Wijzigingen – Aanvullingen.
1960 – Juninummer “De Band” : Onze Meisjesschool
“Zou men niet zeggen : “Te weinig gekend “ ! De lagere afdeling loopt van het 1ste leerjaar tot en met het 6de leerjaar ! Daarna volgen nog het 7de en het 8ste leerjaar d.i. voortgezet onderwijs. Velen mensen dachten of veronderstelden dat de 4de graad in onze meisjesschool nimmer bestond. Meer dan ooit wordt er in die twee jaren de vakken van het programma onderwezen, en wel met huishoudelijke strekking, wat onze jonge meisjes vooral van nut zal zijn. Naast de godsdienst en de profane vakken wordt er veel zorg besteed aan huishoudkunde en tevens aan het naaldwerk ! Hebt ge reeds gezien wat onze 4de graad meisjes dit jaar gepresteerd hebben ? Vraag het aan degenen, die van de tentoonstelling getuige zijn geweest ! De meesten van onze kinderen horen thuis in de 4de graad, want elders voelen ze zich niet thuis en worden gewoon weg, als balast ter zijde gelaten !!! Ouders, denkt aan de opvoeding van uw kinderen ! En aan de school op uw eigen gemeente ! Uw leuze weze : we zullen de 4de graad helpen heropbouwen. Bij voorbaat danken U de Eerwaarde Zusters ! Wij hebben graag aan het verzoek tot opname van deze warme oproep gevolg gegeven. Wij wensen te onderlijnen dat er inderdaad nog vele mensen de mening toegedaan zijn dat bij de Zusterkens geen degelijk onderwijs kan gegeven worden. Dat is werkelijk een grove vergissing, want het volstaat de oud-leerlingen te raadplegen om te weten wat zij thans in de samenleving doen, dank zij het genoten onderwijs bij diezelfde zusterkens. Meer dient hier niet aan toegevoegd te worden. Dat de ouders de oproep goed overdenken en meehelpen aan de verdere uitbouw van onze gemeentelijke zusterschool. De Redactie.”
1960 – Maandag 6 juni – G.v.A. : Op heterdaad betrapt
“In een grootwarenhuis in het stadscentrum van Mechelen werden twee personen, nl. V.D.I. uit Mechelen en D.S.L. uit Leest op heterdaad van diefstal betrapt. Het tweetal had al heel wat waren buitgemaakt toen ze werden betrapt.”
1960 – Pinkstermaandag 6 juni : Jaarlijkse processie
“De jaarlijkse processie gaat dit jaar uit op Tweede Pinksterdag na de Hoogmis Zij trekt langs de Dorpstraat, Vinkstraat en Molenstraat. Allen die een bijzondere functie vervulden in de processie worden verzocht deze ook thans en in de toekomst te blijven waarnemen.” (G.v.A., 3 juni 1960)
1960 – 8 juni : Walter VAN DE POEL uit Heverlee :
“Hier is dan het eerste briefje van de jonge rekruut uit Heverlee. Goed gezond, weinig vaak en veel honger. Alles wat ne mens (versta : soldaat) nodig heeft om in eer en deugd voor het vaderland zijn voeten af te draaien –drill te doen, en zijn schoenen te poetsen. De kazerne hier is nog niet zo heel oud, wat van ons vereist dat we twee keren per dag moeten schuren dat het schuim een halve meter hoog staat (zonder zeep), hetgeen dan wel laat verstaan dat er hier zweet met emmers wordt gelaten. Ze hebben me hier van de eerste dag al tot kameroverste gebombardeerd, hetgeen veel koeken voorspelt. Met de mannen van de kamer kan ik goed opschieten. We zijn hier met elf Antwerpenaars in het 11ste peleton. Leon Verbruggen zie ik alle dagen, al ligt hij niet in hetzelfde blok als ik. Op de kamer hier is er ook nog S.M. De Weerdt van Battel en Goessens van St.Katelijne Waver. Alles bij mekaar een gezellig stel jonge mensen, maar die allemaal in de penarie zitten zodra we de Chef horen brullen. Blaffen doen ze wel, maar bijten, dat is een ander paar mouwen. Gisteren hebben we de eerste vergadering gehad van Milac. Een 130 jonge rekruten die vol moed, of was het nieuwsgierigheid eens kwamen luisteren naar wat de aalmoezenier hen zoal te vertellen had. Anders, een sympathieke vent, die aalmoezenier. Hij blaft niet, maar hij bijt, zo stillekens onder of boven water, dikwijls zonder dat ge het eigenlijk voelt. Maar bijten doet hij. Alles bijeen is het niet slecht om te beginnen, en ik wou dat het zo bleef duren. Maar schone liedjes duren niet lang, zomin als deze brief. Tot een volgende keer kameraden van Milac, vrienden soldaten en kennissen. “Nog iets tot uw orders luitenant ?” “Nee dank u” vrienden, het beste.”
-Walter Van de Poel uit Antwerpen 5/1/1961 : “Hier kom ik dan met mijn nogal late nieuwjaarswensen aandraven. Ik heb uw kerstkaartje hier wat laattijdig ontvangen, maar het is nooit te laat om iemand geluk en voorspoed te wensen. Aan allen die ik met kerstmis niet ontmoet heb, een zalig kerstfeest en aan allen een gelukkig Nieuwjaar. Van harte wil ik u danken voor de geschenken en wensen. Het spijt me beste vrienden, dat ik u niet vaker kunnen schrijven heb, maar de laatste maanden, en vooral de laatste dagen, heb ik daar ongelukkiglijk de tijd nog niet voor gekregen, want ons sergeantenleven wordt druk bezet, vooral in troebele tijden zoals we er nu beleven. Elke dag zit hier vol emotionele spanningen. Elk ogenblik kunnen we bevel krijgen met een bende camions te vertrekken voor onbepaalde tijd. Het is hier alles behalve plezierig. Doch we hopen op een spoedig afzwaaien. Onze lintmeter is al met een paar cijfers verkort. Nog 143 dagen jongens. Maar met al die blijde vooruitzichten blijft het hier toch maar door en door triestig ; beter kan ik het niet uitrukken. De toestand is hier werkelijk onbeschrijfbaar. En als ge dan ’s avonds maar eens buiten mocht, maar daar is geen denken aan. Beste vrienden, laten we hopen dat alles rap voorbij is dan dat ik gauw weer mijn burgerkostumeke aan mag trekken. Tot binnenkort jongens, ’t sergeantje van de Bist.”
Foto’s :
-Enkele Chirojongens tijdens de processie. Vooraan v.l.n.r. : Marc Lamberts, Guido Hellemans en Jos Verlinden. Rechts van Guido staat Dirk Leemans.
-Walter Van de Poel in Baarle Nassau tijdens een bivak van de Chiro in 1954


|