Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
02-08-2008
De activiteiten van GAL
Juan Mari Otegi Elizegi Txato +2 augustus 1985
Juan Mari Otegi Elizegi, Txato werd op 21 april 1942 in Itsasondo geboren. Hij was al erg jong betrokken bij de Ikastola, de volksdansgroep en het jeugdhuid. Hij startte de discussiegroep Oargi op. Van beroep was hij koperslager, maar in zijn vrije tijd hielp hij op de ouderlijke boerderij, of studeerde hij elektriciteit en elektronica. In 1973 trad hij toe tot ETA maar twee jaren later, op 33-jarige leeftijd, diende hij de wijk te nemen naar het Noorden. Samen met vier andere vluchtelingen huurde hij een flat in Bayonne. Txato, zo genoemd door de grootte van zijn neus, trok in 1982 met zijn vriendin, Karmele, naar een boerderij in Donibane Garazi-St.-Jean Pied de Port. In de zomer van 1984 begon hij te werken in de coöperatieve Denek in Arrosa. De activiteiten van GAL zorgden ervoor dat hij intussen nog maar af en toe het huis verliet. Toen hij op 2 augustus 1985 van zijnwerkplek naar huis terug reed, werd hij door een moordcommando van GAL doodgeschoten. Hij was 43 jaar oud.
Het Hoogste Spaanse Tribunaal besliste op 1 augustus 2007 dat aan alle openbare gebouwen die onder haar jurisdictie vallen de Spaanse vlag moet wapperen. "La Rojigualda" (de roodgele) die pas sinds 1981 in deze vorm bestaat, heeft twee smalle strepen rood en daar een brede streep geel doorheen. Tijdens de dictatuur (en nog enkele jaren later) stond op het wapen van Spanje een zwarte adelaar. Nu staat er enkel een kasteel en een leeuw, die "Castilië en León" voorstellen, de "kettingen en de smaragd van Navarra" en de "roodgele strepen" van Aragón. Verder staat er nog een kleine granaatappel op voor Granada en drie lelies van de tak van Anjou waarvan de Borbons afstammen.
In de jaren 80 ontstond er in Baskenland (en in mindere mate in Catalonië en Galicië) een regelrechte vlaggenoorlog omdat een aantal gemeentebesturen geen Spaanse vlag aan hun raadhuis wensten. Dit werd, afhankelijk van de regerende meerderheid, vaak opgelost door enkel de gemeentevlag te laten wapperen of helemaal niets.
De Spaanse Justitie, blijkbaar nog bevolkt door PP-adepten, zet de klok dus een heel eind terug. In Baskenland vraagt men zich meteen af wat er gaat gebeuren aan de gevels van de zetel van de Baskische regering of aan de academie van Arkaute, waar de Baskische politiemannen worden "opgeleid". Sinds 1981 schrijft de wet voor dat aan de officiële gebouwen waar de Baskische vlag hangt er ook een Spaans dundoek moet hangen. Daarom hangt er meestal niets meer. De PP wrijft zich in de handen en maant meteen de Baskische Lehendakari aan "de wet toe te passen"! Batasuna meent dat deze maatregel niet meer thuis hoort in de 21ste eeuw en dat de Spaanse vlag de rechten van de Basken miskent.
Baskische gevangenen een verzwegen leed 31 juli 2002
Op 31 juli 2002 verschijnt in Gara een editoriaal over een onderwerp dat "niet bestaat". De klachten tegen de behandeling van Baskische politieke gevangenen zijn volledig van tafel en uit de agendas verdwenen. "Gestoras pro-Amnistía", de vereniging die zich het lot van deze groep aantrok werd verboden en een aantal leiders vlogen de gevangenis in. Dit kan toch enkel verzonnen worden in een bananenrepubliek! Enkel de familieleden laten nog regelmatig protest horen. Tot hen verboden wordt nog familie te zijn
In de gevangenis van Alcalá Meco zijn de Baskische politieke gevangenen al 88 dagen aan een hongerstaking bezig, waarbij de gevangenen om de beurt één dag voedsel weigeren. In Soto del Real begonnen ze de vorige week met een gelijkaardige actie. Vanuit Alcolea (Cordoba) komen aanhoudend klachten binnen omdat de bewakers volstrekt straffeloos gevangenen slaan. Hoewel Bautista Barandalla waarschijnlijk niet zo heel lang meer te leven heeft, wordt hij toch steeds opnieuw heen en weer gesleept tussen de gevangenis en het ziekenhuis. Hij moet steeds een plastic zak bij zich dragen, nadat bijna de volledige dikke darm verwijderd werd. "Maar zijn toestand is verenigbaar met het gevangenisleven" en "er moet binnen lange of middellange geen fatale afloop verwacht worden".
Josu Mujika Aiestaran Beltza werd in volle Francoperiode geboren in 1951 te Legazpia. Op school, geleid door Franquistische leraars, hield hij geen blad voor de mond, wat hem meermaals slagen opleverde. Ook tijdens zijn beroepsleven was hij een haantje te voren, wat hem na diverse stakingen, een langdurige werkloosheid opleverde. Hij verbleef die tijd bij zijn grootouders, die hem honderduit vertelden over de burgeroorlog en de 2de Republiek.
De Franquisten, die hem maar al te goed kenden, stuurden hem naar Ceuta (Spaanse enclave in Afrika), om zijn legerdienst te vervullen. Nog verder weg sturen kon niet.
