horecaffer zingend en klingend de cel met het ochtendbrood binnenkwam. 
       - Oh , excuseer, zei de Horecaffer tussen twee scheten door.
       - Kom d'er in, zei ik terwijl ik betrekkelijk deskundig met het harde toiletpapier uit de gevangeniswinkel mijn aars schoonveegde.  Ik spoelde door en besefte plots dat ik in die gevangenistijd toch heelwat comfort bijgekregen had. 
       - Ik was nog eventjes de handen, lichtte ik de bewaarder in een liep naar het fonteintje. Vuile handen daar had ik een ontzeggelijke hekel aan. Ik wag nog als ik eraan denk hoe de GrotenVanOostveld - een neef van mijn vader overigens - bijna nooit de handen waste. Uren hadden we in de kleverige grond -het was dit jaar een druilerige herfst - geklauwd en plots klepte het etenklokje. Het was nog één van de weinige boerderijen die op de nok van het woonhuis zo'n dakkapelletje met klokje erin staan hadden. Toon   en ik renden als gekken naar huis om het eerst bij de pomp te zijn, want die droge aarde aan de handen en onder de vingernagels werkte erg irriterend. De Groten haalde minachtend de schouders op en zei:
       - Godverdomme wat een tijdverlies. Nooit zullen ze een angels hebben om hun gat te krabben. 
    Nooit heb ik het verband tussen beiden, handenwassen en rijk worden, begrepen, maar de Groten was van een aparte soort. 
    Weer waren we aardappelen aan het rapen...Een lange rij wijven en venten op de knieën en wil je maar scharrelen  in de grond. Er werd wat afverteld  in de rijen en Cyriel Buysse kon het weten, maar we moeten ons alweer inhouden, want iedereen weet dat over van dattém veel gesproken wordt ( nog méér gedaan...-, schrijf er echter niks over...De goegemeente wordt niet zo graag met de neus in de eigen feces geduwd. 
       - Ik moet schijten, zei de Groten en hij liep de rij uit en ging in het rapenveld ernaast een hoop deponeren wat Toon de volgende woorden deed spreken:
       -Daar trek ik van de winter geen loof. De Groten zei niks meer, liet nog eene xtra scheet en nam met zijn schijthanden zijn plaats in de rij weer in...en straks was het eten...! 
       - Stel nu even, Wim, dat je plots vrij komt wat zou je dan beginnen?, vroeg de Horecaffer.  
     Ik wou zeggen dat het hem geen barst aanging, maar ik had geleerd mij een beetje te bedwingen, daar gevangenisbewaarder Beirens, alias de Horecaffer, te goed voor mij was, dus moest ik hem niet afblaffen. Ik wist langzamerhand ook wel dat achter die zo genaamde onschuldige vraag iets meer stak...dat hij van meer wist.
       - Ik weet het niet. Weet jij niks? 
       - Ze moeten je terugpakken...
    Ik moest toch eventjes nadenken, want zoals steeds sprak hij misschien wel niet in parabels, maar toch ook niet glashelder.
       - Mij terugpakken?
       - Ja, de school.
       - Oh...( verbazing). Hoe weet jij het?
       - Het stond gister in de krant. Daan Snoec heeft het aan de joernalist gezegd. De gedefkteerde leraars moeten terug aangenomen worden... 
    Ik lachte al lang niet meer. De och zo brave en goeie lobbes gevangenisbewaarder Beirens had weer problemen met de moeilijke woorden die politici steevast uitkraamden. Een mengeling van gereaffekteerden en gedetineerden is vlug gebeurd.
       - Zou ik niet beter een tweede boek schrijven?
       - Een tweede boek?
       - Het klinkt niet al te enthoesiast.
    Ik was ondertussen aan het tafeltje gaan zitten waar ik ooit - ik dacht bijna in tempore non suspecto, maar dat zou grog klinken...- Het zwarte Schaap geschreven had en begon langzaam het kleffe morgenbrood te kauwen.Routine.
       - Zou je niet eerder...?, twijfelde de Horecaffer .
       - Zou ik niet eerder wat?
       - Afwachten wat er met je eerste boek gebeurt?; flapte hij er uit en je kon zien dat hij gelukkig was dat ie het eindelijk gezegd had.
    Ik wist niet wat ik moest antwoorden. Het kon me godverdomme niet schelen wat ze met de tekst gingen aanvangen. Alleen de voldoening van er alles eens uitgespoten te hebben en de schijnheiligheid van die zo gevreesde zuil eens duidelijk te kakken hebben gezet.
       - Gisteren werd je eerste werk aan de pers voorgesteld, zei de Horecaffer.

    Dedju, ik was het glad vergeten. De rechter van instructie had er op aangedrongen dat ik op de voorstelling aanwezig zou zijn...en was zelfs van plan geweest een extra-verlofbrief op te stellen om als gevangene aanwezig te kunnen zijn, want tenslotte was ik toch geen wielrenner laat staan een Vlaamse zanger, maar ik had geweigerd met een klein lichtje in mijn achterhoofd om  op de laatste dag te zeggen :
       - Ik kom toch al is het om van jullie gezanik af te zijn.  De rechter van instructie bleek me al een beetje te kennen, want hij had zijn vraag geen enkele keer herhaald zodat ik niet steeds weer opnieuw kon weigeren en zeker niet op het allerlaatste moment kon toehappen met alle gevolgen van papierrommel vandien...
       - Was er nog een beetje volk,? probeerde ik zo onverschillig mogelijk om toch geen nieuwsgierigheid te verraden.
       - Lorie had voor alles gezorgd, de natjes en de droogjes.
    Ik zweeg, want ik wist nu dat het geen succes geweest was, want de Horecaffer zou anders mijn vraag niet ontweken hebben. Ik had de boterhammen op en dronk nu langzaam de kouwe gevangeniskoffie op. Bewaarder Beirens begon op zijn hakken heen en weer te draaien.  Hij wou dus nog eventjes op het onderwerp verder doordrammen. Ik moest hem dus nogeen kans geven. 
       - Zou je me weer geen riem papier kunnen bezorgen?
       - Papier, papier...Om je gat af te vegen zeker... - Ik schrok me te barsten. De Horecaffer die de triviale toer op gaat - Waarom zou je nog schrijven. Ik zei het toch dat het gisteren niets was. Ja, een paar profiterende krantenjongens, maar de resultaten van hun zuip- en vreetpartij waren de volgende dag in de kranten ook niet om over naar huis te schrijven...Zelfs de politici hadden het laten afweten, nochtans dat soort volk is niet vies van een beetje reclame en om op een persfoto te raken willen ze zelfs naast een crimineel staan.
       - Crimineel, geloof ik?, bedankt! 
    Hij had de vorm te pakken, de Horecaffer, want hij liet zich door mijn tussenkomst niet uit zijn lood slaan. 
       - Nochtans de toespraak van Roeland Deschreyn mocht er wezen, maar je hebt de hele, zeer belangrijke zuil tegen jou in hetharnas gejaagd, want de Schepen voor Cultuur, ene Mevrouw Verpaalse-Heiningsik, schitterde door haar afwezigheid, maar ze was wel op een pensenkermis van de KAV aanwezig.
       - Kom, nou, hoe konden ze voor de vernissage de inhoud van het boek kennen? Daarbij de KAV is dat groter dan een konijn?
    De Horecaffer twijfelde even met zijn antwoord en het was juist voldoende om eventjes de contacten van mijn hersenen scherp te stellen en...zou de rechter van instructie geklikt hebben? Eigenlijk zijn het allemaal vogels van enerlei veren en hij zal 'ze' wel geïnformeerd hebben. Het was wel spijtig  dat 'ze' zo verstandig zijn geworden. Vroeger hadden ze dadelijk het druksel verboden en dat was nog eens reclame, maar nu negeerden ze het. 
       - Waarom zoi ik je nog een riem papier bezorgen? Als je het mij vraagt , zou je beter naar je oude school terugkeren, want de minister zegt het zelf en hij kan het toch weten... 
    Ik wou vragen of het wel heel zeker was dat de minister het wist, maar ik moest hem niet op zijn paard jagen, want hij verdiende het niet en zo was het morgengesprek van die dag afgelopen. De Horecaffer schuifelde naar buiten. 

