Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
25-01-2008
Wie ligt hier nu wakker van?
Protocol tegen foltering?
Kom nou, laten we ons focussen op de problemen die de mensen in de straat werkelijk bezighouden
Magistraat Fernando Grande-Marlaska heeft op 24 januari 2008 negatief geantwoord op een vraag van de verdediging van 8 jongeren die op 23 januari 2008 in de streek van Lea-Artibai (Bizkaia) werden gearresteerd wegens straatprotest.
Waarop heeft hij dan negatief geantwoord?
Een tijd geleden heeft magistraat Baltasar Garzón een protocol opgesteld tegen het folteren. In dat protocol wordt aangedrongen op het registreren en filmen van de ondervragingen tijdens de incomunicado-periode (op secreet, maar ook advocaat niet toegelaten). Er wordt ook aangedrongen op het informeren van de familie van de toestand en de opsluiting (wat nooit gebeurt!) en om een vertrouwensarts toe te laten bij de ondervragingen. Iedereen zal wel begrijpen waarom dit noodzakelijk is.
Fernando Grande-Marlaska weigerde ostentatief!
Askatasuna vraagt zich af als er niet gefolterd wordt zoals altijd beweerd wordt, wat er dan wel het daglicht niet mag zien. De incomunicado-periode (tot 5 dagen, en soms langer) zet aan tot folteren (het verleden heeft dat ten overvloede bewezen). Dus moet de incomunicado-periode verdwijnen.
In Urbina, Araba-Alava, wordt Josu Ormaetxea Antepara door familieleden, vrienden en dorpsgenoten op 25 januari 2003 ontvangen nadat hij bijna 20 jaar in Spaanse gevangenissen doorgebracht heeft. In 1984 werd hij gearresteerd en gefolterd. Mogelijk kregen ze onvoldoende informatie uit hem geslagen, want ze kwamen kort daarop zijn broer, Iñaki halen, die eveneens gefolterd werd. Josu kreeg 88 jaar. Iñaki werd vrijgelaten, echter niet voordat die tegen de rechter gezegd had niet te zullen rusten voordat hij alle onrecht en lijden dat hij gezien gezien en ondervonden had, zou gestopt hebben. De rechter sprak toen profetische woorden: Hier hebben we een toekomstige terrorist.
Het dorp telt nu nog vijf jongeren die voor lange tijd achter de tralies zitten. Op 100 inwoners is de som vlug gemaakt: 5%!
De ontvangst van Josu ging door in en rond Iñaki Enea, de familiebar die genoemd werd naar zijn broer. Iñaki Ormaetxea verloor het leven op 17 augustus 1991 in de wijk Morlans (*) in Donostia nadat de woning, waarin hij samen met Jokin Leunda Mendizabal en Patxi Itziar verbleef, door de méér dan 100 (honderd!) Guardia Civiles werd aangevallen en zelfs met granaten werd bestookt.
(*) Op 17 augustus 1991 beleefde Euskadi andermaal een zwarte dag. Na een nacht van tientallen arrestaties in Donostia, werd een huis omsingeld in de wijk Morlans, waar 3 Baskische nationalisten zich schuilhielden: Patxi Itziar Agirre, Jokin Leunda Mendizabal en Iñaki Ormaetxea Antepara. Terwijl in een rechtstaat verdachten (nog geen beschuldigingen, nog geen bewijzen) in voorlopige hechtenis worden geplaatst, oordeelde de Guardia Civil het nodig om meteen de wapens te hanteren en een salvo op het huis af te vuren. Dit duurde de hele morgen lang. Tegen de middag vielen zij het huis binnen na het eerst met traangas te hebben bewerkt. Patxi Itziar lag dood op een kussen in de keuken met 1 schotwonde in de slaap. Jokin Leunda vertoonde 12 schotwonden in de rug (geen enkele dodelijk) en een schotwonde in het hart van op korte afstand afgevuurd. Iñaki Ormaetxea lag in het bad met 2 schotwonden in niet-vitale organen en een schotwonde in het hoofd, afgevuurd van op minder dan 25 cm. Waren de urenlange salvos een dekmantel, een strategie om latere onfrisse praktijken te verdoezelen? Ik weet het niet. Ik hoop alleen dat het gezegde al moesten de kraaien het uitbrengen een verhelderend licht op deze onfrisse zaak zal brengen.
Nadien, bij het eerbetoon in zijn geboortedorp, sprak een vriend de woorden die nu boven de ingang van de bar staan: Nooit zullen we het dorpsplein van Urbina overgeven.
Moeder Blanca Antepara zit in de hoek van de bar, bescheiden, hoewel ze in heel Baskenland bekend is, omdat ze geen enkele manifestatie te voordele van de gevangenen overslaat.
Wat heeft Spanje toch met fascisten en neofascisten?
De slachting van Atocha 24 januari 1977
Vandaag, 24 januari 2008, wordt de slachting van Atocha herdacht. Er is om 19:00u opgeroepen tot een herdenkingsplechtigheid voor de slachtoffers en alle slachtoffers van het fascisme, aan het standbeeld "El Abrazo" (op de Plaza de Antón Martín) recht tegenover het huisnummer 55.
Het commando Roberto Hugo Sosa van AAA-Alianza Apostólica Anticomunista (Triple A) voert op 24 januari 1977 een raid uit te Madrid, beter bekend onder de naam la Matanza de Atocha, de slachting van Atocha. Een ultrarechts commando overvalt een advocatenbureau, specialisatie arbeidsrecht, in de Calle de Atocha, nr. 55, opent het vuur, vermoordt 5 personen (de advocaten Enrique Valdevira Ibáñez, Luis Javier Benavides Orgaz en Francisco Javier Sauquillo Pérez del Arco; de student rechten Serafín Holgado de Antonio; en de administratieve bediende Angel Rodríguez Leal). Het commando laat nog eens 4 zwaar gekwetsten achter: Miguel Sarabia Gil, Alejandro Ruiz Huertas, Luis Ramos Pardo en de zwangere Dolores González Ruiz, die haar kind hierdoor verloor.