In 1974 trad hij toe tot ETA-pm en in 1975 zag hij zich verplicht, na de dood van Mikel Gardoki in Ergobia, om te vluchten naar Iparralde. Van zijn commando was hij de enige die wist te ontsnappen. Onmiddellijk begon hij te dwepen met de gedachte zijn vrienden te bevrijden. Vastberaden als hij was, gaf de directie van ETA uiteindelijk de toestemming om hem naar Madrid te sturen. Wat de organisatie op dat moment niet wist, was dat Mikel Lejarza El Lobo (die deel uitmaakte van die speciale missie) een verrader was. In de omgeving van het stadion Santiago Bernabeu werd Beltza door de Guardia Civil omsingeld. Hij probeerde nog te vluchten, maar de Guardias maakten een einde aan zijn leven op 30 juli 1975. De Spaanse regimepers maakte gewag van een natuurlijke dood, maar de familie ontkende dit met klem, omdat zij de impact van de kogelinslagen op zijn lichaam hadden gezien.
Als in de Baskische scholen het nationaalkatholicisme heerst 29 juli 2006
Op 29 juli 2006 verschijnt van de hand van Hilario Murua, licentiaat pedagogie en doctor in de Opvoedkunde aan de Baskische universiteit, een werk van 800 paginas over het onderwijs tijdens de Francodictatuur: El magisterio y la enseñanza primaria en Gipuzkoa, 1935-1975
Met de staatsgreep van Franco werden de dorpsscholen plots Nationale Scholen waar het nationaalkatholicisme de richtlijn was (Escuelas Rurales werden Escuelas Nacionales). De eerste maatregel die Franco doorvoerde was de nieuwe economische schikking in de Baskische provincies Araba, Bizkaia en Gipuzkoa, de zogenoemdeverradersprovincies. Hierdoor boetten de deputaties geweldig in aan economische macht (de Conciertos Económicos werden afgeschaft) en daarvan was het onderwijs het eerste slachtoffer. Maar op de eerste plaats diende het Euskara uitgeroeid te worden. Kinderen die betrapt werden op het spreken van Baskisch kregen een ring (el anillo) die moest doorgegeven worden als iemand anders werd betrapt.
Wie de ring op het einde van de dag of op het einde van de week in zijn bezit had, kreeg zweepslagen of stokslagen in de handpalmen, soms een geldboete of een andere sanctie, zoals het poetsen van de klas! Het gaat hier over kinderen jonger dan 11 jaar!
Het merendeel van de Republikeinse onderwijzers en leraren werd gefusilleerd. De depuración of uitzuivering was één van de obsessies van de Franquisten.
Pastoors liepen soms openlijk met een revolver rond en meer dan eens namen ze deel aan de fusillades. Wie hieraan ontsnapte werd uitgezuiverd (gefusilleerd) of, wie meer geluk had, werd het land uitgewezen. Meteen na de oorlog werd Baskenland overspoeld door militairen die amper gestudeerd hadden. Het onderwijzende personeel dat vanuit Burgos, Logroño, Valladolid of Zaragoza kwam, was boven de 50 jaar en had van onderwijspedagogie niet veel kaas gegeten. Om de baan te krijgen was het voldoende tijdens de Rode Dictatuur (de 2de Republiek van 1931 tot 1936) opgesloten te zijn geweest, weduwe of weduwnaar zijn van een door de Roden gefusilleerde, vrijwilliger in het Legioen of gedeserteerd te zijn naar de overkant of ouder van een groot gezin te zijn, eerder dan iets af te weten van pedagogie of onderwijs. Ze werden erg slecht betaald en gemiddeld kreeg een Guardia Civil, een politieman of een andere ambtenaar een derde méér betaald. In 1965 kreeg een onderwijzer 303 pesetas terwijl voor de huur van een woning 2.500 pesetas moest betaald worden. Tot hun verbijstering stelden ze vast dat de kinderen in de Baskische dorpen geen Spaans spraken! Een verordening van 7 december 1936 verplichtte binnen de 48 uren alle berichten, aankondigingen of affiches met de letters k, tx of b (in plaats van de als b uitgesproken letter v) te verwijderen op boete van 500 pesetas. De 3 kleuren van de Ikurriña mochten niet gecombineerd worden en Baskische voornamen bestonden niet meer. Tot de nieuwe vakken hoorde de vorming in de nationale burgerzin. In de klassen moesten naast het schoolbord fotos van Franco, van José Antonio Primo de Rivera (oprichter van de fascistische Falange), van de Maagd Maria en de nodige kruisbeelden hangen. En op een goed zichtbare plaats mocht uiteraard de Spaanse vlag niet ontbreken.
Toen een aantal priesters een manifest schreef ten voordele van de Baskische Taal werden ze gestraft (gevangenis van Zamora). Dit gebeurde in 1970!
Ook voor de vrouwen had het nationaalkatholicisme wat in petto: Dios, patria, hogar, God, vaderland en haard! Vrouwen aan de haard. Wie toch wilde studeren, moest het grootste deel van de tijd ten dienste staan van de Servicio Social, een soort sociale dienst die alleen de goeden ter hulp snelde. Zoniet mochten de studies vergeten worden, werd geen rijbewijs afgeleverd en mocht er in geen enkel centrum gewerkt worden.
Verhelderend is ook de verklaring van José Permatín, één van de ideologen van het nieuwe regime en auteur van het in 1938 verschenen werk: Qué es lo nuevo .
Zegt Permatín: De Spaanse nationaliteit is gebaseerd op het katholieke ideaal en het fascisme is de fusie tussen Staat en Natie; als gevolg hiervan moet Spanje, als het nationaal wil zijn, ook fascistisch zijn. Commentaar overbodig!