    De eerste pendelaars kwamen reeds het perron op toen ik de trappen afliep om in de stationshal een spoorkaartje te kopen. Het krantenkioskje op het einde van de gang was reeds open , maar de verkoper stond er alleen op zichzelf kwaad te zijn.
       - Het Nieuwsblad a.u.b.? 
    De krantenman, hij was niet groot met een eindelijk bleek pokdalig gelaat en zwart sluikhaar, zei niks en wees met een schokkende hoofdbeweging en vooruit priemende kin naar een stapel Nieuwsbladen. Ik nam er één en lei een koperen muntstukje van twintig frank op op de toonbank en dacht:
       - Nog negenduizend zeshonderd en tachtig frank. 
    De Pokdalige zei niks en wachtte en hoewel mijn hersenen mij als het ware aanspoorden om door te lopen, keek ik hem eventjes in de ogen, voelde me volkomen hulpeloos en stelde toen vast dat ik het valiesje op het perron vergeten was. Koude rillingen liepenlangs mijn rug en toch bracht ik de moed op - ik voelde waarom de Pokdalige wachtte - om een tweede twintigfrankstuk aan te reiken. Het wisselgeld kon me niet schelen en rennend laveerde ik tussern de vroege arbeiders naar het perron terug. Het stond er nog en ik lachte schril en hikkend van blijschap dat het er nog stond, maar geen van de arbeiders die op de harde perronbanken verdiept in het Wreedste Nieuws op de eerste trein wachtten, keek op. 
    Naast het krantenkioskje was het toilet dat wist ik nog en daarnaast de toegangsdeur naar het buro van de spoorwegpolitie . Vreemd, vroeger was politie een normaal woord, maar nu rilde ik telkens als ik het hoorde. Waarom? 
    Ik liet het water van het fonteintje eerst over mijn polsen stromen en ving daarna water op in het kuiltje van beide samengevouwen handen en proestte er mijn gezicht in. Ik droogde het gezicht en de handen met mijn  bog steeds vettige zakdoek 
    af en ruifelde met de vingers door het haar. Ik begon juist met de natte rechterwijsvinger over mijn voorste tanden te wrijven, toen ik achter mij een scherpe  stem hoorde:
       - Je privé-badkamer, misschien? 
    Ik draaide me om en keek in het bloedrode met blauwe adertjes doorlopen gezicht van een forse dragonder. Ze had een witte schort aan, die spande rond haar lichaam en waardoor je de vetkwabben op de heupen zag persen. Het haar was in een hoge, lakstijve toren opgetorst.     - Excuseer, zei ik en scharrelde reeds in de zakken om een muntstukje te vinden en alhoewel ik nog geen vierentwintig uren op vrije voeten liep, had ik reeds begrepen: geld...geld...geld... of je wordt afgesnauwd.
    Ik lei twintig frank in haar bevende hand en draaide me vlug om, mijn valiesje en krant meegrabbelende, want ze verspreidde een afgrijselijke alcohollucht. In mijn haast om weg tekomen, botste ik tegen een spoorwegagent op die juist het buro wou binnengaan. 
       - En...? Van een haas gepopt? Zijn ogen keken heel onvriendelijk.
       - Nee, ik moet nog een spoorkaartje kopen en ik zou nog de trein naar Terstreep willen halen.  
    Hij haalde zijn schouders op en liep richting uitgang en ik rende naar de loketten. De geur van vers gebakken croissants prikkelde mijn neus, mijn speeksleklieren begonnen te werken en in mijn hoofd duizelde een ijle leegte. 
       - Terstreep, enkele reis  a.u.b.
    De loketbediende tikte een aantal gegevens in en terwijl hij op het kaartje wachtten, geeuwde hij en probeerde te zeggen:
       - Honderd vijf .
    Het geld smelt als sneeuw voor de zon en ik moet straks nog mijn ontbijt kopen, want de duizeligheid in mijn hoofd bleef aanhouden. 

    De trein naar Terstreep zuchtte juist het station uit toen ik op het perron aangerend kwam. Een stationsbediende - of hoe heet zoiets?..., - met een bisschopkleurige pet op zei smalend:  
       -Binnen de twintig minuten is er alweer een trein naar Terstreep. Beetje vroeger opstaan in 't vervolg. 
    Nog zo'n moeial en ik sliste tussen de tanden:
       - Ik sta op als 't mij zint. Ik grijsnde, want indien het bisschopskepietje geweten had waar ik geslapen had, dan was het echt gaan donderen. Ik voelde me opgelucht, want langzaam kwam blijkbaar de ouwe vechtjas weer in mij boven. Ik kan me toch niet voortdurende op mijn kop laten schijten ( excuseer , Loerie) en zeker niet door een omhooggevallen treinjongen .
    Niettegenstaande de opluchting bleef de honger wel knagen. ...Drie croissants en een pakje sigaretten: honderd zesenzeventig frank. . Alweer de sneeuw...!! Ik wachtte op de trein en las ondertussen de krant. Ik voelde me hoe langer hoe meer een vreemde worden. In de bajes had de Horecaffer regelmatig een krant binnengesmokkeld. Waarom deed ie het eigenlijk? We mochten wel geregeld kranten in de gevangeniswinkel kopen, maar ik wou ook wel eens degelijke kost. Vrij Nederland, Humo...de Morgen! Daar precies zorgde gevangenisbewaarder Beirens voor.  
    Op een avond in de herfst, want de duisternis was al tussen de tralies van het hoge venstertje doorgesijpeld en het lampje brandde nog niet. De deur kriepte open en: 
       - Nog een beetje lectuur voor vanavond, hikte  hij en hij wierp een - voor zover ik het in de duisternis kon zien - kleurrijke krant op tafel. Weg was hij en ik hoorde hem lachten op de gang. Ik wou opstaan om het gebrachte krantje op te nemen, toen het lampje aanfloepte en na al die tijd schrok ik telkenmale weer. 
       - Godverdomme, Zondagnieuws! De Kaloten op de gewaagde toer; Pecunia non olet! Wendy van Wanten vereeuwigt haar handdruksel8 Stel dat een historicus in het jaar 3991 zijn eindwerk omtrent de handdruk van Super Tiet Wendy moet maken. Wat zou hij daaruit  allemaal  kunnen afleiden? Een intelligente vrouw? Sheryl Lee - wie is dat godverdomme? ( excuseer en geloofd zij Jezus Christus...) - is een kluwen van wanhoop en zenuwen. Je zou het niet weten.. Ik ging even pissen. Vervolg. Het droomhuwelijk van koning Harald en koningin Sonja vertoont  barsten. Harald, deVerschrikkelijke... Dat komt ervan. Paus Johannes, Donaats lichtende voorbeeld. Is de kerk nu plost voor homosexuele relaties ? Vraag  het aan Vera? Mijn man is (te) groot geschapen? Wat moeten we doen? Grote condooms kopen en telefoneren naar Walter Capiau, want hij is ook nog pater geweest . Lieve Vera, ik ben twaalf en stapelverliefd op een leuke jongen van negentien. Hij wil intiem worden. Zou ik het toelaten? Natuurlijk niet, want wat moet Bart Kaëll of Koentje-met-de-haviksneus ervan denken.  Als je er toch niet om maalt en het toch gaat doen...nooit de zondagmiddag tijdens de vergadering van de Chiro!
    De Horecaffer bracht dus hetdegelijke werk en daarom was hij de morgen na het Zondagsnieuws zo vrolijk, want dat was zijn manier om wraak te nemen. Het weze hem gegund. Hoewel de kranten uit de gevangeniswinkel ( Hert Volk, de Gazet van Antwerpen en zelfs het Laatste Nieuws)   en de smokkelwaar van de Horecaffer mijn leeshonger min of meer stilden, toch voelde ik me hoe langer hoe meer vervreemden van wat er in de samenleving gebeurde. De hoofdpersonages van het wereldnieuws waren schimmen voor mij. Ze dansten op de muur voor mij als de figuren die Plato, de Alwijzer, op de zilte wand van de rotswand toverde. In de nor kon ik maar naar één kant kijken en Ronnie Reagan , de onbetrouwbare, want zelfs zijn kanker kreeg ie aan de buitenkant en Margret Tatcher met het stalen maagdenvlies werden op het scherm van mijn herinnering geprojecteerd, maar ik hield ze niet voor reëel. Het werden hoe langer hoe meer schaduwen, maar ik zie geen werkelijke dingen, slechts mensen ( nou...) die me steeds met
       -En...? aanblaffen.   
    Zal ik ook weer het zuiver verstandelijke inzicht verwerven?
    Het valiesje stond veilig naast me op de bank, ik at een croisant en las de krant. Weer schimmen op de muur...De textielfabrikanten willen voor de watervervuiling niet betalen. Banken vragen geld als je hen geld geeft. Godverdomme, geld. Alweer sneeuw...Nog negenduizend  driehonderd negenenvijftig. Hé, Daantje Snoec zal de studiebeurzen eens aanpakken. Leve de rechtvaardigheid! Niet lachen a.u.b. Via de luidsprekers werd de trein naar Terstreep aangekondigd. De massa kwam in beweging. Drummen. Duwen. Daar gaan ze dan staan waar ze vermoeden dat er precies voor hun neus een deur zal openklappen, maar volgens de wet van Murphy...Daarom las ik nog een beetje verder en hield de strips in reserve. Vroeger las ik altijd eerst de beeldverhalen, maar in de gevangenis had ik een programma ( wat geleerd...) ontwikkeld om de dag door te komen. Eén van de aspecten was het steeds uitstellen vat wat je graag deed. Het lukte soms.
    Op de pagina voor de strips - ik wachtte dus - stond een kleurfoto van een jonge man. Spijtig voor hem, maar hij had een afschuwelijk groter neus. De leadsinger van de jolige, Vlaamse groep Heildrong. Godverdomme, hoe komenze d'er op? , maar de trein reed het station binnen en vlak voor mij opende zich een deur en ik moest me wel haasten bij het instappen om niet door de meute, die een eind verder had postgevat, overspoeld te worden. Hop naar zee!

