Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
15-03-2008
Terug van nooit weg geweest
brieven staan bol van indignatie
ze komen weer tevoorschijn zijn ze ooit wel weg geweest de schrijvers van de ingezonden stukken in rubrieken met namen als Maar Meneer de krant nog U in het sociaal verkeer
ze beginnen welsprekend kleur te bekennen namens anderen groepen zal nooit wennen zielig zijn ze zichzelf hoogst individueel eenzaam dreef klimplicht ze in vulpennen nu trillen hun toetsen gekrenkt van jennen
het gaat zoals veel kerels zich afrukken na twee zinnen wordt wijgevoel z'al teveel door wrijving gaat beheersing aan de haal algemeen belang vraagt bloed aan de paal wat eruit spuit mag er hoogstaand wezen
moe maar voldaan wordt nog eenmaal herlezen puntje extra een komma wordt uitroepteken max nog die was jarig van harte geen feest schrijver dezes loost thans zijn indignatie ter betengeling ener gerezen panificatie
werd eerst zeker vreemd piepen waargenomen bij buren die bij verhuizing stil meereizen om voor bij en na te delen in onze spijzen nu blijkt dat die zachte tonen fout doorkomen
na gekietel blijkt uit versterkt geluid het betreft geen smart maar schatergedrag ze stikken via decoders gewoon van de lach ultra hoog in toon flessen ze de kluit
toch is het unfair om van opzet te spreken bij minder beheersing van stotend ademhalen gaan ongewild vette klinken iel verschralen ze uiten zich modaal met ons vergeleken
trouwens gezien lachen aanstekelijk is wordt ons chagrijn niet beter te hanteren door ze te kietelen en daarna te imiteren daar hun vrindschap sociaal zo lonend is
zacht en teder met vingertoppen zoek je hun naden en plooien waar je je maatje je kinderen ook lachprikkelt om te verstrooien
tap even geen moppen die zijn nog niet aan ze besteed daarin lijken ze op chimpansees met slapstick kun je ze wel pakken
samen laurel&hardy te bekijken hou je adem daarbij wel in onze haha's doen die ratjes verschrikken piep subtiel mee om te blijven klikken
laatst op de middenweg trappend op de fiets midden in de meer groeide mijn besef hoe stil al weer de nieuwe ooster begraaf plaats aan de kruislaan waar men van harte ook de mens cremeert voorbij was gegaan
met pietje diep in gedachten afgedwaald op ieders lip bij de nu vergane middenstip