Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
06-06-2005
Een dagje in A Coruna
06/06/2005 We gaan vandaag eens door het stadje kuieren . We stappen langs de Paseo Maritime naar de grote vissers- en zeehaven. Hier is veel industrie en het stadje kan ons feitelijk toch niet bekoren. Alleen de Plaza Maria Pita met haar kathedraal, standbeeld en stadshuis is echt de moeite. We zijn na een uurtje terug aan de camper. De koelkast is leeg en volgens René liggen de muizen ook dood in de kast.We gaan een supermarkt zoeken en dat gaat tamelijk vlot.Maar dan, uit de stad geraken, dat is een ander paar mouwen. We rijden 3 kwartier rond tot we de N 550 richting Santiago vinden. Het is verschikkelijk. Onze gps flipt af en toe, ik weet niet wat er gaande is. Dus moeten we wegwijzers zoeken en op de brede boulevards staan de auto's met 3 naast elkaar geparkeerd en dan moet ik daar voorbij kunnen met een camper. Als ik naar links pink wordt er geclaxoneerd alsof ik een zonde bega. Zelfs op een kruispunt in het midden staat een auto geparkeerd. Zo een toestand zou bij ons in België niet getollereerd worden maar hier is dat normaal. We staan nu in Montàos, aan het voetbalplein, op een 15 km van Santiago. Het is hier frisser want we staan tussen de bomen en dat doet deugd. Overdag stijgt de temperatuur al boven de 30°. Ik heb het graag warm, maar trop is trop zou Van Den Boeynants gezegd hebben.
07/06/2005 We zijn in Santiago de Compostella. Het is eerst wat rondrijden om een parkeerplaats te vinden. De meeste zijn voor auto's, een grote parking ondergronds, waar later in augustus een bom van de ETA ontploft. Niet ver van het centrum vinden we dan een parking aan de universiteit van de stad. Daar het examen is staat die leeg en wordt ze al door 3 franse campers ingenomen. Wij gaan er bij staan en volgens hen is het toegestaan. Later komen nog 4 belgen aan, die ook op weg naar Portugal zijn. Het is nog maar 11 h. en we gaan naar de kathedraal. We hebben geluk, er is een dienst voor de pelgrims bezig en het groot wierookvat wordt door de beuk van de kerk gezwaaid. Dit gebeurt alleen op speciale dagen zoals op 25 juli, de feestdag van Jacobus de Meerdere en tijdens diensten voor de pelgrims. We zoeken een toeristenbureau om een adres van een wasserette te krijgen. Dat blijkt hier geen probleem te zijn, daar hier veel studenten en toeristen komen. René gaat met een zak was op stap en ik kijk naar tennis, de match Lleyton Hewitt tegen Malisse. Buiten fan van Kim Clijsters ben ik ook fan van Lleyton. Zelfs nu dat ze uit elkaar zijn, voor mij is tennis belangrijk. Na de match ga ik op zoek naar de wasserette. Is dat een zwaar labeur. In die warmte, het is 36°, en met een grote zak was aan de hand en een hond die trekt van hier naar daar. Ze ruikt vanalles en wilt alles besnuffelen. Blijkt dat Amber in de wasserette niet binnen mag. Ik geef de was aan René en ga dan op zoek naar een taverne of zo iets. Hier in Spanje zijn ze niet hond vriendelijk. Dat hadden we al ondervonden. Ook hier ga ik driemaal ergens binnen en wordt terug buiten gestuurd. Ik vind dan toch een studentenlokaal en neem plaats aan een tafeltje in de hoek. Ondanks dat ik verschillende malen teken doe, moet ik een kwartier wachten om een koffietje te bestellen. Ze zijn hier inderdaad helemaal niet vriendelijk. Rond 20.00h komt René ook naar binnen. De was is gedaan en hij snakt naar een frisse pint. Vandaag wordt er niet gekookt, we eten een koude schotel want het is veel te warm.
08/06/2005 Het is heet, heet, heet en nog eens heet. Zelfs de inlandse bevolking klaagt. Volgens hen zijn deze temperaturen niet normaal. In het noorden is het gewoonlijk frisser. We slenteren door de oude smalle straatjes met vele kleine restaurantjes die hun waren uitstalen zoals in de "Rue de Boucher" in Brussel. We laten ons dan ook verleiden en gaan op een terrasje gambas eten. René à la plancha en ik à Ajillo. Je reukt de look al van ver, maar het is lekker. De straatjes lopen leeg want het is al laat in de namiddag en iedereen houdt zijn siesta. Wij wandelen ook rustig naar de camper, die lijkt op een sauna. Dus vlug de airco aangezet zodat het wat draagelijk wordt. We slapen met verschillende ramen open want zelfs s'nachts blijft het warm. Ik hoop later wat foto's toe te voegen, maar mijn vorige computer is geflipt( het was een derdehands om te oefenen) en ik heb mijn foto's niet opgeslagen op een cd. Dit is natuurlijk een grove fout, maar ik ben dan ook nog maar 1 maand met internet bezig.Diny gaat nu proberen hem (of is het haar) nog eens aan de praat te krijgen. Dus moet ik maar afwachten.
