Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
12-04-2004
Naar boven in de Sierra Nevada
12/04/2004 We gaan wassen. De wasserette is open, maar we kunnen alles niet drogen. Spijtig. We moeten alles nu aan de camper buiten hangen. We rijden wel eerst naar Pradollano het skidorp in de Sierra Nevada. Het is gebouwd op franse wijze op een hoogte van 2100 m. We rijden dan ook in de sneeuw. Er zijn nog mensen aan het skieën. Men kan hier een kabelbaan nemen tot de Pico de Valeta op een hoogte van 3428 m. De weg loopt ook langs daar en is dan ook de hoogste pasweg van Europa. Het is nu niet te berijden zonder kettingen en die hebben we niet bij. We blijven dus wat in het dorpje rondslenteren. We rijden dan terug naar beneden. Hoe lager we komen hoe warmer. Aan de Mirador de Canales stoppen we en kijken zo naar de Rio Genil. We hebben hier een prachtig zicht over de omgeving. We staan nu terug op ons plaatske met de was buiten. We moeten hem nu eenmaal droog krijgen.
13/04/2004 We worden wakker met een strallende zon. Dus vlug alles opgeruimd en opweg naar Güéjar Sierra. We rijden langs de Embalse de Canales en in Güéjar vinden we voor het dorp een plaats. We wandelen voorbij de bar Chiquito en volgen de Rio Genil naar boven. We passeren het oude eindstation van de spoorweg naar Granada. Zo stappen we de Barranco de San Juan in. We steken de Rio San Juan over en beginnen aan een steil stuk. Zo komen we voorbij een reuze grote kastanjeboom, die "El Abuelo" wordt genoemd. Dit betekend de grootvader. We wandelen tot de Mirador del Genil, vanwaar we een uitzicht hebben op de Alcazaba en de Malhacén. We zijn al een 3 h onderweg en we besluiten om nu terug te keren. Dalen gaat vlugger vooruit en na een 2 uurtjes staan we terug aan de bar. We hebben wel drank bij maar gaan toch op het terras zitten. Als beloning smaakt een fris pintje, niet waar. Het is onze laatste dag in de buurt van Granada.
14/04/2004 Adios Granada. We verlaten ons vast stekje in Cenes de la Vega en trekken naar La Alpujarra. Dit is een uitloper van de Sierra Nevada. We nemen de N 323 en dan de A 348 naar Lanjarón. Deze stad is gekend voor zijn lekker mineraalwater. Vóór Orgiva rijden we de steile weg links naar Pampaneira. Het is hier prachtig. Voor ons ligt de besneeuwde Sierra Nevada en dan het groen van de bergen en het wit van de dorpjes. Het is echt een hemel op aarde. We rijden tot Bubión en zoeken daar een plaatsje. We vinden dat iets buiten het dorpje. We gaan het verkennen en komen in een wirre war van straatjes uit. De bouwtrant is eigenaardig. Het hoger gelegen huisje gebruikt het dak van het huisje ervoor als terras. Ook de steegjes hebben een dak dat al terras wordt gebruikt. Amber heeft al een wasbekken gevonden om af te koelen, want het is hier lekker warm. Morgen gaan we de omgeving verkennen. We vinden in onze gids enkele wandelingen gespreid over de drie dorpen. Die gaan we zeker doen.