Tomás Pérez Revilla werd geboren te Bilbao op 17 december 1937. Toen hij 3 jaar was stierf zijn vader, een republikeins militant, in de gevangenis van Montjuich. In 1966 werd Revilla vrijwilliger voor ETA. Hij werd het slachtoffer van de doodseskaders van GAL op 15 juni 1984. Hij overleed aan zijn verwondingen op 28 juli 1984.
Alles begon op 22 mei 1984. Op die dag kwam de Franse politiecommissaris Roger Boslé een ontmoeting op het spoor tussen Jean Philippe Labade en José Amedo op de 'col de Ibardin, 20 kilometers van Hendaia. De mannen van Boslé namen fotos van de Spaanse subcommissaris José Amedo en van de Franse huurling Jean Philippe Labade, onder contract bij GAL. Na een paar dagen onderzoek werd de nummerplaat van de wagen geïdentificeerd als behorende tot de Jefatura Superior de Policía de Bilbao. Een drietal weken later, op 15 juni 1984, verscheen GAL opnieuw ten tonele in het zuidoosten van Frankrijk. Omstreeks 12:00 u werd een explosie gehoord op de Avenue Carnot te Biarritz toen een motorbestuurder een wagen inhaalde. In de wagen zaten Tomás Pérez Revilla en Ramón Orbe Etxeberría. Balans: Revilla en Orbe werd zeer ernstig gekwetst. Revilla overleed aan zijn verwondingen op 28 juli 1984.
De dag voor de aanslag door was er in Madrid een Frans-Spaanse topbijeenkomst geweest tussen de socialistische ministers José Barrionuevo (ESP) en Gastón Deferre (FR).
De dag na de aanslag werden de daders, Jean Philippe Labade en de huurlingen Patrick de Carvalho, Roland Sampietro en Jean Pierre Bounin, opgepakt. Uit de verklaringen van Labade zelf, en van zijn ex-vrouw Jeannete Cassiede, bleek dat hij de verbindingsman was tussen de koepel van Binnenlandse Zaken in Spanje en de huurlingen die opereerden voor GAL. Portugese politiediensten hadden in 1985 ook ontdekt dat Labade 4 Portugese burgers had geronseld om een reeks aanslagen tegen Etarras voor te bereiden. Volgens de Portugese Justitie bleek uit verklaringen dat in de rekruteringszaak José Amedo en Míchel Domínguez betrokken waren, en dit in samenwerking met de geheime diensten van Portugal, de DINFO (Divisão de Informações).
De moord op Tomás Pérez Revilla was niet de eerste poging. Al in 1976 werd hij, zijn vrouw Felisa Zubiñaga en een zoon beschoten door een ander doodseskader, het Batallón Vasco Español(BVE), met machinegeweren Ingram M-10. Beide volwassenen werden toen zwaar gewond.
Iñaki Iriondo schrijft op 27 juli 2002 een mooi stukje in Gara naar aanleiding van de "vlucht" van de Universiteitsprofessor Paco Llerna, onder de titel "De leugen van de 200.000 geëxilieerden.
Llerno sprak van de "druk" (geweld) waaronder men moet leven in Baskenland en "duizenden Basken die genoodzaakt waren in stilte te vertrekken." Sinds 1985 waren er dat bijna 200.000. Maar dit aantal is een leugen. In de statistieken van Eustat, (Geleid door Paco Llerna zelf!) kan men terugvinden dat sinds 1988 welgeteld 188.797 mensen uit Baskenland (CAV) vertrokken. Sinds 1985 kunnen er dat inderdaad 200.000 zijn. Maar hij spreekt alleen over hen die Euskadi verlaten, niet over hen die er onder die zogenaamde druk wel komen wonen.
Op die manier wil hij laten doorschijnen dat het leven in Euskadi onhoudbaar is. En wie zou er volgens hem daarvoor verantwoordelijk zijn? De vraag stellen, is ze beantwoorden.
Maar men vergeet erbij te vertellen dat er in dezelfde periode, vanaf 1988 ook 136.159 personen binnenkwamen! Een negatief saldo van minus 0,6/00 terwijl dat in Madrid minus 1,6/00 is! En voor welke druk vluchten de Madrilenen dan wel? Bovendien trekt een kwart van de uitwijkelingen terug naar de streek waar ze geboren zijn.
Korta werd geboren in het dorpje Porqueros, in de Autonome Gemeenschap Castilla-León in 1954. Een tijdje nadien verhuisden ze naar Gasteiz-Vitoria. Tot hij 17 jaar was, studeerde hij in het college Samaniego en later aan de Escuela Profesional Jesús Obrero. Daar raakte hij bevriend met Jesús Mari Merkiegi Motriko. Samen met hem organiseerde hij verscheidene stakingen tegen het onderwijssysteem en voor de arbeidersstrijd. Verscheidene studenten werden uit de school weggestuurd, waaronder de twee vrienden. Toen hij op straat stond, startte hij de studie van het Euskara en kon nadien lesgeven in een centrum in Gasteiz. Naderhand gingen de twee vrienden samenwonen in Arrasata waar zij twee meisjes leerden kennen. Uiteindelijk vormden de 4 een commando voor ETA. Bij de veelvuldige arrestaties in 1974 vluchtten zij naar Iparralde, waar Korta de ETA-verantwoordelijke werd voor de militaire voorbereidingen. Zijn familie, die emigranten waren en waarvan sommigen bij de politie werkten, snapten er geen snars van.