    Het licht priemde met fijne pijltjes tussen de gordijnen van het mansardevenstertje van mijn slaapkamer, toen moeder me wekte. 
       - Opstaan, Wim.
    Ik kroop op mijn knieën nar het voeteinde van mijn bed, want het stond onder het venster geprangd en nadat ik de gordijnen en de vitrage opzij geschoven had, keek ik naar buiten. De lucht was leigrijs en boven de Kleitse bossen vormde zich een inktzwarte ballon. Voor de ballon vloog een klad duiven, vermoedelijk vaders, want op de nok van de stalling sleepstaartte een felle doffer en dus vader had de duiven reeds uitgelaten. 
    Ik stapte in de kleren. Een wit hemd, groene veloeren broek en witte sportkousen. Moeder had ze de avond voordien klaar gelegd, want:
       - Je moet er netjes bij lopen voor de eerste keer dat je naar zee reist. Ik stapte de trap langs naar benedern en kwam in de keuken, waar moeder grote eierstruiven aan het bakken was en broer Jo zat aan tafel te eten.
       -  Kon je niet uit je bedje?, vroeg Jo nogal smalend.
    Ik  negeerde hem straal wel wetend dat het hem raznd kon amken, maar hij beet tot over de oren in een boterham met appeljam, dus hij zou rustig blijven. Overigens kon Jo een enorme klier zijn. Een betweter. Hij keek neer vooral op mij, maar op alle dorpsjongens , want hij studeerde latijn.
       - De paster, zei Toon, maar Jootje reageerde niet, want een pan slaag zag hij niet zo direct zitten. 
    Ik ging naast moeder bij de langebuis kachel staan en vroeg:
       - Gaat 't regenen?
       - Vader luisterde naar Hilversum en toen heeft hij de duiven uitgelaten!, antwoordde moeder. 
       - 't Zit zwart boven de Klijten.
       - Kom eet nu maar, regenen of niet, vader is het geschikt om naar zee te trekken en dus zal het niet meer veranderen. 
    We gingen. Per fiets naar Sintelbeek. Vader op zijn nieuwe Alcyon. Het was zijn eersrte grote prijs, die hij met de reisduiven verdiende, na de oorlog. Een spikspliner nieuwe Alcyon. Vader was die zondagmiddag iets later dan gewoonlijk. Zijn ogen glinsterden en zijn koontjes blonken rood als opgeblonken met een wollen doek.  
       - Waar zit dat zo lang?, vroeg moeder steeds.
    Vader duwde de deur van het braskot open en ik wist het, maar daar ging moeder:
       - Moest het zo lang duren?...en de mensen in de winkel?
    Ik vond het godverdomme gemeen. Ze kon de winkel makkelijk alleen aan, maar ja, het leven is lijden en plezier is uit de boze, alhoewel niet voor de pastoor, want het is ook maar een mens.
    Vader negeerde het gehakketak en lispelde:
       - De eerste prijs en waarschijnlijk de eerste aangeduide serie.
       - Bah, de eerste prijs. Alweer een koekebrrod zeker.
       - Neen, een Alcyon, antwoordde vader.
    Moeder was even ( het gebeurde bijna nooit) uit haar lood geslagen, want ze wist ( natuurlijk) niet wat of wie een Alcyon was, maar ik wist het. Briek Schotte, dé Vlaamse wielrenner en favoriet van vader, reed voor het merk Alcyo. Er hing een foto van Briek met duidelijk zichtbaar op de trui  A L C Y O N aan de deur van avders duivenhok. Je moet niet vragen hoe vader zich voelde. Je wint een fiets, neen je wint een Alcyon! 
       - Wat het ook is, moet je daarom zo lang wegblijven?,  was moeder uit haar zwijgpauze wakker geschrokken. Ik keek automatisch op de pendule en het was halfeenn, daarom vroeg ik een beetje giftig:  
       - Wanneer eten we?
    Wang. Een oorveeg en ik had ze eigenlijk wel verwacht.
       - Hoe kan het eten op tijd klaar zijn. Ik sta d'er altijd alleen voor en moeder begon te huilen. Toen wist ik het wel en vader ook en we liepen het huis uit.
    Ik fietste veilig achter vader op mijn twijfelaartje en Jo sloot de rij op moeders fiets. We arriveerden in Sintelbeek zonder een drop regen en het kon dus nog best meevallen. De fietsen werden bij een ouwe vriend van vader gestald en daar begon het alweer en ik heb er een godverdommse hekel aan:
       - Is dat nou Wimpje? Wat is al groot,zeg!
       - Dag, Jo. Wat een verstandige kerel zeg. Wat lopen er toch sbnuggere kerels op de aardkloot. Ze zien met één oogopslag wie al of niet intelligent is. Allemaal pastoors? 
    Voor alle zekerheid moesten we van vader nog een pisboodschapje maken en toen hopsakee naar de stadstram-1. Het was voor mij een belevenis. Met  mijn kindersnoetje teegn het raam bewonderde ik de Middeleeuwse stad. De imposante Gentpoort. Zou Jan Breydel nog tegen de muren gezeikt hebben?, want toen waren er toch nog geen openbare toiletten, alhoewel Vespasianus daar in de eerste eeuw andere ideeën op nahield. De tram naar Wissel-aan-Zee stond ons op te wachten en we waren net ingestapt of het begon te regenen en het bleef regenen...de hele dag. De tram reed door het natte polderland met zijn wolken in alle grijsschakeringen. De koeien drumden samen onder de doorregende wilgen en ze keerden hun gat naar de wind. Geen reiger, ekster noch vlaamse gaai ontging mijn oog. Het gras was oneindig groen. De tram stopte op een plein te Wissel dicht bij de zee, maar het regende onverdroten voort.
    Vader besloot om de regenbui te weerstaan  eerst onze boterhammen op te eten en dan zouden we wel zien. Het werd een oneindig lange regenbui, want meer dan de helft van de dag bleef het water met bakken uit de hemel vallen, maar het plein was ontzettend druk. Soldaten liepen op en af. Ze torsten kitbags en stenguns. Twee hospiks zeulden met een brancard door de regen. Vrachtwagens met grote witte sterren op reden het plein op en halftracks en motorcarriers  en soldaten op vouwfietsen. Het was 1945 en we bleven limonade drinken. Een uurtje voor de laatste tram uit Wissel vertrok scheurde de hemel open en een splinternieuwe zon scheen oranje over het plein en de soldaten bleven torsen, de hospiks zeulen en de vrachtwagesn, halftacks, motorcarriers en vouwfietsen rijden. Op het strand werd ik stil en de steeds maar aanrollende golven grepen zich vast in mijn geheugen en nooit kon ik het nog vergeten, maar ik vind geen beeld om het min of meer passend te omschrijven.
    Voor de rest weet ik het niet meer, maar des anderendaags was het stralend weer en kon vader beginnen met het maaien met de zicht van de rogge op het perceel grond achter de kerk. Ik was godverdomme nog maar gatje boven de aarde en mocht achter vader aan klooien om alles in garven te binden Broer  Jo was naar een bezinningsdag van de KSA te Zuidveld. 