09/06/2005 We hebben deze nacht goed geslapen. We beginnen dus uitgerust aan het tweede gedeelte van onze reis. Van Santiago naar Portugal, dit is maar een kleine 570 km. Dat valt mee na reeds 4079 km afgelegd te hebben. Ik hou dagelijks in een logboek de afstand welke we die dag hebben afgelegd en de afstand in het geheel bij. Nu rijden we naar Cabo Fisterra, het meest westelijk punt van het spaanse vasteland dat met de auto te bereiken is. We nemen de C 543 naar Noia dan Muros, een klein havenplaatsje, richting Carnota. Daar nemen we een stop om de langste horreo, die reeds in gebruik is van einde 18de eeuw van Galicie te bewonderen. Hij is 30 m lang en hij is gebouwd tijdens een wedstrijd met een dorpje iets verder gelegen. De andere horreo is maar 28m. Ze zijn hier zeer fier op hun bouwwerk. Een horreo wordt gebruikt om graan, stro en mais te laten drogen en te bewaren. Hier zijn ze rechthoekig en in Asturie zijn ze vierkant. Op onze weg naar Corcubion stop ik achter een schoolbus, waar enkele kinderen uitstappen. Een ongeduldige Spanjaard steekt mij voorbij en op het zelfde moment steekt een jongen de weg over. René en ik roepen luid en doen onze ogen toe uit schrik. Gelukkig moet de auto helemaal links rijden daar ik in het midden van de weg sta.Rakelings rijdt de auto de jongen voorbij. Wij zijn beiden van ons melk , het voorval drukt heel de dag op ons gemoed. Vanuit Corcubion rijden we langs de C 552 naar Cabo Fisterra. We vinden een plaatsje om te staan en gaan dan eens een kijkje nemen aan de vuurtoren. De kaap steekt als een reusachtige vin uit de Atlantische Oceaan. De Kelten hielden hier hun religieuse rituelen en in de middeleeuwen oefende hij ook een grote aantrekkings kracht uit. De pelgrims die nog fit waren trokken van Santiago naar de Cabo om hun wandelstaf in het water te gooien. Voor hen was dit het einde van de wereld, daar die volgens hen plat was en met een rilling keken zij naar de ondergaande zon. Niet alleen zij maar ook wij zijn onder de indruk van de parchtige kleuren. Het is in één woord prachtig. We hebben gelukkig goed weer en een heldere hemel. Tijdens de rit vandaag lag de zee wat n de nevel, maar hier is alles open. Tegen de avond komen er veel mensen te voet en met de auto, zelfs een vijftal campers, naar boven. Allemaal om naar de zonsondergang te kijken. Het is dus wachten en René vangt ondertussen een uiltje. Ik ga met Amber wandelen en vind een kraantje aan een bron, waar we morgen water kunnen tanken. Ons wachten wordt beloond met een prachtig schouwspel. Allen kijken we naar de zon en zelfs de Spaanse vrouwen zwijgen, en dat is al een wonder. Als het helemaal donker wordt keert iedereen terug naar beneden, zelfs de campers. Wij blijven staan om van de rust te genieten en we horen de stilte en het kraken van de bomen onder de wind.Dit is de vrijheid die wij zo graag hebben. Daar zijn geen woorden voor.
10/06/2005 Op de C550 volgen we de kustlijn naar het zuiden. Langs kleine dorpjes en grillige rotsen rijden we naar Ribeira, waar we boodschappen doen, en zo langs Padron,Vilagarcia de Arousa en houden halt op het schiereilandje met als stadje O Grove. Het is zeker bekend in Portugal want het krioelt hier van de Portugezen. We staan hier met 8 campers, waarvan 7 Portugezen. Ja,Belgen zul je hier niet veel vinden. Af en toe een Nederlander met een caravan en uitzondelijk een Belgische auto. Ondanks de schoonheid van de natuur is dit een weinig bekende streek. We gaan een wandelingske doen langs de bekende Paseo Maritime en laten Amber zwemmen. Ook een terrasje hoort er bij en ik drink een plaatselijk wijntje; hmmmm lekker.
11/06/2005 nze volgende halte is de stad Pontevedra, die een roemrijke geschiedenis heeft dankzij de scheepvaart. Men beweert dat hier de Santa Maria, het schip van Colombus gebouwd is. Het heeft een oud kern met smalle straatjes en heel veel pleintjes. Vooral de Plaza da Lena loont de moeite, met zijn huisjes met groen geverfde ramen en deuren. Natuurlijk ook vele kerken, iets wat hier in Spanje veel voorkomt. We vervolgen onze weg en stoppen aan de baai van Aldan, waar we een plaatsje vinden aan de zee. Er hangt weer wat nevel en men heeft de indruk dat een spaanse armada op de zee drijft, maar het zijn feitelijk de vele oesterbakken met hun lekkernijen die daar drijven. Morgen rijden we naar Vigo, de oesterstad zo als men zegt.
12/06/2005 e stad Vigo is meer een havenstad. We zijn op zoek naar de oesterskraampjes, maar daar het zondag is, is alles gesloten. We hebben pech. We rijden dan maar verder het laatste stuk van de Atlantische kust af. Het is hier stil, weinig bewoond en veel vlakker dan de kust in het noorden.We staan nu in de haven van A Guardia. De vissers laten ons rustig staan. Ze zijn vriendelijk maar wel zeer teruggetrokken. We gaan inkopen doen en dan vroeg slapen.