De dood van zijn vriend Mortiko, in handen van de Guardia Civil, betekende voor Korta een harde klap. Gedurende zijn ballingschap leerde hij Cristina kennen met wie hij een kind verwachtte. Een kind dat hij nooit zou te zien krijgen, omdat huurlingen van de Spaanse staat zijn weg kruisten. Op 26 juli 1979, toen het koppel op weg was naar huis, merkten zij op dat ze gevolgd werden. In het centrum van Baiona parkeerde Korta zijn wagen, en hij zocht hulp in een bar. Vier huurlingen vielen de bar binnen en maakten hem ter plaatse af.
Na de aanslag op het Paleis van Justitie in Baiona op 25 juli 1987 wordt een grootscheepse razzia gehouden tegen al wat Abertzale is. Tientallen personen worden opgepakt. Op 15 juli, dus een paar dagen voordien, had de Franse regering al beslist IK-Iparretarrak te ontbinden, te verbieden. De consequenties hiervan waren legio: in 1988 werd de directeur van het weekblad "Abil" gearresteerd op beschuldiging van "verheerlijking van het terrorisme", omdat hij een communiqué van IK had gepubliceerd. Begin september valt een honderdtal leden van de oproerpolitie binnen in het Benedictijnenklooster van Beloke (Belloc) op zoek naar Filipe Bidart. De bisschop van Baiona, monseigneur Molères, getuigt: "Sedert de oorlog en de aanhouding van de abt en de prior door de Duitsers (gedeporteerd naar Dachau) is het de eerste maal dat we weer een gelijkaardig "bezoek" krijgen".
De socialistische partij PSOE, de partij die van zichzelf zegt de gelijkheid, de rechtvaardigheid en de solidariteit na te streven, blijft verder inhakken op de militanten van de onafhankelijkheidsbeweging. Terwijl iedereen met een visadem zit te wachten op de officiële bekendmaking van het vonnis van Sumario 33/01, wordt al een nieuw proces voorbereid.
Meer dan 30 militanten moeten in oktober voor de uitzonderingsrechtbank, Audiencia Nacional, verschijnen wegens lidmaatschap van een politieke partij, zoals ANV en EHAK. Iedereen weet dat dit de eerste stap is naar de gevangenissen van Alcala en Soto del Real.
Tasio Erkizia, een veteraan en historisch leider, verklaarde in een persconferentie op 23 juli 2008: De PSOE heeft beslist Izquierda Abertzale uit te roeien via een Juridische GAL (doodseskaders ten tijde van Felipe González die tientallen nationalisten in koelen bloede vermoordden). Maar net als toen zullen zij mislukken. Met het anti-terrorismepact van 2000, dat nu terug opgerakeld wordt, wordt niet het terrorisme bestreden, maar ideeën en projecten voor een onafhankelijke Euskal Herria.
Op 24 juli 2001 kwam in Torrevieja (Alicante) Olaia Kastresana om het leven toen de bom die ze manipuleerde ontplofte. Vier jaar later, op 19 juni 2005, werd op het kerkhof Poelle in Donostia een herdenking gehouden waarbij de kist o.a. gedragen werd door Arnaldo Otegi en Araitz Zubimiendi. Dit was voor het gerecht voldoende om Araitz Zubimendi, ex-parlementaire van Sozialista Abertzaleak (Herri Batasuna) te beschuldigen van "verheerlijking van het terrorisme". Gisteren sprak de provinciale rechtbank van Bilbao haar vrij. Eerder waren Arnaldo Otegi en Jon Salaberria in deze zaak al vrijgesproken.
Generaal Rodríguez Galindo Guardia Civil Ontvoering en moord 23 juli 2002
De Hoogste Spaanse Rechtbank, het Grondwettelijke Hof (El Tribunal Constitucional) bevestigt in beroep op 23 juli 2002 definitief dat Generaal Rodríguez Galindo de ontvoering en de moord op Lasa en Zabala bevolen heeft. Zeven magistraten stemden vóór deze beslissing terwijl er vijf, onder wie de president van het Tribunaal, Jiménez de Parga, tegen stemden. Zo schuiven ze de hete aardappel terug naar de regering Aznar, die Galindo en zijn troep gratie had willen verlenen. Galindo verklaarde achteraf "sereen" te zijn maar "triest voor zijn mensen". Hij bedankte de magistraten die "geloofden in zijn onschuld".
Iñigo Iruin, advocaat van de families Lasa en Zabala, noemde het positief dat er na 18 jaar eindelijk een punt kwam achter deze zaak. Hij vroeg zich af met welke argumenten Aznar nu nog kon komen om hem te begenadigen.
Arantxa Lasa, de zus van Joxean, zegt dat als Galindo gaat "praten" de rol van de Staat in de Zaak GAL aan het licht zal komen.
Arnaldo Otegi is er zeker van dat Galindo begenadigd gaat worden, omdat hij teveel weet. Ze wachten enkel op de juiste dag en de meest geschikte periode.
Rodríguez Galindo, die tot 75 jaar veroordeeld werd voor ontvoering en moord (op Lasa en Zabala) geniet nog steeds van zijn titel van Generaal, zijn soldij en van andere voordelen. Wordt daarmee zijn stilzwijgen betaald. Hij wordt op 29 september 2004, zogezegd wegens gezondheidsredenen, op vrije voeten gesteld.
