Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
30-07-2009
Baskisch Parlementsvoorzitter Atutxa wordt vervolgd
30 juli 2003
De nieuwe Kamer van het Baskisch Hooggerechtshof beslist, zoals te verwachten was, Baskisch Parlementsvoorzitter Atutxa, Gorka Knörr en Kontxi Bilbao te vervolgen. De beslissing viel na een stemming met vijf vóór en twee tegen. De nieuwe Kamer werd dan ook samengesteld met een meerderheid van PP-rechters. Hoewel de 3 beklaagden pas vandaag hiervan in kennis gesteld werden, was de "bevriende" krant, El Mundo, gisteren al op de hoogte! Dit gebeurde de laatste tijd herhaaldelijk. Bijvoorbeeld met de nietigverklaring van Batasuna!
Xabier Arzallus zegt onomwonden: "In Spanje is er geen democratie omdat de PP de spelregels heeft verbroken door de justitie te politiseren." In verband met de "voorspelling" van minister Michavila dat het zo zou uitdraaien zegt Arzalluz: "Ze zeggen dat Michavila van de legionairs van Christus Koning is, of hoe ze zich noemen. We moeten ermee leren leven dat hij bovennatuurlijke bronnen van kennis heeft die wij, gewone gelovigen, niet hebben."
Ook voor de Socialistische burgemeester van Donostia, Odón Elorza, wordt het blijkbaar een beetje teveel: "Dit is niet goed voor het niveau van de relaties tussen de Baskische en de Nationale regering die loyaal moeten zijn, noch van de samenwerking die harmonieus moet kunnen verlopen." In deSpaanse pers wordt hij meteen verrot gescholden. "Intellectueel incompetent lijdend aan een mentale diarree!" Van dit niveau
Minister Arenas eist van de Secretaris Generaal van de PSOE dat hij niet meer praat met de PNV! Zapatero antwoordt: "Ofwel is er respect, ofwel werken we niet meer samen."
Maite Soroa neemt in Gara elke dag even de Spaanse pers door. Als ze haar zouden vast krijgen, wordt ze op zijn minst levend op de brandstapel gebracht. Spanje zegt dat ze niet echt bestaat, maar dat Maite Soroa een schuilnaam is voor enkele medewerkers van de krant. Spanje zegt ook dat "als Maite Soroa je aanwijst, je laatste uur heeft geslagen." Maar dat zei Spanje ook al van Pepe Rei in EGIN. Maite Soroa haalt er vooral die Basken door de mangel die hun eerstgeboorterecht voor een bord linzensoep hebben verkocht aan het land van de Katholieke Koningen. Collaborateurs dus.
Op 28 juli 2007 raakte bekend dat Florez, een Guardia Civil, werd gearresteerd en opgesloten omdat hij als dubbelagent voor "een handvol dollars" had gespioneerd voor de Russen. Dit stuk gewetenloos tuig was gedurende een aantal jaren verbonden aan de Guardia Civil-kazerne Intxaurrondo van Donostia-San Sebastián. Hierbij werkte hij mee aan het bespioneren van radicale Basken, meer concreet van leden van Batasuna en tegen de Europese tak Xaki die de internationale contacten voor de partij verzorgde.
Zou Florez na zijn arrestatie tot bekentenissen gedwongen zijn door hem een plastic zak over het hoofd te trekken, door slagen op het hoofd met telefoonboeken, vuistslagen tegen zijn testikels, onderdompelingen in een badkuip waarin zijn collegas eerst gepist hadden? Dat zijn toch de ondervragingstechnieken in de kazerne daarboven, naast de snelweg naar het Noorden!
Onlangs verscheen in de Spaanse desinformatiemedia het bericht dat de Spaanse taal (officieel Castellano of Castilliaans genoemd) in gevaar zou zijn! Iedereen fronste de wenkbrauwen. De taal die officieel is in Spanje en in alle landen van Zuid-Amerika (op Brazilië na). In gevaar?
Er volgde meteen een Manifest voor de eenheidstaal ten voordele van de alleenheerschappij en de absolute dominantie van het Spaans, een toonbeeld van de ideologie van het Spaanse taalnationalisme in zijn meest radicale vorm, dichtbij grootheidswaanzin.
