Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
07-06-2005
Aankomst in Santiago
07/06/2005 We zijn in Santiago de Compostella. Het is eerst wat rondrijden om een parkeerplaats te vinden. De meeste zijn voor auto's, een grote parking ondergronds, waar later in augustus een bom van de ETA ontploft. Niet ver van het centrum vinden we dan een parking aan de universiteit van de stad. Daar het examen is staat die leeg en wordt ze al door 3 franse campers ingenomen. Wij gaan er bij staan en volgens hen is het toegestaan. Later komen nog 4 belgen aan, die ook op weg naar Portugal zijn. Het is nog maar 11 h. en we gaan naar de kathedraal. We hebben geluk, er is een dienst voor de pelgrims bezig en het groot wierookvat wordt door de beuk van de kerk gezwaaid. Dit gebeurt alleen op speciale dagen zoals op 25 juli, de feestdag van Jacobus de Meerdere en tijdens diensten voor de pelgrims. We zoeken een toeristenbureau om een adres van een wasserette te krijgen. Dat blijkt hier geen probleem te zijn, daar hier veel studenten en toeristen komen. René gaat met een zak was op stap en ik kijk naar tennis, de match Lleyton Hewitt tegen Malisse. Buiten fan van Kim Clijsters ben ik ook fan van Lleyton. Zelfs nu dat ze uit elkaar zijn, voor mij is tennis belangrijk. Na de match ga ik op zoek naar de wasserette. Is dat een zwaar labeur. In die warmte, het is 36°, en met een grote zak was aan de hand en een hond die trekt van hier naar daar. Ze ruikt vanalles en wilt alles besnuffelen. Blijkt dat Amber in de wasserette niet binnen mag. Ik geef de was aan René en ga dan op zoek naar een taverne of zo iets. Hier in Spanje zijn ze niet hond vriendelijk. Dat hadden we al ondervonden. Ook hier ga ik driemaal ergens binnen en wordt terug buiten gestuurd. Ik vind dan toch een studentenlokaal en neem plaats aan een tafeltje in de hoek. Ondanks dat ik verschillende malen teken doe, moet ik een kwartier wachten om een koffietje te bestellen. Ze zijn hier inderdaad helemaal niet vriendelijk. Rond 20.00h komt René ook naar binnen. De was is gedaan en hij snakt naar een frisse pint. Vandaag wordt er niet gekookt, we eten een koude schotel want het is veel te warm.
06/06/2005 We gaan vandaag eens door het stadje kuieren . We stappen langs de Paseo Maritime naar de grote vissers- en zeehaven. Hier is veel industrie en het stadje kan ons feitelijk toch niet bekoren. Alleen de Plaza Maria Pita met haar kathedraal, standbeeld en stadshuis is echt de moeite. We zijn na een uurtje terug aan de camper. De koelkast is leeg en volgens René liggen de muizen ook dood in de kast.We gaan een supermarkt zoeken en dat gaat tamelijk vlot.Maar dan, uit de stad geraken, dat is een ander paar mouwen. We rijden 3 kwartier rond tot we de N 550 richting Santiago vinden. Het is verschikkelijk. Onze gps flipt af en toe, ik weet niet wat er gaande is. Dus moeten we wegwijzers zoeken en op de brede boulevards staan de auto's met 3 naast elkaar geparkeerd en dan moet ik daar voorbij kunnen met een camper. Als ik naar links pink wordt er geclaxoneerd alsof ik een zonde bega. Zelfs op een kruispunt in het midden staat een auto geparkeerd. Zo een toestand zou bij ons in België niet getollereerd worden maar hier is dat normaal. We staan nu in Montàos, aan het voetbalplein, op een 15 km van Santiago. Het is hier frisser want we staan tussen de bomen en dat doet deugd. Overdag stijgt de temperatuur al boven de 30°. Ik heb het graag warm, maar trop is trop zou Van Den Boeynants gezegd hebben.