Het bureau werd gebruikt door leden van de CCOO-Comisiones Obreras, een communistisch syndicaat, en door leden van de toen nog illegale PCE-Partido Comunista de España. De Italiaanse krant Il Messaggero legt in 1984 een verband naar Italiaanse neofascisten en een officieel Italiaans rapport legt in 1990 een verband naar de clandestiene anticommunistische organisatie Gladio.
Operatie Gladio was een in 1952 gestart geheim "stay-behind" netwerk in Italië, gesponsord door de CIA en de NAVO om de communistische invloed zowel in Italië als in andere landen te neutraliseren. De eerste voorbereidingen werden al in 1947 getroffen. Hoewel met de term Gladio alleen slaat op het Italiaanse deel, worden ook de soortgelijke netwerken die in andere landen bestonden veelal met 'Gladio' aangeduid. Uit recent onderzoek is bekend geworden dat soortgelijke netwerken in geheel West-Europa actief waren en met elkaar verbonden waren. In ieder geval was Gladio actief in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Turkije en Zwitserland, terwijl ook het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een rol speelden in de strategische planning van het netwerk.
Commandant van de Guardia Civil Gonzalo Pérez García
23 januari 2004
Op 23 januari 2004 werd de commandant van de Guardia Civil, Gonzalo Pérez García, gerepatrieerd vanuit Irak en overgebracht naar de afdeling Intensieve zorgen van het Centrale Militaire Hospitaal te Madrid. Hij verkeerde in diepe coma.
De commandant van de Guardia Civil, Gonzalo Pérez García, die op 22 januari 2004 in Irak een kogel in het hoofd kreeg en voor zijn leven vecht (hij overleed op 4 februari 2004), is geen onbekende in Baskenland. Hoewel El Mundo hem een militair met een briljante carrière noemt, denkt men daar in Euskal Herria heel anders over. Het was namelijk deze man die in de Kazerne van Intxaurrondo (Donostia-San Sebastián) de buschauffeur Mikel Zabalzazag sterven tijdens een foltersessie. Dit gebeurde na de arrestatie op 26 november 1985. Zabalza stierf waarschijnlijk met een plastic zak over het hoofd, want zo zag zijn zus hem voor het laatst. Later vond men er niet beter op dan het lijk van Zabalza in de grensrivier te gooien. De desinformatiekranten namen gewillig de smoes van de Guardia Civil over, die het gerucht hadden verspreid dat Zabalza naar Frankrijk wilde ontvluchten. Hoe hij dan de rivier, geboeid, moest overzwemmen, terwijl hij niet eens kon zwemmen, zal altijd tot de geheimen van deze intelligente Guardia Civil behoren.
In de kranten ABC en La Razón wordt dit verhaal nog maar eens herhaald, hoewel iedereen weet dat het gelogen is! Niet officieel gelogen, want het proces dat de familie inspande, werd bij gebrek aan bewijzen geklasseerd in 1998 door de Audiencia Provincial van San Sebastián.
Gisteren, 21 januari 2008, werd bij het Hooggerechtshof, het beroep van Manos Limpias behandeld tegen de vrijspraak (5 januari 2007) van voormalig Kamervoorzitter Atutxa. Dertien van de veertien magistraten verbonden aan het Hof hebben het beroep geanalyseerd (de 14de magistraat, José Manuel Maza, werd gewraakt) .
Manos Limpias, die het beroep indiende, wordt voluit SINDICATO COLECTIVO DE FUNCIONARIOS PÚBLICOS "MANOS LIMPIAS" genoemd, hoewel ze, zoals hun naam laat vermoeden, geen enkele vertegenwoordiger hebben in geen enkel arbeiderscentrum. De hoogste verantwoordelijke van die professionele agitatoren is Miguel Bernard Remón, ex-leider van de extreemrechtse partij Fuerza Nueva (dat laat hun naam dus niet vermoeden).
Even het geheugen opfrissen.
Op 28 mei 2003 beveelt het Spaanse Gerecht, met een (on)gekende Castilliaanse arrogantie, aan het Baskisch Parlement, de groep Sozialista Abertzaleakuit te sluiten in het kader van de Partijenwet die Batasuna buiten de wet stelde. Dit bevel raakte in de bevriende Spaanse pers bekend nog vóór het Vitoria-Gasteiz bereikte. Voorzitter Atutxa liet meteen weten dat SA-Sozialista Abertzaleak geen partij was, maar een groep.
Op 7 juni 2003 wordt in het Baskisch Parlement het verwachte draaiboek van Atutxa gevolgd, waarbij de woordvoerders van de partijen, PNV, EA en Sozialista Abertzaleak geen enkele wijziging van het reglement toestaan waardoor een politieke "groep" zou uitgesloten worden. Dien ten gevolge laat Atutxa aan de uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional in Madrid weten het bevel niet te kunnen voeren. Het wordt nu afwachten of het Parlement en zijn voorzitter, Atutxa, nu "buiten de wet gesteld zullen worden. Vice-premier Rajoy concentreert de "schuld" op Atutxa en niet op de partijwoordvoerders.
Op 9 juni 2003 laat Atutxa het Hooggerechtshof officieel weten dat het "onmogelijk is het bevel van ontbinding van Sozialista Abertzaleak uit te voeren."
Op 21 juni 2003 dient de Openbare Aanklager een klacht in tegen Kamervoorzitter Atutxa en tegen de woordvoerders van EA (Gorka Knörr) en IU (Kontxi Bilbao) wegens "politieke ongehoorzaamheid". Atutxa zegt dat hij is opgetreden steunend op 3 pijlers: het reglement van de Kamer, de meerderheid in de Kamer (die de meerderheid van de bevolking vertegenwoordigt) en zijn eigen geweten.
Op 15 juni 2003 stelde het Baskisch Hooggerechtshof (TSJPV) een Kamer samen die zou moeten oordelen of Parlementsvoorzitter Juan Maria Atutxa en de woordvoerders van de meeregerende partijen, Gorka Knörr (EA) en Kontxi Bilbao (van de Communistische IU) een daad van Burgerlijke ongehoorzaamheid stelden door niet in te gaan op de uitspraak van het Spaanse Hooggerechtshof dat beval dat de groep Sozialista Abertzaleak ontbonden moest worden. Omdat de samenstelling voorspelde dat twee van de vier magistraten tegen een vervolging zouden stemmen en de twee anderen vóór vond de Spaanse Rechtstaat er niets beters op dan de samenstelling van een nieuwe kamer te bevelen! Ze doen niet eens meer de moeite om de schijn hoog te houden. Erger! Ze beschuldigen de PNV ervan in Baskenland Justitie te manipuleren!