Deze campagne is een manipulatie die tot een echt monsterachtig taalimperialisme leidt, zegt de Spaanse taalkundige, Juan Carlos Moreno Cabrera (Madrid 1956) Hoogleraar Algemene Taalkunde aan de Autonome Universiteit van Madrid. Hij neemt zelfs het woord beligerante of oorlogszuchtig in de mond! Talen op zich werken op een min of meer natuurlijke wijze op elkaar in. Het gaat pas fout lopen als er een nationalistische taalideologie gehanteerd wordt die uitsluit zoals dat met de Spaanse taal gebeurt.
De bewering dat de regios (Baskenland, Galicië, Catalonië) het Spaans aan het uitroeien zijn, is leugenachtig. Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten, zegt Moreno Cabrero (in een Spaanse uitdrukking waarin in plaats van waard, dief wordt gebruikt.)
Ze interpreteren hulp aan regionale talen als echte aanvallen. Ze beschuldigen anderen van wat ze zelf doen! Het Spaans is helemaal niet superieur aan andere talen. Wel op sociaal vlak! Want vanaf het ogenblik dat een staat of een natie een andere domineert, verandert de zaak omdat de dominerende staat ook zijn taal opdringt. Al wat niet tot de eenheidstaal behoort, wordt beschouwd als anekdotisch of folkloristisch. Als de Basken of de Catalanen zouden willen dat hun taal wordt gesproken in Extremadura of in Castilla La Mancha zou de Spaanstalige kunnen zeggen dat hun taal bedreigd wordt, maar de Basken en de Catalanen willen enkel dat hun taal in hun eigen land wordt gesproken! De ideologie van de schrijvers van dat manifest zijn blind voor realiteit. Baskisch leren zien ze als een aanval, terwijl Engels leren een teken van cultuur zou zijn. Ze zeggen dat ze hun opdracht nakwamen bij het promoten van de co-officiële talen (Baskisch, Catalaans, Galicisch). Dit is gelogen. De autonome naties hebben het democratische recht hun taal (op legale) wijze te promoten en te stimuleren. De Baskische regering zal er eerst voor moeten zorgen dat alle Basken in staat zijn de taal te begrijpen. Het is tragisch dat niet alle Basken hun eigen taal begrijpen.
Joseba Segurola en Ibai Aginaga, die op 15 juli in Berriozar werden gearresteerd, klagen de folteringen aan gedurende de vijf dagen dat ze in afzondering waren. De enige bedoeling van de "behandeling" was zichzelf beschuldigen. Steeds werd opnieuw gevraagd wanneer ze andere "liberados" van ETA zouden ontmoeten. Ook wilde de politie bekentenissen voor alle aanslagen die nog niet waren opgelost.
Een rechter in Buenos Aires heeft de aanhouding bevolen van 45 militairen en één burger waarvan Baltasar Garzón de uitlevering aan Spanje eist wegens criminele feiten tijdens de Argentijnse dictatuur (1976-1983). Het gaat om genocide, staatsterrorisme en foltering van politieke gevangenen. Onder hen Jorge Videla, maar niet Jorge Sorregieta, vader van de Nederlandse prinses Maxima en van Baskische afkomst.
Wanneer begint Garzón eens voor eigen deur te keren? Staatsterrorisme, foltering van politieke gevangenen. Het klinkt bekend in de oren. En hier bleven ook gevangenen dood in gevangenissen en daarbuiten, en werden er mensen geliquideerd in Spaanse krijgsgevangenkampen na de Burgeroorlog, dus ook genocide...
Op het eiland Santa Klara in de baai van Donostia werd Olaia Kastresana herdacht die vijf jaar geleden, op 24 juli 2001 in Torrevieja, Alicante, om het leven kwam. Olaia was een jong en mooi meisje uit de wijk Egia, dat ETA-militante werd. Op die bewuste dag ging, in de flat van de ouders van haar vriend, met fatale gevolgen de bom af, die ze voor iets anders voorzien hadden.
