Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
29-08-2008
Hoogmoed betreffende
hoogmoed komt voor de val daar wil ik dan graag wat spoed achterzetten met citaten uit gedichten die de hoogmoedige mens tot in het diepste van zijn harde laag zouden moeten ontwrichten
joho gevonden op maresingel 54 te leiden na uren langs gedichten op muren te rijden van Wislawa Szymborska: 'Honderd kilogram weegt het hart van een walvis, maar in een ander opzicht is het vederlicht.' 3e strofe "Pochwala zlego o sobie mniemania" oftewel "Lof van de geringe eigendunk"
krijg ik gesteun en gezucht zoekt-ie laf met als uitvlucht dat hij contact gestoord is daar kun je donder op zeggen dat wordt eindeloos dreggen naar wat ik onder die pet mis maar ik haal mijn gram met mijn honderd kilogram
hugo claus man die groot respect genoot ook van mij als literaire alleskunner leefde en stierf ni dieu ni maître hij was zelf die meester of soeverein hij bleek bij typisch een ouderdomshandicap zo ook regisseur van zijn eigen dood
wie en waar was de genodigde die op zijn cérémonie des adieux hem attendeerde op de velen levenslang met handicap of meer nog hen die na cesuur - metselaar verliest handen opticien verliest gezichtsvermogen - de moed opbrengen verder te leven leren aanpassen voor nieuw bestaan
en al die andere aftakelende senioren ook geliefd tot zelfs niet geliefd door familie en omgeving die de moed opbrengen door te gaan waar ze steeds minder kunnen wat ze voordien konden
waarom zo zonder meer respecteren van iemand die zijn bestaan lang als Übermensch meer dan de meesten van ons succesvol kon regeren zonder wanhopige uitzichtloosheid waar Louis-Auguste Blanqui van schreef of is dit de variant van het ik-tijdperk op Robespierres stelling en uitwerking van zijn dilemma Fraternité, ou la Mort
de meerdaagse hooikoortsverwachting van Frederik van Eeden psychiater dromer auteur poëet tachtiger met roepnaam kees was hermeneutisch onder behandeling
gebogen werd zijn oeuvre herlezen op zoek naar de rol van zijn neus vanuit de vraag wat doet hem de geur daar hij jong zijn reuk verloor
kees stond minder alleen dan men veronderstelde door zijn geklaag en gezeur
ook zijn karakters en romanhelden blijken namelijk tijdens zijn vakantie door ontstemming mee te hebben geleden
zoals ik het nu zie ben ik ze op het spoor hij stalde ze in Walden één
stel je voor W.F. Hermans met zijn hondje sans doute max geheten zie ze samen op de boulevard de fameuze schrijver gromt maxxie blaft naar den passant dat wil zeggen heren met pantalon vrouwen alleen met paardenstaart
na de kiosk sur la place in spoed naar het terras de schrijver doet zich te goed aan koffie met een glimlach achter breed uitgevouwen nrc terwijl hondje geschoren benen likt van een dame die dusdanig schrikt dat haar kopje valt en breekt zij gilt de krant raakt in een deuk hij hoest slijm en dooft zijn peuk
de bediening komt en spreekt streng wrijft met een doekje veegt brokken en schilfers met stoffer op blik hermans staat op met enig misbaar plakt ze meteen weer aan elkaar volgens de regels van het boekje
ze vertrekken al kleurt de lucht grijs ze houden het droog geheim van parijs
in een notendop gedropt met moderne wereldliteratuur uit willen varen en verkassen wijd over grote plassen naar ver over de einder bij storm of zelfs oceaan lees je door terwijl alles sopt ter hoogte van de evenaar zie je drijven een liaan je denkt droog pak maar op voor als ik ooit pauzeer ideaal als bladwijzer die sliert blijkt echt te zwaar je voelt ik disequilibreer laat los maar helaas te laat je rijst met je gewicht ten top zodat je voorover slaat
het slot is leerzam wrang en zuur want je zou nu willen schrijven ik zie mijn notendop wegdrijven tot de naad vol werelditeratuur
het regent volgens het weerbericht in wijk bij duurstede velp en den haag giethoorn arnhem den ilp beetsterzwaag baflo heerlen kerkrade en maastricht
men spreekt op de radio van pijpenstelen op valkenswaard arcen weert en tilburg roermond oldenzaal joure valkenburg gouda gieten bemmel en vele edele delen
het komt met bakken naar beneden te honselersdijk roozendaal ameland texel altena kijkduin best loon op zand schin vroomshoop dieren en rheden
het is kurkdroog tussen voorst en voorst normaal is die baronie het natst en goorst nu heeft men significant meer gebed verzet knielend via de Heer daar het feest gered
massa's zoeken de blije intocht allerwegen met zang en hoorngeschal door alle lanen voor de weledelgeboren AAACEEGEE vianen die muizen piepend vertolken zal met regen
