Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    02-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtelijk Montpellier





    02-12-2023 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het witte dorp Acebuchal

    Nog nooit had ik gehoord van dit witte dorpje, tot de columns van Marnix Peeters in De Morgen er zo smakelijk en liefdevol over vertelden, en ik toch eens ging opzoeken waar dat gehucht nu eigenlijk lag.  Niet ver van de Middellandse Zee, weggestoken in de bergen boven Nerja en Frigiliana, moeilijk bereikbaar en heerlijk rustig, zo was de omschrijving.  Hond Boef die ondertussen de beroemdste hond van België is, stamt van de bergen rond het dorpje, werd ontdekt en geadopteerd door Marnix en zijn partner Jana.  De moeilijke opvoeding van de verwilderde berghond wordt mooi beschreven in twee boeken die Jana daarover schreef. Ze lezen als een trein. 

    Toen we vorig jaar op fietreis naar Granada waren, vond ik het de moeite om een kijkje te gaan nemen in het bergdorp en huurde een Fiat 500 in Granada voor één dag, op zoek naar 'het verloren dorp'. Geert was helemaal niet overtuigd dat we dat dorpje moesten zien en schreeuwde moord en brand toen we het smalle pad dat de bergen in draaide, hier en daar onverhard, met ons klein autootje te lijf gingen.  Er waren momenten dat ik dacht dat hij zich uit de auto wou werpen, maar, eerlijk, ik vond het niet gevaarlijk.  Hobbelig, dat wel, en soms steil en beter geen tegenliggers misschien, maar verder, nee, ik zag het best zitten.  Het dorpje zag ik nog meer zitten, een GR had ik ook al opgemerkt, een restaurantje in het dorp waar je niet noodzakelijk moest eten, maar ook gewoon iets kon drinken. En rust.  En blauwe lucht. En vriendelijk volk. Geen verkeer. Smalle straatjes.  Kleine huisjes.  Veel bloemen. Het bleef in mijn hoofd zitten.

    Vandaag zitten we hier.  Het is 3 december, volop koud en winter in België. Hier is het ook koud voor de tijd van het jaar.  Het is avond, het houtvuur brandt.  Buiten is  het 10 graden.  Maar overdag is er een weldadig zonnetje bij 17 graden en een azuurblauwe lucht. Ideaal om te wandelen, een terrasje te doen, te lezen op een zonnig plekje. De dagen zijn hier iets langer dan bij ons, rond 18 uur is het donker en kruipt iedereen bij de kachel. Veel volk is dat niet, het is geen hoogseizoen, maar toch genoeg om geen kluizenaars te worden.  We huren Casa Lola, wat door Geert onmiddellijk bestempeld wordt als een 'kruipkot'.  Overdrijvingen zijn hem niet vreemd, maar echt groot kan ik het ook niet noemen. Ruim genoeg voor de tijd dat we binnen doorbrengen, zo redeneer ik, want dat is enkel om te slapen, te eten, en 's avonds wat te soezen.

    Acebuchal ligt op 2.000 km van België en dat is VER.  Hoe we naar hier zouden komen, het was een gepuzzel, gepeins en getwijfel, maar uiteindelijk leek ons het meest opportuun de trein te nemen en dat in twee dagen. Het eerste stuk trein ging van Tourcoing naar Montpellier met de tgv van den Aldi, die spotgoedkope ritten heeft. We betaalden 19 euro voor de hele rit. Per persoon.  Het nadeel van met de trein reizen is natuurlijk de hoeveelheid bagage.  Die moet je beperken of toch proberen dat te doen.  We slaagden er niet zo goed in.  Dat werd een gesleur en gezeul met valiezen en rugzakken en draagtassen...Het maakte dat we heel traag vooruitgingen, want elke honderd meter gaf recht op een minuut uitblazen.  In Montpellier lag ons verblijf dan nog op de tweede verdieping en dat zonder lift, dus die eerste avond besloten we al dat met de trein 'zoiets niet te doen is'.De eigenaar van het appartement had ons gelukkig met handen en voeten uitgelegd (via whatsapp, via een video) hoe we het gebouw moesten binnengeraken. Zonder dat zou het ons niet gelukt zijn en bovendien zouden we verschrikt achteruit gedeinsd hebben bij het zien hoe aftands het gebouw met de gammele voordeur eruit zag. Binnen was het niet veel beter, toch niet wat de electriciteit (loshangende draden !) en het raamwerk betrof in de gemeenschappelijke delen, maar eens de flat zelf binnen werd alles anders.  Gelukkig maar.

    Het ongenoegen over het valiezengezwoeg ging vlug liggen, het oude stadsgedeelte van Montpellier is zo gezellig en sfeervol.  We logeerden er midden in en struinden die avond langs de kleine verkeersvrije straatjes met de vele winkeltjes en bars en restaurantjes in een gemoedelijke drukte.  We belandden bij een Libanees die ons falafels en sla en hummus voorschotelde en ons in één klap een adres in Antwerpen verklapte waar we 'nog veel lekkerder konden eten'. Vriendelijke man, vriendelijke prijs.

    We sliepen lekker met naast ons de wekker, want de trein voor Barcelona de volgende dag vertrok om 9u30. 

    02-12-2023 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    09-11-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 november wie bij de hond slaapt…


    We waren nog niet goed en wel in huis of ik voelde mijn keel ook al kriebelen. De volgende dag viel ik goed plat. De blog kon niet op internet, wegens geen wifi hier. Maar algauw wagen we een poging om bij Svetlana, de Russische die hier een winkeltje begon en ook koffietjes schenkt, op de wifi te geraken. Aldus wordt er een einde gebreid aan onze belevenissen. Het was meestal goed, soms wat minder, we hebben veel geleerd.

    09-11-2022 om 17:34 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 november Retour en France


    Gelukkig staat er op onze kamer een waterkoker en koffie en thee, zodat we toch een zweem ontbijt hebben, want ontbijten in het hotel zit er niet in, daarvoor zijn we te vroeg op pad. We moeten nog tickets kopen en onze weg zoeken naar het juiste spoor en eerst nog een fietstochtje naar Barcelona Sants. De trein naar Portbou blijkt niet rechtstreeks te gaan. De website van RENFE vertelde nochtans een ander verhaal. De baliebediende zegt dat we met de trein naar een ander station van Barcelona moeten en van daar verder. Dat betekent weer sleuren met de bagage, de fietsen op en af de trein heffen, het staat ons niet aan. We besluiten om de fiets te nemen en naar het station te fietsen waar we 3 weken geleden aankwamen vanuit Frankrijk en van daar richting Portbou te gaan. Wellicht kan het dan in één keer.
    Google Maps doet perfect zijn werk, het is wel 9 km fietsen, maar we herkennen het station onmiddellijk, alleen al aan de overvloedige seguridad-mensen die ons opwachten. ‘Neen, we mogen nog niet naar het perron’ en ‘ja, we gaan voldoende tijd hebben met onze pakken en fietsen’ en ‘waarom er zoveel veiligheidsmensen zijn’, Spaanse uitleg, we verstaan er niks van. Ze lachen naar ons, we lachen terug en hopen dat er geen terroristen in de struiken schuilen, waarnaar die seguridad al 3 weken op zoek is. Mijn fiets kan niet in de lift naar het perron, Geert hotst er mee de trappen af en ik neem zijn fiets en de 3 zware zakken mee in de lift. De seguridad-man moet me helpen om op tijd in de trein te stappen met al mijn bazaar, maar het lukt, we zitten er op en bovendien, de trein rijdt tot in Frankrijk, net over de grens. Vandaar rijden we richting Perpignan tot in Elne. Geert die nog hoest en proest zou verder doorrijjden tot in Perpignan en daar de bus naar Ansignan nemen, dat spaart hem een pak inspanningen. Maar hij ‘kan me niet alleen laten’, zegt hij. Ik vraag me af of dat een belediging is of net het omgekeerde. Maar goed dan, hij mag mee. Het is misschien een teken van beterschap als hij wil fietsen. Ik moet hem wel beloven om niet meer dan 20km/u te fietsen, alles op het gemakje dus. Van het moment dat we in Frankrijk komen met de trein uit Barcelona en daar overstappen op een franse trein, is ook alles op het gemakje. Echt de mentaliteit van de streek. De conducteur is licht bezorgd dat er zoveel fietsen in de weg staan en zegt ons dat we de fietsen aan de haken die daarvoor voorzien zijn moeten hangen. Wij doen dat gedwee, de Fransen lachen er mee en morrelen wat aan hun fiets. ‘ja maar’, zegt de conducteur, ‘als je niet doet wat ik zeg, moet je van de trein’. Ze gniffelen, de Fransen, ze zwanzen wat. De trein vertrekt en iedereen is mee. Later komt er nog een fiets op. De conducteur doet al geen poging meer om orde in zijn reizigers te krijgen. In Elne stappen we uit, nu nog 55 km fietsen en dan zijn we in ons vertrouwd huisje. Het gaat langzaam maar zeker, er zijn wat kleine colletjes te overbruggen. Gelukkig is er bijna geen wind. Net voor de duisternis valt zijn we thuis. Colette, de buurvrouw, komt tevoorschijn en wil weten wat we er van gebakken hebben. Ook haar man Bernard zwaait eens van ver en hun poes denkt dat ze bij ons binnen mag en lekkere brokjes gaat krijgen. Wij zijn blij dat we dit konden doen, maar eerlijk, in Spanje gaan fietsen en vertrouwen op het openbaar vervoer, dat nooit meer. Trop is te veel. Het zal op een andere manier moeten gebeuren, dat nemen we ons hartsgrondig voor.