Op 5 januari 2007 deed het Tribunal Superior de Justicia del País Vasco (TSJPV) uitspraak. Juan María Atutxa, Gorka Knörr en Kontxi Bilbao werden vrijgesproken van delict van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Op 21 januari 2008, even na 21:00u, veroordeelt het Hooggerechtshof Juan María Atutxa, Gorka Knörr en Kontxi Bilbao wegens delict van ongehoorzaamheid.
Als het vonnis definitief bekend gemaakt wordt, komen wij hierop terug.
De vlag van Navarra De Arrano Beltza De Baskische vlag
De vlag van Navarra
Op 22 januari 1910 werd door drie personen, Campión, Altadill en Olóriz, afkomstig uit het Baskische nationalisme, de vlag van Navarra ontworpen: rode achtergrond met gouden kettingen, met in het midden van de acht schakels een groene smaragd en bovenop de Koninklijke kroon, het oude symbool van het Reino de Navarra, het koninkrijk Navarra. Bij de slag van Las_Navas_de_Tolosa maakte Navarra zich meester van de kettingdie rond de tent van de aanvoerder van de Moren bevestigd was en tevens van de parel, een smaragd, uit zijn tulband. Deze twee attributen vormen sinds 22 januari 1910 de vlag van Navarra.
De Arrano Beltza (de zwarte adelaar)
Navarra kreeg nog een tweede vlag, de Arrano Beltza, de Zwarte Adelaar op het "geluwveld". Deze vlag wordt hoofdzakelijk, maar niet exclusief, door nationalisten beschouwd als het symbool van het verenigd Euskal Herria. Volgens de encyclopedie van Bernardo Estornes Lasa, moet de oorsprong van de Arrano Beltza gezocht worden in de periode 1194-1234, ten tijde van de regeerperiode van Sancho_VII, koning van Navarra. Hij gebruikte de zwarte adelaar op zijn zegels en ook op zijn schilden.
De Baskische vlag (Ikurriña)
In 1894 werd in Iruñea-Pamplona de Baskische vlag, Ikurriña, getekend door Luis Arana Goiri, de broer van Sabino Arana Goiri (de "vader" van het Baskische nationalisme.). Dit gebeurde op de Plaza del Castillo in Café Iruña, dat later beroemd werd, omdat de zaak veelvuldig gefrequenteerd werd door Ernest Hemmingway.De vlag hing het eerst uit in een stadje in het uiterste zuiden van Navarra: Castejón.
Met Baskische politieke gevangenen mogen we doen wat we willen
Baskische, politieke gevangenen krijgen al een extra straf opgelegd omdat ze zo ver van huis ondergebracht worden. Wegens de hoge vervoer- en verblijfkosten (heen en weer reizen kan niet op één dag), krijgen ze hoogstens slechts één keer per week bezoek. Het groepje vrienden en kennissen dat mag komen, wordt niet door de wet maar arbitrair bepaald door de gevangenisdirecteur. De Baskische, politieke gevangenen leven onder een speciale FIES-regime waardoor ze zich, om maar iets te noemen, verschillende keren per dag moeten uitkleden om gefouilleerd te worden. Alles is afhankelijk van de sadistische grillen van de man of vrouw die aan de leiding van de instelling staat. Gevangenen komen voor een habbekrats in de isoleercel. Zelfs luchten gebeurt vaak geïsoleerd van de anderen en gedurende véél kortere tijd. De gevangenen moeten zich verder allerlei vernederingen en pesterijen laten welgevallen. Straffeloos, want, Met de Baskische politieke gevangenen mogen we doen wat we willen zoals een bewaker het ooit uitdrukte. Toch is deze politiek mislukt en houdt het collectief van gevangenen (EPPK) zich staande.
Dus dienden er andere acties uitgevonden te worden en daartoe lenen zich gevangenen van gemeenrecht. Steeds meer Baskische politieke gevangenen worden het slachtoffer van agressie van medegevangenen, vaak onder toeziend oog van bewakers! Hoewel dit al een aantal jaren duurt, volgen de klachten elkaar nu steeds sneller op.
In de Franse gevangenissen is de toestand niet beter.Zuhaitz Errasti ging in Nantes gedurende 26 dagen in hongerstaking. Nadat hij werd overgebracht naar Poitiers hield hij een hygiënische staking (zoals de IRA-gevangenen in de jaren 70-80 die weigerden naar het toilet te gaan buiten hun cellen.) Errasti zat naakt in de isoleercel. Daar werd hij regelmatig met ijskoud water door middel van een tuinslang nat gespoten!
Algemeen Archief van de Burgeroorlog Documenten terug naar huis 20 en 21 januari 2006
Vanaf het begin van La Transición (overgang naar democratie) ijveren Catalunya en Euskadi voor de teruggave van hun archieven. Het zou gaan om meer dan 300.000 documenten en meer dan 1.000 fotos, die door de troepen van dictator Franco gestolen werden. Het archief bevat: persoonlijke brieven, anti-Franco propaganda, documenten behorende tot de republikeinse en nationalistische instellingen, etc.
Die documenten werden gebruikt met repressieve doeleinden voor ogen, om de vijanden van Franco te kunnen veroordelen (terechtstellen, opsluiten, verbannen). Besef goed dat de vijand van Franco de wettige regering was.
Na de Burgeroorlog waren de overwinnaars er niet enkel op uit de identiteit van de Basken en de Catalanen te stelen, ze roofden ook de archieven van de autonome Baskische en van de Catalaanse regering, de Generalitat. De archieven werden ondergebracht in het Algemeen Archief van de Burgeroorlog in de Spaanse universiteitstad Salamanca. De Regering Zapatero ging er nu mee akkoord dat de 500 dozen, vol documenten, terug naar huis zouden keerden. Eerst zou alles in Madrid geselecteerd worden (de meest bezwarende documenten doen verdwijnen?) en deze operatie ging op 20 en 21 januari 2006 van start. Maar het transport naar de bestelwagens werd al meteen verhinderd door de stadspolitie van Salamanca onder het bestuur van twéé keer raden de PP! Toch had men meer dan die enkele tientallen Salmantinos verwacht die kwamen protesteren tegen de diefstal (zoals zij dit zagen). Maar terwijl de verhuis bezig was, ging Salamanca in beroep en werd de bestelwagen in Madrid geïmmobiliseerd!