Op 22 juli 1936, vier dagen nadat Franco de wapens had opgenomen bij de Staatsgreep die de Burgeroorlog in gang zette en bijna een jaar vóór het schandelijke bombardement op het Baskische stadje Gernika-Guernica 26 april 1936, werden in Baskenland de eerste burgers gefusilleerd. Dit gebeurde in Otxandio, in Bizkaia, even ten zuiden van Urkiola. Het dorp vierde het feest van de patrones toen om 9 uur s morgens plots een paar vliegtuigen héél laag over het dorp vlogen. Ze raakten bijna de kerktoren zou een getuige later verklaren. De mensen gingen er helemaal in op en juichten de piloten toe die met hun handen terugwuifden. Plots lieten de vliegers enkele in de zon glinsterende objecten vallen. Op hetzelfde ogenblik waren er hevige explosies te horen. De mensen zochten een onderkomen onder de arcades van het gemeentehuis. Nadat de vliegtuigen verdwenen waren vonden de bewoners een 50-tal erg verminkte lijken. De mensen van Otxandio wisten niets van de oorlog en ze stierven wuivend naar de vliegeniers die met hun lading van de militaire basis van Recajo (La Rioja) waren gekomen.
Enkele dagen na het bombardement, op 30 juli, trokken twee jonge mannen van Otxandio, Esteban Elguezabal en José Cortabarría de bergen in om er de zondag en de daaropvolgende feestdag van San Ignacio door te brengen. Plots zagen ze een paar Requetés(*) naar hen toekomen. Het kwam niet in hun hoofd op te vluchten hoewel ze dat gemakkelijk gekund hadden. Tot hun allergrootste verbazing werden beiden gearresteerd en meegenomen naar Vitoria op beschuldiging spionage! Primitivo Estavillo werd in de buurt aangetroffen en werd eveneens opgepakt. Ik werd officieel in kennis gesteld, aldus de Jezuïet Alfonso Maria Moreno, en trof hen, incomunicado aan in drie cellen waar ze op dat ogenblik al vier dagen zaten in afwachting van hun executie! We brachten samen de laatste nacht door, het drietal en nog twee andere priesters. Om vier uur in de morgen droegen we de mis op aan een geïmproviseerd altaar. De tocht per bus naar de plaats van de executie was een hel voor ons allemaal. Vooral het ogenblik dat de bus stopte, greep ons als het ware naar de keel. Het was een kerkhofmuur, het daagde al en het was fris. Met moeite konden we het vuurpeloton zien staan. Er stonden drie stoelen, maar Cortabarría weigerde te gaan zitten. Hij wilde staande sterven en zonder blinddoek. Estavillo stond in het midden met de armen gekruist voor het lichaam. Net vóór het salvo riep Cortabarría Gora Euskadi Askatuta (Leve vrij Baskenland) De twee anderen én de luitenant antwoordden: Gora. De luitenant heette Echeverría. Het salvo van de zes geweren maakte een einde aan de drie jonge levens. Meteen daarna richtte de luitenant zich tot mij en zei heel serieus: Als we op zulk een ogenblik geen rebelse kreet kunnen toestaan, wanneer dan wel? De familie Estavilla nam bezit van het lichaam, terwijl de twee anderen in de grafkelder van juwelier Abaitua werden bijgezet. Maar de toestemming hiervoor werd door de militaire gouverneur ingetrokken en zo kwamen ze in een massagraf terecht. Toen ik later alleen naar huis ging begon ik te wenen. In mijn handen had ik het jasje dat Esteban Elguezabal me kort voor zijn dood gaf. Ik zag een verschrikkelijk onheil op dit Volk toekomen maar het werd zwijgen en proberen er het beste van te maken.
De burgemeester van Otxandio, met de toch wel bijzondere naam Otxandiano,nam geen blad voor de mond toen hij op 24 juli 2006 (bij de 70ste verjaardag) zei dat de slachtoffers van de Burgeroorlog steeds een tweederangsbehandeling kregen, maar dat het nog erger gesteld was met de bewoners van Otxandio die niet eens de geschiedenisboeken haalden!Het heeft 70 jaar geduurd vooraleer we de namen kenden van degenen die het bombardement uitvoerden. Het waren historici en niet Justitie, zoals dat in een democratie hoort te zijn, die uitzochten wie deze en andere barbarijen gedurende de Burgeroorlog en de Francodictatuur uithaalden. We moeten de mantel van het stilzwijgen weghalen die door Franco en door een valse overgang naar de democratie werd opgelegd. Tijdens de volgende vijf jaren, in het vooruitzicht van de 75ste verjaardag, moet alles uitgeklaard zijn. Niet om oude wonden open te rijten maar om al wat voorviel aan de volgende generatie uit te leggen. Het wordt tijd dat de rechten van Baskenland als Volk gerespecteerd worden.
(*) Requeté(s): De Requeté was de paramilitaire organisatie van het Carlisme. Hoewel ze opgericht werden in 1907 zijn ze vooral actief geweest tijdens de Burgeroorlog, vooral in Navarra. Ze droegen een rode Baskenmuts en stonden aan de kant van Franco. Er namen ongeveer 60.000 Requetés deel aan de strijd en daarvan sneuvelden er 6.000.
Omstreeks 4 uur bleef in de buurt van Cahors (departement Lot) een inwoner uit Altza, een wijk in Donostia-San Sebastián, dood. Hij zou bij een wegcontrole door de Franse politie, in het stadje Flaugnac, gevlucht en tegen een boom geknald zijn. Hij zou een wapen bij zich gehad hebben, vervalste documenten en "documenten die zouden kunnen in verband gebracht worden met ETA". Het lijkt allemaal bijzonder vreemd met heel veel "zou's". Zo is er het feit dat er twee versies van de feiten verspreid werden. Hebben ze de bezwarende feiten ontdekt bij de controle, of na het accident? Waarom duurde het zo lang vooraleer de identiteit, Imanol Gómez González, bekend wordt gemaakt? Valt er iets te verbergen?