    09-11-2022 om 17:31 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 november van Madrid naar Barcelona : een treinreis van 9 uur


    We dalen af van onze 10de verdieping naar de ontbijtzaal en krijgen daar een uitgebreid buffet voorgeschoteld. Goed gevuld en voorbereid starten we de lange treindag. Eerst van Madrid naar Zaragoza in 4 uur. Dan 2 uur pauze en terug 5 uur trein van Zaragoza naar Barcelona. In het eerste gedeelte kan ik me goed bezig houden met het schrijven van de blog. Er is weinig volk op de trein, de fietsen staan veilig in een aparte ruimte, Geert probeert wat te slapen. In Spanje moet er nog een masker gedragen worden op de trein, maar Geert krijgt hoestbuien of niesbuien als hij dat masker opzet en probeert te reizen zonder. Maar als de conducteur komt is die onverbiddelijk, ook al doet de zieke alsof hij het niet verstaat. En hij verstaat het echt niet, want hij begint koortsachtig (!) naar de tickets te zoeken. De conducteur en ik kijken licht monkelend toe. Masker terug op, geen pardon. Hatsjie hatsjie.
    Zaragoza heeft een reusachtig groot station, dat aangebouwd is aan het oude vroegere stationnetje. Wat een contrast : het megalomaan modern gedeelte, vastgeplakt aan een klein frivool gebouwtje, waar je nostalgisch van wordt. We zoeken iets om te eten en wagen onze kans op het terras van een pizzeria waar ook slaatjes verkocht worden. Een slaatje en een bord frieten, meer behoeven we niet. Als ik ga betalen geef ik royaal wat extra om af te ronden, zo denk ik toch, maar de ene wenkbrauw van de man achter de toog gaat omhoog en zijn blik wordt argwanend. ‘Ja maar’, zegt hij, ‘dit is 10 euro te kort’. Het schaamrood stijgt naar mijn kop, hij begint uitgebreid het ticket te ontleden en te vertellen en voelt zich precies ook gegeneerd, alsof hij te veel durft vragen voor te weinig. Ik sorry me vlug naar buiten.
    De toiletten in het station van Zaragoza zijn betalend, Geert wordt er boos van en zegt dat hij geen euro betaalt, hij zal buiten wel gaan plassen tegen een boom (die er niet staat). Ik bedenk :het is zo dat de steden beginnen stinken, van al die mannen die buiten tegen geen bomen gaan plassen.
    Het treinen naar Barcelona is vermoeiend. Het is druk, we worden moe na al die lange uren. Veel studenten die terugkeren naar hun kot op zondagavond, kabaal, gegibber, weinig plaats, het laat zijn sporen na op ons, de twee overjaarse reizigers in backpackersmodus. In Barcelona moeten we nog een eindje fietsen naar ons hotel. Het ligt in de Carrer Sierra Nevada (van die Sierra komen we toch en moeten we daar nu terug naar toe?), maar er is geen hotel. De Carrer is niet zo lang en we gaan huis per huis af naar Ikonik Ix. Niks. Man met hond passeert en we vragen of hij het weet. Hij ziet het adres. Het is in een andere wijk in Barcelona, waar ook een Carrer Sierra Nevada is. O jee, waarom zien wij zulke dingen niet ? Vijf kilometers terug de fiets op in het nachtelijk Barcelona. We prijzen ons gelukkig dat we Google Maps hebben en de stad goede fietspaden. We geraken er, het is ondertussen 23u. Morgen om 6u30 gaat de wekker. De trein naar Portbou wacht niet.

    09-11-2022 om 17:29 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 november calamiteiten op ons

    Granada, het heeft ons gemengde gevoelens gegeven. Het is ongetwijfeld een mooie stad, met het beroemde Alhambra als trekpleister, maar we vonden er onze draai niet direct. Nu we moeten vertrekken beginnen we de stad iets beter te kennen en lopen we niet meer hopeloos verloren zoals we de eerste dag wel deden. Ik trek met mijn fiets naar het station, want op de RENFE site hebben we gezien dat de trein die we willen nemen naar Guadix om 15u ‘completo’ is, tenzij we met rolstoel reizen. Dat wil ik ter plaatse checken. Eerder al waren er plots treinritten via Valencia verdwenen en was dat plots geen optie meer. Nu plannen we te treinen via Madrid en Zaragoza. Zo houdt RENFE ons meer in de ban dan we zouden willen.
    Inderdaad, de man aan het loket bevestigt dat we niet om 15 u naar Guadix kunnen. Wel om 22u met aankomst om 23u15. Ik hap toe, laat de kaartjes drukken. ‘En kan ik dan ineens de treinrit naar Linares van morgen ook kopen?’ Ja, dat kan. Met fiets ? Ja, dat kan. Ik ben gelukkig als een kind met een ballon, de eerste stappen zijn gezet. Van José Luis, onze gastheer, mogen we in het appartement blijven zolang als nodig vandaag, dus we kunnen ontspannen gaan eten in één van de talrijke restaurants in onze wijk. Het wordt La Estrella (we denken weerom aan onze Antwerpse zangeres met de zware bariton). De kelner is aardig. Zijn arm is volledig getatoeëerd, het is mooi gedaan. Ongelooflijk hoeveel Spanjaarden (zowel dames als heren) hier tatoo’s hebben. En hoeveel er roken. Jong en oud en peukjes over de schouder op de grond. We drinken een glaasje wijn op de goede afloop. Daar worden we vrolijk van, al voelt Geert de tonijn die hij at rondspartelen in zijn maag. Het varken in mijn maag zwijgt en slaapt.
    We plannen nog een middagdutje in ons appartement als plots de sleutel uit Geert zijn handen valt. De sleutel uit één stuk is plots een sleutel uit 2 stukken. Appartement toe en wij buiten. José Luis kunnen we niet bereiken tenzij via sms (airbnb). Dat doe ik terstond in mijn beste Spaans en ondertussen probeer ik ook de reddingsboei van airbnb te bellen om me toch aub het telefoonnummer van onze gastheer te geven. Het lukt niet. Geert vindt dat we superglue moeten gaan kopen en die sleutel aan elkaar kleven. Ik opper dat het dan helemaal om zeep is, het stukje dat afbrak gaat in het sleutelgat blijven steken en dan lukt er niets meer. Hij luistert niet, de superlijm moet komen. Als hij de trap naar beneden neemt valt hij pardoes op zijn buik, been gebroken. Nee, dat laatste is niet waar. Hij valt niet, hij komt de benedenbuur tegen en zegt in zijn wanhoop iets over de sleutel. Aha, zegt de buur en hij gaat rommelen in schuiven en trommels. De man heeft een reservesleutel en blijkt de broer van José Luis te zijn. Samen met zijn vader woont hij op het gelijkvloers. Ik meen dat Geert hem gaat beginnen knuffelen, hij kan zich nog net inhouden. De dikke man krabt eens aan zijn blote buik en grijnst. Goede daad van die kerel en wij opgelucht.
    In Guadix logeren we in een tweesterrenhotel, dat in mijn ogen wel drie sterren waard is. De kamers zijn heel mooi en licht en proper en de badkamer is gigantisch. De hotelbaas spreekt goed Engels en vertelt dat hij in Brussel gestudeerd heeft. Het legt een zekere connectie, we zullen die nog nodig hebben, maar dat weten we nu nog niet. Geert heeft nog altijd last van de zwemmende tonijn en beweert dat hij koorts heeft. Kriebel in de keel ook en stop in de neus. We meten de koorts, 38 graden. Dafalgan en bed in, morgen zien we weer.
    De trein in Guadix vertrekt om 9u15, we moeten een eindje met de fiets naar het station en eerst nog ontbijten en inpakken. Iemand bromt dat hij heel de nacht heeft rondgelopen. Voelt zich helemaal niet lekker. Maar we staan er voor en we moeten er door! De korte trein naar Linares komt aan en we zoeken de wagon voor de fietsen. Er is er geen ! Geen erg, die trein die we vroeger namen naar Tarragona had dat ook niet en we hebben toen die fietsen gewoon tussen het volk gezet. De conducteur is daar, die zal ons helpen. De man schudt kordaat van nee. Geen fietsen op de trein. Neen is neen. We tonen hem onze biljetten, ook het biljet waar duidelijk ‘bicicletas’ op staat, hij plooit niet. Hij stapt in, de trein vertrekt en wij zitten vast. Geen enkele andere trein die ons kan depanneren. Vandaag niet, morgen niet, volgend jaar ook niet. Om 18u hebben we onze verrvolgtrein vanuit Linares naar Madrid. De kaartjes zijn gekocht. Maar Linares ligt op 135 km van waar we nu zitten. Dat kunnen we niet halen met de fiets en Geert is trouwens ziek, het zou onverstandig zijn om nu te fietsen. Ik zie maar één man die ons kan helpen : de hotelbaas !
    De bediende aan de balie is niet happig om de baas te gaan roepen als ik naar de ‘jefe’ vraag, maar de jefe zelf heeft ons gehoord en komt eraan. We leggen hem uit wat er is gebeurd. Hij denkt na en belt rond. Voorlopig vangt hij bot. Hij kan ons niet helpen, zegt hij. En dan, plots, een ingeving ! ‘Ik heb een vriend die op de markt staat en die een grote camionette heeft, ik bel hem’. Babbelbabbelbabbel, wachten, terug babbelbabbelbabbel, wachten. ‘Oké’, zegt hij,’ het lukt, maar hij is nu aan het werk, staat op de markt met kleren, om 15u30 komt hij naar hier’. Het kost ons een pak geld, maar we zijn wel gered. De man houdt woord. We communiceren zo goed en zo kwaad het kan in het Spaans en bovendien, hij heeft zijn zoontje meegebracht en die jongen kent wat Engels. Het blijkt een tof kereltje te zijn en we proberen mekaar te begrijpen in ons beste Engels. Hij vertelt hoe hij heet en hoe zijn broer en zus heten, en dat hij voetbalt maar niet als de besten, zijn zus daarentegen is een goede voetballer en zijn broer is een muzikant. Ik vraag of hij Thibault Courtois kent, keeper in Barcelona. Oehoe, het moet Madrid zijn. En of hij fan is van Rafaël Nadal. Ja, grote fan. Ik probeer hem uit te leggen dat Nadals voeten kapot zijn, maar rotte voeten vind ik niet in mijn beperkte woordenschat en ik krijg er de slappe lach van. Hij probeert zo zijn best te doen om me te begrijpen, kruipt met zijn ogen bijna tot in mijn mond en ik bak er niks van. Geen erg, ik zal hem wat Nederlands leren : hoe gaat het met jou ? ‘Oe gaa et met joo?’ zegt hij braaf na. En ‘een, twee, drie’ , uno, dos , tres. Ik denk dat hij het geen twee seconden onthoudt.
    De trein naar Madrid, we mogen er op. Het brengt ons weer een stukje dichter naar Frankrijk. Ik heb geboekt in een hotel, niet ver van het station Chamartin. Het blijkt in de zakenwereld van Madrid te zijn. Het maakt ons niets uit, onze fietsen mogen binnen staan, en wij mogen naar de 10de verdieping in een gigantisch breed bed (ik denk dat het breder dan lang is), nog een vlug bad en bed in.
    En, o ja, ondanks zijn ziek zijn, is Geert tijdens de lange wachttijd in Guadix naar de kapper geweest. Zijn haar is geknipt door Penelope Cruz, beweert hij. Koortsdromen volgens mij. Ze heeft vooraan een lange bles gelaten, het maakt hem hip, maar ’s avonds knipt hij die bles er meteen weer af met ons nagelschaartje. ‘Penelopke moet beter haar best doen’ bromt hij snipverkouden, moe en koortsig.