05/06/2005 We zijn vandaag naar A Coruna gereden. Dit is een grote stad gelegen aan de kust. Ze is vooral gekend voor zijn goede voetbalploeg. Daar het zondag is en er een stoet rond trekt, staan we in de file en moeten we langs verschillende smalle straatjes rijden. We komen zo op een soort ring rond de stad. We hebben een stadsplan op onze kaart en rijden naar de Torre de Hercules, in de hoop daar een parking te vinden. Inderdaad, hier is veel plaats om te staan. Het is mooi aangelegd met grasvelden en paadjes. De grasvelden worden door de spanjaarden gebruikt als pick-nick plaats. Wij gaan eventjes naar de toren en dan naar binnen, want de tennisfinale herren op Roland Garros begint en dat wil ik niet missen. René gaat voor mij een ijsje kopen. Dat smaakt met zo 'n warm weer. Het is een spannende match geweest. Het is uiteindelijk een 5setter geworden met Nadal als winnaar. We gaan daarna ook wat buiten zitten en zien dat er verschillende bussen stoppen, hun passagiers lossen die met koelboxen en grote zakken naar het grasveld stappen. Ze zetten zich neer, laden alles uit en beginnen te eten. Een uurtje daarna stappen ze in de bus en vertrekken terug. Dit is de vrijetijdsbesteding bij uitstek van de spanjaard. Overal zie je gebouwde barbeques en houten tafels en banken. Met de warmte hier is dat nu wel gevaarlijk. Zo is er in de buurt van Madrid een bos afgebrand door een slecht gedoofde barbeque. Tegen dat het donker is staan we hier alleen. Iets later komt er nog een camper aan.Het zijn portugezen. Ze zijn niet zo ver van huis. We gaan ze groeten maar buiten portugees spreken ze geen andere taal. Ons gesprek is kort. Dat belooft voor later.
04/06/2005 We blijven hier nog een dagje staan, want deze namiddag speelt Justine de finale tegen Mary Pierce op Roland Garros. We zijn dan in de voormiddag naar het stadje gewandeld en boodschappen gedaan. Ook hier vind je al de glazen gevels, zoals ze in A Coruna te zien zijn. Deze namiddag dus naar de tennis gekeken. De match is niet zo spannend want Justine wint met 6-1 en 6-1. Hopelijk is de mannenfinale morgen spannender.
03/06/2005 Deze voormiddag hebben we op het noorgelijkste punt van Spanje gestaan We pakkeren onze camper naast 2 auto's en gaan naar de Punta de la Estaca de Bares kijken. Het waait daar maar het uitzicht is prachtig. We blijven een tijdje op een rots zitten, terwijl Amber met een nieuw vriendje over de rotsen springt en zich eens goed uitleeft. Terwijl we terug gaan, komen enkele mensen naar ons met de vraag of wij iets verdachts gezien hebben op de parking. Bij het jonge koppel die we gekruisd hebben op de weg, is ingebroken. Wij hebben niets opvallends gezien, want buiten de 2 auto's was er niemand op de parking. We zijn dan ook gaan kijken en bij ons is alles in orde. Bij de andere auto is de ruit ingeslagen en alles is er uitgenomen. Spijtig voor het koppel die op huwelijksreis is. We rijden dan naar het vissersdorpje Cedeira. Aan de haven is een grote parking, waar we gerust kunnen staan. Een beetje verder staat een standbeeld van een meisje. In de haven is niet veel te zien dus gaan we morgen naar het dorpje zelf.
02/06/2005 Gisterenavond is er nog een camper naast ons komen staan. Het zijn Fransen op weg naar huis. Ze hebben al een trip naar Portugal achter de rug. Dus hebben wij van hun een aantal bruikbare tipjes gekregen. Wij hebben hun een aantal plaatsen aangeduid die de moeite zijn om te bezoeken. Deze nacht heeft het wat geregend maar nu schijnt de zon terug. We besluiten om hier een dagje te blijven. Het is hier mooi, rustig en de zon schijnt, wat moet men meer hebben. We gaan naar het stadje langs de duinen. Amber heeft een trap gevonden langs waar ze naar beneden kan om naar het water te lopen. Nu kunnen we ze niet meer tegen houden. Zij kronkelt zich in het water van geluk. Zij komt dan naar ons gelopen en vlak naast mij schudt ze zich uit. We stappen verder en ontdekken een gezellig terrasje. De uitbater blijkt een beetje nederlands, frans en duits te spreken. Hij heeft in die landen gewerkt als laborant en daarna deze taverne overgenomen. Hij is echt blij om ons in het frans te woord te kunnen staan en voor ons is het gemakkelijk om eens een goed gesprek met een inwoner te hebben. Zo weten we nu dan een asturiër vriendelijk en sociaal is en een galiciër heel gesloten en onvriendelijk. Dat moeten we natuurlijk zelf nog ondervinden, want morgen rijden we Galicië binnen.