Tot op het ogenblik dat er sprake was van teruggave, waren maar een handvol salmantinos op de hoogte van het bestaan van het Algemeen Archief van de Burgeroorlog. De druk uitgeoefend door Catalunya deed de potjes van het door de PP geregeerde Salamanca overlopen. Die partij deed er alles aan om de rechtmatige teruggave voor te stellen als een roof. De eenheid van het land werd er zelfs bij gesleurd.
Catalonië reageerde met tacten Josep Andoni Duran i Lleida zei dat het geen overwinning was, maar een morele restitutie. De Catalaanse republikein, Carod-Rovira, noemde het een rechtvaardige daad.
Angel Acebes, ex-PP-minister, verweet regeringspresident Zapatero politie-eenheden in te zetten om de breuk in het archief te garanderen, maar niet hetzelfde te doen om acties van Batasuna te beletten. (Wat dit met elkaar te maken heeft, is een raadsel, net als de persoon die de uitspraak deed.) Zapatero liet niet na Salamanca, Castilla-León en de hele natie te vernederen, aldus Acebes.
Een gedeelte van het archief kwam dan uiteindelijk in de lente van 2006 toch terecht waar het behoorde, in Catalunya. Als reactie hierop liet het stadsbestuur van Salamanca de naam van de straat waar het algemene archief gevestigd werd, veranderen: Calle Gibraltar werd opeens Calle El Expolio, wat zoveel wil zeggen als straat van de beroving, van de plundering. Aan dit staaltje van performance kunnen onze stand-up comedians nog een puntje zuigen.
Wat opvalt, is dat er ook nog duizenden documenten uit Baskenland in Salamanca liggen. Daarover werd tot op dit ogenblik in Spanje met geen woord gerept!De Baskische nationalisten van de ANV zeggen dat men zich in Europa niet kan voorstellen dat in een democratisch land de grootste oppositiepartij openlijk een roof goedkeurt, die gepleegd werd door een criminele, fascistische regering als die van Franco. ANV vergelijkt deze daad met een Duitse oppositiepartij die nu nog de roof van de eigendommen van Joden zou verdedigen
Op 18 januari 2008 werd, als hommage aan de auteur Gabriel Aresti, een boom geplant in het Doña Casildapark te Bilbao. De boom kwam naast een klein monument te staan dat op 5 juni 1985, ter gelegenheid van de 10-jarige herdenking van zijn overlijden, werd ingehuldigd.
Gabriel Aresti Segurola werd geboren in Bilbao op 14 oktober 1933 en overleed op 5 juni 1975. Hij groeide op in een Spaanssprekende omgeving en hoewel zijn vader Euskara praatte met zijn grootouders, leerde Aresti niet van jongs af aan de taal. Pas op 14-jarige leeftijd begon hij op eigen houtje de taal aan te leren (autodidact) en op 21-jarige leeftijd verschenen zijn eerste artikelen in het Euskara. Hij begon zijn literaire loopbaan met een werk, symbolisch van karakter, Maldan Behera (Bergafwaarts), waarin invloeden op te merken zijn van de filosoof Nietzsche en waarin de esthetica van T.S. Eliot navolging krijgt.
Zijn belangrijkste werken zijn terug te vinden in de trilogie "Harria"(Steen): Harri eta herri (Steen en volk, 1964), Euskal harria (Baskische steen, 1968) en Harrizko herri hau (Dit volk van steen, 1971), verbonden met het sociaal realisme. In die werken ontdekken wij een persoonlijke en collectieve imaginair, verbonden met de Baskische geschiedenis en antropologie, met sleutelsymbolen zoals de boom, het huis en de steen.
Eén van zijn meest bekende gedichten is: "Nire Aitaren Etxea" (Het huis van mijn vader).
HET HUIS VAN MIJN VADER
Het huis van mijn vader
zal ik verdedigen
tegen de wolven,
tegen de droogte,
tegen winstbejag,
tegen het gerecht,
zal ik verdedigen
Het huis van mijn vader.
Ik zal mijn vee verliezen,
mijn weilanden,
mijn dennenwouden,
Mij zal worden ontnomen
interesten
en renten
Nog zal ik verdedigen
Het huis van mijn vader.
Ontneemt men mij de wapens
dan verdedig ik met mijn handen
het huis van mijn vader.
Met afgehakte handen
zal ik het met mijn armen verdedigen,
het huis van mijn vader
Men ontneemt mij armen,
en borst, dan verdedig ik met mijn ziel
het huis van mijn vader.
Sterf ik
dan verdwijnt mijn ziel
mijn geslacht
Maar het huis van mijn vader
blijft
rechtop staan.
Als lid van de Real Academia de la Lengua Vasca, de Academie van de Baskische Taal, verdedigde hij actief de creatie van een eenvormige taal, het Euskara Batua.
Meer dan 80 vertegenwoordigers uit diverse culturele en sociale verenigingen hebben op 18 januari 2008 een nieuw burgerplatform opgericht met als doel steun te verlenen aan het recht op beslissen. Hun objectief is, via hun webstek, zoveel mogelijk steun te verwerven voor een grootse burgermanifestatie op 10 februari 2008 in het Kursaal te Donostia.