    09-11-2022 om 17:27 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    03-11-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 november selfie in het Alhambra
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    03-11-2022 om 20:02 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (5)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 november het Alhambra, orgelpunt van onze driedaagse in Granada

    De auto moet vandaag terug naar de luchthaven, dus hebben we de wekker gezet, want we willen zeker niet te laat zijn.  Gevolg is dat we een uur te vroeg zijn én twee uur moeten wachten op een bus terug naar het centrum van Granada.  We zitten daar heel alleen op een bankje vóór de luchthaven en vragen ons af of het wel de moeite gaat lonen om ons terug te brengen.  De bus staat er al, maar gaat ze willen vertrekken ??? Tot een kwartier voor het vertrekuur plots van overal ( overal ? vanuit de luchthaven natuurlijk, de bus is afgestemd op de landingsuren, beginnen we plots te beseffen) mensen toestromen en ze willen allemaal mee met de bus.  We zetten ons vlug op de eerste rij, want het duurt niet lang of die bus is stampvol. Reservebus rukt aan, drummende mensen stromen ook daar naar binnen.

    We worden er uit gesmeten aan de kathedraal van Granada, een imposant gebouw, dat we niet bezoeken.  We moeten immers tijdig aan het Alhambra zijn, onze tickets hebben een toegangsuur. Het is een flinke klim te voet, maar we willen nu eenmaal onze stappen halen.  Eigenlijk zie ik niet goed meer uit mijn ogen van vermoeidheid (hoewel ik me afvraag hoe je moe kunt zijn van twee uur op een bankje te zitten en nog drie kwartier op een bus, en toch..) en als onze tickets gescand moeten worden vraagt de dame onze ID-kaart en geef ik zonder erg mijn bonuskaart van de Carrefour af.  Ze kijkt erg vreemd naar de kaart en naar mij, ik heb niets door, kijk schaapachtig terug en word dan aangestoten door Geert die zijn blik ten hemel slaat.  'Oh, oh, wat een schaap heb ik hier bij', denkt hij wellicht.

    We hebben betaald voor een audio-guide, maar help, we krijgen het niet voor mekaar om er een te bemachtigen.  We staan in de verkeerde rij en we moesten iets downloaden op een app en nu kunnen we nog één krijgen voor 6 euro per persoon.  Zo laten, die audio-guide, we kijken wel wat rond en verzinnen zelf wat het is.  Op zo'n moment beseffen we goed dat we ouder worden en niet goed meer weg kunnen met de jonkies en hun technologische snufjes.  Het kan ons ook niet zo erg bekoren en bovendien word ik met de minuut meer moe. 

    Het Alhambra is heel groot en mooi.  Wie het reeds gezien heeft, weet dat.  Wie het nog niet gezien heeft moet eens gaan kijken.  En neem liefst een gewone gids. En hou je bonuskaart in je zak. En neem een jonkie mee.

    Morgen begint onze Odysee naar huis, eerst tot in Ansignan en op 12 november naar België. Dag na dag, beetje bij beetje.  En ondertussen probeer ik mijn vermoeidheid te bestrijden door mindful alles te ondergaan en me knus in de trein te nestelen met mijn e-reader.  Benieuwd of dat gaat lukken.











    03-11-2022 om 19:59 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    02-11-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 november Oewaarde landkenoten, mijn vrouw Fabi en ik....

    Motril, wie kent dit stadje niet ? Het is daar dat koning Boudewijn in 1993 een hartstilstand kreeg en we plots zonder koning zaten.  Het ligt ten zuiden van Granada aan de Middellandse Zee en we willen er naartoe.  Het is alweer een zonnige dag, de lucht azuurblauw en ik ga op pad om de fiat 500 die we voor één dag huurden te gaan ophalen in de luchthaven.  Ondertussen kan ik gaan informeren in het 'estacion de autobuses' of we onze fietsen niet op een bus kunnen zetten en zo naar het noorden kunnen.  Want per toeval kwam ik gisteren op de website van Alsa, de busmaatschappij en die belooft ons naar Barcelona te brengen met fiets en al. Ik vraag het aan de inlichtingenbalie. 'Fietsen, jazeker, geen probleem'.  Ja, maar, werp ik op, kunnen ze in hun geheel mee ?  'Je moet ze wat inpakken', zegt de man, 'je gaat naar een Chinese winkel om plastiek en je steekt die fiets in een plastieken kleedje. Facil, muy facil!' Mmm, ik vertrouw het zaakje niet en ga naar een ander loket om meer uitleg.  'Het voorwiel zou er toch uit moeten', zegt de dame daar, 'en inpakken, dat ook.  Een doos of plastiek, het maakt niet uit, maar toch zeker wel inpakken.' Niet echt wat we zouden willen, ik voel de bui al hangen. Toch nog een derde poging wagen, wie niet waagt niet wint.  Ik zie een buschauffeur bij zijn bus staan.  Als die het niet weet, wie dan wel ?  De bagageruimte lijkt heel groot, een fiets moet daar in kunnen, mijn gedacht.  Hij drukt mijn sprankeltje hoop al gauw de kop in. 'Voor- en achterwiel eruit en volledig inpakken'.  Het wordt alsmaar erger.  Het wordt niets, we zullen ons maar houden aan de trage treinen van Renfe.

    Het autootje is klein van buiten, maar ruim van binnen.  Aanvankelijk rijdt het wat schokkerig, dat ligt volledig aan de chauffeur.  De koning en ik gaan naar Motril in onze koninklijke slee!!  Links van ons schuift de Sierra Nevada voorbij.  'Oewaarde Fabi', spreekt mijn Baldwin, 'ik had mij deze gebergten toch mooier voorgesteld, oewat vindt kij daarvan?'  Inderdaad, ik vind het ook, de bergen zijn kaal en lijken heel onherbergzaam.  Maar, we kunnen niet oordelen over de gehele bergketen, we zien er maar een klein stukje van. Het gaat goed vooruit, de autosnelweg is comfortabel.  Motril komt in zicht.  'Oewaarde Fabi', spreekt mijn gemaal nogmaals, 'Motril, oewat is dat tok, het is niet meer wat het vroeger geoeweest is, oewat is toch al die plastic ?' 'Het zijn plastieken serres om tropische vruchten onder te kweken', zegt Geert.  Schoon is het niet, nee.  Vind ik ook.  Motril zelf trouwens ook niet.  De vorst had zowaar niet in het stadje zelf zijn optrekje, maar in een van de villa's die tegen de flanken van de bergen staan te blinken.   We zijn hier rap weg, Belgische koningen of niet, we rijden richting Malaga naar het witte bergdorpje Frigiliana.  Het lijkt of de huisjes daar allemaal pas geschilderd zijn, zo schitteren ze in het zonlicht. Witter dan wit.  En overal planten : palmen, bougainvillea,oleander, datura, geraniums ook.... het lijkt of we midzomer zijn. 

    Ik wil toch nog een eindje verder, naar Acebuchal, een klein gehuchtje dat beschreven wordt als het eind van de wereld.  Daar waar Boef geadopteerd werd.  Het wordt een rit met de nodige spanning.  Het weggetje is smal en niet altijd verhard, soms steil (waarom zou het anders het eind van de wereld genoemd worden waar we naartoe gaan) en dat zint Geert niet.  Hij denkt dat het niet enkel het dorpje is dat aan het eind van de wereld ligt, maar dat ook wij ver aan ons einde gekomen zijn. 'Dit is levensgevaarlijk' roept hij in een paniekerig moment.  Ik kan het niet beamen en als we er eindelijk zijn ben ik volledig in de ban van het schilderachtig mooie Acebuchal. De foto's onderaan spreken wellicht boekdelen.  Er is ook een bar/restaurant, waar we nog een koffie drinken vóór we terug vertrekken.  Geert rijdt en is duidelijk meer op zijn gemak als hijzelf aan het stuur zit.

    Op de terugrit kleuren de bergen van de Sierra Nevada mooi donkerrood tot oranje.  Zo zien ze er toch bekoorlijk uit.  Van mij mogen ze blijven.













    02-11-2022 om 21:37 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    01-11-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 november Granada, groter dan een granaatappel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is 1 november vandaag, vroeger was het dan in België al bitter koud of mistig en triestig, maar dit jaar is dit blijkbaar niet het geval.  Hier in Granada ook niet, de zon staat ongesluierd te schijnen op ons terras.  We verkennen vandaag de stad.  Er is een bushalte op 400m.  We stappen er op en vliegen er al meteen weer af.  We moeten een mondmasker dragen.  Ze zijn streng, de Spaanse buschauffeurs.

    We willen wat door de stad struinen, een kijkje nemen in de oude stad, een terrasje doen... Wat we zeker niet mogen vergeten is naar het treinstation te gaan om te informeren naar de mogelijkheden om terug in Frankrijk te geraken. We nemen ons voor om dit eerst te doen.  Hadden we dat maar niet gedaan. De madame Renfe legt ons uit dat de enige trein die we mét onze fietsen kunnen nemen, de trein naar Almeria is. Alle andere treinen, geen fietsen toegelaten, tenzij we ze inpakken (voorwiel er uit, pedalen er af, stuur gedraaid) . Woeps, dat komt aan.  Het werpt een schaduw over deze zonnige feestdag en we lopen wat doelloos rond, ons suf piekerend hoe we dat gaan oplossen. We kunnen toch niet terug fiétsen ?!?

