Vlees maakte ons slimmer
Vegetariërs zullen er misschien niet akkoord mee gaan, maar het feit dat
de mens in de loop van de geschiedenis geëvolueerd is tot een wezen met
een goed ontwikkeld brein dat in staat is gereedschappen te gebruiken,
hebben we te danken aan vlees.
Ongeveer 2,3 miljoen jaar geleden
stapten onze voorouders over van het eten van planten en noten naar het
oppeuzelen van karkassen. Volgens antropologen is dát het moment waarop
onze hersenen genoeg energie kregen om uit te groeien tot hun huidige
omvang, omdat de mens niet langer een gigantisch systeem van ingewanden
moest onderhouden om al die rauwe planten en bladeren te verteren.
"Je
kan niet én een groot brein én grote inwendige organen hebben", zegt
Leslie Aiello, antropologe en directeur van de Wenner-Gren Foundation in
New York, dat onderzoek naar evolutie ondersteunt. "De spijsvertering
was energieverslindend bij onze voorvaders. De hersenen werden daardoor
wat verwaarloosd."
Tot we dus vlees ontdekten. En geleidelijk
gereedschappen begonnen uit te vinden, "externe tanden" zoals Aiello ze
noemt, die ervoor zorgden dat we geen scherpe tanden nodig hadden zoals
andere roofdieren; of de ontdekking van vuur om vlees te bakken waardoor
het vlees zachter werd en gemakkelijker om te verteren en we niet
langer uren per dag ons eten moesten kauwen zoals chimpansees. "Vlees
bakken leerde de mens ook om samen te werken en bracht mensen ook
dichter bij elkaar, waardoor we nog "menselijker" werden," aldus Aiello.
(sps)
|