In de loop van de avond van 24 juli 2001 kwamen overal in het land "gewelddadigen", "proetarras" (lees "pro-etarras") op straat om te protesteren. "In een normaal land heeft de jeugd het niet nodig met springtuigen om te gaan. Dat is de schuld van de bezetter." In de stad verschenen leuzen: "Agur eta Ohore Euskal Gudaria" (Tot ziens en alle Eer Baskische soldaat)
Op 28 juli kwamen de stoffelijke resten van Olaia Kastrexana terug naar Euskal Herria. De Gewapende Organisatie was intussen met de melding gekomen dat Olaia tot haar rangen behoorde. Er bleven in de geschiedenis al 33 activisten op deze manier dood. Alle eerbetuigingen werden door de Baskische Regering verboden. Op vele bruggen over de snelweg vanuit het Zuiden stonden echter jongeren met Ikurriña's de eer te bewijzen en de politie te trotseren. Bijzonder emotioneel. Een intocht!
Bij het binnenrijden van de provincie Gipuzkoa verschenen steeds meer uniformen, maar vermenigvuldigden zich eveneens het aantal rouwende, woedende personen, en jongeren die "gewelddadig" genoemd worden omdat ze dit niet over hun kant laten gaan. Bijna in Renteria aangekomen moet de dodenwagen even blijven staan voor een rood licht. Een vierhonderdtal personen bezette meteen de weg en begon het lied van de Baskische soldaat te zingen: Eusko Gudariak.
De kist werd verwelkomd en bedekt met de Ikurriña en het anagram van ETA. Dantzaris brachten de laatste eer. Één spandoek:
Olaia, zure borroka guretzat eredu - Olaia, je strijd is voor ons een voorbeeld
Slagzinnen die geroepen werden:
Herria ez da barkatuko - Het volk zal het niet vergeven
De woordvoerder van Gestoras pro Amnistia, Julen Larrinaga, zei dat "Kastresana de weg getoond had en dat de enige weg die we moeten bewandelen die van de confrontatie met de Staten (Spanje en Frankrijk) is. Niet omdat wij, maar zij zelf daarvoor gekozen hebben." Verder kreeg de PNV de volle lading.
Zijn toespraak werd voortdurend onderbroken door slagzinnen als:
"PNV errudun" - PNV Schuldige
Zure borroka jarraituko dugu - Wij zullen je strijd voortzetten
Jo ta ke irabazi arte - Wij zetten door tot aan de overwinning
Borroka da bide bakarra - Strijd is de enige weg
Gudariak dira, ez terroristak - Het zijn Strijders, geen Terroristen
Gerturik daukagu odola bere aldez emateko - Wij hebben ons bloed ervoor over om het voor U te geven.
Een jaar later, op 24 juli 2002 werd een gedenksteen onthuld op het eiland in de baai van Donostia.
Er wordt in het democratische Spanje even erg gefolterd als tijdens de dictatuur!
23 juli 2008
Van de gearresteerden in het Complex Bizkaia van ETA werden er twee vrijgelaten nadat ze vijf dagen in afzondering zaten: Libe Agirre y Adur Aristegi. (Dit is om de actie democratisch te laten lijken.) Gisteren verschenen beiden voor de pers, samen met twee advocaten (Aiert Larrarte en Ane Ituiño) van de organisatie tegen foltering; Torturaren Aurkako Taldea (TAT). Vandaag staat hun getuigenis in Gara. De Spaanse pers hult zich in een oorverdovende stilte.