    Granada is druk, er wordt nogal wat geflaneerd door de straten.  Merkwaardig is ook dat de winkels open zijn. Hier en daar komen we een mooi oud gebouw tegen, meestal een kerk en er zijn ontzettend veel kleine steegjes, autovrij, volgestouwd met terrasstoelen van kleine cafeetjes.  En die terrassen zitten goed vol, jong en oud met de klaterende Spaanse mondjes die nooit stilstaan. Hoe bestaat het dat die mensen zo kunnen tateren ? We eten een ijsje en besluiten om te voet terug te stappen naar het appartement. Het levert me 10.000 stappen op.

    Geert prepareert een spaghettisaus die we opeten met rijst. Lekker !  Ondertussen probeer ik te puzzelen om met de trein toch terug naar het noorden te geraken.  De trein naar Almeria brengt ons 60 kilometers ver (als we onderweg uitstappen).  Verder geraken we die dag niet.  De volgende dag kunnen we regionaal twee uurtjes treinen en zijn we 100 km verder.  Alle beetjes helpen!!  Hoe verder naar het noorden, hoe beter het lukt. Uiteindelijk zullen we 5 à 6 dagen onderweg zijn om terug in Ansignan te geraken.  Dat moet dan maar. Geert  maakt zich boos en zegt dat hij nooooit meer naar Spanje komt om te fietsen.  Tja, dat waren we eigenlijk niet van plan.

    We gaan maar vlug slapen.  Morgen ga ik met het openbaar vervoer naar de luchthaven van Granada.  We hebben een autootje gehuurd voor één dag en zullen naar Motril gaan aan zee en daarna misschien ook nog (onder voorbehoud van tijd en goesting) naar Frigiliana, het dorpje waar Boef vandaan komt, de hond die Marnix Peeters druk beschreven heeft in De Morgen.  Zijn vrouw heeft er een boekje over geschreven en het lijkt me leuk om daar eens te gaan rondsnuffelen.

    01-11-2022 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    31-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31 oktober Granada, waarom zijt gij zo ver ??

    Ontbijt.  Lola komt aangelopen met twee glutenvrije broodjes, het lijkt of ze de marathon heeft gelopen.  Nee, zegt ze, ik zou geen fietstochten kunnen maken zoals jullie. Pica pica, zegt ze en ze wijst naar haar keel.  Het is rustig in de hostal, enkel twee vriendelijke Spanjaarden zijn er en ze maken een praatje met Lola, ik denk over olijfolie, want even later schenkt Lola olijfolie op een bordje en moeten ze zeker eens proeven.  De olijfolie is helder groen.  Ze vraagt of wij ook eens willen proeven.  Ja, dat willen we wel.  Het blijkt de beste olijfolie (ter wereld ?) te zijn.  Ze leggen uit dat het zo groen is omdat het van de groene olijven is, de eerste persing en dat dat de beste olijfolie is.  Onze buren Spanjaarden zijn in de wolken, zulke olijfolie op gekookte rijst : mmmm, delicioso!!!

    Er staat een stevige rit te wachten, we schatten rond de 80 kilometer om tot in Granada te geraken (het bleken er 93 te zijn en 1100 hoogtemeters).  Het is wat dubbel : voegen we nog een nacht in vóór we in de stad zijn, dan hebben we twee korte ritjes en dat lijkt de moeite niet.  Maar in dit geval zullen we wat moeten doorbijten.

    Het begint met een paar stevige klimpartijen.  Nee, we zijn de bergen nog niet uit.  Geert voelt zich terug fris, zijn onderlip staat blij en laat zich niet hangen.  De olijfgaarden maken stilaan plaats voor reusachtige akkers, waar gemaaid en geploegd is.  Ik weet dat een volle batterij niet voldoende zal zijn en probeer zo zuinig mogelijk te rijden.  Het geeft me stress. Don't worry zingt Geert, ik neem dat stuur wel over als het moet.  Oh ja ?  En weet hij ook dat we op het einde nog een steile klim moeten doen ? Hij maalt er niet om.  We zien wel.  Het is zijn motto van de dag.  Gelukkig kunnen we in Iznalloz een slaatje eten en mogen we de batterij daar een uurtje opladen.  Het restaurant zit vol locals, dat is altijd een goed teken.  Luide muziek schalt uit de boxen, het zijn hits die we kennen en bijna beginnen we mee te zingen met onze eigenste Soulsister.

    De weg naar een grote stad is nooit gemakkelijk als je met de fiets bent.  Met de auto is het poepsimpel, er is een autosnelweg en de bewegwijzering is duidelijk.  Maar voor ons lijkt er geen enkele baan naar Granada te leiden.  Moeten we rechts van de autobaan blijven of moeten we langs links ?  We rijden ons telkens vast.  We vragen het aan een buschauffeur.  'Es un problema', zegt hij.  Met de fiets is het niet makkelijk.  We moeten terug de autosnelweg over en hoezee, we vinden terug een aanknopingspunt.  Maar ondertussen hebben we natuurlijk al op grindweggetjes gehotst en gebotst en de batterij heeft dat niet graag.

    In de rand van Granada is het druk en niet aangenaam fietsen.  In de stad zelf ook niet. Gelukkig is er Google maps om ons de weg te tonen, al geeft die van Geert andere boodschappen dan de mijne.  Maar zonder zouden we hopeloos verloren zijn.  Ik val toch nog zonder ondersteuning en Geert neemt over, steil bergop.  Hij blaast en kreunt, maar hij geraakt er. De fiets moeten voortduwen zou nog een ander paar mouwen zijn.  We logeren onder Granada, in Huerta Vega, een rustige (nou ja) buitenwijk, in een appartement.  De sleutel ligt klaar .  José Luis is onze gastheer en heeft ons via sms verteld hoe we binnen geraken.  Net voor de duisternis valt zijn we ter plaatse. We zijn pompaf, maar morgen is het 1 november en dus moeten we nog een winkel zoeken om niet zonder proviand te vallen.

    De wijk heeft veel trappen en kleine steegjes.  De eerste supermercado die als 'open' gemarkeerd stond, is hopeloos dicht. We zoeken een tweede.  Twee volle zakken, het zal wel genoeg zijn zeker ?  Geert is de muilezel, ik ben de gids.  Taken moeten verdeeld worden, toch ?  We zijn blij en leeg en moeten nog eten.  Wat dat betreft worden we echte Spanjaarden, om 20 u 's avonds eten is écht vroeg voor hen.  Er wordt hard op de deur gebonkt.  Het is José Luis, die komt vragen of alles in orde is.  En niet enkel dat, hij heeft twee grote zakken eten voor ons mee : broodjes, croissants, 3 liter melk (!!), 2 bussern fruitsap, muesli, koffie, thee, boter.  En ook nog douchegel en shampo. Wie gaat dat allemaal opeten, we hebben zelf al zoveel voorzien voor de komende dagen. We nemen het toch maar in dankbaarheid aan. 

    We kruipen in het smalle bed.  Als dat hondje van beneden nu nog zwijgt, kunnen we dromenland binnen.









    31-10-2022 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    30-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 oktober rustdag in Arbuniel

    Geert aan het woord

    Vanmorgen zijn we op zoek gegaan naar een supermercado om wat groenten en fruit te kopen.
    Jammer maar helaas: op zondag zijn de winkels in dit klein bergstadje gesloten.


    Dan zit er niets anders op dan te gaan jagen en verzamelen. De jacht heeft niets opgebracht zonder pijl en boog en vislijn. Het verzamelen ging ons beter af: vele okkernoten onder de bomen langs de kant van de weg, granaatappels die men laat verloederen, dikke druivenkrabben die aan wilde stronken groeien en prachtig uitziende geel-rode appels. Bij nader inzien blijken het evenwel zachte, zoete kaki’s te zijn.

    De blauwe akkerwinde blijkt ook nog in bloei te staan, evenals de rozen in de tuin van ons logement.  We zijn eind oktober!!!!

    ’S middags gaan we eten in het restaurant verbonden aan onze casa rural. Dat opent pas om 14.00 uur (en met de komst van de wintertijd is dat eigenlijk 15.00 uur). Hilde is verzot op de plaatselijke schaapjes en ik bestel een visje.

    De buren, die met vijf zijn, kiezen 1 kg biefstuk black angus uit de Schotse hooglanden. Het restaurant weet blijkbaar dat het onze rustdag is en laat ons een uurtje wachten op ons eten (of moesten ze de vis eerst nog vangen en fileren ?).

    We hebben tijd en begluren de andere klanten die zich tegoed doen aan tequilla’s, cerveza’s, vino’s en tussendoor ook een hapje eten. Hoe later in de namiddag hoe groter de gebaren en hoe luider de conversaties. Na twee uur zit ons etentje erop en trekken we naar onze kamer om nog wat te rusten en ons mentaal voor te bereiden op de langste fietstrip van de reis, morgen naar Granada.