In een ziekenhuis in Toulouse overlijdt op 20 juli 2001 de historische ETA-militant, Arrieta Zubimendi, "Aizkoiti" op 56-jarige leeftijd. In de jaren 70 zag Aizkoiti zich verplicht de wijk te nemen naar het Noorden waar hij in 1986 werd gearresteerd in de "Zaak Sokoa". In 1989 werd hij tot 5 jaar veroordeeld. In 1992 werd hij vrijgelaten met de verplichting te wonen in de buurt van Perpignan, waarbij hij zich alle veertien dagen diende te melden. In 1994 ging hij in de clandestiniteit. Arrieta Zubimendi, "Aizkoiti" maakte deel uit van het uitvoerende comité en was verantwoordelijk voor het logistieke apparaat.
Ley de Regulación de la Consulta Wet tot regeling van de volksraadpleging Toestand op 19 juli 2008
Op 25 oktober 2008 wil Lehendakari Ibarretxe het Baskische volk raadplegen. Om dit te verwezenlijken werd op 28 mei 2008 een wetsontwerp ingediend: Ley de Regulación de la Consulta, wet tot regeling van de volksraadpleging. Het ontwerp werd door de Baskische regering goedgekeurd in buitengewone zitting.
Op 29 mei 2008 heeft Lehendakari Ibarretxe, vergezeld van Joseba Azkarraga (EA) en Javier Madrazo (EB), het project voorgelegd aan het parlement, en zo de start gegeven van de bespreking ervan. De stemming zelf greep plaats op 27 juni 2008.
Op 27 juni 2008 schaarde een nipte meerderheid zich achter het voorstel van premier Juan José Ibarretxe. Dat moet volgens de nationalisten uitmonden in een tweede volksraadpleging over de vraag of onafhankelijkheid gewenst is.
De uitslag van de stemming was positief voor Ibarretxe. Dat is te danken aan één stem van de EHAK-PCTV, de Baskische communistische partij die het programma van het illegaal verklaarde Batasuna onderschrijft. Dankzij die ene stem halen de nationalisten in het Baskische parlement net genoeg stemmen om het voorstel van de Baskische premier Juan José Ibarretxe met een nipte meerderheid te belonen. De overige acht parlementsleden van de EHAK-PCTV stemden blanco. De partij van de radicalen is van mening dat de voorstellen van Ibarretxe niet leiden tot wat zij een ware democratische oplossing van het conflict noemen.
Ibarretxe wil de Basken in oktober twee vragen voorleggen. In de eerste vraag wil hij met ja of nee antwoord hebben op de vraag of een dialoog met de ETA gerechtvaardigd is als de terroristen de wapens definitief willen neerleggen. In de tweede vraag mag de kiezer bepalen of de Baskische partijen, zonder uitsluiting het democratische recht hebben om vóór 2010 te besluiten om de Basken opnieuw op te roepen tot een volksraadpleging.
De twee vragen zijn:
1.- ¿Está Usted de acuerdo en apoyar un proceso de final dialogado de la violencia, si previamente ETA manifiesta de forma inequívoca su voluntad de poner fin a la misma de una vez y para siempre?
Gaat u akkoord om een proces te steunen om via onderhandelde dialoog een einde te stellen aan het geweld, als ETA vooraf de niet mis te verstane wil vertoont om, voor eens en voor altijd, een einde te stellen aan dat geweld?
2.- ¿Está Usted de acuerdo en que los partidos vascos, sin exclusiones, inicien un proceso de negociación para alcanzar un Acuerdo Democrático sobre el ejercicio del derecho a decidir del Pueblo Vasco, y que dicho Acuerdo sea sometido a referéndum antes de que finalice el año 2010?
Gaat u akkoord dat de Baskische politieke partijen, zonder uitzondering, een onderhandelingproces starten met het oog op het bereiken van een Democratisch Akkoord over het recht voor het Baskische Volk om zelf te beslissen, en dat dit akkoord onderworpen wordt aan een referendum tegen het einde van het jaar 2010?
De tekst van beide vragen heeft al een storm van kritiek opgeleverd. Ibarretxe weigert in de vraagstelling het ETA-terrorisme te veroordelen, en wil groen licht om met de terroristen te kunnen onderhandelen. Als José Luis Rodriguez Zapatero dat kan, mag ik dat ook, heeft hij bij voortduring benadrukt.
In de tweede vraag komt het woord onafhankelijkheid niet voor. Bovendien laat hij in het midden of hij ook na het eerste referendum de stemmen wil meetellen van de EHAK-PCTV, ook als die partij mogelijk later dit jaar, in navolging van Batasuna, illegaal wordt verklaard.
Op 15 juli 2008 publiceert het BOPV-Boletín Oficial del País Vasco, het Staatsblad, de nieuwe wet. Daarin wordt voorzien dat op 15 september 2008 de officiële bekendmaking van de raadpleging moet gebeuren, die dan op 25 oktober 2008 zal plaatsvinden. Om de raadpleging te financieren werd in de begroting van de Baskische regering een som van 5,1 miljoen euros voorzien. De wet bepaalt dat, aangezien het niet om een referendum gaat maar om een raadpleging, het artikel 6 van de Ley Orgánica 2/1980 van 18 januari 1980 niet van toepassing is. Betreffende artikel 6 stelt dat het houden van een referendum voorafgaandelijk, bij volstrekte meerderheid, de goedkeuring moet krijgen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
El referéndum consultivo previsto en el artículo 92 de la Constitución requerirá la previa autorización del Congreso de los Diputados por mayoría absoluta, a solicitud del Presidente del Gobierno. Dicha solicitud deberá contener los términos exactos en que haya de formularse la consulta.