Het waren de ergste dagen van ons leven, verklaarden ze met een krop in de keel. Ze waren niet in staat zelf hun getuigenis te verhalen en dat werd dan maar gedaan door de advocaten. Ze werden op 22 juli opgepakt. Meteen kregen ze slagen te verduren en daarbij werd er door de Guardia Civiles enkel op gelet dat er geen sporen op het lichaam achter bleven. Meteen nadat ze in de Nissan Patrol zaten, zei één van de Guardias tegen Aristegi: We gaan je vermoorden, hoerenzoon. Het gaat een hel worden! De reis naar Madrid was erger dan de ondervragingen in het politiecommissariaat van Tres Cantos. We gaan met je naar Aquapark, zoals ze in december met Gorka Lupiañez deden. Die hingen ze ondersteboven in het ijskoude water van een rivier. Je gaat zingen vóór we er aankomen. Er zijn zeven fases en nu ben je in de eerste fase. Zoals iedereen ga je alles zeggen wat je weet, nog voor we in de vierde zijn! Ze trokken me de plastic zak over de kop en toen ik die kon stukbijten werden ze woest. Eén van de agenten, die el Bilbaino werd genoemd, vroeg of ik die uit mijn dorp kende die zichzelf gedood had in de cel, (doelend op Joxe Mari Aranzamendi, Katxue, + in 1997). Die is door mijn handen gegaan en je weet in welke toestand hij in de gevangenis aankwam. Nu weet je hoe het met jou gaat aflopen. Ze trokken de plastic zak over mijn hoofd, ik moest door de knieën zakken tot ik niet meer kon, ze trokken aan mijn genitaliën, ik moest onmogelijke houdingen aannemen en ze dreigden ermee mij de stok in de anus te steken. Tegen de gerechtsdokter had hij niets durven zeggen omdat de behandeling daarna nog erger zou worden, zoals ze hem verzekerd hadden. Aristegi was zeven kilo afgevallen.
Het verhaal van Libe Agirre was gelijkaardig: Zij werd opgepakt in Fuengirola waar ze op vakantie was. Haar behandeling was correct verlopen tot ze in Madrid kwamen. Zij werd door vier personen met kappen over het hoofd voortdurend bedreigd met verkrachting. Je zult leren wat goed is. We gaan je verkrachten. Het was als een Tv-programma: Ze stelden vragen en als ik de waarheid zei kreeg ik punten, maar als ik loog trokken ze me alle punten af en zegden ze dat ze mijn vriend, die ook was gearresteerd, gingen verkrachten. Als ze me terug naar de cel brachten, kwamen ze in mijn oor zeggen dat ze s nachts zouden terugkeren als ik sliep om te neuken. Ze deden het niet, maar ik was doodsbang. De nachtelijke behandelingen waren het ergste. Ik hoorde de anderen schreeuwen van de pijn en we moesten het Spaanse volkslied en chiki-chiki zingen (het Spaanse liedje van het laatste Songfestival.)
Deze behandelingen waren nog vrij zacht. Beiden werden vrijgelaten en dat zullen de folteraars misschien geweten hebben. Wat gebeurde er met de anderen die nog vastzitten?
In 1976 verdween in Behobia Eduardo Moreno Bergaretxe "Pertur", 26 jaar oud, afkomstig van San Sebastián, maar sinds 1972 in het Noorden verblijvend. Hij was militant van ETApm. Volgens de abertzales is hij het slachtoffer van de "vuile oorlog" tegen de Basken, volgens de tegenstanders werd hij door ETA zelf geliquideerd.
In Gara haalt Bautista Uribe, militant in het ANV, Acción Nacionalista Vasca, herinneringen op aan de slag van Albertia, kort vóór het einde van de Spaanse Burgeroorlog, 67 jaar geleden. Uribe werd op 14 juli 2002 geëerd op de berg Albertia, op zijn 84steverjaardag.
"Ik was nog geen 17 toen ik me aansloot bij het ANV. Sindsdien is mijn leuze niet veranderd:
"Aberria ala hil" (Het Vaderland of de dood). "Nunca cambiaré de chaqueta" "Ik heb mijn jas nooit gekeerd" zegt Uribe, niet zonder enige fierheid.
Op 19 juli 1936 werd Otxandio gebombardeerd. "s Anderendaags kwamen we in Durango samen om te bespreken wat we konden doen. Enkele dagen later bestormden we met dynamiet de kazerne van Loiola (San Sebastián) en bemachtigden zo geweren en munitie. Vanaf toen vormden we compagnies van het Eerste Bataljon van het ANV. We konden de bergen Maroto en Jarindo bezetten. Het volgende doel was de berg Albertia, waar de fascisten zaten. Op 11 november begon de harde, bloedige strijd. Aan beide zijden vielen er ontelbare slachtoffers. We dienden ons soms terug te trekken, om daarna weer aan te vallen. 17 Soldaten van het ANV en CNT werden gevangen genomen en gefusilleerd. Sommige soldaten die wij gevangen namen konden we overtuigen onze kant te kiezen. Het waren vaak eenvoudige jongens die in militaire dienst door de oorlog overvallen waren. Maar we konden de ongelijke strijd niet winnen. Hun bewapening was superieur aan de onze.