01/06/2005 We zijn deze voormiddag gaan wandelen. Het weer is prachtig. Op het einde van de boulevard is een gedenkteken voor de slachtoffers van de zee. Buiten de paseo is er niet veel te zien in het stadje. We rijden dus verder langs de N634. In Tapia zoeken we een plaatsje om onze boterhammetjes op te eten, maar nergens iets te vinden. We zijn dan maar langs de baan gestopt om te eten. Door een ingeving rij ik in Foz van de baan en hier vinden we een mooie plaats met zicht op zee. De gemeente heeft hier veel werk geleverd. Zij hebben de duinen hier voorzien van trappen en wandelpaden. We zijn naar het stadje gewandeld om boodschappen te doen. In de duinen zitten veel meeuwen met hun kuikens. We blijven hier een dagje staan.
31/05/2005 We zijn vandaag enkele grote steden voorbij getrokken Villaviciosa (centrum van de cider) Gijon (met grote industriehaven) en Avilés ( veel industrie) Daar we meer van de nartuur houden laten we de steden links liggen en rijden zo verder langs de kust en kleine dorpjes.Zo zie je hier de vierkante horreos van Asturie, die gebruikt worden om het stro en de mais te laten drogen en te bewaren buiten het bereik van de ratten en muizen.Ze staan gewoonlijk op 6 betonnen paddestoelen. Aan ieder huisje staat er wel een. We zijn dus gestopt in Salinas, een grote badplaats. Daar is voldoende parking zodat we nu op een goed plaatske staan met zicht op zee.
30/05/2005 Het regent niet meer. We gaan naar boven wandelen en de grot en de basiliek bezoeken. Een ernorm groot klooster en een hotel maken ook deel uit van het dorpje, dat bestaat uit 100 inwoners. Na een half uurtje staan we terug aan de camper. We zetten onze weg verder langs de AS 114 naar Panes zodat we terug op het punt komen waar we onze trip door de Picos begonnen zijn. We nemen dan de kustweg ,de N634 en stoppen in Lanes. Daar vinden we een parking buiten het dorpje. We gaan onze beentjes strekken en ook Amber is blij dat ze wat kan rondrennen. Ze uit dat door in een spurt weg de rennen en dan even snel bij ons terug te komen, als of ze ons wil bedanken. We wandelen langs een met gras bezaaide Paseo de San Pedro. Van hier uit kan men het strand en de zee zien. Amber reukt de zee en gaat steeds op het muurtje staan en kijkt ons dan vragend aan, maar het is veel te hoog en zij kan nergens uit het water, dus niet zwemmen vandaag. Morgen vinden we wel een plaatsje waar ze wel in zee kan.
Naar Covadonga,de bakermat van de spaanse monarchie
29/05/2005 Het is zondag en René bakt pannekoekjes. Lekker als ontbijt met een dampend tasje koffie en een fijne babbel. Het is nog altijd nat en mistig. Dan moet men het binnen maar gezellig maken. Toch vertrekken we vandaag naar Covadonga. In de prachtige Sierra de Covadonga is de Spaanse monarchie geboren. Hier vocht het kleine leger van Pelayo in 718 tegen het leger van de emir van Cordoba. Asturias koos Pelayo als vorst, de eerste cristenkoning van Spanje. We nemen de N621 en rijden langs de Desfilandero de Liesba, dan volgen we de Rio Yuso het stuwmeer van Riano,verder naar de Puerto dol Ponton en zo de Desfilandero de los Beyos in. Spijtig dat alles zo in de mist ligt. Op sommige plaatsen zien we maar 10 meter voor ons. Ik moet met de gps de weg volgen, want ik zie die zelfs niet. De volgende keer moeten we dit nog eens overdoen maar dan met mooi weer. We passeren Cangas de Onis en zo langs de AS262 naar Covadonga. Men kan naar de Mirador del Reina rijden,maar dit met een stijging van 18% en dat ga ik de camper niet aandoen. Dus stoppen we aan de kathedraal, maar al de parkings zijn volzet. Het is dan ook zondag en geen enkele spanjaard blijft dan thuis. We zijn dan maar een stukje naar beneden gereden en op een lager geleden parking was nog plaats genoeg. Het water komt nog met emmers naar beneden en wij beslissen tot morgen te wachten om het heiligdom te bezichtigen. René gaat met Amber buiten en ik zet een bakje troost en neem een belgisch koekje om het wat op te fleuren. Hopelijk is het morgen beter weer.>
28/05/2005 Het is vanmorgen heel ander weer dan gisteren. De bergen liggen in de mist en de temperatuur is met een 10° gezakt. We maken ons wel klaar met wandelschoenen en sticks en gaan dan toch op stap. Ons plan is om de kabelbaan te nemen en dan een wandelpad af te stappen. Blijkt nu dat Amber niet in de kabelbaan wordt toegelaten. Dit is wel een teleurstelling maar wij laten haar niet graag achter en zoeken dus naar een padje om toch maar onze beentjes te kunnen strekken. Na een twee uurtjes zijn we al rond en gaan dan een koffietje drinken op het terras. We hadden iets anders verwacht van deze dag en we beslissen om morgen dan maar verder naar de kust te rijden.