    De trein bleef nog een lange tijd in het station staan wachten vooraleer te vertrekken . Ik scheurde het pakje sigaretten open en veilig in het hoekje van de warme coupé ging ik verder lezen in de krant. Nog niet de strips, alweer het oude trucje van in de doos. Waar was ik gebleven? Hier, bij de grote kleurfoto van die Vlaamse zanger. Jongens wat had die een kegge! Zeker van Terneuzen? Hij beklaagde zich er over dat hij in dienst wass, vooral daar de officieren zo dom waren, want de zanger zelf had een opleiding voor kapper genoten. Zo zie je maar, bovendien schreef ie zijn teksten zelf al wist hij geeneens wat een metafoor was, maar ja, een kapper kan ook niet alles weten! Hij vond het God geklaagd - alweer - dat hij nu extra-lang over de wapens moest blijven, want hij was tijdens de weekends een paar keer onwettig afwezig geweest. Optredens, weet je wel, want de carrière gaat voor alles. 
    Over achter de klas blijven daar wist ik over mee te spreken, maar dat was dan alweer mijn schuld geweest en bovendien mijn carrière stelde ook niet zoveel voor. 
    De trein begon te rijden, ik vouwde mijn krant dicht, nam het valiesje van het bagagerek en plaatste het tussen de benen op de grond. Zachies zoemend gleed de trein het station uit. Lange bruggen oververticale witte betonlinten. Beneden in de diepte van de kunstmatihge valleien rezen talloze werkhuisjes, fabriekjes uit de grond. Hun bouwstijl was rechtop rechtan in een neutraal grijs, waarop de negentiende eeuw jaloers zou egweest zijn. Er boven troonde de Halletoren met een vrolijk wapperende driekleur, want het gaat goed in de stad. Langs een smalle band van te proper afgestofte legohuisjess met artificiële voor- en achtertuintjes met gemillimeterde gazons en afgelikte kiezelpaadjes denderde de trein naar de Polders. De runderen stonden samengetroept  op de schijnbaar veel te kleine weiden onverschillig te herkauwen . Geen reiger noch ekster, laat staan vlaamse gaai kon ik bespeuren. Ondoorzichtbare kladden kokmeeuwen vlogen achter de ploeg met dubbele rister. Het kwikstaartje staat stofferig opgezet in het natuurkundig museum, maar de trein raasde verder langs de autoweg in de polder. Bruggen doorsnijden het landschap en soms is er ook een boom te zien, maar mijn biologische kennis is in de bajes blijkbaar zo slecht geworden dat ik de zeldzame exemplaren niet kan thuiswijzen.
    Het valeisje tussen de bomen, de krant op de knieën zit ik onwijs veel te roken en door het raam te staren.Gisteren viel de gevangenisdeur achter me dicht. Het gat waarik ik viel is groot en niet te overzien. Van zodra je zogezegd iets verkkerds deed, vloog je in de doos. Niemand kijkt nog naar je om. Aanvankelijk  wel natuurlijk. De riooljournalisten schrijven je de goot in, maar dan word je veroordeeld, want je krijgt als enige alle  schuld in de schoenen geduwd...en daarna moet je het maar zien te rooien.   Na je tijd sta je plots op straat. Je doolt rond en weet niet waarheen. Allemaal clichés ( dat zal Geo Van Deksele ook wel weten, want Geo, literator, weet alles . Over de Zuil en het Geld...), maar hoe moet je het anders explikeren, want het is zo. niet anders!

    Zwaardronken leraar vermoordt zijn vrouw...!
    Terstreep - Toen vrijdag jl. in de late avond de aan alcoholverslaafde leraar WVO zwaar beschonken thuiskwam, heeft hij zo maar zijn vrouw Betty vermoord. De medebewoners van het flatgebouw hadden bij het horen van ongewoon lawaai de politie verwittigd. Bij hun aankomst vonden de agenten de dader zijn roer op het bankstel uitslapend. Toen ie met de snode daad geconfronteerd werd, toonde WVO geen de minste emotie. 
    Het is duidelijk dat het onbegrijpelijke misdrijf in de kuststad Terstreep voor heelwat  sensatie zorgde, aangezien de dader leraar aan de plaatselijke zeer gerenommeerde Ambachtsschool was. Daarom zijn we dan ook naar de achtergrond van dit misdrijf gaan peilen en hadden bijgevolg enkele gesprekken met vrienden, medescholieren, leraars, medestudenten, wapenbroeders... 
    Dader:
    WVO, die verdacht wordt van moord op zijn vrouw Betty, werd in het piepkleine dorpje Westland op de grens van Oost-Vlaanderen geboren. Hij werd met de helm geboren, want zijn familie was niet onbemiddeld. Alhoewel bij het uitbreken van de oorlog het huis en de aanpalende opbergruimte plat gebombardeerd werd, kon de familie zich heel spoedig herpakken en het oorlogsgebeuren zal wel geen invloed op de jonge WVO gehad hebben. Bovendien bleek hij op de dorpsschool een buitengewone intelligentie te vertonen.
    Dorp:
    We zijn erin geslaagd enkele van zijn vrieden/medeleerlingen uit de dorpsschool op te snorren. Ze zijn het unaniem  eens dat WVO hen wat verstand betrof de meerdere was, maar hij was hen op "het andere" gebied ook straten voor. Na enig aandringen wouen ze er wel wat uitvoeriger over praten. WVO was van jongsafaan niet vies, niettegenstaande hij misdienaar was, om onder de miesjesrokken te grabbelen, maar hoe hij later evolueerde weten ze niet zo best, want hij moest vroeg, verstandig als ie was, naar kostschool. Of hij dat prettig vond daar waren ze nooit blijven bij stilstaan, maar wie kreeg er in die tijd zo'n kans? 
    Kostschool:
     De meeste van zijn medekostgangers wisten ( of wilden) niets meer ( weten) buiten wat alhemeenheden. Hij was niet zo'n slechte leerling, maar hij blonk vooral op sportief vlak uit. Zijn retoricaleraar daarentegen, de heer Joseph Lievrouw , hield geen blad voor de mond. Toen we hem vroegen wat te vertellen omtrent WVO in verbandmet het trieste voorval, was hij niet eens verbaasd over het gebeurde.  Hij herinnerde zich WVO zeer goed als leerling omdat hij niet-onbegaafd was, maar vooral zijn ziekelijk-egocentrisch karakter intrigeerde hem, maar er was soms met "het ventje" geen land te bezeilen. De heer Lievrouw herinnerde zich dat WVO graag journalist was geworden, maar  hij had het hem op aandringen van zijn moeder streng afgeraden. Wat is hij dan eigenlijk geworden, wou de heer Lievrouw weten , toen we afscheid van hem namen uit zijn villa aan de rand van het Klepwoud te Dries. 
    Leuven:
    Om uit de studententijd van de dader achtergrondinformatie te gaan spitten was iets moeilijker, want zijn medestudenten weigerden elk interview en sommigen braken zelfs onmiddellijk de telefoonverbinding af bij het horen van de naam WVO. Als bij toeval vonden we dan de kotbaas, aan wwie WVO jaren een kamer huurde, terug. De heer J.V., een méér dan respectabel ambtenaar en vader van vier kinderen, wist blijkbaar nog alless precies of het gisteren was gebeurd. " Het was een schande voor de universiteit dat zo'n individu aan een ezellsvel raakte," viel de heer J.V. met de deur in huis. " Bovendien , ik heb het hem zelf ook gezegd! Wij maar sappelen om iets te bereiken en sommige anderen maar zuipen, wallebraken, tuisen en hoereren...en alles komt vanzelf, doch loontje komt om zijn boontje!" Toen we de heer J.V. vroegen wat hij daarmee bedoelde zei hij dat het niets anders kon dan dat het verkeerd zou aflopen met WVO! Hij kon het weten.
    Wij hadden graag om het beeld van de dader volledig te kunnen maken de militaire overheid aan het woord  gelaten, maar buiten het stamnummer van WVO - 60/06167 - kwamen we niks te weten, want het bleek allemaal militair geheim. Niettegenstaande deze peperkte tegenslag durven we toch besluiten dat WVO alle kansen kreeg om het in het leven ver te schoppen, maar dat hij - het klinkt hard, maar toch... - alle talenten, die hij overvloedig kreeg, met wellust ongebruikt heeft gelaten.
    We vernamen vlak voor het verschijnen dat WVO in de gevangenis 'Sliplei' opgesloten werd, waar hij op zijn proces wacht . Verder weten we niet of het gerucht dat hij voor de officier van justitie "zijn" levensverhaal mag opschrijven in plaats dat hij gewoon ondervraagd wordt, waar is. Natuurlijk beseffen we dan ook niet waarom zo'n uitzondering zou gemaakt worden. Binnen enkele weken zalde raadkamer beslissen of WVO al of niet voor het Assisenhof zal verschijnen (DLL) 

    Een gedrochtelijke hoop afgedankte autowrakken sierden nu het landschap. Wat waren er toch afgrijselijke hoeveelheid en soorten auto's om van de kleuren te zwijgen. Omheen het afvalprodukt van de moderne maatschappij waren boompjes aangeplant, maar ze bleken niet van plan om mee te werken om deze onooglijke lelijke hoop  verwrongenen verroest ijzer aan de treinreiziger te verbergen.Ze stonden schots en scheef lelijk en ongezond te zijn. De trein raasde verder en mijn voeten  begonnen te slapen door het te stevig vastknellen van het valiesje . De krant was op de grond gevallen en het appelronde gezicht van Daan Snoed keek arrogant en dwaas de coupé in, maar het wist het niet!