15/04/2004 Het heeft deze nacht geregend maar nu schijnt de zon weer. Dus op pad naar Capileira. Het wordt een stevige wandeling langs het dal van de Rio Poqueira en de in terrasen aangelegde bergen. Amber maakt uitbundig gebruik van het stromend water. Ze is soms echt een "zee"hond. Zo graag dat ze in het water zit. We stappen nu al 2 h en het begint te regenen. Nee het begint te gieten beter gezegd. We gaan dan niet naar de waterval maar als we aan het spookdorp Cebadilla, gelegen op 1500 m, komen nemen we de weg rechts. We passeren een kerk waarvan de ramen dicht gemetseld zijn. Onderweg stopt een auto en een spaanse dame wilt ons een lift geven. Maar we bedanken vriendelijk want Amber is zo vuil en nat en we kunnen dat die lieve dame niet aan doen. We komen dan ook lekende nat bij de camper aan. René droogt eerst Amber goed af zodat zij al binnen kan. We pellen ons eigen uit. Eerst natte jas, wandelschoenen, broek, kousens, T-shirt en dan lekkere droge kleren aan. Gelukkig staat de verwarming nog aan. Nu is het lekker warm in de camper. Amber ligt op het bed te slapen en wij genieten van een lekker bakje koffie. Ik geloof dat het hier 3 dagen zon en een week regen is. Zo is het toch tot hier toe geweest. Het is nu avond en het regent niet meer. Aan de overkant zien we dat het daar gesneeuwd heeft. Hopelijk worden we morgen vroeg niet wakker in de sneeuw.
16/04/2004 Het regent, het giet. Ik ben slecht gezind. Dan ga ik maar een boekje lezen. Zo leer je ook nog wel iets. Ik lees dat hier in Bubión een boeddhistische-Tibetaanse gemeenschap sinds jaren een gekend meditatiecentrum heeft. Zo is één van de Bubiónse telgen uitgekozen om de nieuwe Dalai Lama te worden, omdat een Tibetaanse Lama zich tijdens een bezoek in het jongetje heeft gerëincarneerd. Hij wordt nu ver van zijn geboorteplaats opgevoed in een Tibetaans klooster. Wat er toch allemaal gebeurd in een dorpje dat maar enkele huizen groot is. Ik ga mediteren om de zon te laten schijnen. Ik hoop dat het helpt.
17/04/2004 Het is droog. We gaan langs de camino Real del Barranco del Poqueira wandelen. Dat is een heel mondje vol voor een wandeling van Bubión naar Pampaneira. We volgen het padje tot op een stenen terras en daar horen we door enkele jongeren vlaams spreken. Het zijn jongeren die in Granada studeren en we maken er een klapje mee en vervolgen dan onze weg. Pampaneira is het grootste dorp van de drie, met winkeltjes en vele terrasjes. Hier zijn meer toeristen dan boven. Het zonnetje begint te schijnen en in de zon genieten we van een lekker tasje koffie. Amber heeft een slijkbad genomen en ligt nu in de zon op te drogen. Zie ze hier op de foto. Ze moet straks nog eens in het water zodat we haar kunnen wassen. Na het eten rijden we verder richting Pitres. Beneden gaan we eerst diesel tanken en we mogen ook water nemen van de uitbater. We moeten tot Pórtugos rijden om een parking te vinden. We staan nu naast een kapelleke en aan de overkant is een bron, de Fuente Agria & Chorrerau. Hier stoppen heel veel auto's en er worden vele flessen gevuld met het bronwater. René gaat ook wat water halen en we proeven het. Er zit heel veel ijzer in en het is niet lekker, maar misschien wel gezond.
18/04/2004 We starten vandaag met de wandeling nr. 25 uit het boekje. Ze begint in Pitres en dan dalen we af naar Mecina. Dit is een dorpje dat de tand des tijds heeft doorstaan. We wandelen voort naar Mecinilla en zo naar Fondales. Daar vind Amber een wasbekken waarin ze een douchke neemt. In Fondales komen we in gesprek met een brit. Hij woont hier reeds enkele jaren en zou niet meer weg willen. We volgen nu de Rio Trevélez tot in Ferreirola. Op een pleintje vinden we een bron met een openbaar wasbekken, de best bewaarde van Alpujarra. Dan loopt de weg omhoog naar Atalbéitar en we eindigen in Pitres. De witte dorpjes die we zijn tegengekomen zijn uniek in Spanje. Men vergelijkt ze soms met de dorpen uit het noorden van Marokko. Ze zijn in ieder geval rustig en mooi. Als je er door wandelt waan je je in een andere tijd. Hier kun je je ogen toe doen en het paarden getrappel van de Moorse heersers horen. We kunnen begrijpen dat de brit hier graag woont.