Van
Sconsele tot Schoonselhofxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Die ochtend van
de 18de November stuurde een groepje Nordic Walkers een schietgebedje naar de
van regen bezwangere wolken die boven het Schoonselhof minzaam naar beneden
neerkeken. En de hemel liet ons toe toch een groot deel van de raadsels van de
funeraire symbolen te ontrafelen en een belangrijk deel van onze geschiedenis
te herontdekken.
Omstreeks 1319
had Jan van Wilrike (Wilrijk) een hoeve genaamd Sconsele in bezit. Mooi (of
schoon) is het hedendaags voor scon en huis (of zaal) zou kunnen staan
voorsele.
Het Schoonselhof
is ontstaan ten gevolge van de latere uitwerking van het Edict van 26 juni 1784
uitgevaardigd door Keizer Jozef II die een einde maakte aan het bestaan van
kerkhoven in binnensteden en het begraven in kerken. In 1911 verwierf de Stad
Antwerpen het domein dat sinds de 16de eeuw als buitenverblijf
(plaisanterie) van vermogende Antwerpenaars gebruikt werd. In 1914 werd de
eerste persoon, een Duitse soldaat, ter aarde besteld.
Bij de eerste graven merkten we afgebroken zuilen, deuren op een kier, gesluierde urnen,
eikenkransen, uit mekaar glijdende handen, ouroborossen, sarcofagen, obelisken,
palmtakken, uilen, passers en winkelhaken, en meerdere andere ontroerende en
mooie funeraire symbolen. Graven met merkwaardige jaartellingen vielen op en
voor die ongewoon hoge jaartellingen op de graven van joodse overledenen en op
de zerken van de vrijmetselaars vonden we sluitende verklaringen. In het
bijzonder hielden we even halt bij het monument van de vijf slachtoffers
gevallen te Borgerhout aan de fabriek Den Bougie op 18 april 1893 in de
strijd om het algemeen stemrecht. Monumentale grafmonumenten van grote
Antwerpse bankiers en handelsfamilies, van staatslieden en grote Vlaamse namen
als Peter Benoit en Hendrik Conscience paseerden we op onze ontdekkingstocht.
We verklaarden uitbeeldingen van beroepsattributen,
herdenkingsplaten en beelden, zoals een voorsteven van een schip (Schipper
Alfons Van Broeck), toneelmaskers (Actrice Julie Verstraete-Laquet), prachtige
kunstvoorwerpen, treurende vrouwenbeelden of allegorische vrouwenbeelden die de
onsterfelijke roem of de uiteindelijke glorierijke overwinning op het onrecht
uitbeelden, zoals het monument van Jozef Lies die burgerlijk begraven wilde
worden en daarom destijds verwezen werd naar de hondenhoek op Stuivenberg. De
koperen herdenkingsplaat Corvilain van de ontploffing van 1889 herinnerde ons
er aan dat grote rampen niet alleen van onze tijd zijn. Op het ossuarium bij
het prachtige vrouwenbeeld gemaakt door Arthur Pierre herdachten we de vele
naamloze doden daar begraven toen de kerkhoven van Kiel, Stuivenberg en andere
ontgraven werden.
Funaire symbolen te over op de monumentale graven van de
vrijmetselaar Isidore Eyerman waar zelfs van de Egyptische mytologie ontleend
werd, van Louis Dousselaere die we de eerste voorzitter van de voorloper van
het OCMW kunnen noemen, van de stichter van de Rubenskring Jozef De Visch en
van journalist Harry Peter-Groesser die alle heil zag in licht, recht, vrede,
waarheid, wetenschap en ontvoogding.
De hemelgoden maakten uiteindelijk een einde aan onze wandeling toen we van het graf
van Herman Van den Reeck, neergeschoten op de Grote Markt bij een verboden
elfjulieviering, ons wilden begeven naar de graven van Albert Pot en Theofiel
Grijp beiden met revolverschoten vermoord door rechtsextremisten tijdens een
plakploegincident in 1936.
Stof te over voor
een nieuwe en aanvullende wandeling op het Schoonselhof in november 2013.
Herman


Foto's Mariette
|