Vamos a decidir porque es nuestro derecho ► Wij zullen beslissen omdat het ons recht is
Vamos a decidir para abrir el camino de la paz ► Wij zullen beslissen om de weg naar vrede te openen
Vamos a decidir para abrir el camino de la Normalización Política ► Wij zullen beslissen om de weg naar politieke normalizering te openen
Vamos a decidir para elegir nuestro propio futuro en libertad ► Wij zullen beslissen om onze eigen toekomst in vrijheid te kiezen
Zij onderstrepen dat het uitoefenen van dit recht zal helpen om vrede te bereiken, als die vrede gebaseerd is op een finale dialoog die ondubbelzinnig het einde van het geweld als voorwerp heeft, zodat ETA er toe overgehaald wordt de wapens neer te leggen. Dit moet gepaard gaan met een gebaar van menselijkheid, met het verdwijnen van alle uitdrukkingen en manifestaties van geweld, met verzoening van de gemeenschap gebaseerd op de herinnering van de slachtoffers van alle geweld.
Folteraar Melitón Manzanas Medaille van burgerlijke verdienste 19 januari 2001
De regering van José María Aznar rehabiliteert Melitón Manzanas op 19 januari 2001, en verleent hem de medaille van burgerlijke verdienste: Real Orden de Reconocimiento Civil a las Víctimas del Terrorismo. Manzanas werd in 1968 in het deurgat van zijn huis door een ETA-commando neergeschoten. Nooit is boven water gekomen wie deze aanslag precies pleegde, maar waarschijnlijk was het Javier Izko de la Iglesia. Hij kreeg er in het beruchte Burgosproces in ieder geval twee keer de doodstraf voor. Manzanas was al tijdens de Tweede Wereldoorlog doende in Baskenland. Joden die door Baskische mugalaris over de grens werden gesmokkeld, leverde hij uit aan de Gestapo als ze gevat werden. Na de Burgeroorlog werd hij Inspecteur van de Sociale Brigade van de Spaanse Politie in Gipuzkoa. In deze functie verwierf hij faam als folteraar. Er werd verteld dat hij de pijnkreten van zijn slachtoffers op band opnam en ze dan via een radiowagen in het dorp van het slachtoffer liet horen.
Manzanas is één der bevoorrechten van de wet ten voordele van de slachtoffers van het terrorisme die unaniem werd aangenomen in 1999. Unaniem omdat de PNV meende dat dan ook de slachtoffers van de Staatsterroristen van GAL zouden vergoed worden.
Joseba Egibar van de PNV noemt het een provocatie in regel. Euskal Herritarrok zegt dat de onderscheiding de fascistische tronie van de Spaanse regering duidelijk maakt.
Gaspar Llamazares van IU zegt dat niet geaccepteerd kan worden dat de solidariteit met de slachtoffers de legitimatie van de foltering betekent.
Javier Rojo, Senaatsvoorzitter en secretaris generaal van de Baskische socialisten, merkt op dat de regering uiteindelijk Franco nog gaat decoreren. Het is een politieke vergissing die tot nog meer confrontatie zal zorgen in Baskenland, omdat Manzanas een deel van de zwarte geschiedenis van het vorige regime is.
Op 18 januari 2008 is het precies 31 jaar geleden dat de Ikurriña niet langer strafbaar gesteld werd. Vele inwoners van Donostia herinneren zich nog dat bij het begin van de feesten van 1977 deze vlag gehesen werd. Hieraan was de Baskische voetbalderby tussen Real_Sociedad en Athletic Club de Bilbao voorafgegaan, waarbij beide ploegen het terrein opkwamen achter de legendarische spelers Iribar en Kortabarria met de vlag in hun midden. (de aanvoerder van Erreala of Real_Sociedad werd op het laatste ogenblik vervangen, omdat het niet zeker was dat hij de vlag zou vastnemen.)
Manuel Fraga, minister tijdens en ná de Francodictatuur, had vooraf gezegd dat de Ikurriña over zijn lijk gelegaliseerd zou worden. Fraga is nog altijd in leven. De Basken hebben er wel vrede moeten mee nemen dat hun vlag, zelfs aan de ambtswoning van de Lehendakari, naast de Spaanse vod dient te hangen.
Komt aan het verbod op het uitoefenen van activiteiten
vandaag een einde?
17 januari 2008
Vandaag, 17 januari 2008, vervalt het verbod op alle activiteiten die door Batasuna worden ingericht. Dat verbod werd gedecreteerd door Baltasar Garzón in 2002, en trad in werking op 17 januari 2003. Volgens de wet geldt de maatregel voor maximum 5 jaar.
Mag Batasuna nu weer activiteiten inrichten? Niet zo vlug, hier komt supermagistraat Garzón!
Volgens Garzón, en ondanks de onmogelijkheid om de schorsing te verlengen, heeft de uitspraak van het Hooggerechtshof bij het verbieden van de politieke partij Batasuna, nochtans een paar consequenties, namelijk: de onmogelijkheid (het verbod) om activiteiten van organische, institutionele, politieke, sociale en mediatieke oorsprong uit te oefenen. Of de verantwoordelijke leiders nu al dat niet veroordeeld zijn, speelt geen enkele rol. Hij waarschuwt dan ook de betrokkenen dat het niet naleven van deze voorwaarden zal leiden naar strafrechterlijke vervolging. Garzón bevestigt andermaal dat het embargo op de rekeningen en goederen die toebehoren aan Batasuna van kracht blijft.
Hij voorziet zijn besluiten over deze zaak (Sumario 35/02) begin februari 2008 over te maken aan de uitzonderingsrechtbank, de Audiencia Nacional. Veertig beklaagden, onder wie Arnaldo Otegi, Joseba Álvarez en Joseba Permach, zullen dan terechtstaan. Zij zitten allemaal nu al in voorlopige hechtenis.
Het onderzoek over de politieke partij Batasuna Sumario 35/02 3 constanten
Binnen het onderzoek vallen er drie constanten waar te nemen:
1.De eerste is die van de argumentatie. Volgens Garzón maken al deze personen en organisaties deel uit van ETA.
2.Ten tweede is er de constante van de rechtbank, de Audiencia Nacional (1)en dezelfde rechter (Garzón) die al deze zaken behandelen.
3.De manier waarop de bewijslast tot stand is gekomen, is een derde constante. Het gaat nauwelijks over harde bewijzen. Specialisten van de politie hebben tal van documenten, persmededelingen, brieven... geherinterpreteerd. Daaruit zijn dan de zogenaamde bewijzen afgeleid.