27/05/2005 Ik heb Kim vanmorgen zien spelen op Roland Garros. Ze moest tennissen tegen Hatchukova en heeft natuurlijk weer glansrijk gewonnen. We zijn dus tot deze middag blijven staan en na de match terug richting Picos. Nu is het te hopen dat we daar een wandeling kunnen maken. Het is vandaag stikkend heet. In Potes is René nog boodschappen gaan doen en ik ben in de camper gebleven. Wij hebben airco, maar alleen in het woongedeelte. In de cockpit ( het rijgedeelte) zoals wij die noemen is het dus altijd warm. Toen we verder naar Fuente Dé reden zag ik dat René zijn venster had opengedraait, dus tastte ik naar de hendel om ook mijn venster open te draaien. Het viel René op dat ik steeds naar iets zocht en na een paar minuten vroeg hij wat er gaande was. Op dat moment besefte ik wat ik deed en begon gierend te lachen. Hij begreep er niets van en toen ik het hem vertelde zei hij dat dit nu met een knopje ging. Ik rij nu al 3 jaar met de camper en hoe kon ik zo verstrooit zijn. Zulke zaken gebeuren dikwijls bij mij. De kinderen zijn dat al gewoon en vragen steeds na de reis wat ik nu weer verkeerd gedaan of gezegd heb. Met tranen in de ogen zijn we dan aangekomen op de parking. Daar stond nu ook een belgisch koppel met hun camper. We zijn kennis gaan maken. Zij reden reeds een week in de buurt rond en ze wisten ons te vertellen dat hier nog beren en wolven leefden, maar ik geloof dat we die niet zullen zien. We gaan nu nog wat lezen en dan het bed in want morgen gaan we de bergen in.
26/05/2005 Vanmorgen paniek. Onze garagist uit Aartselaar belt ons op om te zeggen dat het bestelde stuk binnen is. Nu is de camper voor een groot nazicht binnen geweest voor de afreis en ze hadden mij verzekerd dat alles in orde was. Daar René nog ik zelf iets afweet van mechaniek heb ik graag dat alles goed in orde wordt gebracht voor wij vertrekken. Dus val ik uit de lucht want ik weet van niets. Nu blijkt er een stuk van een gedeelte van de krukas versleten te zijn en dat moet vervangen worden. Dus moeten wij een garage zoeken die niet te ver af gelegen is en liefst in een stad, want die heeft gewoonlijk wel een voorraad. In het boekje staat een garage vermeld in Santander. Dus zijn wij deze voormiddag naar daar vertrokken en dank zij de gps hebben we de garage vlug gevonden. René heeft dan met hand en tand uitgelegd welk het probleem was, gelukkig was er iemand in het bureel dat frans sprak. Geloof het of niet, ze hadden dat stuk binnen en op een halfuurtje reed ik de camper terug buiten. Nu staan we aan de zee in San Vicente de la Barquera op een groot grasplein aan de plaja Mehou. We zijn allebei opgelucht dat het zo goed verlopen is. Morgen rijden we terug naar de Picos.