De strijd ging verder op andere fronten: Otxandio Mañaria, Elorrio en later in Durango. Ik moest dynamiet in het vijandelijke kamp schieten met een katapult. Maar het werd onhoudbaar tegen hun tanks. In Etxano verloor ik mijn broer. We dienden ons terug te trekken tot in Castro Urdiales en laterzelfs tot Santander. In Laredo werd ik gevangen genomen en ik zat zes maanden in El Dueso. Elke nacht kwamen de falangisten met een vrachtwagen een aantal gevangenen ophalen. Op een nacht was ik aan de beurt, maar een Baskisch sergeant die tijdens zijn dienstplicht in het andere kamp terecht was gekomen kon me redden via zijn overste. We kwamen in Burgos terecht, later in Miranda de Ebro, in een concentratiekamp met wel 4.000 gevangenen. Tot slot in Carabanchel waar we mijnen moesten leggen rond Madrid. Toen de oorlog ten einde was kwam ik in een ploeg terecht die wegen moest herstellen tussen Madrid en Toledo. Later kwam ik in de vallei van Baztan, meer bepaald in Elizondo. In 1945 kwam ik vrij, een vrijheid die wij nog steeds eisen voor ons land, Euskal Herria. "Aberria ala hil", dat moet klaar blijven, ook voor de politieke partijen. Eerst het Vaderland, dan de partij. Ook die van de PNV moeten hun naam nooit vergeten, Partido Nacionalista Vasco, "nacionalista", "nación" Ik blijf in de loopgrachten ter verdediging van Euskal Herria. Ik ben een onafhankelijkheidsstrijder, zoon van een Carlist.
In 1936 werd een embargo gelegd op de bezittingen van de ANV, meer dan honderd lokalen, de archieven, maar de ANV leeft. Nu zien we weer hetzelfde gebeuren. Franco wilde op een snelle manier van de Basken af. Aznar doet het nu iets rustiger. De PP doodt langzaam: gevangenis, verspreiding, repressie, foltering. Het is duidelijk dat de oorlog van 36 nog niet voorbij is. We blijven in oorlog met Spanje!
Aginaga en Segurola die vijf dagen geleden in Navarra werden opgepakt, dienen via hun advocaat klacht in wegens foltering. Ze konden even met hun advocaat en hun familie spreken alvorens overgebracht te worden naar Soto del Real. Eén van hen had een aantal keren het bewustzijn verloren nadat hem de keel werd dichtgeknepen. Magistraat Fernando Andreu had hen echter van geen enkele concrete actie beschuldigd.
Baskische politieke gevangenen die hun straf in Frankrijk uitgezeten hebben, blijven in het ongewisse of ze vrij komen of aan Spanje worden uitgeleverd. Om tegen een eventuele uitlevering te protesteren gaan ze meestal in hongerstaking. Ook al zaten ze in de gevangenis van Bordeaux, nooit worden ze in Irún de grens overgezet. Gisteren had Mikel Urkia zijn straf van zes jaar erop zitten en 31 dagen hongerstaking achter de rug. Een dertigtal vrienden en familieleden waren met verschillende autos naar Catalonië vertrokken om aan de grensovergangen van Port Bou en La Junquera de wacht op te trekken. Onderweg kregen ze te maken met de gekende politiecontroles. Daarbij vernamen ze dat Urkia vrij zou komen omdat niets tegen hem liep in Spanje. Hoewel hij 15 kilo lichaamsgewicht verloren had moest hij de laatste kilometer lopend afleggen.
Samen mochten ze dan terugreizen naar Renteria. (Dit belet niet dat Urkia binnenkort even naar Madrid wordt geroepen om hem "een paar vragen" te stellen en als de antwoorden anders zijn dan verwacht .)