    Het zwarte Schaap, een vreemde debuutroman
    De meest romans, althans als we de auteurs mogen geloven, ontstaan op koude zolderkamertjes met bloed en tranen, maar niet " Het zwarte Schaap" de debuutroman van WVO. Hier werd de auteur  - hoe ongewoon het ook moge klinken - door de rechter van instructie verplicht zijn levensverhaal op te schrijven. Heel waarschijnlijk  hoopte de magistraat op die manier te achterhalen, waarom WVP zijn vrouw Betty vermoord had. Vermoedelijk lag de oorsprong in het verleden, dacht de rechter. Handige jongen Loerie Lesijgh van de nog jonge uitgeverij AGNAM slaagde erin de schrijfsels op de kop te tikken en heeft ze dan ook uitgegeven. Er wordt ook in de gevangenis 'Sliplei' gefluisterd dat gevangenisbewaarder Oktaaf Beirens ( alias de Horecaffer) een duistere hand in het buitensmokkelen van het manuscript had. Het is ( gelukkig) niet aan ons om daarover te oordelen. Over de roman of hoe moeten we het wer noemen (?) ,wel. . Je ziet als lezer een stuk geschiedenis ( persoonlijk en van een "tijd") zowat opnieuw tot leven komen. Aangezien wij uit dezelfde streek afkomstig zijn, moeten we toegeven dat figuren en situaties meer dan eens tot en met "herkenbaar" zijn. Dit is het enige goede - tot ons spijt, maar het leven is hard - wat wij persoonlijk over "Het zwarte Schaap" kunnen schrijven. Het hele boek biedt weinig origineels. We hebben om te beginneneen raamverhaal dat heel klassiek aandoet. In de gevangenis schrijft de auteur  om inzichy in zijn leven te krijgen, bovendien zijn alle feiten braaf chronologisch weergegeven. op zich  is het al zo vreemd dat de rechter van instructie de beklaagde 'doet' schrijven, maar structureel hadden we het liever wat ingewikkelder gezien, waarmee we niet zeggen dat een verhaal moeilijk en gezocht moet zijn. Monica van Paemel is in haar werk "De vermaledijde Vaders" daar overigens zeer goed in geslaagd. Verder vinden wij dat het verhaal samenhangt van de clichés. Het leger combineert elkeen ( uiteraard) met slecht eten , de school met de geronten en de universiteit met het boemelen. Tenslotte vinden wij dat het boek te zeer ingeperkt is in de 'persoonlijke' geschiedenis van één individu, terwijl het tijdsbeeld eerder moeizaam tot leven gewekt wordt. ( GvD) 

    De trein denderde verder en in de verte zag ik de Tietenbrug naderen. Hoe noemde die brug eigenlijk officieel? Ik wist het niet. In de volksmond, de Tietenbrug. De echte, degelijke, fatsoenlijke inwonders van Terstreep namen die naam nooit in de mond. Tenhoogsten zegde ze al eens:
       - Ik kwam daar met de wagen aan die brug, je weet wel...gereden.
       - Ja aan de Tietenbrug. ( Moment van intense stilte) 
    Het moet een mooie brug geweest zijn. Zoals alles in Terstreep mooi geweest is, maar naar het schijnt, althans volgens de kranten die ik in de bajes gelezen heb, hebben nu een paar kruideniers het stadsbeleid in handen. Lange Jan indertijd liet wel de hele stad Terstreep met hoge gebouwen in witte pissijnsteen "versieren" en nu is er tenminste werk in de afbraakbranche. Je kan niet alles willen!
    De brug was, heel lang geleden, versierd met bronzen standbeelden van naakte vrouwen in Hellinistische stijl. Slechts de nissen zijn nu nog zichtbaar, want de Fritzen hadden in de Grote Oorlog  veel brons nodig en ze haalden de mooie beelden weg, maar de naam Tietenbrug is blijven bestaan. 
       - Welke bobbels hebben die madammen? Wat zal een 19-eeuwse vader daar op geantwoord hebben? Pverigens de kerk bleef hier degelijk in gebreke, want er moeten toen al BH's geweest zijn. 
    De coupé was aan het leeglopen, want het blijkt een nationale sport om enkele kilometers voor het eindstation  samen te gaan drummen op het treinplatform. Toen ik het valiesje wou optillen, kreeg ik - een weifelende , weliswaar -, erectie en het verbaasde  me dat het mijn eerste was sedert ik de gevangenis verlaten had, want al te vaak had ik vanop de gevangenisbrits liggen hunkeren naar een wijf.   Op die momenten was ik ervan overtuigd  dat ik seffens nadat de bespijkerde gevangenispoort achter mijn kloten zou dichtvallen  naar de wijven zou rennen. Ik was friet gaan eten, had koffie gedronken en naar de boekwinkel geweest. Wat was er met mij aan de hand? 
    In de gevangenis zou zo'n situatie op masturberen uitgedraaid zijn, maar een, alhoewel leeglopende treincoupé, is daar de geschikte plaats niet voor.   

       - Morgen, zong de Horecaffer als het ware.
       - Wat is erop til?, dacht ik, want als ie overdreven vriendelijk is, dan mag je wat verwachten. 
    Ik waste mijn haden en keek ondertussen van over mijn schouder naar de ebwaarder, maar wist als het waar is dat het gelaat de spiegel van deziel is, dan moest het met de ziel van de Horecaffer triestig gesteld zijn. Ik schudde de handen droog, tilde ongeïnteresseerde het deksel van de schotel, waarop het ontbijt lag en vroeg:
       - Wat voor nieuws?
       - Nieuws?, deed Beirens onverschillig. Er was dus nieuws, want het was zijn gepatenteerd procédé: eerst vrolijk, dan onverschillig zijn om dan het nieuws aan te kondigen.
       - Ja, nieuws.
       - Eigenlijk is het niet zo belangrijk, maar de rechter deelde mee dat één of ander universitair ganzegat enkele kostgangers komt ondervragen.
       - Ondervragen? 
       - Wel vragen stellen. Een soort enquête. Je kon duidelijk aan zijn smoel zien dat hij niet weinig fier was het woord niet alleen te kennen, maar ook juist uit te spreken.
       -Wat heb ik daarmee te maken?
       - Wel , ik zei aande rechter...
       - Je hebt mijn naam opgegeven...Godverdomme, toch.
       -  Ik dacht, eerlijk, dat jij daat het geschikte type voor was, want dat onderwerp moet je zeker liggen.
       - Het onderwerp?
       - Ja, waarover de vragen gaan.
       - Waarover dan wel?
       - Seks in de gevangenis .
       - Godverdoeme!  
    Een paar dagen later bracht de Horecaffer hem binnen: een bleek jong mens, die, naar later zou blijken, de ene na de andere shag rookte. Zijn gelaat had die ongezonde negentiende eeuwse tbc-coleur. Het sluikte haar hing in lange, onduidelikjke stressen op zijn schouders en tussen twee hoestbuien in stelde hij met - toch - tintelende oogjes van achter zijn ziekenfondsbrilletje de nodige vragen. Ik had het aan de Horecaffer niet gezegd en alhoewel ik bij het eerste horen duidelijk gevloekt had, toch had het uitverkiezen mijn ijdelheid een beetje gestreeld. 
    Ik stond nochtans vlug weer met beide voeten op de grond. Bleekscheetbegon met zijn vragen voor de enquête en ze waren, zoals het past, van Belgisch universitair niveau : waar en wanneer ik geboren was? Wie mijn ouders waren, hun opleiding ( wablief...) en bezoepsbezigheden ? Dan was het mijn beurt. Lagere school? Middelbare school? Universiteit? Legerdienst? Beroep?
    De Horecaffer - nieuwsgierig als niet één - lwam te pas, maar vooral te onpas het gesprek opluisteren.
       - Kopje koffie, misschien?
    De Bleekscheet negeerde als intellectueel het aanbod en ging verder met de vragen:
       - Wanneer ahd jij je eerste sexuele ervaring?
       - Wauw, het was de Horecaffer. Hij bloosde eventjes , want nu wist hij het wel, maar toch voegde  hij er vlug aan toe:
       - Eijn boek moet je lezen in plaats van al die vragen te stellen. De Horecaffer glipte daarna de cel uit. 
    Stilte.
       - Boek?, vroeg de Bleekscheet. 
    Ik had weinig zin  om Piet Wijsneus met zijn clichévragen het verhaal te doen, maar de Horecaffer had me weer in de hoek geduwd.
       -  Wel, de rechter van  instructie vroeg mij om 'mijn levensverhaal' te schrijven en die vlolgekriewelde velletjes zijn in de handen van een jonge uitgever geraakt endie zag er brood in.  
    De Bleekscheet toonde blijkbaar interesse, want hij vroeg:
       - Wat is de titel?
       - Het zwarte Schaap.
    Hij antwoordde niet meer, scharrelde zijn vragenlijst bij mekaar en vertrok à l' anglaise. Ik heb hem nooit meer gezien en zelfs de Horecaffer repte er met geen  woord over.
    Dat was dan de enige poging in de jail die ik meemaakte om  iets   aan de sexuele problemen van een gevangene  te doen al was het maarr een enquête . De aalmoezenier vond dat we ons maar moesten  bedwingen en de onthouding ( jawadde) als een deel van de straf moesten beschouwen. Leve het celibaat! 

