Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
26-03-2008
Op verhaal
zit ik kwetsbaar en bros met mijn tong los geschoten van de afwering goudeerlijk en hondstrouw zinderend vol teer gevoel lang en breed uit de vouw binnen in voor de verkering zeg maar op mijn praatstoel je kunt er donder op zeggen dat komt onder teveel invloed van drijfnat in leeg gemoed
mouten van haver om te pappen thuis weer droog op te lapp
de scheepsbel luidde hoogste kersttijd haast u dichters narren van de wallen vul de glazen laat de kurken knallen neem en neem mee de eerste de beste pak haar geef haar een lintje als geste onderweg of op tafel als het maar vrijt
velen kwamen uit de hoogste kringen gereukwaterd om door ringetjes te halen gelokt met beloftes niks te hoeven betalen wie ook zij zochten verwezen naar luwte
verzopen tussen honds gladde kasseien zij die vielen konden vaak nog herrijzen in hels kabaal van zwiepende lampen spoken met flauw grijnzende gezichten
schimmen mompelend in schuwte terwijl oceaners aan kades stampten dichters publiek muzikanten echtgenoten maitresses wat maar aanhing onverdroten - wie hield niet zijn hart vast - krompen ineen wrongen zich op de tast door het veel te nauwe mangat
meestal naar binnen op handen duinkerks in heikele hangstanden hoofden riepen roodpaars aan de crew sloeg ze over op benen met geknakte ruggen op tenen bleef roepen in godsnaam wees welkom op de schuit jullie loopt de spuigaten uit ladies en voeten gaan vóór
Wij vertrokken ooit heel stiekem bepakt voor wereldreis naar Istanboel per Oriënt Express naar ons gevoel De eerste trein liep via Haarlem
Hadden we maar een andere weg gegaan via Abcoude - misschien was het geplooid Nu werden we bezopen uit de trein gegooid En op de derde Koepelring in bed gedaan
Die bavomuggen legden ook onwettig beslag op onze sokken tickets liters peyotesap voor in Turkije om te leven zonder tap
Ook onwijs geflikt door locos van gezag Onze bestemming zeiden ze was knap schizo ik retourtje Byzantium zij enkel Hengelo
overstress voorspel je aan je buitenkant zo zeggen ze je zegt te weinig nee inzicht krijg je van de cursus mee je bent niet voor niks hier aangeland
intaker vraagt schrijf eens uit voor mij waar je wel allemaal geen nee tegen zei huishouden man werk school je kinderen vreselijk mens al dat ja moet minderen
je was immers duidelijk te sociaal je moet shoppend je contacten schrappen later krijg je thuis alleen de klappen contactarm blijkt je leven te schraal
gelukkig is daar ook een shopje voor dezelfde trainers staan voor je klaar ze zijn er om je te helpen niet waar van sloot tot sloot in twee moeites door
terwijl het ligt zo simpel als wat ik ken je toch - bij mij voel je geen nee hier sta je te blubberen als een blubberpad je zegt gewoon geen ja je gaat dom genoeg bij mij niet met je jagevoel mee
misschien is dat ook wel niet waar ik weet het eigenijk wel zeker maar teveel van het goede verklaart men te makkelijk voor waar
het is zo drukkend voelen dat ze trekken wachten op de dingen die ooit komen gaan die nooit zullen komen
ook al omdat niemand weet heeft van die dingen die zouden moeten komen het is van de gekken niemand te bekennen nog wordt er getrokken
ieder is gegaan er werd geluisterd het werd gezegd ze zaten in de weg omdat ze zo trokken zo onvrij lieten trok iedereen zich terug
het was ook zo onrustig ze moesten allemaal zonodig wat maar wat niemand kon er iets zinnigs over zeggen
terwijl ieder voor zichzelf sprak ook vanuit zichzelf wel inzag dat er teveel werd getrokken dat er meer rust moest komen vanwege al het onuitgesprokene het zwijgen en toch claimen
terwijl druk gesproken werd men heel oprecht belangstellend ja inlevend was maar ja het was te zien te voelen aan theewaters dat men echt teveel was dat men moest eerbiedigen
omdat het allemaal gewoon onontkoombaar echt zo voelde daar was duidelijkheid over niemand uitgezonderd
dat hoefden ze heus niet met elkaar te bespreken dan kun je alle dagen van het jaar wel vergaderen dat kun je toch niet maken je kent elkaar nauwelijks dus ja kom nou
zoals iedereen zei trouwens zeg nou zelf werd gezegd ja maar jammer blijft het het was vaak toch wel gezellig
hoe spiegelt de stapper zich s morgens bij de kapper met een kater van Damrak tot Oudewater muntje in zijn mond hij ruikt gezond
