Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
29-03-2008
Laatste taboe
is de mens als dierlijke soort er des te triester aan toe naar de mate van zijn onderwerping aan puur natuurlijke wetten zonder polder duin en verterping echte ellende begint aan het eind van poetische podia en alfabet bij namen beginnend met letter zet
zij oefenen in levenslang wachten en vallen als het programma uitloopt als eersten altijd buiten de boot hun laatste plaats is vast omlijnd en door letterverstrengeling taboe
Asjeblief europa draagt drie nieuwe zeegebieden aan om natuur in te beschermen de Doggersbank, het Friese Front voor de zeekomkommer zeekoeten en bolle papierschelp en de Klaverbank plus uitbreiding van de kustzone de centrale oestergronden met burchtenkreeftje en perkamentworm blijven gewoon aanbevolen staan
Onze regering aarzelt stil omdat ze niks zeggen al tijden over bescherming van zelfs één zeegebied waar moeten ze naartoe met alle PCB's oestrogenen in de haagse poepbuis die in zee steekt bij Scheveninge
het blijft maar snertweer, wat zeg ik was het maar snertweer
glad ijs schaatsen onder maagdelijk vanaf holysloot knaap voelt zich bijzonder her en der bossen takken ten teken van hier wakken af en toe hoor je rrrrrrrrrrrrr het barst en het scheurt
warme sjok in uitdam geurt geen rum of cognac aanpakken niet door die spiegels zakken pittoresk zuidwou blauw van de kou hier snijdt de vaderlandse leeuw door vers dwarrelende sneeuw
heb ik niet om gevraagd weerheer scheerslags komt ommekeer terug over broek in waterland lange vaarten en ondiepe sloten pootje over alle bochten door
zachtjes gaat het regenen glijden wordt duwen en slepen ijs gaat zienderogen smelten en verpappen ik zak er door heen en besluit te kappen
drijfnat vies uit die sloot liftend weer naar holysloot
hugo claus man die groot respect genoot ook van mij als literaire alleskunner leefde en stierf ni dieu ni maître hij was zelf die meester of soeverein hij bleek bij typisch een ouderdomshandicap zo ook regisseur van zijn eigen dood
wie en waar was de genodigde die op zijn cérémonie des adieux hem attendeerde op de velen levenslang met handicap of meer nog hen die na cesuur - metselaar verliest handen opticien verliest gezichtsvermogen - de moed opbrengen verder te leven leren aanpassen voor nieuw bestaan
en al die andere aftakelende senioren ook geliefd tot zelfs niet geliefd door familie en omgeving die de moed opbrengen door te gaan waar ze steeds minder kunnen wat ze voordien konden
waarom zo zonder meer respecteren van iemand die zijn bestaan lang als Übermensch meer dan de meesten van ons succesvol kon regeren zonder wanhopige uitzichtloosheid waar Louis-Auguste Blanqui van schreef of is dit de variant van het ik-tijdperk op Robespierres stelling en uitwerking van zijn dilemma Fraternité, ou la Mort
vrienden met pasen betekent zoeken in jaargangen wie laat zich nog horen soms is er eentje fout verbonden veel stilte valt op de haak vaak zie ik ze 'm nog net smeren zouden ze zich generen fier zelfverwijt in eerste aanleg zeker weer bruusk zitten stangen zedenverwildering in mijn ogen te veel woorden wat is gelogen of zieltogend appelleren gebrek aan empathie goede smaak
zo zoekt de mens wat af straks misschien met bloemen om mijn distantie te roemen betraand aan het graf
ik kleed me dan aan om een stuk weg te mailen ik hoor ze overal dan zeggen komt hij nog wel onder de mensen
allemaal eikels zonder besef van mijn immense kracht en lef om te kunnen afstoten uit gêne en huiver angst voor een schuiver onderuit tussen vreemden die vaak zo raar kijken terwijl ik onverdroten normaal dacht te lijken
met soms vals gedacht sodeju is dat straks dan mijn aperçu
zit ik kwetsbaar en bros met mijn tong los geschoten van de afwering goudeerlijk en hondstrouw zinderend vol teer gevoel lang en breed uit de vouw binnen in voor de verkering zeg maar op mijn praatstoel je kunt er donder op zeggen dat komt onder teveel invloed van drijfnat in leeg gemoed
mouten van haver om te pappen thuis weer droog op te lapp