    30-10-2022 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    29-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.29 oktober Arbuniel, een pareltje in de bergen

    Het herenhuis had een mirakuleus goed bed, nooit of nimmer sliep ik in een beter bed dan dat. Ik weet niet waar het aan ligt, het was zacht maar toch stevig, het was breed, het had een goed hoofdkussen, frisse lakens en Geert en ik ronkten als twee jonge varkentjes. Voorheen hadden we ons in het plaatselijk restaurant ‘el Mirador’ te goed gedaan aan een ensalada mixta én -dachten we- een entrecote, maar die laatste leek verdacht veel op een niet-entrecote, eerder varkenslapje. Het was trouwens een vreemde ervaring, dat restaurant. Zoals gewoonlijk, veel lawaai, groot televiesiescherm, ook lawaai, spelende kinderen in en uit, ook lawaai. Dus vroeg ik om buiten te zitten, het was nog lekker warm. Heel goed, zei de jonge bengel die ons bediende. We bestelden een glaasje wijn om te beginnen en -in Spanje is quasi altijd zo- kregen er hapjes bij. Die hapjes waren oa. gamba’s en binnen de kortste keren zaten er acht (!) poesjes aan onze tafel, bedelend om een stukje zee. Eentje, de stoutste sprong op tafel en moest Geert een djoef op zijn kop geven. Ik zie graag katten, maar die wriemelende opdringerige beestjes, ik hield er niet van. Dus verhuisden we vlug terug naar binnen. We bekeken de kaart en probeerden een bestelling te formuleren. Twee entrada’s en twee hoofdschotels. ‘Madame, zegt de jongen met de rare haartooi, dat is veel te veel. Het zijn grote schotels en ge gaat dat nooit op krijgen. Begin al eens met de helft en deel dat onder elkaar. Als het niet genoeg is kunt ge altijd bij bestellen.’ Oké dan, voor mij was het allang goed. Ondertussen werd ik voluit aangestaard door een gezette oudere man, met een rood hemd en een jeansbroek. Ging hij me aanwerven voor de plaatselijke toreadorclub ? Nee hoor, hij kwam bij ons aan tafel en begon een praatje te slaan tegen Geert die er niks van verstond. Dra omstrengelde hij mijn gezel, kirrend en lachend en na veel cinco’s en seizen boog hij diep en stapte weer op. Wie het was, we weten het niet. De gerechten kwamen op tafel en inderdaad, het was zeker voldoende voor ons tweeën. De jongen had gelijk. Dat hij daarmee tegen zijn eigen winkel sprak, het deerde hem niet.


    Vandaag (zaterdag) menen we een korte rit voor de boeg te hebben. Dat is ook zo (53 kilometers blijkt later), maar Geert is niet zo goed in vorm. Wellicht nog onder de indruk van de roodgebloesde man gisteren, of stilaan opgestapelde vermoeidheid, hij weet het niet zo goed. Het klimmen gaat moeizaam en het is ook erg warm. We rusten even in Mancha Real en bestellen een drankje. We krijgen er garnaaltjes bij, maar die zijn niet roze, maar spierwit en we eten ze op met alles er op en er aan. Lekker wel, maar het zicht is niet zo appetijtelijk.


    Er volgt een erg mooie, maar steile klim naar Pegalajar en weer zijn daar de eindeloze olijfvelden diep onder ons. We zijn afgeweken van de route van Benjaminsse omdat het moeilijk bleek logies te vinden op gepaste afstanden. Maar niet getreurd, het is hier ook bloedmooi. We duikelen honderden hoogtemeters naar beneden, richting autosnelweg van Jaén naar Granada. ‘Dat gaat ons zuur opbreken’, zegt Geert, ‘deze afdaling.’ Straks moeten we terug naar 900 m hoogte, we weten wat dat betekent.


    Nu volgt een eind dat minder aangenaam is, langs de autosnelweg. We laten de eerste afslag naar de bergen voor wat hij is, omdat we weten dat we dan nog meer klimkilometers gaan hebben en nemen de tweede afslag, richting Arbuniel, waar we zullen logeren. De baan is eigenlijk afgesloten omdat ze versperd is door rotsblokken en -brokken. We negeren elk verbod en klimmen toch naar boven. Heel rustig, geen verkeer en voor fietsers best te doen. Het wordt nog 10 km klimmen. Geert is afgepeigerd en smijt zich op zijn bed. Het is hier een hostal om van te snoepen, heel mooi, met uitzicht op de bergen en we vragen of we een dag langer kunnen blijven. Het mag, morgen wordt een rustdag.


    Eerst nog gaan eten in het dorp.  Gastvrouw Lola heeft ons een restaurant aangeraden. We gaan tegen 20u30. Dat vinden we een mooi uur om in Spanje te eten. Het restaurant gaat maar open om 21u. Donderwolkje verschijnt. Iets gaan drinken dan maar in een andere doening. Een wit wijntje als aperitief, met de gebruikelijke hapjes. Naast ons zit een dikke, oudere man, bij hem een iets jongere vrouw die babbelt en babbelt en babbelt. Na een tijdje staat hij op omdat hij wil afrekenen. De man begint te wankelen, zijwaarts, voorwaarts, rugwaarts. Ik schrik me rot en stel me in starthouding om de man op te vangen. De vrouw die bij hem is grijpt hem vast en ondersteunt hem naar de toog. We gokken dat de man strontzat is. Hij komt terug buiten, gaat terug zitten, zich vasthoudend aan het tafeltje. Zijn smartphone valt op de grond. Hij scharrelt ernaar met zijn hand, maar de smartphone verroert niet. Ik schiet ter hulp, raap de phone op, hij ziet het niet en blijft scharrelen. Daar komt de vrouw ook buiten. Blijkt dat de man met de auto (!) is. Hij grijpt de sleutels en met ondersteuning van de vrouw waggelt hij naar de auto. Ondertussen staat heel de buurt op straat met het hoofd te schudden. De man zit in de auto, hij start, rijdt een meter vooruit en valt schokkend stil. De cafébaas zegt dat de vrouw moet bellen. Naar een dokter ? Naar de kliniek ? Opnieuw schiet de auto een paar meter vooruit. Het lijkt een slechte film. Een man uit het café begint te rennen naar de auto terwijl die langzaam vaart maakt, rukt de deur open en de auto valt stil. Hij komt terug met de sleutels van de auto, dat is pas verstandig. De auto staat nog steeds in het midden van de baan, waar er gelukkig nauwelijks verkeer is. De dikke man zit er nog in. Er wordt druk gepalaberd door de plaatselijke mensen, wat te doen en hoe erg en hoe is het mogelijk…
    Wij vertrekken, we kunnen het niet meer aanzien, ze zullen het wel oplossen, maar die man is er zeker niet al te best aan toe. Ons gedacht.


    Het restaurant is ondertussen al een tijdje open. We ondervinden alweer hoe moeilijk het is te converseren in het Spaans, bestellen een gerecht dat enkel afhaalgerecht is, bestellen dan een stuk biefstuk dat aangeduid staat per kg, maar waar we een stukje van willen. Dat gaat niet, vraag me niet waarom. Bestellen dan een hertenstoofpotje met verduras (groenten) en patatas, maar dat stoofpotje kan enkel met patatas. Vraag me weerom niet waarom. Het is lekker, ook met de patatas. We eten nog een ijsje/sorbet en stappen tevreden terug in de donkere nacht.











    29-10-2022 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    28-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 oktober naar de sierra de Magina onder een genadeloze zon

    Als we uit de lift van het hotel stappen zit de eigenaar (?)/receptionist (?) aan de balie te grijnzen met mijn helm op zijn kop. Hij vindt dat zelf geweldig grappig, en ik eigenlijk ook, want zonder fietsen is niet aan te raden (en onze kinderen zouden vreselijk boos zijn). In de drukte van het sleuren met de bagage en het stallen van de fietsen heb ik hem wellicht laten liggen aan de inkom. De man bereidt ons een lekker ontbijt met ham en kaas en confituur en het is nog goedkoop ook. Spanjaarden roosteren ’s morgens hun brood en zelfs de croissant van Geert wordt doormidden gesneden en getoast. Wij vinden dat vreemd, zij niet.


    We vertrekken met Google Maps aan onze zijde, maar wat denk je, we rijden verkeerd. Ja, zeker, het is de A322 die we moeten hebben, maar niet naar beneden, wel naar de andere kant en naar boven. Wat we daarnet gezwind hebben gedaald, mogen we nu kreunend terug naar boven. Geert wordt er nijdig van en voorspelt dat we om 20u nog niet op onze bestemming gaan zijn. Ik weet wat zijn voorspellingen op zulke momenten waard zijn en doe alsof ik het niet hoor. De zon schijnt voluit, het wegdek is goed, het landschap is mooi, geen nood aan nijd tot spijt van wie ’t belijdt.


    Mijn fiets begint zichzelf te ontmantelen. Niet dat we er ongerust van worden, maar veel meer stukken moeten er toch ook niet af breken. De batterij wordt op zijn plaats gehouden met Geerts wondertape. De kettingkas is afgebroken en werd geplakt met Geerts wondertape. Mijn mondje staat niet stil en wordt geplakt met … nee, toch niet. Aanvankelijk hadden we ook de fietspomp (groot en lomp) vastgeplakt met de wondertape, bovenop de bagage, maar we hebben een beter alternatief gevonden en dat werkt. Al doende leert men.


    Vlak voor Quesada moeten we een klein baantje vinden richting Jodar. We vrezen dat het onverhard zal zijn en dat voor zo’n 30 kilometers, dat is niet leuk rijden, maar het valt mee. De asfalt is niet perfect en soms is het opletten geblazen, maar we zijn gelukkig dat we goed vorderen. Geen verkeer bovendien, en rond ons alleen maar olijfbomen. Spanje voorziet heel de wereld van olijfolie, dat kan niet anders. Het enige wat hier gekweekt wordt zijn olijven en dat lijkt me nog niet zo gemakkelijk want elke boom wordt apart geIrrigeerd. Ik vraag me ondertussen af of zowel de groene als de zwarte olijven aan dezelfde boom hangen. Alle bomen lijken hetzelfde en er hangen groene olijven gezellig naast zwarte. Of moeten die groene nog zwart worden ?


    We komen aan in Jodar, onze tong hangt droog uit onze mond. We moeten iets fris drinken, de drinkbussen leveren warm water. Een frisdrank dus, die per definitie fris is en nog frisser wordt door de gigantische ijsblokken die de Spanjaarden er in gooien. Wat ons ook opvalt in Spanje is dat de plaatselijke bevolking veel meer bier drinkt dan wijn. Una cervesa, dat gaat hier gewillig binnen. Estrella bier, de gewone pils, wordt veelvuldig besteld. Mooie naam, doet me denken aan de oude Antwerpse zangeres die de Onzelievevrouwentoren meermaals heeft bejubeld.