    Het station van Terstreep was weinig om niet te zeggen niks veranders. De plavuizen op het perron waren nog steedss eevn vuil en grijs. De houten zitbanken nog altijd niet gevernist.Op één van deabnken zat nog steeds een arbeider van de Cie International des Wagons-Lits met zwartrode, wollen muts op het hoofd op de altijd komende internationale trein te wachten.  Het rode bevoorradingswagentjes stond een eind verder op. 
    Ik liep naar de uitgang en het was precies of ik de zee kon ruiken, het zilte briesje smaken. Het was ooit anders geweest. Toen ik - godverdomme dat lijkt lang geleden - voor de eerste keer in Terstreep kwam, werd mij de keel door een prangende urinegeur gesnoerd. Inderdaad, want toen serd het stationsplein gesierd - de Koningin der Badsteden , vond de Kromme alias Leopold Twee - door een grote, kubusvormige vespasienne. En stinken! 
    Het kon anders, want ik stond nu op het plein in mijn dunne jasje met het zelfde valiesje weliswaar in de hand en mijn mond viel open van verbazing. Weg pissijn! Weg stank. Een groot bassin met vele kleurrijke jachten en op de achtergrond het schoolschip Mercator. Waar ze Gerards naam toch allemaal voor misbruiken. Toch leuk als burgemeester als je vrienden ministers voor je zorgen. Ene Jef Dedrenzer zorgde voor het plezierdok, want hij was minister van openbare werken...en de excellentie van landsverdediging ene Polleke Reghes liet   het schoolschip verhuizen. Voor je vrienden doe je wat vooral in verkiezingstijd. Mooi! 
    Ik stak het plein over om het bruggetje op te lopen, maar moest een stadsbus laten voorgaan, ik liep dan verder naar de Bierkroeg waar mijn Terstreeploopbaan begonnen was.  

    Betty en ik stonden in de regen op het stationsplein, want gezien de legerdienst ( eindelijk) achter de rug was, vondd mijn moeder dat er meost gewerkt worden, daar de luiheid wel het oorkussen van de duivel is  en al dat zeiken en zuipen bracht geen zoden aan de fatsoensdijk. Ik werd op pad gestuurd. Celle Naalde paste mij een nieuw pak aan en voor één keer had moeder niet zoals steeds gezegd:  
       - En Marcel een beetje tegen het groeien hé!
    Het haar gemillimeterd door Medard, de kapper en reeds duidelijke trekken van een echte nicht in zich dragend, maar dat wist toen nog niemand of je mocht het niet weten en er zeker en vast geen woord over reppen. De mannenvna de bruine dreef. 
    Ik zag er uit als een paasbeest. Siere riep toen ik met de fiets passeerde op weg naar alle West-Vlaamse scholen: 
       - Ga, je alweer naar de wijven?
    Ik dacht:
       - Wat bedoelt ie met alweer?, maar mijn ijdelheid was met Sieres compliment toch wel enigszins gestreeld. 
    Moeder had voor mij alles via de telefoon netjes geregeld, want met jou weet je immers nooit wat het zal worden, opperde ze. 
    Een studiegenoot van haar broer, die grote Vlaamse kop, ze hadden er ooit nog op de kaft van studieschriften een biografie aangewijd, was directeur aan de Ambachtsschool in Terstreep. Mijn oom had ondertussen het hoofd reeds neergelegd, nadat hij geprobeerd had Vlaanderen te hernieuwen in Christus, maar de echte hernieuwers hadden slechts een politieke zakkenvullerij bedoeld en hielden nu nog altijd het hoofd rechtop. Zou    Daantje Snoec of was het toch eerder kanunnik Plompe geweest? De gatlekkerij
    Ik was vertrokken in het beste pak, natuurlijk en met een kwak brilcream op de haren en de scheidingslijn netjes geharkt met de trein naar Terstreep. Betty was mee gestuurd, want  met " jou kan ik niet voorzichtig genoeg zijn..." Een moederhart bruist van vertrouwen. Soms. 
    Betty en ik op het Statiosplein. Regen. Waarheen? 
       - Laten we iets gaan drinken en ik wees met het hoofd in de richting van "De Bierkroeg". 
       - Ga je weer beginnen, mekkerde Betty.
    Ik bedwong mijn opborrelende woede en schakelde over op overredingskracht.
       - Maar weet jij de weg naar de Oordjesstraat?
       - Oordjesstraat?
       - Ja, de Oordjesstraat, want daar bevindt zich precies de Ambachtsschool en daar ( ik wees weer naar " De Bierkroeg") kunnen we de weg vragen, want een kastelein weet alles...  
    De baas wist het.
       - Je neemt bus zes en je rijdt mee tot op de hoek van de oordjesstraat.
       - +Het is de zevende halte, zei een postbode die aan een tafeltje zorgvuldig sigaretten  zat te rollen in de gezellige drukte  van de bruine kroeg.
       - Zeg, Gusten, je weet het toch zeker?
       - Natuurlijk, zei de bode, want daar begint mijn ronde. Al vijfendertig jaar en ik zal 't niet weten zeker. Vroeger...,
    ...maar ik hoorde het niet meer, want ik was door de twee heen en weer klappende wildwestdeurtjes naar het toilet verdwenen. 
    We vonden de Ambachtsschool met de ogen dicht. Betty zei vooraleer  ik aanbelde:
       - Ik ga maar niet mee, misschien vinden ze het niet leuk. 
    Ik stond met de wijsvinger op de belknop en begreep niet wat ze bedoelde, maar de deur werd reeds geopend. 
       - Van Oostveld, zei ik 
       - Ja, natuurlijk. Je bent precies op tijd en de directeur verwacht je, zei een niet onaantrekkelijke vrouiw, die me naar het buro leidde. Het was in één minuut geklonken.
       - Ik moet naar een vergadering. Je bent aanvaard. ( Stilte) Ik doe het voor je oom. ( Stilte)
    Ik dacht er niet verder bij na en toen ging hij reeds verder:
       - Kom binnen veertien dagen eens terug, dan krijg je wel je lesrooster. Maandagmorgen en vrijdagmiddag vrij, nietwaarwant je komt van ver, zei hij joviaal en patste met de vlakke hand op mijn rug. 
    Ik vond het leven stralend. De geronten ofte de " heren " die het lesrooster, zelf spraken ze steevast over uurrooster, wat dit ook mag zijn, in elkaar flansten dachten er enigszins anders over . Allemaal clichés, althans volgens  het grote Vlaamse, kritische licht Geo Van Deksele, maar toen kon ie het nog niet weten, want hij lag nog aan de zuigfles met taptemelk gevuld. Nu nog overigens , maar het werd wijwater. De vulling!

    De baas stond teegn de tap geleund nors naar zichzelf te kijken. De gelagzaal was koud en kil, geen straaltje zon op het koper van de percolator. Samen met mijn eenzaamheid, die me zo plots overviel dat de koude rillingen langs mijn scolioserug naar beneden denderden,ging ik op een stoel zitten. Verre flitsen raasden door mijn schele kop. Vader pluimde een duif. Vader voerde de beerton met de kruiwagen met het handzeel over de schouders en aan de lamoenen.  Vader pompte de band van mijn fiets op. Waarom eigenlijk?
       - En?, vroeg de kastelein. Er wordt wat geënd vandaag de dag. Als Geo Van Deksele dat maar weer niet te veel cliché-achtig gaat vinden.
    Ik vond de herbergier  een beetje veel naar het valiesje kijken, maar vroeg toch:
       - Koffie?
       - Geen koffie. Ik heb de percolator nog niet aangezet, bovendien ben ik niet van plan het vandaag nog te doen. Er komt toch géén kat.
       - Water?, probeerde ik.
    Ik hoorde hem het kroonkurkje lichten, het glas vullen en toen plofte hij het glas net naast het bierviltje, dat ik had klaargelegd, neer .
       - Dertig, zei ie.
    Ik scharrelde de muntstukjes bij elkaar op een manier die de vrek verraadt, maar de kastelein bleek er niet op te letten, want hij was weer tegen de tap gaan leunen .
       - Is de Ambachtsschool nog steeds in de Oorsjesstraat?
    Hij negeerde me totaal.
       - Wat is er met die man gebeurd?, dacht ik en probeerde opnieuw: de Ambachtschool...?
       - Ik ben godverdomme niet doof. De Ambachtschool, de Vak bedoel je, sneerde de man.
       - Ja, de Vak.
       - Richting Liefkappele, zei ie en hij liep maar de wildwestdeurtjes  van het toilet, want hij wrikkelde zijn rits reeds open.
    Bus zes reed nog steeds naar Liefkappele , maat hij was nu wel wit geverfd en sierlijk uitdeinende letters Lijnden op de flanken..
    Ik stapte uit op de hoek van de Oordjesstraat. Het café 'De nieuwe Pikeur' was er nog steeds, maar er was nu een ruit gebroken en met een stuk karton , waaropin grillige letters stond geschreven : " Frieten om mede te neemen" (  Spelling in Vlaanderen...) , werd de eerste reparatie uitgevoerd. Ik stond daar nu met het valiesje in de hand en plots voelde ik, al is het zzn cliché zo groot als een kerk, de moed in mijn schoenen glijden. De gebouwen van de Buurtspoorwegen, excuseer, De Lijn zagen er nog afschuwelijker uit. De straatstenen  van de Oordjesschool waren zo schots en scheed in het zand gepoot dathet niet mooi meer was en me nog meer afschrikte;
       - Godverdomme, Dikken, waar heb je dat geleerd?
       - Wie geen kasseien kan leggen, moet hem thuis maar afspelen, antwoordde de Dikken.
       - Kom, Dikken, zei Siere al die mensen zijn gelukkig getrouwd.
    Wij - Tuur, Toon, Bert en ik - hadden erbij gestaan en begrepen slechts dat kasseileggen niet moeilijk kon zijn, maar de vergelijkingen van Dikke Meire daar hadden we nogal eens meer last mee.Een beetje zoals de meeste - wablief - alle Vlaamse zangers. Ze kennen het verschil niet tussen een adjectief en een adverbium of tussen een troop en een metafoor, maar ze schrijven allemaal zelf hun teksten: " Het meisje van de buren komt een praatje maken met haar fiets!" Gelukzak, die fiets! 
    Ik liep overhet Justitieplein en liep bijna het valeisje uitde hand tuimelen toen plots de gevel van de Ambachtschool voor me opdoemde. 