de slag om uitputting bij lezers in publieken brengt uiteindelijk de cesuur tussen kleine en grote literatuur
Dit is achteraf als vrij compleet waar aan te te merken als men dat afmeet aan het aantal langdurig zieken met een verhoogde sterfkans door de lezing van verzamelde werken van de schrijver W.F.Hermans
Terwijl bij de auteur Harry Mulisch vrij algemeen toch het gevoel is dat men al lezend verkwikt op reis is naar rietsuiker met toedeloemeisjes
In de breedte wordt door hem meer gestut dan naar de kritiek aanneemt echt uitgeput
ze woont maar vrij zeker niet in zwitserland hetgeen wel aan maar niet waar te nemen is door springerigheid blijft namelijk ongewis waar ze bij mail of telefoon exact uit hangt
sprekend herkenbaar aan haar hartelijke lach twee borsten breed hippend gul qua postuur veel in beweging met neiging tot avontuur ze snikt als de lijn breekt voor het harde gelag
ééns in levende lijve door mij te aanschouwen stapte uit autos prompt binnen met grote zin ging snel uitgekleed rechtstreeks mijn bed in waar ik fluks bij kroop om met haar te trouwen
dat kon niet ze sprak nee ben al getrouwd op haar rug nam ze mij toen eerst stil waar waarna ze zich slingerde in woord en gebaar in korte tijd is toen veel hevigs verstouwd
tot zij opstond niet omdat het haar niet geriefde eerder om zich te kleden wegens een knoop en wel die van mogelijk vlak en goedkoop waarbij ze mij nog in haar toonaard geliefde
ze vertrok schielijk per vliegende schotel wel na met vet linkse oogopslag innig tongen waarbij ze sprak wat voelt het nu uitgezongen maar dubbel dus eigenlijk hotel-de-botel
verbluft vraag ik mij nog steeds af hoe ze heet dagelijks staan we innig veelvuldig in contact vaak zo onstuimig dat haar broek er van afzakt we gaan plat met veel jeuk in het zweet
als u mij vraagt om waarachtige karakteristieken dan zeg ik vol wellust eigen zinnen geen retro lief manipulatief als lieve zazie in de métro in de verleiding veel prikkel met teder in pieken
sprak ik vanavond tot een man oud klein grijs gedrongen op het VSB Poëzieprijsfeest in De Rode Hoed bent u niet de dichter Louis Th. Lehmann die ik zo bewonder vooral om zijn zeggingskracht waarachtig gevarieerd en heel bijzonder
hij draaide zich om en ik stak schielijk mijn hand uit terwijl hij aarzelend ja schudde en daarbij licht verstoord keek
zacht bij stem vroeg hij breekbaar welke dichter ik wel niet was waar hij mij kon lezen waarom hij mij niet kende een gemis van hier tot daar aangezien ik duidelijk zo beroemd was
hier nam het gesprek een onverwachte wende ik stamelde dat ik wel dichtte maar dan als amateur niet in druk maar meer internet terwijl ik verlegen naar hem lachte
toen sprak hij streng en boos alle dichters zijn amateurs dat staat volslagen los van techniek of zeggingskracht en vertrok met een wegwerpgebaar ik dacht hij heeft gelijk het is gewoon waar
Met een leeg gemoed hoeft men niet te onthechten van wat binnen kroelt en woedt woorden kunnen vrij geheel eigen op een rij clichés worden gesmoord het ambacht opent die poort zo sprak Jan Eijkelboom dordts poëet met zekeren schroom want verder zweeg hij heel kies over de inhoud juist precies
als hij van geheime regels weet dan is hij heel discreet
...het secreet...
Toelichting: Hij sprak: "Dichten is niet zozeer een gevoelsuitstorting, maar een ambacht' en 'de amateurdichter denkt ten onrechte dat als het gevoel maar echt is, het gedicht vanzelf ook echt is'
De schrijver van t Dichtertje zat er al aan het raamkozijn 's winters met gloeiende konen turend over de watergang naar de opwaai van jurken in blazingen langs het IJ op de Nieuwendammerdijk droomde daar wis en zeker zich warmend aan de wijn van onder grijspaarse kurken in met goud omrande regels:
'O God, als er nu eens een wonder gebeurde, als nu eens ineens van al die vrouwen al de kleeren afvielen?'
niet dat-i dat per se wilde gewoon een schoone gedachte
Nescio zocht en vond hier vaak zijn rust een praatje met versnapering zijn rekeningen zijn reeds betaald staan voldaan in het grote boek van Café 't Sluisje
het bier is onverschraald vers van de tap zo ook de dichters vanmiddag om een uur of drie ik hoop dat ik u zie in deze arcadische omgeving voor den hoogeren sfeer beleving
Zie http://www.hetsluisje.nl/oldbox.html of www.hetsluisje.nl zeven dichters treden op in 'Het Sluisje", spontane optredens uiteraard welkom Nieuwendammerdijk 297, 1025 LM Amsterdam
De geciteerde, van aanhalingstekebns voorziene regels komen uit Nescio's 't Dichterje