*
De koala of buidelbeer is een buideldier uit de familie koala's die voorkomt in het oosten van Australië. De Griekse woorden φασκολος en αρκτος betekenen respectievelijk "buidel" en "beer". Het Latijnse cinereus betekent "askleurig"
Door zijn teddybeer-achtige uiterlijk wordt hij vaak ten onrechte als een beer beschouwd.
"Koala" komt uit het Dharuk, een uitgestorven aboriginaltaal die rond Sydney werd gesproken. Het zou zoiets betekenen als "drinkt niet", verwijzend naar het feit dat de koala zelden drinkt.De koala, zoals vele andere inheemse Australische dieren, speelt een belangrijke rol in de aboriginal-mythe over het ontstaan van de wereld.
Het mannetje weegt zo'n 12 kilo, het vrouwtje 8 kilo. Ze worden ongeveer 65 tot 78 cm lang.In het noorden wegen koala's bijna de helft minder. Zuidelijke koala's hebben een dikkere vacht dan die in het warmere noorden. De kleuren van de vachten variëren sterk per individu en worden lichter naarmate koala's ouder worden, maar de meeste zijn grijs met wit op de kin, borst, voorpoten en romp. Koala's hebben een korte staart, die geen functie lijkt te hebben.
Koala's eten bijna uitsluitend bladeren van de eucalyptusboom. De bladeren zijn vezelrijk en bevatten gif dat voor de meeste andere dieren gevaarlijk is. Omdat koala's een langzaam metabolisme hebben, slapen koala's zo'n 20 uur per etmaal, vaak in een boom. Volgens andere bronnen is dit zelfs 22 uur, waarmee de koala de grootste slaper van het dierenrijk is. De rest van hun tijd besteden ze vooral aan eten en het zoeken naar eten en potentiële partners. Ze verplaatsen zich bij voorkeur in de uren na zonsondergang en kunnen ook zwemmen. Koala's zijn solitaire territoriumdieren en "blaffen" wel eens agressief naar soortgenoten. Koala's "knuffelen" ook met bomen om hun lichaam koel te houden.
In tegenstelling tot wat wel gedacht wordt, lusten ze niet alle soorten eucalyptus, maar vermoedelijk slechts een paar. Omdat koala's moeilijk te traceren zijn en vooral 's nachts en solitair leven, is dit voor de wetenschap moeilijk te bepalen.
Koala's zijn polygaam en paren normaal gesproken in de zomer, tussen oktober en februari. De copulatie duurt maar kort en gaat gepaard met krabben en bijten. Het laatste spermavocht verhardt waardoor de man er indirect voor zorgt dat de vrouw de eerste dagen niet met een andere man kan paren. Het verharde sperma vormt een "stop". Na een paar dagen verliest het vrouwtje de "stop" vanzelf. Zo heeft men in dierentuinen een extra bevestiging van een paring. Het koalajong (de joey) wordt na vijf weken geboren, maar is dan nog kaal, blind en slechts zo'n 2 cm lang. De vijf à zeven maanden daarop brengt het door in de naar achteren gerichte buidel van de moeder, waar het melk drinkt uit een van de twee tepels. In de maanden daarna eet het jong onder andere een speciaal aangemaakte darmbrij van de moeder, waar bacteriën in zitten die de vertering van eucalyptusbladeren verbeteren. Het jong is ongeveer na elf maanden onafhankelijk van zijn moeder.
|