(1) Dit is een uitzonderingsrechtbank uit de Francodictatuur. Deze instelling behandelt bijna enkel zaken die te maken hebben met gewapende bendes en politieke dissidentie. Wat de AN zo verschillend maakt ten opzichte van gewone rechtbanken, is dat de AN een centralistische rechtbank is. Wat betekent dat er enkel in Madrid een zetel is. De AN telt een aantal Hoven, die in hiërarchie met elkaar staan. Het Vierde Hof staat dus boven het Vijfde. Rechter Garzón behoort tot het Vijfde Hof.
Het gekke is dat het karakter van de activiteiten van de betrokken organisaties altijd publiek geweest is. En dat die activiteiten plots zonder wetswijziging, volgens Behatokia (2), illegaal werden. Net omdat de doelstellingen ook die van ETA zouden zijn. Met andere woorden, het zijn de doelstellingen en ideeën zelf die illegaal geworden zijn, en niet de manier waarop die doelstellingen bereikt moeten worden.
(2) Behatokia is een mensenrechtenorganisatie. Voor dit artikel heb ik hun rapport "Libertad de expression y opinion y derecho de asociación en Euskal Herria" als bron gebruikt.
Zoals steeds bij het optreden van de Spaanse superman tegenover Basken, speelt er meer mee dan louter rechtsgang. Garzón scoort keer op keer in de media en in anti-Baskische middens als hij Basken het leven kan zuur maken. In 2001 vernietigde het Vierde Hof van de Audiencia Nacional een aantal van Garzóns beslissingen en liet het opgepakte Basken vrij. Het Vierde Hof maakte brandhout van Garzóns redeneringen: er waren geen harde bewijzen en activiteiten die al die jaren als legaal aanschouwd werden, konden toch niet zomaar ineens illegaal zijn, zonder dat de betrokken organisaties daarvan op de hoogte gebracht waren. Daarna orkestreerde de media, samen met de PP, een heuse haatcampagne tegen die rechters. Zij waren een stelletje onbekwamen en werden uit hun functie ontheven. Meteen had Garzón de weg vrij. Daarna heeft hij er wel voor gezorgd dat zijn onderzoeken niet meer naar het Vierde Hof konden overgaan.
Ook dit keer gaat het meer om een mediaproces dan om een rechtsproces met gelijke kansen en rechten voor de beklaagden. Het zou niemand verbazen als een groot deel van de betrokken personen voor lange tijd achter de tralies vliegt. Dat levert stemmen op.
Overgenomen uit "Meervoud", nr. 105, artikel van K. STERCKX.
Iñaki de Juana Chaos was een ETA-lid zonder scrupules. Iedereen wist dat hij op een dag de maximumstraf zou krijgen. En die kreeg hij. Bij zijn arrestatie werd hij vreselijk gefolterd. Hij zat in verschillende Spaanse gevangenissen waarvan alleen de naam een mens al doet huiveren. In de gevangenissen werd hij herhaaldelijk afgeranseld door geconditioneerde cipiers die dit straffeloos konden doen. Regelmatig werd hij naar de isoleercel versleept. Toen bleek dat hij de hele straf (bijna 18 jaar, met in acht name van strafvermindering), er had opzitten (25 oktober 2004), begonnen een aantal Spaanse democraten de alarmbel te luiden. Het kon niet zijn dat Iñaki de Juana Chaos ooit vrij kwam. Er moest snel gehandeld worden! Vandaag, 16 januari 2007 zit Iñaki de Juana Chaos exact 21 jaar in de cel.
De familie van Iñaki de Juana Chaos was helemaal niet Baskisch en nog minder nationalistisch. Zijn vader, Daniel de Juana Rubio, was een dokter uit Miranda de Ebro en vocht samen met de troepen van Franco. Hij werd in 1943 zelfs lid van de Falange. Zijn moeder, Esperanza Chaos, was afkomstig van Tetuán, een Spaans protectoraat in Marokko. Zij verhuisden naar Baskenland, naar Legazpia waar ze naast de kazerne van de Guardia Civil kwamen wonen. Later verhuisden ze naar San Sebastián, waar Iñaki verbleef tot 1983.
Hij maakte deel uit van de tweede promotie van de Ertzaintza en sloeg in 1983 op de vlucht naar Frankrijk. Bij de arrestatie van een Etarra werd een wapen gevonden dat gestolen was uit een commissariaat van de Ertzaintza, en de speurders konden al vlug een verband leggen met De Juana.
Vier jaar later, op 16 januari 1987, werd hij in een schuilplaats te Madrid gearresteerd, samen met de rest van het Commando Madrid: Esteban Esteban Nieto, Inmaculada Noble Goikoetxea, Antonio Troitiño Arranz, María Teresa Rojo en Cristina Arrizabalaga Vázquez. Voor zijn aanslagen werd hij tot meer dan 3000 jaar veroordeeld (maximumstraf was toen niet hoger dan 30 jaar, nu 40 jaar).
Het onderzoek naar de banden tussen Acción Nacionalista Vasca (ANV), de Communistische Partij van Baskenland (EHAK) en de verboden partij Batasuna wordt binnenkort afgesloten.
1.Er is een centrale bankrekening opgedoken die dienst doet als één kassa voor de drie partijen. Deze rekening verdeelt de fondsen tussen de leiders van de drie partijen. Dit is gebleken uit huiszoekingen bij Marije Fullaondo, lid van het hoofdbestuur van Batasuna.
2.Er is een document opgedoken, dateren van november 2005, waarin staat: Batasuna en ANV-EAE zijn op vandaag twee politieke organisaties van Izquierda Abertzale. Elke partij met een eigen persoonlijkheid, een eigen functie en een eigen verantwoordelijkheid. De twee politieke organisaties onderschrijven een compromis van wederzijds respect, erkenning en samenwerking om de objectieven van onafhankelijkheid voor ons volk te bereiken. Dit is gebleken uit huiszoekingen bij Joseba Permach, lid van het hoofdbestuur van Batasuna.
3.Beide partijen hebben de aanslagen van ETA niet veroordeeld. Zij hebben wel openbaar de slachtoffers ervan betreurd. In de partijenwet staat nergens dat een politieke partij aanslagen van ETA moet veroordelen. (In hun obsessie om Batasuna te verbieden, vergeten in de Partijenwet te zetten?)