25/05/2005 Het is warm. Het is zeker 30° in de zon. Vandaag zijn we naar de Picos d'Europa gereden. Deze bergketen was het eerste dat Columbus zag van Europa toen hij terug kwam van zijn wereldreizen. We rijden door de kloof van Hermida, hier de Desfiladero de Hermida genoemd. Zeker zo mooi en smal als die van de Tarn. Daarna een stop in Potes om boodschappen te doen. René is de kok en dus ook de inkoper. Hij moet er mij dikwijls attent op maken dat we zonder brood of drinken zitten. Daar de winkels hier gesloten zijn tot 16.30h iets wat wij niet gewoon zijn, slenteren wij wat door het stadje en laten Amber zwemmen in de Rio Deva. Daarna rijden we verder tot Fuente Dé, het hoogste punt welk men kan bereiken met de auto. Met de kabelbaan kan men nog tot een hoogte van 1800m en van daar uit lopen verschillende wandelpaden. Hier is alleen een parador, het station van de kabelbaan en een grote parking, waar wij nu op staan. Morgen gaan wij hier een wandeling maken.
24/05/2005 Vandaag rijden we terug naar de kust. Vanuit Ste Domingo rijden we richting Haro en dan nemen we de N232. Vanaf Ona loopt de Ebro langs de baan. Eens het stuwmeer van de Ebro voorbij en dan de puento del Escudo op. Daarna loopt de N232 door een smalle kloof. Gelukkig is er niet veel verkeer. Buiten af en toe een auto rijden we hier moederziel alleen.Het lichtje van de dieseltank brandde al een tijdje en het was nu wel dringend om een tankstation te vinden. Ik moet erbij vertellen dat ik niet graag ga tanken. Ik heb daar sinds ik met de auto rijd een hekel aan. Met gevolg dat we dikwijls op het laatste nippertje gaan tanken. Als we thuis zijn is dat geen probleem maar hier in de middle of nowhere is dat wel een probleem. Mijn man is het aan een spanjaard gaan vragen en we moesten nog een 10km rijden. Het is weer op het nippertje en ik beloof dat ik in het vervolg op tijd ga tanken. We hebben ook water getankt. Hier is het wel soms moeilijk om water te tanken, te lozen en wc te reinigen, maar we vinden daar wel altijd een oplossing voor. Aan de tankstations hebben ze water en mits een kleine vergoeding, die ze soms nog weigeren kunnen wij ons bevoorraden. We hebben dan een bezoekje gebracht aan Santillana del Mar, een stadje waarvan de oude kern goed bewaard is Hier liepen weer vele toeristen rond, ook japaners. Een japaneese dame kwam naar ons, wees naar Amber en zei " Perro?" mijn man anwoordt " si perro negro" dan zij weer " Perro negro?" mijn man " si labrador" dan zij weer "whats name?" mijn man "Amber" dan zij weer " Ambell?" mijn man heel droog weg " No Amberrr" toen moest ik mij omdraaien want ik kreeg de slappe lach want de japaneese nam een vriendin bij de arm en zei " perro negro labrador Ambel" ik kon niet meer vooruit van het lachen, ze vroeg dan nog "me picture with Ambel?" iets dat we natuurlijk toestonden en zo is Ambel op de foto mee naar Osaka. Als we nu tegen Amber af en toe Ambel zeggen begint zij te kwispelen alsof zij zich de Japaneese herinnert. In dit stadje staan we nu nog op een speciale toeristenparking die ons door een vriendelijk agent werd aangewezen
23/05/20025 We zijn op zoek gegaan naar de dinosauriërs. Vanmorgen zijn we langs de N111 naar Estella, de oude hoofdstad van Navarra gereden en dan bij de splitsing de NA132 naar Tafalla en Olite en de LR115 naar Arnedo. Van daar uit naar het dorpje Encisio. Een klein dorpje waar vele versteende dinosaurussporen gevonden zijn. er is zelfs een dino-route. Wij zijn door het dorpje gereden en overal waren er wegwijzers met een dino op maar gelijk waar we reden, nergens geen sporen te vinden. Na een uur zoeken hebben we de moed opgegeven en zijn dan maar naar Calahorra gereden. Dat is een stadje in La Rioja aan de andere zijde van de pelgrimsroute. Op de weg naar Logrono zien we veel ooievaarsnesten op de schouwen en vooral op de electriciteitspalen. Nog voor de stad slaan we de N120 op naar Najera en als stopplaats kiezen we Ste Domingo de la Calzada. Daar zijn twee paradors en gewoonlijk mag men daar op de parking staan. Inderdaad twee wegwijzers naar de parador, maar de ene leidt ons naar buiten en niets te vinden en de andere leidt ons naar binnen, maar daar kunnen we niet in want we zijn te groot. Dus op zoek naar een ander plaatske. We staan hier nu in een buitenwijk waar ze nog volop aan het bouwen zijn. Dus rustig waar we de deur kunnen openzetten en de luifel uit. Terwijl ik onze dagboek bijschrijf schilt René de patatjes. Zo hebben wij het werk verdeeld. Ik rij en hij kookt. Ik doe de afwas en hij gaat dan wandelen met Amber. Als men leeft op zo een kleine oppervlakte zoals een camper moet men goede afspraken maken, want anders zit men vlug op elkaars lip. Zo blijf ik 's morgens liggen en hij maakt het ontbijt klaar. Dan sta ik op en we ontbijten samen. Dan gaat hij buitmen met Amber en ik ruim op. Zo is alles goed verdeeld.