Op 18 juli 1961, op de 25ste verjaardag van de Alzamiento (de staatsgreep door Franco), werden in Donostia twee Spaanse vlaggen in brand gestoken en werd geprobeerd een special ingelegde trein te laten ontsporen met falangisten die de verjaardag van de staatsgreep van 1936 wilden vieren in Donostia. De poging mislukte. Meer dan honderd militanten en sympathisanten werden opgepakt of moesten naar Iparralde vluchten. Iulen Madariaga, Benito del Valle, Iñaki Irigaray en Javier Elosegi gingen in ballingschap en wie, zelfs zonder bewijslast, gearresteerd werd, kreeg gevangenisstraffen tot 20 jaar opsluiting na eerst meedogenloos te zijn gefolterd. Hoewel het grote aantal arrestaties als een gevoelige tik ervaren werd, was het te weinig om een snel groeiende ETA een halt toe te roepen.
In de fabrieken en de scholen was het repressieve klimaat verstikkend: constante aanwezigheid van politie en Guardia Civil, voortdurend willekeurige aanhoudingen, niets ontziende mishandelingen, ontelbare controles te pas en te onpas Als reactie op dat geweld groeide het besef van een revolutionair tegengeweld: de jongeren werden langzaam, maar zeker overtuigd van de noodzaak van de gewapende strijd.
In Rivière, in de buurt van Dax, ontdekt de Franse politie (samen met de Guardia Civil) in een voormalig fabriek een groot arsenaal van wel 100 wapens (Uzis en Cetmes) en meer dan 500 kilo munitie. Volgens sommigen zou de opslagplaats al lang "verlaten" zijn en ze wordt nu "gelinkt" met Asier Oiartzabal die in september 2001 gearresteerd werd. Mogelijk gebruikte ETA deze opslagplaats al sinds 20 jaar en het zou om één der best bewaarde geheimen van ETA gaan. De opslagplaats zou binnen de organisatie de naam "Chernobil" hebben gehad.
Er worden zes personen gearresteerd, onder wie een echtpaar van 70 en 77 jaar die kort daarop worden vrijgelaten. Ook hun dochters (45 en 39 jaar) worden opgepakt. Ze hebben Baskische familienamen, maar hebben allen de Franse nationaliteit.
De Baskische Minister van Justitie, Joseba Azkarraga dringt er bij regeringspresident Zapatero op aan moed te tonen om de rechten in Baskenland in hun vroegere toestand te herstellen en de vrijheden te herstellen. Azkarraga vraagt de penitentiaire politiek die in gang werd gezet door de PP te herzien. "De politiek van de glimlach van de PSOE moet gestaafd worden met feiten." Het conflict moet "gehumaniseerd" worden. Maximumstraffen van 40 jaar die tot de laatste dag moeten uitgezeten worden zijn niet van deze tijd. Gevangenen moeten dichter bij huis ondergebracht worden, ongeneeslijkzieke gevangen moeten vrijkomen en alle gevangenen moeten in voorlopige vrijheid gesteld worden nadat ze 3/4devan hun straf uitzaten. EA zal in het Spaanse Congres voorstellen neerleggen om ook de "Partijenwet" af te schaffen.
In de morgen van 15 juli 1998 werd de krant EGIN en de zender EGIN Irratia door de Spaanse regering gesloten. Op last van rechter Baltasar Garzón vielen een 150-tal politieagenten de krant binnen om de dissidente stem van de 20-jarige onafhankelijke krant in de kiem te smoren. Later zal blijken dat dit onwettelijk was. Eén dag later al verscheen de opvolger Euskadi Informaciόn. De populist Mariano Rajoy had nochtans verzekerd dat de krant voor eeuwig het zwijgen was opgelegd. Euskadi Informaciόn heeft het 198 dagen volgehouden. Als noodoplossing een bovenmenselijke prestatie. Intussen werd kapitaal voor een nieuwe krant bij elkaar gehaald door enorm veel kleine deelgenoten. Die grote hoeveelheid "aandeelhouders" had de bedoeling dat ze die "op één dag" niet allemaal konden opsluiten!