    We moeten nog 16 kilometer ver en voelen het op en neer gedoe van de voorbije afstand knagen in onze benen. De laatste loodjes, het is een waarheid als een koe. Geen beesten te zien trouwens, de olijf is hier de baas. We logeren in een herenhuis, hoog en droog, met veel ruimte en ….een wasmachine!!!! Gedaan met stinken, we gaan terug blinken. Jochei!!!











    28-10-2022 om 20:27 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    27-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 oktober Dierendag in Spanje (bij ons toch)

    Gisteravond hebben we een hele fles wijn soldaat gemaakt en Geert heeft wel vier keer gezegd dat we dat niet meer gaan doen.  Licht in het hoofd zijn we op het terras gaan zitten en heb ik luidop nog wat Italiaans gestudeerd.  Dat moet heel lekker geklonken hebben, spaghetti en risotto en zo, want plots glipte langs mijn benen een beest.  Het was een vos. We staarden elkaar aan, hij zag dat er geen spaghetti van ging komen en verdween in de nacht. Het was toch even schrikken.

    Vandaag idem dito dieren die in de weg lopen : eekhoorns, donkerbruin met dikke staart in aanvalshouding op ons te focussen, om dan vlugvlug achteraan in een boom te klimmen, niet beseffend dat die dikke staart nog altijd heel goed zichtbaar is.  Herten die plots de straat oversteken, alleen of met twee, en dan nog even dom achterom kijken.  Een zwarte slang dwars over de baan (plat, gelukkig). 

    En soortgenoten fietsers. Sommigen vriendelijk en aanspreekbaar, anderen minder toegankelijk, ruggelings naar ons gekeerd.  We treuren niet, het is een zonnige dag, het is een superdesupermooie route en op het einde is er nog een molshoop, die daar ligt, vóór we  Cazorla binnenrijden.  Die hoop telt wel 6 pittige klimkilometers van 8%, we zwoegen onze ingewanden uit ons lijf. En nu zijn we moe.  Oogjes toe, bedtijd.













    27-10-2022 om 22:11 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    26-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 oktober Op en neer naar de Embalso de Tronca

    Het restaurant waar we gisteravond aten zat vol locals en het was weer een gekwaak van jewelste.  De menukaart moet wat vertaald worden met mijn vertaalapp, maar dat lukt wel.  We vragen twee glazen wijn (vino rosso), we bedoelden rood, maar kregen rosé, sprankelend en direct een hele fles.  Het giet binnen als limonade. Bij de bestelling moet er iets mis gegaan zijn, want Geert krijgt algauw een riante koude schotel als entree, maar het mijne (aubergines met honing) laat op zich wachten.  En verschijnt plots met de hoofdschotel, maar is helemaal geen aubergine. Het is zwoerd en vet en een heel klein beetje vlees, alles heel krokant gebakken.  Goed voor één stukje, een tweede gaat ook nog, maar het steekt algauw tegen.  Geert lacht me uit en zegt dat het stierenkloten zijn. Ik denk dat het spek is.  Bij de afrekening kan ik toch niet nalaten te vragen wat het is : het blijken varkenswangetjes, met vel en al krokant gebakken.  Ik wist niet dat er zoveel vet in een wang kon zitten.  Niet zo erg allemaal, we hebben heel die fles leeggedronken en gaan goedgemutst naar huis.

    Zonder wekker wakker geworden door een kraaiende haan, het is 8u30.  Het lelijkste hondje van Spanje komt dag zeggen.  ik geef het een stuk wrap, niet voor mij, zegt het, liever laat ik me op mijn kopje krabben. Dat wil ik wel even fiksen, het beestje valt bijna om van ouderdom, een kopjekrab en het is er geweest, zo lijkt het wel.

    We raken weer niet uit het dorp en fietsen spiraalgewijs rond. Tot een oude man wijst en praat en we de weg naar de bergen vinden.  Oef.  Het belooft vandaag een minder zware bergrit te worden dan gisteren (1100 hoogtemeters waren het), minder schrik dus voor het uitvallen van de batterij en we klimmen er ontspannen op los.  Langs de kant van de weg staat een bord dat waarschuwt voor amfibieën.  Dat wordt speuren, waar zijn die padden en kikkers en salamanders ?  Op gans het traject kom ik er geen een tegen.

    Het is hier de streek van de olijfbomen, we zien er honderden, netjes in de rij, tegen de flanken van de bergen. Meestal zijn ze per twee (soms per drie) geplant, elkaar steunend als jonge plantjes, maar dan verder uit elkaar groeiend als in een moeilijk lopend huwelijk, de takken en blaadjes en vruchten toch nog met elkaar verbonden. De zilvergrijze blaadjes blinken in het waterzonnetje.

    En dan, wat verderop, het kerkhof met de troostende cipressen.  Het doet me onmiddellijk denken aan Hilde van Mieghem die, als ze in Italië is om te schrijven, op bezoek gaat bij de plaatselijke doden en met hen een praatje voert.  De meesten antwoorden en soms liggen er ook nieuwe vrienden met wie ze kennis maakt.

    We kibbelen wat om de weg te vinden, de een spreekt te stil en de ander hoort te traag, de verkeersdrempels in de dorpjes doen mijn fiets onverhoeds hotsen, boze Geert,  dat ik voorzichtig moet zijn en dat hij nog zo waarschuwde.  En ik die de waarschuwing zag als een arm die uitgestoken werd om af te slaan.  Zulke taferelen horen ook bij deze fietstocht.  We zitten op elkaars lip en soms verwensen we die lip een berg of twee verder. 

    Hoe meer we uit de bergen dalen, hoe duidelijker het weer wordt wat de nonchalante mens allemaal dumpt langs de kant van de weg. Een chipsverpakking hangt in een olijfboom, blikjes Fanta opgehoopt in de berm, een verlebberde plastieken verpakking, en dat allemaal in veelvoud.  Ongelooflijk en het wekt ergernis.  Hoe zuiver en puur het was in de bergen, zo vuil en slonzig is het waar de mens woont. 

    We komen een groep MTB-ers tegen en Geert smijt zich in de achtervolging en probeert de groep voorbij te steken. Hoe graag pronkt hij met zijn sterke benen en hoe wellustig en triomfantelijk wiebelt zijn achterwerk op zijn zadel. Ik moet er stilletjes om lachen, seffens komt er voor ons een afslag en dan zit hij verstrikt in die groep.  Zo is het inderdaad.  Hij moet remmen, de groep moet om hem heen, en ik kan in volle vaart rechtsaf en zwaai gemelijk naar hem.  Hoho, hoogmoed komt voor de val!!

    Stilaan zitten we aan het eind van ons Latijn, we hebben bijna 70 kilometers op de teller en mijn batterij is ook niet van plan om nog lang door te gaan.  Ons hotelletje biedt verlossing, het is prachtig gelegen, hoog aan het meer van Tronca en als we binnengaan ruikt het heerlijk naar 'konijn met pruimen', zegt Geert, 'coq au vin', schat ik. We leggen ons wat te rusten na een weldoende douche. Een mooie dag.

















    26-10-2022 om 19:37 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    25-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 oktober La Sierra de Alcaraz

    Alcaraz is een mooi dorpje dat zich behaaglijk vlijt tegen een bergrug.  Het heeft een immens, statig dorpsplein, waar volgens de lumbago-dame menig restaurant open is. Valt dat even tegen.  Bij navraag bij mensen die we tegenkomen, kan men niet zeggen welk restaurant nu echt zou open zijn en één dame begint te zuchten van al die gesloten restaurants op maandag en zegt ons dat we best vlug naar de supermercado gaan om wat eten te kopen, want restaurants in Alcazar, dat is één grote tristesse.  Gelukkig hebben we een groot terras met tafel en stoelen en dus picknicken we voor de tweede keer vandaag.  Ook morgenvroeg gaan we niet op zoek naar een cafeteria waar ze misschien ontbijt zullen geven, besluiten we.  Ontbijten op het terras en dan een koffie gaan drinken in een café, dat lijkt het minst enerverend. 

    Het is beschamend hoeveel plastic afval we verzamelen met één maaltijd. Maar wat de Spanjaarden uitsteken is nog meer beschamend, dat zagen we gisteren.  De hoeveelheden zwerfafval die langs de kant van de weg lag, het was gigantisch, het was pijnlijk, het was triestig. Spanje heeft zo veel mooie natuur en misschien juist daarom, omdat er zo veel plaats is,  smijten ze al hun afval in het rond. Nochtans vind je, ook in Spanje, in hotels en hostals de boodschap dat je zorg moet dragen voor de natuur en dus best niet te veel handdoeken gebruikt.

    We slapen als gebakken herfsttijloosjes (mijn neus blijkt plots rood verbrand en de neus van Geert ziet er al niet veel beter uit) en verlaten de hostal in stilte.  In de cafeteria vragen we de weg naar Vianos.  Het is altijd gemakkelijk een dorp in te rijden, maar om  de juiste weg eruit te vinden, dat is niet evident.  We worden enorm goed geholpen door de serveerster die ons de weg op de kaart uitlegt, maar ja, dat hadden we ook al ontdekt.  Een kloeke man komt zeggen dat we terug het dorp moeten inrijden en dan naar links.  Een andere, oudere man zegt dat we het dorp moeten uitrijden en dan naar rechts.  De ene begint nu tegen de andere uit te leggen hoe het in elkaar zit en wie weet vullen ze daar nog de ganse dag met wegen uit de doeken te doen aan elkaar.  Wij zijn foetsie en vertrouwen de eerste.  En het is goed gegokt. 