Dit zijn de drie hoofdbestanddelen die als bewijs zullen gebruikt worden om ANV en EHAK buiten de wet te stellen. Magistraat Garzón zal op basis van die elementen aantonen dat beide partijen ondergeschikt zijn aan Batasuna, want het document, gevonden bij Joseba Permach, wijst volgens de geniale onderzoeksrechter op richtlijnen en instructies die Batasuna zou uitvaardigen. En aangezien Garzón, Batasuna beschouwt als een verlengstuk van ETA, zijn die twee partijen dus ook een verlengstuk van ETA. De logica bij dit alles ontgaat mij, maar ik ben dan ook geen Spaanse onderzoeksrechter. Ik vraag mij alleen af wat bij de drie voornoemde punten de misdaad nu eigenlijk is.
Magistraat Baltasar Garzón denkt begin februari zijn onderzoek, gestart in februari 2002, te kunnen afronden, waarbij hij Batasuna koppelt aan ETA en zal proberen aan te tonen dat de financiering van de gewapende organisatie verliep via de Herriko Tabernas (volkskroegen gefrequenteerd door nationalisten). De zaak (Sumario 35/02) zal dan overgedragen worden aan de uitzonderingsrechtbank, de Audiencia Nacional. Na het monsterproces 18/98 kan dan een tweede monsterproces van start gaan, waarbij meer dan 30 personen zullen terechtstaan, hoofdzakelijk leiders van de politieke partij Batasuna.
Hoe politieke partijen buiten de wet stellen. Handleiding 4.
Proces tegen Batasuna 4 15 januari 2003
In het Batasuna-proces op het Hooggerechtshof in Madrid traden vandaag, 15 januari 2003, een aantal getuigen à décharge aan. Voor een Bask die in Madrid gaat getuigen voor Basische nationalisten moet je over de nodige moed beschikken.
Arantza Urkaregi, gemeenteraadslid in Bilbao voor Sozialista Abertzaleak (voorheen EH en Batasuna) stond aan de wieg van Batasuna. Zij zegt helemaal geen orders van ETA gekregen te hebben maar wel een manifest ontvangen te hebben met 200 handtekeningen. Zij verklaart nooit tot KAS, nog tot Herri Batasuna behoord te hebben. Wel was ze raadslid van EH gewest.
Juan José Sáinz was vroeger secretaris generaal van de Baskische Communistische Partij PCE-EPK en ex-provincieraadslid voor IU in Bizkaia. Zijn enig interessepunt was de Marxistische ideeën te verspreiden in Baskenland en hierbij heeft hij nooit druk vanuit ETA ontvangen en zou daaraan ook niet toegegeven hebben.
Antxon Gómez is secretaris generaal van de ANV, gesticht in 1930. Deze Baskische nationalistische beweging nam niet deel aan het ontstaan van Batasuna. Hij was raadslid in Aia, maar bij het ontstaan van Batasuna zetelde hij als onafhankelijke, in tegenstelling tot zijn mederaadsleden. De enige druk die hij waargenomen heeft was die van de kiezers
De belangrijkste getuige was ongetwijfeld Germán Kortebarria, leider van de grootste vakbond in Baskenland ELA (PNV-strekking). Hij verklaart dat de eis tot het dichterbij brengen van Baskische politieke gevangenen helemaal geen eis van ETA was maar een vraag vanuit de hele Baskische gemeenschap.
Kortebarria herinnerde aan de dodelijke ETA-aanslag op medelid, Gómez Elosegi, gevangenisfunctionaris in Martutene. Toen veroordeelde zijn organisatie niet enkel ETA, maar wees ze ook op de verantwoordelijkheid van de Spaanse regering wegens de instandhouding van het conflict. Men kan tegen het geweld zijn, maar men kan de ogen niet sluiten voor de werkelijkheid, zeker niet op dergelijke droevige momenten.
In 2000 stapten in Bilbao méér dan 1000 leden van het syndicaat op achter de eis voor repatriëring en daarbij liep hij ook achter het logo,
Larraitz Mendizabal kwam er als coördinator van de hongerstaking-bij-aflossing die tussen 1995 en 1997 in de kathedraal van Donostia plaatsvond en waarbij het bekende logo, de landkaart met de twee rode pijlen, ontworpen werd. Mendizabal ontkende dat ETA ook maar iets met deze hongerstaking te maken had.
Koldo Gorostiaga, Europarlementslid van Batasuna, kwam getuigen over de financiering van Batasuna en dit in verband met de arrestatie van Jon Gorrotxategi aan de Frans-Belgische grens met 200.300 Euros op zak. Dit bedrag kwam van het Europese Parlement zoals duidelijk nagegaan werd. Gorostiaga klaagde aan hoe hij in het Europese parlement gelyncht werd door de woordvoerders van de PP (Guillermo Galeoto) en Rosa Diez van de PSOE, als zou hij het terrorisme financieren.
Na deze getuigenissen verklaarde de advocaat van de verdediging, Iñigo Iruin, dat als Batasuna buiten de wet wordt gesteld, dit enkel kan wegens staatsraison!
Het aftellen naar 9-M kan beginnen 14 januari 2008
De Spaanse regering zal vandaag, 14 januari 2008, om 12:15u op het Palacio de la Moncloa in buitengewone zitting bijeenkomen om het decreet goed te keuren waarbij de nationale verkiezingen vastgelegd worden op 9 maart 2008. Nadien zal José Luis Rodríguez Zapatero naar het Palacio de la Zarzuela gaan om de koning in te lichten. Het decreet en de daaropvolgende ontbinding van de Kamers wordt morgen, 15 januari 2008, gepubliceerd in het Boletín Oficial del Estado, het staatsblad.
De politieke partijen kunnen vanaf 4 februari 2008 hun kandidaten voorstellen aan de Juntas Electorales, de verkiezingscommissie, en de verkiezingscampagne kan dan van start gaan van 22 februari tot en met 7 maart 2008.
Er zijn twee data vastgelegd waarop José Luis Rodríguez Zapatero (PSOE) en Mariano Rajoy (PP) met elkaar in het strijdperk zullen treden op televisie: 25 februari en 3 maart 2008. De Tv-zenders die in aanmerking komen moeten nog vastgelegd worden.