De Basken zijn een wielerminnend volk. Steeds hadden ze goede wielrenners die in ons land onder de naam "Spanjaarden" bekend werden. Zo is de Ronde van Baskenland veel ouder dan de "Vuelta", de Ronde van Spanje. Met de Ronde van Frankrijk hebben ze altijd een haatliefde verhouding gehad en de Ronde van Spanje maakt al jaren een grote boog rond Baskenland. Vandaag ging de Tourrit van start in het mooie Baskische stadje Kanbo, door de Fransen ooit omgedoopt in Cambo les Bains. Onderweg werden een aantal renners even staande gehouden door een spandoek met de Engelse tekst "Vrijheid voor Baskenland" en kleinere pamfletjes in het Frans en in het Baskische met de eis voor respect en (politieke) erkenning.
In Baskenland kan je maar beter niet de familienaam ETXABE dragen. Een paar voorbeelden:priester Jon Etxabe werd aangeklaagd in het proces van Burgos, er waren bomaanslagen en brandstichtingen op verscheidene restaurants en bars uitgebaat door een Etxabe, er waren de aanslagen op Iñaki Etxabe in hotel Kanpazar en op Juan José Etxabe in Saint Jean de Luz
Juan José EtxabeOrobengoaoverleed aan een hartinfarct in zijn woning te Urruña op 12 juli 1996. Hij werd in Arrasate geboren op 11 november 1937, als 2devan 8 broers. In 1955 trad Juan José toe tot de jongerenorganisatie EGI van de PNV. Na de afscheuring van die partij militeerde hij in ETA, waarvan hij één van de minder bekende medeoprichters was. In 1960 werd hij een eerste maal gearresteerd door de Guardia Civil toen hij leuzen tegen Franco schilderde op muren. In 1963, na de 2deAssemblee van ETA, werd hij verantwoordelijk voor het militaire front. In die functie bleef hij verantwoordelijk tot 1970. Hij werd beschouwd als een harde radicaal, maar dat ontkende hijzelf. Wel gaf hij toe in gedachten zeer radicaal te zijn. In ieder geval, wat de gewapende acties betrof, was hij dat helemaal niet. In 1971 verliet hij de organisatie wegens meningsverschillen, en hij trok zich terug in zijn restaurant in Saint Jean de Luz. In dat restaurant kreeg hij 2 aanslagen te verduren van huurlingen, in dienst van de Spaanse regering. De meest vernietigende was de aanslag op 2 juni 1978, waarbij zijn vrouw Agurtzane om het leven kwam en hijzelf heel ernstig gewond raakte. Drie jaar voordien had de Guardia Civil al zijn broer Iñaki vermoord wegens het simpele gegeven dat hij de naam Etxabe droeg. Alsof dat nog niet genoeg was, zijn restaurant was volledig vernield, werd de handelsvergunning die zijn vrouw had om een kledingzaak open te houden, ingetrokken. Hij bleef met zijn drie kinderen verweesd achter. Meermaals werd hij gearresteerd en 8 maal ging hij in hongerstaking. Zijn laatste arrestatie (meer dan één maand hechtenis) dateerde van 21 mei 1996. Nadien kon hij niet meer gearresteerd worden, want hij overleed aan een hartinfarct in zijn woning te Urruña op 12 juli 1996.
Zoals verwacht werden de twee Catalanen, Jaume Roura en Enric Stern opnieuw veroordeeld in het proces dat diende overgedaan worden omdat de Voorzitter hen in november van het vorig jaar een tolk Catalaans had geweigerd. Het delict dat ze gepleegd hadden was het in brand steken van een foto van Juan Carlos de Borbón y Borbón, van beroep Koning. De straf is natuurlijk dezelfde gebleven: 2.700 euros. De feiten vonden plaats in Girona op 13 september 2007 en werden, na de arrestatie, gevolgd door vele gelijkaardige gevallen van brandstichting en manifestaties achter de slagzin in het mooie Catalaans: Jo també soc antimonárquic (Ik ben ook antimonarchist) en Ook ik stak de Spaanse Kroon in brand. Eén van de beklaagden droeg zelfs een T-shirt met die slagzin!