    Gust, de bode, had gelijk. De bus stopte aan de hoek van de Oordjesschool, maar hoe het mogelijk was dat hij, als postbode  notabene, niet wist dat zich daar 'De nieuwe Pikeur' bevond, zal een eeuwig raadsel blijven. De deur van het café stond open, want met een grotevloerzwabber werd een dikke, grijze brij op het voetpad gekliederd. De smurrie droop daarna in de goot. Vanuit de deuropening 'croonde' Freddy over gitaren en zeeën. Matrozen die hun  lief kwijt waren, maar moeder vond dat ze naar huis moesten komen, maar hun gitaar niet mochten vergeten. 
    Betty en ik liepen de Oordjesstraat in. Een pleintje zagen we in de verte opdagen en toen vroeg Betty:
       - Zou het nog ver lopen zijn?
    Ik stopte even en keek het adres na en op het briefje, waarop moeder nahet telefoongesprek het genoteerd had.
       - Honderd en acht, zei ik. Het kan toch niet zo ver meer zijn.
       - De stenen zijn zo ruw, prevelde Betty.
    Het was niet ver meer, want totaal onverwacht, want pietluttig klein, stonden we voor de Ambachtsschool.
    Vooraleer ik aanbelde zette ik een paar stappen achteruit om het geveltje grondig te bekijken. Betty zei iets, maar ik hoore het niet of beter de woorden drongen niet tot mijn hersenen door. Jongesn, wat vond ik dat nou een leuk geveltje. Het was onwijs klein en het zag er zo gezellig uit. Tussen twee, niet al te grote rechthoekinge vensters was de deur. Ze moest ooit nog eens geel geverfd geweest zijn, maar wie baalde daarom. Naast de deur een koperen plaat:  A M B A C H T S S C H O O L . Het telefoonnummer was volledig dichtgegroend. Drie rechthoekige venstertjes  vormden de eerste verdieping en van daaruit liep het in een puntige spits met aan de boord de zo mooie, Vlaamse trapjes. In de punt vazn het geveltjes was het alziende ronde oog. Kon achter zo'n piepkleine geveltjes een school verborgen zijn?

    Terwijl ik wachtte tot iemand de voordeur  zou openen bekeek ik het gebouw van de Ambachtsschool. Het neologisme is misschien een jonge wetenschap, maar er moet dringend werk van gemaakt, want Vlaanderen snakt naar nieuwe woorden. Afgrijslijk om eens Rodebach te citeren.
    De Ambachtsschool was een meer dan honderd meters lang gebouw. Alhoewel. Het was een ordinaire balk van vier verdiepingen, waarin hier en daar een gat voorzien was, want zonder vensters kan het verdraaid donker en duister in een gebouw zijn...en : " Wij zijn kinderen van het licht! "
    De hele Oordjesschool werd gedomineerd. Het snoepwinkeltje was christelijk weggedrumd. Na de avondstudie werd het door de kostleerlingen van weleer overspoeld. Terwijl ze de voorraad snoep en tabak verzamelden, vertelde Jef enkele gore bakken, waarvoor  kostleerlingen vroeger nog bloosden. Het gerucht deed de ronde dat de directie de snoep- en tabakslag duldde omdat ze er zelf ook beter van werd, maar  er wordt zo veel geluld, maart toch en daarbij Marten, Jefs wijf, mocht gezien zijn.  
    Het café aan de anderehoek van de straat " Bij de Paardenvleeseters" was ook verdwenen, maar dat was helemaal niet erg, daarbij de kastelein was een vrijgezel en hij gedroeg zich ( soms ) vreemd, wat een christelijke  manier van zeggen was om aan te duiden dat hij een nicht was. In een onbewaakt ogenblik, waar valt het niet  voor (? ) , gingen leerlingen van de hoogste klassen er wel eens een glas drinken, maar tot handtastelijkheden, zei de biechtvader, is het er nooit gekomen.  Eigenlijk was de baas een goeie lobbes, misschien wel een beetje excentriek, want hij las nu en dan eenseen roman, gevaarlijk, vandaar waarschijnlijk de naam van zijn estaminet! De twee lichtpuntjes in de Oordjesstraat waren gedoofd, maar in de plaats rees beton, glas. Kleurloos. Excelsior!
    De deur was uit het slot gesprongen, wanteen moderne Ambachtsschool heeft uiteraard deurtelefoon en ik liep een halletje  in, waar ik weer voor een deur kwam te staan.
    Vanachter een glazen wand riep een jong heerschap met snor onder de scherpe neus - ik dacht aan Norman Mailor die niet begrijpt dat sommogen onder het reukorgaan cultiveren wat op hun aars vanzelf zo welig tiert... - met een overslaande niet van arrogantie gespeende stem: 
       - Wel?
    Ik stond daar armzalig te zijn met eht valiesje in de hand.
       - Ik zou de directeur willen spreken.
    Van onder zijn wenkbrauwen, nog schraler dan zijn snor, spraken de ogen boekdelen en vooral het valiesje  trok de aandacht. Hi draaide hethoofd naar een dame  die achter een tekstverwerker verstandig zat te zijn.
       - Is de baas thuis?
    Ik zag hoe de dame profijtig knikte. Zou ze  van Kortrijk zijn? Ik hoorde het kriepend geluid van het automatische deurslot en de glazen deur sprong open. Ik stond in een duistere hall alleen te zijn en toen ik onbeholpen naar de twee in het  welkomburo keek, zag ik hen beiden over duidelijk spottend lachen, al boog de dame zich dadelijk weer ootmoedig over het klavier van de  WP. Snorremans, de Jonge, priemde me met de ogen en na het lachhen vertrok er geen spier op het gelaat.
    Mijn ogen wenden aan de duisternis. Vlak voor me stond eenlomp voorwerp, maar het bleek bij nader toekijken - mijn ogen waren in de bak niet verbeterd. Wat zou het bij een oogarts kosten? - een niet onaardig bronzen gewrocht.  Een aambeeld waaruit een stevige smidsklauw opsteekt. Symbool van de revolutie zal het wel niet zijn. Eens aan Snorremans vragen:
       - Wat stelt het voor?, vraag ik vanuit de geopende glazen deur van het welkomsburo en wijs naar het aambeeld.   
       - Een aambeeld, was ie leuk, maar ik vond eventjes mijn vechterstemperament terug:
      



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 19/08-25/08 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 20/12-26/12 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 02/10-08/10 2006

    Egidius waer bestu bleven...

    Egidius, waer bestu bleven?
    Mi  lanct na di, gheselle mijn.
    Du coors die doot, du liets mi tleven.

    Dat was gheselescap goet ende fijn,
    Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
    Nu bestu in den troon verheven
    Claerre dan der zonnen scijn,
    Alle vruecht es di ghegheven.

    Egidius, waer bestu bleven?
    Mi lanct na di, gheselle mijn.
    Du coors de doot, du liets mi tleven.

    Nu bidt voor mi: ic moet nog sneven
    Ende in de weerelt liden pijn.
    Verware mijn stede di beneven:
    Ic moet noch zinghen een liedekijn .
    Nochtan moet emmer ghestorven sijn.

    Egidius, waer bestu bleven?
    Mi lanct na di, gheselle mijn.
    Du coors die doot, du liets mi tleven.