Regering en oppositie hebben duidelijk laten weten dat de raadpleging een referendum is, en dit helemaal niet strookt met de Spaanse grondwet.
Noot: er wordt hier natuurlijk gegoocheld met woorden. La consulta betekent raadpleging of overleg. El referéndum betekent volksstemming.
De Spaanse regering blijft dan ook constant de term referendum gebruiken, en op 15 juli 2008 stapt zij naar het Constitutionele Hof om het referendum in Baskenland ongeldig te laten verklaren. Volgens Madrid is het referendum illegaal, omdat alleen de centrale regering een referendum zou mogen uitschrijven. Het regionale parlement van Baskenland denkt daar anders over. Het Constitutionele Hof zal de komende maanden de vraag moeten beantwoorden of het raadgevende referendum strookt met de grondwet.
Diezelfde dag, 15 juni 2008, insisteert Ibarretxe bij het Grondwettelijke Hof om een uitspraak te doen voor 15 september 2008, de dag dat de volksraadpleging officieel moet worden aangekondigd volgens de nieuwe wet. Hij voegt er aan toe dat de beslissing van Zapatero om in beroep te gaan, "prepotente y arbitraria" (arrogant en willekeurig) is, en de opschorting van autonome regering inhoudt, "la suspensión del autogobierno vasco".
Als het beroep door het Grondwettelijke Hof aanvaard wordt, heeft dat verstrekkende gevolgen. De Ley de Regulación de la Consulta, de wet tot regeling van de volksraadpleging wordt dan voor 5 maanden opgeschort.
Op 17 juli 2008 wordt het beroep ontvankelijk verklaard, en het Grondwettelijke Hof beslist om niet in vakantie te gaan en de maand augustus te benutten om te beraadslagen. Of de definitieve uitspraak er komt voor 15 september 2008 is de centrale vraag.
De Baskische regering stuurde op 18 juni 2008 een communiqué de wereld in, waarin zij het Grondwettelijke Hof vraagt het juridische gezonde verstand te laten primeren boven de politieke rede, en het democratische gezonde verstand te laten zegevieren boven het staatsraison (anteponer la razón jurídica a la razón política, la razón democrática a la razón de Estado).
Koning in wording bij de gratie van God 19 juli 1974
Op 19 juli 1974 droeg Francisco Franco Bahamonde, Caudillo de España por la Gracia de Diós ("Leider van Spanje bij de gratie Gods"), zijn bevoegdheden tijdelijk over aan de door hemzelf gekozen opvolger, de toenmalige kroonprins en huidige koning, Juan Carlos de Borbón y Borbón. Door de eerdere aanduiding van Juan Carlos sloeg Franco de vader van de koning over. De "Graaf van Barcelona" ging de geschiedenis in als "zoon en vader van koningen", zonder zelf ooit tot op de hoogste troon te hebben gezeten.
Hoofdbureau van politie en Guardia Civil heeft een volle dag nodig
om te ontkennen
De Dirección General de la Policía y la Guardia Civil heeft een volle dag nodig gehad om een kort berichtje van 4 lijntjes op te stellen waarin zij ontkennen de krant Gara door middel van telefoontap te hebben afgeluisterd.
De korte nota werd op 18 juli 2008 bekendgemaakt, naar aanleiding van een artikel in de krant Gara de dag voordien, 17 juni 2008.
De krant had een paar weken terug gevraagd aan de telefoonmaatschappij Telefónica om één van de telefoonlijnen te verplaatsen. Telefónica vroeg daarop, een paar dagen geleden, op welk adres er moest gefactureerd worden. De krant antwoordde dat zij toch maar over één adres beschikten, maar de telefoonmaatschappij beweerde dat er twee adressen aan die lijn gekoppeld waren: één adres van de krant zelf, en een tweede van de Jefatura Superior de la Policía y la Guardia Civil. Wie liegt? De vraag stellen, is ze beantwoorden.
Waar zit de tap, en hoe werkt het?
Bron: www.xs4all.nl/
* Op de telefoonlijn of in de telefoon zelf. Voor vrij weinig geld zijn apparaatjes te koop die direct aan iemands telefoonlijn te hangen zijn. Die apparaatjes nemen dan alle gesprekken die over die lijn gaan op, of zenden ze uit via een ingebouwd zendertje. Dit type taps is vrij bekend en het opsporen ervan met speciale apparatuur is niet moeilijk. In de eigen omgeving kunnen dit soort taps opgespoord worden door de telefoonlijn fysiek te controleren. Voor in de telefoon zelf zijn er bijvoorbeeld afluisterapparaten in de handel die lijken op de, standaard in oude toestellen aanwezige, koolmicrofoon. Daarmee kan het gesprek ook uitgezonden worden op een radio- frequentie.
* In schakelkasten. Iedere lijn komt vroeg of laat samen in een bundel in een schakelkast. Bij een appartementencomplex staat deze vaak in een kelder. Het is vrij simpel om daar een tap te plaatsen. Even een inductiespoeltje erbij en klaar is kees. Wie professioneel afluistert raakt natuurlijk niet onder de indruk van de sloten die de kelders en schakelkasten zouden moeten beveiligen.