22/05/2005 Vandaag zijn we naar het dorpje Lumbier gereden. Iets buiten het dorpje ligt de kloof. We zetten onze camper op de parking en wandelen dan de kloof binnen. Het is eigenaardig dat men geen gieren ziet buiten de kloof en wanneer je de kloof in stapt duiken ze plots op. We hebben er zeken 30 à 40 zien vliegen. Tijdens de wandeling moet je door twee tunnels. Allebei zonder enige verlichting. De eerste is korter en zo zie je vlug terug de uitgang, maar de tweede is veel langer en een stuk loop je in het stikkedonker. Zo donker zelfs dat je tegen de kant loopt. Al lachtend tast ik de muur af om zonder builen verder te gaan. Zelfs Amber blijft dicht tegen mijn benen lopen. Is het omdat ze ook niets ziet of om mij te leiden, wie weet. Na enkele tientallen meters zien we een spierke licht opduiken en vlug kunnen we weer gewoon verder stappen. Eens buiten de tunnel zie je weer geen gieren meer. Toch eigenaardig. We zijn dan verder langs de N240 door de Valle del Aragon naar het stadje Puente la Reina. Na wat zoeken hebben we een plaatske gevonden buiten het stadje.
21/05/2005 We vervolgen onze weg langs de NA 140 naar Ochagavia en zo langs de Barranco de Uztarroz naar de Valle del Roncal. Ik sta verstomd dat het hier zo mooi is. Men heeft altijd het zuiderse Spanje voor de ogen maar dit is helemaal anders. We rijden door de dorpjes Roncal en Burgui en voorbij de Puerto Iso vinden wij een overnachtingsplaats aan de Hoz de Arbayun. Hier zien wij onze eerste vale gieren vliegen. Het zijn roofvogels met een vleugelwijdte van 2,5m. Wij zien ze tegen de avond hun slaapplaats opzoeken. Met de verrekijker kunnen we ze heel goed bekijken en enkele zitten zelfs op een nest.
21/05/2005 We hebben ons vandaag overslapen. Dus wat later vertrokken dan anders. Langs de N135 naar de grens door een prachtig woest berglandschap. Aan de pas van Roncesvalles zijn we gestopt en uitgestapt om het gedenkteken voor Roldan, een legeraanvoerder waaraan het epos le Chanson de Roland is opgedragen, te bekijken. Verder staat een klooster met enorme slaapzalen dat beheerd wordt door vrijwilligers. Bij Burguete splitsen de NA172 naar Lumbier en de NA202 naar de Valle de Salazar. Wij nemen de weg naar Lumbier, een streek dat gekend is voor de gierenpopulatie.
20/05/2005 Als echte belg lopen wij ook geen terrasje voorbij en ik proef dan ook eens van de plaatselijke aperitief. De kelner was vol lof over het "baskisch aperitiefje" en ik wou dat dan ook geproefd hebben. We zijn tegen etenstijd terug naar ons rijdend huisje gewandeld en op deftig uur gaan slapen. Zo adieu Frankrijk, hello Spanje here we come.