    Jan Moritoen



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Laatste commentaren
  • huisdestructie (dirk simoens)
        op Heer, heb medelijden ...
  • Helaas.... (Christine)
        op Helaas, waar is der Oudren fierheid nu gevaren (A. Rodenbach)
  • Een goede midweek middag en avond (informatietips)
        op De rijke is niet gelukkiger dan hij die genoeg heeft... ( Solon)
  • Flytox (Michel Guilmet)
        op De natuur doet niets zonder doel (Aristoteles)
  • school is... (christine)
        op School is bijkomen van het weekend...
  • IN OKTOBER VEEL REGEN..... (Christine)
        op IN OKTOBER VEEL REGEN, VOOR HET KERKHOF ALTIJD ZEGEN
  • - (joris vanhecke)
        op Wie geen vrede wil, zal oorlog krijgen...(Tarquato Tasso)
  • soms is er niets zo onnatuurlijk als .... (Christine)
        op Somtijds is er niets zo onnatuurlijk als de natuur...(Carolyn Wells)
  • Wie van herinnering kan genieten... (christine)
        op Wie van de herinneringen kan genieten, leeft tweemaal! (M.V. Martialis)
  • De taal.... (christine)
        op De taal is de mens gegeven om zijn gedachten te verbergen (Molière)
  • Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Inhoud blog
  • Papier is gewillig...
  • Papier is gewillig...
  • Persvrijheid: vrijheid om overal nieuws uit te persen (Marc Callewaert)
  • Opvoeding maakte van ons wat we zijn...( Claude Helvétius *)
  • Beloften maecken 't volck tot alle dinghen graeg (Joost van den Vondel)²
  • Nationalisme is een kinderziekte, de mazelen der mensheid (A.Einstein)
  • Sneeuw in mei...
  • De waarheid, niets dan de waarheid, zo helpe me ( God, Jahweh, Allah, Boeddha, de Grote Manitou...*)
  • Vrouwen ( toch) aan de macht?

    Laatste commentaren
  • huisdestructie (dirk simoens)
        op Heer, heb medelijden ...
  • Helaas.... (Christine)
        op Helaas, waar is der Oudren fierheid nu gevaren (A. Rodenbach)
  • Een goede midweek middag en avond (informatietips)
        op De rijke is niet gelukkiger dan hij die genoeg heeft... ( Solon)
  • Flytox (Michel Guilmet)
        op De natuur doet niets zonder doel (Aristoteles)
  • school is... (christine)
        op School is bijkomen van het weekend...
  • Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Op de foto mijn familie: vader , moeder, mijn zussen Camilla en Maria, mijn broer Joris (+) en mezelf. Foto genomen tijdens  de oorlog in 1943. 
    Daaronder het gemeentehuis van Oedelem, mijn geboortedorp, Dr. Wyns noemde het één van de mooiste gemeentehuizen van Vlaanderen... 


    Foto

    De vierde latijnse van het  Sint-Rembertscollege in 1953 met klastitularis Jozef 'Basiel' Verstraete ( achterste rij...)  op schoolreis in Brussel. Gehurkt helemaal rechts zit ikzelf.


    Foto

    In december 1958 speelden enkele Oedelemse jongeren het toneelstuk "Smidje Smee". De "acteurs" werden uiteraard voor het nageslacht op foto vastgelegd...Bovenste rij: (v.l.n.r.) Willy Beernaerts (souffleur), Antoine Dhaese(+), Antoine Depestel, kapelaan Demuynck, René Dewulf, Roger Vanhullebusch, (zittend v.l.n.r.): Roger Vandeweghe, Edward Gilliaert en Marcel Denaeghel


    Foto

    Mijn oude Roldersklacht (mei 1958) aan de Zoete Waters in Heverlee...Eern triest moment!



    We zijn de 18de week van 2024


    Herfstavond
    door Albert Verwey

    Op 't donkre buiten
    Boomkruinen ruisen;
    Stormwolken drijven:
    In 't lamplicht huis en
    Voor donkre ruiten,
    Zit 'n dromend beeld
    Woorden te schrijven,
    En 't kruinenruisen,
    En 't wolkendrijven
    Staat, een geluid,in
    Schrift gepenseeld.


    De Waterlelie
    door
    Frederik van Eeden

    Ik heb de witte waterlelie lief, 
    daar die zo blank is en zo stil haar kroon
    uitplooit in 't licht

     Rijzend uit donker koelen vijvergrond,
    heeft zij het licht gevonden en ontsloot
    toen blij het gouden hart.

    Nu rust zij  peinzend op het watervlak
    en wenst niet meer...

    Een vrucht die valt
    door Karel van de Woestijne

    Een vrucht, die valt...
                                  -- waar 'k wijle in 't onontwijde zwijgen,

    buigt statiglijk de nacht zijn boog om mijn gestalt. De tijd is dood, omhoog, omlaag. Geen sterren rijgen
    haar paarlen aan 't stramien   der roereloze twijgen.
    En geen gerucht, dan deze vrucht die valt

    Een vrucht.
                      -- En waar ik sta, ten zatten levens-zome,
    vol als de nacht maar even stil; blind als de lucht
    hoe rijk ook aan 't verholen van mijne dromen,
    voel 'k -- lomer dan in 't loof der luideloeze bomen
    een vrucht die valt, -- mijn hart, gelijk een vrucht
    die valt... 



    'k  Hore tuitend' hoornen....
    door
    Guido Gezelle

    'k Hore tuitend' hoornen en
    de navond is nabij
    voor mij:
    kinderen, blij en blonde kom,
    de navond is nabij,
    kom bij:
    zegene u de Allerhoogste, want
    de navond is nabij,
    kom bij:
    'k hore tuitend hoornen en
    de navond is nabij,
    voor mij!

    Nieuws De Morgen
  • Wie zich al verlekkert op een extra maandloon, zal bedrogen uitkomen: wat u moet weten over vakantiegeld
  • Russen en Amerikanen plots samen op militaire basis in Niger
  • ‘Werken naar de leider toe’ is een bekend procedé uit meer autoritaire regimes. De VRT-leiding heeft er zich alvast in bekwaamd
  • ‘Mark van Bommel vertrekt na dit seizoen bij Antwerp’
  • Hoe zit dat nu weer met het vakantiegeld? Hoeveel hou je daarvan over?
  • ‘Werken naar de leider toe’ is een gekend procédé uit meer autoritaire regimes. De VRT-leiding heeft er zich alvast in bekwaamd
  • ‘We houden woord’: akkoord over grondwet maakt nieuwe staatshervorming mogelijk
  • ‘Angèle en ik sturen elkaar nog altijd foto’s van onze hondjes’: De Morgen had een exclusief gesprek met Dua Lipa
  • Vakantiegeld: waar je recht op hebt en wat je ervan overhoudt
  • Waar liggen de stille oases en lawaaierige plekken in Antwerpen, Gent en Leuven? Ontdek het nu live

    Delft
    door Hendrik Marsman
    Sluimer dood

    zacht
    verdronken
    donker

    nacht

    groene dood
    in de gracht
    verzonken

    blinde non
    waanzin
    spon
    zacht
    geflonker
    in de ogen

    donker

    pracht


    Nacht
    door Hermen Gorter

    Het gras heeft den nacht al begonnen,
    de tuin is stil bezonnen.
    De hemel is onbezonnen,
    licht nog zo ongeschonden.

    Bomen wit als boekweit
    hangen neer stil in schoonheid,
    maar de losse kastanjebladen
    zijn schichtig en overladen
    van wind...


    In memoriam amici J. Campert
    door Louis de Bourbon

    In de open dromen van den wreden dag
    heb ik jouw pijn gevoeld, jouw brandend leed,
    soms hoor ik in den nacht jouw stervenskreet
    en ik zie een blik die breekt, jouw laatste oogopslag.

    Ik hef het glas. Ik zie den roden gloed
    van 't heulsap dat ons beiden heeft verheugd
    in vroegere nachten luid en licht van jeugd,
    maar sinds jouw dood smaakt alle wijn naar bloed.

    En sinds jouw dood is alle licht te schel,
    elk vuur te heet, alle genot doet pijn
    en ik hoor in ieder lied dit bittere refrein:
    o, hart, jouw hart, o bloedrode rebel.

     
    Louis de Bourbon (1908-1975)
    Klik op de pijl onderaan laatste tekst om het archief op te roepen...

    Haiku

    Het jaar is gestart

    en we beloven weer veel,

    want we zijn zo dom!

    (WVO)


    Haiku

    Het ouder worden

    is zeker geen sinecuur

    en je doet 't alleen...

    (WVO)


    Haiku

    De vorst is weer weg,

    bakken regen stromen neer,

    helaas, godgeklaagd...

    (WVO)


    Haiku

    De minister spreekt:

    het zijn zeer droeve tijden,

    de riem dient gesnoerd...
    (WVO)


    Over mijzelf
    Ik ben Willy Beernaerts, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Wim van Oostveld .
    Ik ben een man en woon in Mariakerke-Oostende (Vlaanderen ) en mijn beroep is leraar Nederlands - geschiedenis aan het VTI in Oostende en freelance journalist bij de Zeewacht .
    Ik ben geboren op 26/04/1936 en ben nu dus 88 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Lezen en schrijven.
    Schreef een roman " Het zwarte Schaap" die spijtig genoeg al uitverkocht is. Het vervolg staat op mijn Blog " De Tocht terug" Nu schrijf ik voor het Jaarboek " Bos en Beverveld" van de heemkundige kring van Beernem-Oedelem-St.-Joris .


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!