De komende twee weken zijn van levensbelang voor twee politieke partijen: ANV (Baskische nationalisten) en EHAK (Baskische communisten). Op basis van de discriminerende wet Ley de Partidos zullen beide partijen onwettig verklaard worden, dus verboden. De reden is dat zij de aanslagen van ETA niet veroordelen (zij betreuren wel publiekelijk de slachtoffers) en dat er financiële banden zouden zijn met de in januari 2003 verboden politieke partij Batasuna.
De hypocrisie van de Spaanse regering gaat zover dat zij ontkennen dat er een verband met de verkiezingen zou zijn.
Hoe politieke partijen buiten de wet stellen. Handleiding 3.
Proces tegen Batasuna 3 14 januari 2003
Nieuwe zittingsdag met getuigenverhoor in het Hooggerechtshof in het Proces Batasuna. Twee oversten van de Guardia Civil kwamen een leugen herhalen uit een eerdere verklaring die in 1997 verscheen en waarin beweerd werd dat na de dictatuur, ETA de oprichting van de partijen EIA en EE stimuleerde (na de 7de assemblee van ETA-pm in 1976) en waarmee ETA de Staat wilde destabiliseren vanuit zijn structuren.
Het enige bewijs hiervan was een vermelding van de terroristische organisatie in haar nieuwsblad, Zutik, van november 76. De Guardias konden echter geen enkel document aanbrengen waarin bewezen werd dat ETA de opdracht tot de oprichting écht gegeven had.
Wel brachten ze een aantal namen aan van Batasuna-personen die veroordeeld werden voor terroristische activiteiten of met een dubbel actief lidmaatschap. Ze moesten wel toegeven dat de veroordeling van een aantal leden van het Batasuna-bestuur uit 1997 naderhand geannuleerd, werd maar volgens de Guardias was een arrestatie en een proces een voldoende bewijs, ook al volgde er geen veroordeling. Ze gaven zelf toe dat mensen die onschuldig verklaard werden door hen toch beschouwd werden als ETA-leden.
Als bewijs dat ETA de controle over Batasuna had, werd een document opgediept dat mogelijk was geschreven door Josetxo Ariskuren en waarin hij zich tegenstander verklaarde van deelname van EH in organisaties die afhingen van het Baskisch parlement Lakua zoals de Raad van de Baskische TV. De Guardia Civiles wilden via een nummer van Zutabe uit 1995 bewijzen dat ETA opdracht gaf aan Gestoras pro-Amnistía om het dichterbij brengen van gevangenen te eisen. Iedereen die het logo - de landkaart met de 2 rode pijlen - gebruikt, weet dat hij orders van de terroristische bende uitvoert.
Als een Baskische jongere graffiti spuit op een muur, riskeert hij jaren gevangenisstraf wegens verheerlijking van het terrorisme. Als een Guardia Civil vreselijk foltert, riskeert hij in sommige gevallen een kans op promotie.
Het is bijna een onbegonnen zaak om foltering aan te klagen in Spanje. Het juridische proces dat moet doorlopen worden, is bezaaid met obstakels die beginnen met de bijna onmogelijkheid om de folteraars te identificeren. Daarnaast is er een daadwerkelijk gebrek aan onderzoek naar de feiten, laat staan dat zij onpartijdig zouden gebeuren. De aanklager wordt moedwillig tegengewerkt en onder druk gezet door de betrokken diensten. De gevallen van vertragingsmanoeuvres zijn ontelbaar en een web van hindernissen zorgen er voor dat velen zich de moeite niet meer getroosten om dit schrijnende onrecht aan te klagen. Als ook nog de wetsdokters die in dienst staan van de Audiencia Nacional, de uitzonderingsrechtbank, de omerta hanteren (al dan niet onder druk), dan is het hek uiteraard helemaal van de dam. Als er dan toch eens een veroordeling uitgesproken wordt (gewoonlijk 12 jaar na het plegen van de feiten), dan is de regering er als de kippen bij om de betrokkenen genade te schenken.
Een studie van Amnesty International, gepubliceerd in november 2004, toont aan dat tussen 1980 en 2004 slechts 450 gevallen van foltering (terwijl duizenden gevallen bekend waren) ontvankelijk werden verklaard. Van de 220 politiebeambten,op 40 na allemaal betrokken bij martelingen op Baskische independisten, werden er 90 veroordeeld. Op zijn minst 27 kregen genade en van de rest weet men niet of ze wel de gevangenis ooit van binnen gezien hebben. Het is in Spanje gebruikelijke die veroordeelden niet op te sluiten, maar naar een andere eenheid te versassen of zelfs promotie te geven bij een andere eenheid te geven.
Iñaki Iriondo, die hierover een uitgebreid artikel schreef in de krant Gara van 13 januari 2008, haalt een achttal voorbeelden aan (met naam van de daders en van de slachtoffers) van veroordeelden die genade kregen. Wat hierbij opvalt, is dat verschillende namen van vroegere veroordeelden, terug voorkomen bij verscheidene latere folterpraktijken.
De regering keurt op 13 januari 2006 het ontslag van José Mena Aguado goed en vervangt hem door luitenant-generaal Pedro Pitarch Bartolomé (verbleef een tijdlang op het Logistiek Hoofdkwartier van de NATO in Bergen), als commandant van de Landmacht.
Wat had Luitenant-generaal José Mena Aguado uitgespookt?
De Luitenant-generaal, commandant van de landtroepen, José Mena Aguado , had tijdens zijn discours ter gelegenheid van de "Pascua Militar" (Feest van de Strijdkrachten) te Sevilla op 6 januari 2006 verklaard, dat als een "Estatuto de Autonomía" (autonomiestatuut) de grenzen van de Grondwet (Carta Magna) zou verleggen, het leger moet kunnen ingrijpen (staatsgreep?) om die grondwet te garanderen en te verdedigen. Hij refereert hierbij naar artikel 8 van de Grondwet: "De gewapende strijdkrachten, bestaande uit Landmacht, Marine en Luchtmacht, hebben als missie de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Spanje te waarborgen, en de integriteit en de staatsinrichting te verdedigen..."