    Vanaf nu rijden we in de bergen, de Sierra de Alcaraz en nadien de Sierra de Segura.  Het is niet de kortste weg naar Riopar, maar belooft veruit de mooiste te zijn.  Het is rustig rijden, weinig verkeer, voorlopig weinig wind. In Vianos, waar ik even wacht op Geert, die zich zonder batterij, maar ook zonder bagage (!) naar boven zwoegt, steekt een man van ver zijn hand op.  Hij komt een praatje maken.  Naar waar ik ga en van waar ik kom en oelala, de bergen door, dat is niet zo iezziepiezzie.  Ik wijs naar mijn batterij én naar mijn pakken en zakken en zeg dat mijn esposo er zo aan komt, zonder elektriek en zonder pakken.  Daar moet hij vrolijk om lachen en hij geeft me een boks tegen mijn arm. Hahaha, wat een grappig fietsstel ! Ik vraag hem hoeveel inwoners het dorp telt.  Een paar honderd zegt hij, maar in de zomer veel meer, want veel huizen staan nu leeg.  De eigenaars wonen in Albacete of Valencia en komen in de zomer terug naar het dorp.  Geert komt ook boven en vraagt wat olie aan de man, zijn ketting is droog en kraakt.  Olie ?  Neen, dat heeft hij niet.  Maar daar, in die schaapstal, daar wellicht wel. Geert doet een schijnmaneuver, alsof hij naar de schaapstal rijdt en komt terug, duim omhoog. Man tevree en wij verder.  Daar ben ik niet binnengeweest, zegt Geert, zo een donker hol en geen mens te zien en hoe moet ik dat uitleggen ?  De ketting kan nog een beetje verder kraken.

    We besluiten verder te rijden en dan een picknickplekje te zoeken.  Restaurants of café's moeten we hier zeker niet verwachten. Woudhakkers, die komen we wel tegen.  We horen de boomzagen al van ver en af en toe zien we ze druk bezig met zaag en touw.  Er zit er eentje in een boom die een luide kreet slaakt als hij ons voorbij ziet komen.  Ik schrik, het lijkt Tarzan wel, en roep Olapola terug. Hij in de boom, een andere man die aan een touw trekt dat aan dezelfde boom vasthangt.  Ik hoop dat ze de juiste volgorde van zagen, trekken en de boom verlaten beheersen.  Ik rijd terug wat voorop en plots springen 2 steenbokjes de straat over. Ze kijken me aan met strakke ogen, gespannen.  Even later komt Geert boven en vertelt dat hij gemzen gezien heeft.  Waarschijnlijk gaat het over dezelfde beestjes, maar zijn het nu steenbokken of zijn het gemzen ? Of nog iets anders ? in elk geval waren het beesten met kromme horens op hun kop en verder leken ze op een ree. Mijn gedacht.

    Vanuit België komt een hulplijn binnen voor het verloren reisboekje van Benjaminse.  Want, deze morgen nog heb ik gebeld naar het kantoor van de dikke pollis van gisteren om te vragen of hij dat boekje niet gevonden had, maar hij gebaarde vooral van krommenaas.

    Maar Michel uit Brugge komt met het idee om een boekje te kopen (hij) en ons elke dag de route door te mailen.  Hij gaat op zoek, zegt hij, wat boekhandels bezoeken.  Dat is een erg genereus voorstel, wie weet kan dat lukken, het zou ons blij maken.  Later op de dag vertelt hij ons dat we ook een e-boek kunnen kopen en dat downloaden. Dat zou nog een beter idee zijn.  We gaan dat zeker proberen en bedankt, Michel.

    We hebben ondertussen al 3 beklimmingen gedaan, eenmaal naar 1.100 meter en twee maal tot 1.450 meter en krijgen als beloning een heerlijke afdaling van 500 hoogtemeters op een perfecte, vernieuwde asfaltbaan. Zalig rijden!

    Vanavond verblijven we in een klein huisje (een donker kot, zegt Geert), we proberen een open restaurant te vinden en morgen ontbijten we rustig hier in ons huisje aan de voet van de hoge berg.













    25-10-2022 om 23:02 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    24-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 oktober naar de bergen van Alcaraz

    We beginnen onze fietstocht met 3 km in de verkeerde richting te rijden.  Verkeerd begrepen  of niet goed geluisterd naar de uitleg van de dame van het hostal ? Wie zal het zeggen ? Voor de bewoners van Ossa de Montiel moet het een komisch zicht zijn : ons zien vertrekken en even later zijn we daar al weer. We vragen nog eens goed de weg en hop, daar malen we de kilometers af.  Er staat heel wat minder wind dan gisteren en de baan is van heel goede kwaliteit (asfalt) en bovendien ontzettend rustig.  De steeneiken zijn daar weer, afgewisseld met dennen en struiken, maar eerst zien we nog een reusachtig paprika-veld, waar de paprika's, rood en groen, smeken om geplukt te worden.  Ik hoor hun smeekbeden en pluk een verse, rode paprika om hem een uur later alweer te verliezen door het gehos van mijn fiets.  

    Voor het eerst deze herfst zie ik ook de herfsttijloos.  Vroeger meende ik dat het krokusjes waren die zich van seizoen vergisten.  Nu weet ik beter, ik bewonder de lila bloemetjes, die in grote groepen langs de kant van de weg staan.  Wat er ook staat : een bord met het verbod om eekhoorntjesbrood te zoeken (prohibido de buscar setes) en even verder weer een bord met het verbod om eekhoorntjesbrood te plukken (coger).  Noch zoeken, noch plukken, de man die we even verderop zien stappen met een grote mand, lapt het allemaal aan zijn laars en moet heel hard lachen als ik 'paddestoelen' naar hem roep.

    We kunnen volgens google maps een korte weg nemen via Viveros, maar deze staat niet op de kaart.  Het wordt duidelijk waarom niet : de weg is onverhard en eigenlijk onberijdbaar.  Niet zozeer omdat hij vol stenen en brokken ligt, wel omdat hij de structuur heeft van een wasbord, waardoor je het gevoel krijgt dat je continu over snelheidsremmers rijdt. Waarschijnlijk veel bereden door de reusachtige wielen van camions.   Dat host en hobbelt en ik raak mijn blozende paprika kwijt.  We proberen het niet langer en keren terug naar de goeie propere asfalt. Dat betekent wel  een omweg en uiteindelijk zullen we 70 kilometer rijden in plaats van de voorziene 48. 

    We rijden naar El Bonillo, het dorpje valt ons best mee. Restaurants zijn gesloten, maar er is een mooi marktplein waar we kunnen picknicken.  Na het débacle van de platte batterij gisteren proberen we een Chinese vrijwilliger te vinden om onze batterij op te laden.  Er is een dienst voor toerisme maar zijn deuren zijn potdicht.  Geert suggereert om het aan de politie te vragen, het kantoor is naast de toeristische dienst.  Ik trek mijn stoutste schoenen aan, stap het gebouw binnen en vraag in mijn schoonste Spaans aan de dikke pollis die tussen de papieren zit of ik de batterij zou mogen opladen.  Een uur ?  Of een half uurtje ? Hij zegt niet ja. Het lijkt hem raar.  Hij wiebelt op zijn benen.  De toeristische dienst is gesloten, probeer ik opnieuw, er is daar niemand. We stappen samen naar de robuuste deur van de dienst.  Hij klopt eens fors aan.  Niks niemand.

    Nu kan hij geen kanten meer uit.  Hij vraagt van waar we komen, alsof dàt een uitweg biedt voor zijn dilemma, en geeft dan toch toe.  Una media hora, een half uurtje, en dan gedaan, want dan trek ik de deur toe ! (en gaat hij waarschijnlijk een siësta doen).  Oké dan, beter een half uurtje dan helemaal niks.  Uiteindelijk laat hij de batterij toch een uur zitten en zijn wij weerom gerust.

    Een klein eindje vòòr Robledo zien we plots de via verde, die onze baan kruist. Dat is een geweldige meevaller, de weg, weg van alle verkeer, loopt tot Alcaraz en trakteert ons op heel mooie landschappen.  Wij rijden hoog, onder ons de velden en bomen, rotsen, uitgedroogde beken,  en geen enkele levende ziel.  Een paar vogels, dat wel, het moeten roofvogels zijn met hun brede armslag en hun spiedende oogjes.  Best dat de patrijzen die we gisteren in het veld zagen lopen op hun eigen lachwekkende wijze hier niet wonen. Een patrijs is weliswaar een vogel, maar vliegt die ook wel eens?  Een patrijs is dik, zegt Geert, hij kan moeilijk vliegen. Hij loopt liever dan hij vliegt en hij is geliefd in de pot.

    Er staat ons nog een pittige klim te wachten naar het centrum van Alcaraz, naar het hostal les Rosales, dat Benjaminsse in zijn boekje  de hemel in prijst.  Dat boekje, waar is dat trouwens ? We hadden het vanmiddag nog om de hoogtemeters te bestuderen.  Nu is het boekje verdwenen.  We zoeken en zoeken, maar het blijft verdwenen.  Waarschijnlijk ligt het nog op ons picknickplekje bij de dikke pollis.  Dat we het daar achtergelaten hebben is bijzonder jammer, want we kwamen hierheen om de reisroute van Benjaminsse te doen.  Maar hey, we kunnen zelf ook routes bedenken (ik ken de routes van Benjaminsse trouwens bijna uit mijn hoofd), we zien wel hoe we het verder doen.  het is geen wiel af, we maken het zelf top.

    Het hostal heeft een heel mooie kamer voor ons in petto met zicht op de bergen, maar de dame van de doening loopt scheef van de rugpijn.  Vreemde dame die constant kreunt van de pijn en toch de gekste dingen vertelt.  Dat we nog  moeten betalen en dat het 1 miljoen euro kost (het lijkt mijn schoonvader wel) en dat we de volgende morgen in uniform verwacht worden aan de receptie voor de militaire parade.  Als ze ook nog onze bagage wil dragen wordt het al te gek, we protesteren luid en verdwijnen vlug in onze kamer.















    24-10-2022 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    23-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 oktober de einder zonder einde in de grote leegte

    We komen 's morgens terecht in een lawaai, waar we niet goed tegen kunnen, maar die mensen hier heel normaal lijken te vinden.  Druk pratende Spanjaarden, de ene die de andere overstemt, door elkaar pratend, bulderende lach die tot diep in mijn oren dringt.  Het is zondagmorgen en de harde Spaanse klanken klinken door de ontbijtruimte.  Daar zitten al jagers te popelen om wild te gaan schieten op hun vrije dag, de honden zitten in kooien en zullen straks gelost worden.  We staan wat onwennig aan de bar, waar de juffrouw roetsjt van de ene kant naar de andere en ons gebaart om even te wachten.  We leggen uit dat we willen ontbijten, koffie, brood con tomate ? si, con tomate), wat ham. Het brood wordt getoast, de tomatenpulp wordt er bij geserveerd.  We kennen dit al van de vorige fietsreis door Spanje.