* In telefoonhokken. In de telefoonhokken (de betonnen telefoonbunkers op straat) komen alle kabels van een bepaalde regio samen. Die kabels zijn van daaruit weer af te tappen waarbij het mogelijk is om de gegevens via een andere telefoonlijn direct door te sturen. Het betonnen huisje is bovendien een ideale beschutting om ongestoord aan iemands lijn te knutselen
* In telefooncentrales. Binnen de centrale is het een fluitje van een cent om een tap aan te sluiten. Het daadwerkelijke afluisteren van de tap gebeurt vrijwel nooit in de centrale zelf, maar op een aparte locatie. Professionele tapunits bestaan uit een 'master'- en een 'slave'-unit: de masterunit, die doorgaans in een tapkamer van bijvoorbeeld een politiebureau staat, legt de afgeluisterde gesprekken op tape, harde schijf of CD-rom vast, terwijl de slave-unit in de centrale aan de af te luisteren aansluiting hangt en de gesprekken doorgeeft aan de master-units. Om te voorkomen dat PTT-personeel mee kan luisteren worden de afgetapte gegevens vaak op simpele wijze gescrambeld. Het is bij taps binnen de centrale maar de vraag of dit altijd volgens de regels van het Wetboek van Strafvordering gaat.
* In telefooncellen. Het aftappen van telefooncellen kan op verschillende manieren. Via de centrale of gewoon in de cel zelf. In het laatste geval wordt een zendertje in de cel zelf verstopt, al dan niet gevoed door de spanning die al op de telefoonlijn staat.
* Draadloze telefoons. Draadloze telefoons zijn in feite kleine zendertjes die een signaal naar een basisunit uitzenden. De basisunit geeft die signalen door via de (gewone) telefoonlijn. Draadloze telefoons zijn absoluut niet veilig. Iedereen met een scanner kan meeluisteren. Ook kan het voorkomen dat mensen met een andere draadloze telefoon jouw gesprek kunnen volgen. De 'beveiliging' waar veel draadloze telefoons mee adverteren ("1000 security codes!") zijn identificatiecodes die hoorn en basisunit met elkaar uitwisselen om te voorkomen dat iemand met een andere telefoon op jouw kosten kan bellen. Deze 'veiligheid' heeft dus niets met encryptie of scramblen te maken. * 'Frequency flooding (het middels de telefoon afluisteren van een ruimte) Met frequency-flooding is het mogelijk om via de hoorn van een telefoontoestel een ruimte af te luisteren terwijl de telefoon niet gebruikt wordt. Het principe kan op ieder type toestel toegepast worden, maar vooral de oude grijze toestellen met draaischijf en koolstofmicrofoon zijn kwetsbaar. Frequency flooding werkt als volgt: Er wordt een hoogfrequent signaal -afwijkend van het signaal dat normaal op een lijn die niet in gebruik is staat- door de telefoonkabel naar het telefoontoestel gezonden. Door dat signaal wordt de microfoon in het toestel geactiveerd. Als er geluiden zijn in de ruimte waar het toestel staat wordt de trilling van de microfoon beïnvloed (modulatie). Daardoor verandert ook het signaal dat door de lijn gestuurd wordt. Dit veranderende signaal wordt door de afluisteraar opgevangen. De geluiden uit de kamer worden van het signaal gescheiden en versterkt. Deze kunnen nu naar de afluistercentrale geleid worden en eventueel opgenomen worden.
Het Europese Gerechtshof in Straatsburg veroordeelt de Franse Staat voor het verbieden in 1988 van het boek "Euskadi Guduan - Euskadi en Guerre". De staat moet de uitgeverij Ekin vergoeden voor een bedrag van 38.112 . Het proces duurde 9 jaar.
Le Tribunal administratif de Pau a rejeté la demande tendant à lannulation de larrêté du ministre de lintérieur pris sur le fondement de larticle 14 de la loi du 29 juillet 1881, par lequel le ministre de lintérieur a interdit la circulation, la distribution et la mise en vente en France de louvrage intitulé « Euskadi en guerre ». (Bron:www.oboulo.com)
De inkt van mijn artikel "Komt hij vrij of niet?" van 13 juli 2008 is nog niet volledig opgedroogd, of de poppetjes gaan al aan het dansen.
Als protest tegen de onaanvaardbare haatcampagne die tegen hem gevoerd wordt in de pers, beslist Iñaki de Juana op 17 juli 2008 om opnieuw in hongerstaking te gaan. De lynchpartij werd goed voorbereid. Een appartement, gelegen in de Amarawijk van Donostia, de wijk van het treinstation, was eigendom van zijn moeder. Nog in leven schonk zij de woonst aan haar dochter, die het later verkocht aan de toenmalige verloofde van Iñaki de Juana. Intussen is Iñaki de Juana met haar getrouwd. Om het appartement te kunnen kopen moest wel een hypotheeklening worden aangegaan. Dat feit wordt nu aangegrepen om te veronderstellen dat Iñaki de Juana over voldoende geld moet beschikken om zijn slachtoffers te vergoeden. De rechtbanken had hem veroordeeld tot een schadevergoeding van 8.000.000 Euro's. Een gedeelte werd al afbetaald door allerhande inbeslagnames van o.a. de inkomsten van zijn boeken die hij schreef, eigendom, bankrekening, enz...
Nu wordt preventief beslag gelegd op zijn woonst. De aasgieren zijn in staat hem en zijn vrouw op straat te zetten en zijn huis te verkopen. Nochtans voorziet de wet dat voorafgaandelijke aan een inbeslagname er een misdrijf moet plaatsgegrepen hebben. In dit geval is er van een nieuw misdrijf geen sprake, noch van zijn kant, noch van dat van zijn vrouw.
Als zelfs de Minister van Justitie van de Baskische Regering, Joseba Azkarraga, gewag maakt van: "Se están saltando muchos límites" (Ze hebben zowat alle grenzen van het toelaatbare overschreden), dan moet er toch iets ernstig fout zijn met de Spaanse rechtstaat, maar dat weet de aandachtige lezer al lang.