herkennen doet hij met zure wrevel bij verdampte kapnevel vooreerst zichzelve niet ook door opschudding darmen in razernij tot papse pudding
waar hij nog op haar kan bogen met niet al te brede scheiding het valt in slierten zonder vaste leiding vet vies kam vergeten wallen om de ogen zijn heilig vuur zit hij uit te zweten
ziet zijn ogen rollen zachtjes om niet te storen vraagt de haarsnijders hij ziet er twee drie vijf help hoort stemmen en die krijsen hoe wilt u het hebben kort lang middellang gedekt lekker lotionnetje uit een flaconconconnetje wenkbrauwen neus oren fries weertje ferrie smoggie vandaag en niet van gisteren
lijkbleek wordt hij verlost weet zich uit de stoel te hijsen mompelt iets hoort inwandig klots maar dat kan niet
wat mag men nog met de kerst verwachten zonder gerijpte achterliggende gedachten zoals aan diepe groeven in het witte krijt waar u elektrisch aangedreven de fiets berijdt
op het stuur pain aux bananes de grand-maman Muffin Santé à la cantaloup et la framboise patates frites oeufs gratinés salade nicoise gracieuze garnituur op une assiette paysanne
duizenden flessen schieten in een waas voorbij Appellation dOrigine Contrôlée Champagne geaccordeerd met bruis du plan de campagne Noël voor verse fruits de passion en poldervrij
De dichter rijmelt thuis op 'n vreemde rijmmasjien met af en toe een interruptie voor een bakkie koffie buiten schijnt de zon ja graag melk en zoetje geef mij maar speculaas even geen marsepein pepernoot ja naai op taai taai prachtig dat sinterklaasgedoe alleen die stomme rijmdwang hoe raakt gemaakt ik word niet geraakt exploitatie breekt inspiratie ik moet er nog elf maken schaamrood op de kaken
buiten schijnt nog steeds de zon de dichter denkt ik zit abuis ik ga zeggen tegen honnepon naar twee vrije vrouwen die zitten in het Glazen Huis
myn heit droege in hoed net omdat hy kaal wie jo fersinne jo dat wie ik
myn mem sei it is sa mankelyk mar aanstons as hy grut is en yn n grutte auto sit nimt hy gewoan in tûpet
dat sei se yn e gong troch de telefoan wylst ik krekt mei Brigitte Bardot boppe yn myn bêd lei te pin-uppen
my earste tins wie dat noait doch ienkear krige ik n hiele moaie san âlde joadske fan Jopie moarnsstjer yn e nachtkroech in waterloopleiner
gerjochtichheid barre by de orkaan ik hold foaral mysels fêst no, net drekt myn holle sa waard ik fan myn hoed berove
ach ik hie as teener jokte op myn kop se hawwe bestriele oant ik sei, no stop sûnt die tiid sjoch ik wat it libben bringt hieltyd wurd ik per dei ien dei ferlinge
mijn vader droeg een hoed niet omdat hij kaal was u vergist zich dat was ik
mijn moeder zei het is zo triest maar straks als hij groot is niemand die het ziet gaat-ie gewoon aan de toupet
dat zei ze in de gang door de telefoon terwijl ik net met brigitte bardot boven in mijn bed lag te pin-uppen
mijn eerste gedachte was dat nooit toch éénmaal kreeg ik een heel mooie zo'n ouwe joodse hoed in het nachtcafé van Jopie de morgenster van het Plein
gerechtigheid geschiedde bij de orkaan ik hield vooral mijzelf vast niet zozeer mijn hoofd zo werd ik van mijn hoed beroofd
ach ik had als tiener jeuk op mijn kop ze bestraalden tot ik zei nu stop sindsdien kijk ik wat het leven brengt steeds word ik per dag een dag verlengd
Jos Zuijderwijk
Toelichting: Sinneskyn, Hiltsje, heeft mijn gedicht in het fries vertaald. Dank je Hil, vanuit het diepste der diepten.
nog niet van de pedalen afgestapt in het kamp of daar kwam in het wild springend al toe gesneld wapperend blond en veel jubel in losse delen verschrikt denk je oh nee niet mee spelen die ist von kopf bis fuss auf liebe eingestellt archetype delila salome isthra van soumerië Cleopatra of Keats La Belle Dame sans Merci Marlene Marilyn Sharon Adèle of Sophia Loren maybe too much maar ik laat me niet storen for sure - the lady in black she was a vamp
welk een vragen kwamen direct bij mij boven waren balkenende en zijn broer al in haar ban los van elkaar verleid in hetzelfde laken een span waar in het gras waren roosters op waterputjes bij wind voor verkenners intiem als trekkershutjes om voor eeuwig en het nageslacht waar te nemen hoe wat onder rokken tierig weelt vrij zal waaien met genoeg sous-terrain om wat drupt te zemen hoe zou het zijn haar pikant te horen kraaien zonder claim verheven onder gaar te stoven