    De ontbijtruimte, en ook alle andere ruimtes die we kunnen bekijken, hangt vol messen.  Allemaal te koop.  Mijn kop af als het er geen duizend zijn.  Aan het plafond hangen hespen, ook te koop.  Ze ruiken niet goed, een wat weeë geur, ik maak me snel uit de voeten en kom de onvermijdelijke stierenvechters aan de muren tegen. Het machismo komt hier uit alle muren en hoeken en spleten.

    Over mannen gesproken, ik heb me de laatste dagen, in Barcelona, in Tarragona en in Valencia de bedenking gemaakt dat die steden oneindig meer proper zouden zijn, als mannen eens niet in steegjes en hoekjes zouden gaan plassen, maar netjes hun boodschapje zouden bij houden en het thuis in de pot zouden doen.  In elke stad kom je die urinegeur tegen.  Van de vrouwen kan het niet zijn, het moet dus wel van hoogwaterige mannen komen.  Het is geen rozengeur en het kruipt in je neus en liever dan dat ruik ik de indringende geur van bleekwater dat kwistig in de ochtenduren wordt rondgestrooid.  Ook niet heerlijk, maar toch.

    We vertrekken voor 37 kilometers door de hoogvlakte van Don Quichotte.  Don Quijote schrijft men hier en de Spanjaarden lijken er fier op te zijn, op de legendarische man uit de 17de eeuw.  Nochtans bakte hij er niet veel van, hij was wel van adel, maar ook een echte kluns, die dacht dat hij ridder was en dan nog een heldhaftige.  Het grappigste detail is zijn gevecht met een reus, die eigenlijk een windmolen was.  De Don probeerde hem te doorboren met een lans, maar stak die per abuis in de wieken en draaide met de wieken mee in het rond.  En Cervantes had dat natuurlijk gezien.

    Wij beleven zo veel avonturen niet, want er is voorlopig geen windmolen te zien.  Er is niets te zien eigenlijk, kilometers in het rond.  Voelen daarentegen, dat wel.  Tegenwind !!! We komen maar moeizaam vooruit en moeten geregeld stoppen. In Menura, na de eerste 37 kilometers wil ik mijn batterij terug wat kracht geven, ze is al voor meer dan de helft leeg.  De cafébaas is niet toeschietelijk, hij gaat algauw sluiten, verzint hij ter plekke, maar hij plooit toch en de batterij kan in het stopcontact.  Gelukkig maar, want we moeten nog 28 km verder door berg en dal.  De wind is niet verminderd, integendeel, maar het landschap wordt wel heel wat mooier.  We eten een boterhammetje onder een oude steeneik, het is ondertussen al 15 uur. 

    6 kilometer voor onze bestemming (Ossa de Montiel) valt de batterij plat. Het was te verwachten, ik had al gestapt om ze te sparen, maar helaas, mijn oude maat kon niet meer.  Wat te doen ?  Geert stelt voor om te wisselen van fiets.  Ik dus de koersfiets op en hij puffend achter mij aan. Een tafereel dat nogal wat beziens opleverde bij de mensen van het stadje.  Maar we geraken er en logeren in een hostal, die La Paz heet, maar verder niets met Bolivië heeft.  50 kamers heeft het hotelletje, wij zijn de enige gasten.  Het kan maar rustig zijn, we malen er niet om.  We kunnen nog gaan avondmalen in een plaatselijk restaurant en zijn weeral tevreden, lekker eten, goedkoop, vriendelijke jongen die ons bedient.  En morgen mogen we hier komen ontbijten. Joehoe!









    23-10-2022 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    22-10-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22 oktober trein-trein-trein-trein

    Beland waar we willen zijn : in Roda d'Albacete en dat is in Castillië-la Mancha, de streek van Don Quichote.  Het hotel van vandaag heet Flor de la Mancha, hoogst originele naam.  Geen Don Quichote te zien, wel hangen de muren vol met foto's van stierenvechters.  De groteske neonlichten verlichten de nacht en hopelijk niet onze kamer.  We moeten de krullen en de kitsch en de drukke kleuren van deze streek wellicht nog wat gewoon worden.

    De afgelopen twee dagen hebben we niet veel meer gedaan dan met de trein gereisd.  Eerst - en dat was gratis, want er kwam geen conducteur opdagen en het stationnetje waar we opstapten was zo goed als verlaten - van Vilajuïga naar Barcelona. Meerdere stations in Barcelona heten blijkbaar Sant den dienen of Sant den anderen, wat ik niet zo goed gezien had, en dus was het station waar we van de trein moesten niet hetzefde als waar we terug moesten vertrekken naar Tarragona. Dat was even schrikken, Barcelona is immens groot, maar algauw overbrugden we de 9 km met onze fiets en kwamen, o wonder, zelfs de beroemde Sagrada Familia tegen die nog steeds in de steigers staat.  In Barcelona Sants, het station dat we zochten, was het even zweten geblazen, omdat we graag een tarjeta dorada kregen die ons als zestigplussers korting geeft. Maar o wee, dat kon enkel cash betaald worden.  Geert, de oppasser van de fietsen aan de andere kant van het station, had cash geld.  Oef.  Terug naar het loket.  Of ik even de identiteitskaarten kon laten zien ?  Ja, die waren bij Geert.  Un momento por favor.  En of ik ook het geld kon terugkrijgen dat ik verkeerdelijk in een automaat had gestoken in een poging om zelf kaartjes te kopen (zoals we zo dikwijls in België doen).  Daar moest ik voor naar het loket van de informatie.  Oké dan.  En welk spoor moesten we hebben ?  Spoor 11 of 12 direccion Reus, zei de bediende.  Ja maar, is het spoor 11 of is het spoor 12, vroeg ik argwanend. Si, si 11 of 12, herhaalde ze gewillig. Afdruipen dan maar.

    Spoor 11 en spoor 12 liggen langs dezelfde kade en de trein kon op beide sporen aankomen, vandaar de of en nog eens de of. Een vijftal minuten voor de aankomst kwam het juiste spoor op scherm.  Wie ook klaar stond om op te stappen was Don Quichote die al bij ons was op de vorige trein en die zijn hele heldhaftig huishouden op een kar bij had.  Zelfs een veegborstel met een lange steel zat vastgebonden op die kar.  Voor geen geld ter wereld zou ik de kar willen aanraken en ook de man niet, zijn hondje tot daaraan toe, die man trok vegend de wereld rond.  Niet enkel Don Quichote had het originele idee opgevat om naar Tarragona te reizen, de trein zat stampvol.  Onze fietsen én onze bagage moesten er op, we zaten als haringen in een ton.  Omvallen konden we niet, neerzitten ook niet.  Dat werd een lange, warme rit.  Tot overmaat van ramp wilden mensen uitstappen langs de deur die wij volledig barricadeerden en Geert, die zijn beste Engels bovenhaalde om aan te manen de andere deur te pakken, werd enkel zoet glimlachend aangekeken.  zo kwam het dat er nogal wat ambiance was bij het uitstappen en wie dik was moest zich tussen wiel en wand wringen en had gegarandeerd vuile wielstrepen op zijn outfit.  In Tarragona aankomen, het was een verlossing.

    De stad ligt aan zee en heeft een oud stadsgedeelte dat nog van de Romeinse tijd dateert.  Later werden de Romeinen weggejaagd door de Visigoten en nu is het een mengelmoes van -nou ja- mensen. Het hotelletje, Pigal, zag er niet uit aan de buitenkant, maar binnen konden we ons daar best vinden.  We sliepen in een stapelbed, de jongste bovenaan (ik zag dat hij toch niet meer zo soepel in en uit klom en sprong), ik lekker onderaan. Kleine kamer, externe eigen badkamer.  Meer moest dat niet zijn. Eerst nog even naar de haven om een lekker visje te eten (restaurant getipt door Maria, de hotelbediende) en dan ons bedje in, met een warme zeebries die de kleine kamer in stroomde.

    Vandaag tickets naar Valencia. Gevraagd of we wel degelijk in hetzelfde station gingen aankomen en later weer vertrekken.  Si. En of we moesten betalen voor de fietsen. No. Vier uur sporen, we zitten op een regionale trein.  Als je je fiets wilt meenemen, is dat de manier van reizen.  Sneltreinen zijn verboden voor fietsen.  Goed voor ons, we kunnen zitten deze keer , we kunnen lezen, we kunnen een boterhammetje eten en er is niks dat ons verontrust of ambeteert.  Valencia, we kennen het nog een beetje van vier jaar geleden.  Het is nog altijd even druk (fietspaden die in twee richtingen gaan en levensgevaarlijke steps), maar ook mooi en zonnig, prachtige gebouwen en...paëlla valenciana. We hebben twee uur de tijd om nog even van de stad te proeven.

    Nu nog de trein naar Roda en dan kom ik uit bij het begin van deze blogdag. We stuiten op de conductrice die vraagt naar waar we gaan en of we betaald hebben voor de fietsen. En hebben we wel een mondmasker, want dat is verplicht in alle treinen. We hebben niet betaald voor de fietsen, maar dat hoefde ook niet, zegden ze in het station van Tarragona.  Ja, dat hoefde wel, zegt de uniform. Maar, zegt ze erbij, in Catolonië trekken ze zich daar niks van aan. Oeps, dat kunnen wij niet helpen.  We kunnen nu toch betalen dan ? Laat maar zo, zegt ze, maar denk er aan voor de volgende keer, 3 euro per fiets ! We beloven het plechtig.   Als we door de ramen naar buiten kijken, zolang het nog kan want het wordt al aardig donker, zien we een uitgestrekte vlakte, één grote leegte.  Het boekje met de reisroute heeft er al voor gewaarschuwd, we zullen blij zijn als we een mens zullen tegenkomen. Don Quichote misschien ?









    22-10-2022 om 21:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (2)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!