Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.
Onderweg met Marleen De Smet
27-04-2012
Bestendiging dorpsgedicht op de tuinmuur van het Galmaardse Baljuwhuis
Dorpsgedicht Galmaarden
Op zondag 29 april wordt in de tuin van het Baljuwhuis, een
gedicht van Marleen De Smet, de dorpsdichter van 2011, plechtig onthuld. Sinds
enkele jaren worden van alle dorpsdichters van Galmaarden één gedicht
vereeuwigd op de geklasseerde tuinmuur van het Baljuwhuis. Op zondag om 13.30
uur is het de beurt aan Marleen De Smet, de dorpsdichter van vorig jaar, om
haar gedicht in aanwezigheid van tal van bezoekers, te onthullen.
Aansluitend zal op de binnenkoer van het Baljuwhuis het gedicht
dat Karel De Pelsemaeker de huidige dorpsdichter van de gemeente Galmaarden,
geschreven heeft ter gelegenheid van de Pajotternijen, toegelicht worden
Acht ongepubliceerde gedichten van zes dichteressen: Christina Guirlande, Marleen De Smet, Hannie Rouweler, Nicole Van Overstraeten, Catharina Boer en Rozemarijn van Leeuwen.
Voorwoord door de dichter/vertaler Joris Iven.
Fragment: "...Maar zo is deze bundel niet gestructureerd. Hierin maak ik kennis met dichteressen die elkaar afwisselen met één gedicht. //..//Wat is de bedoeling van deze structuur?, vraag ik me dan af. Het zou de bedoeling kunnen zijn om een soort gemeenschappelijkheid onder deze vrouwelijke dichteressen te accentueren. Allemaal vrouwen, allemaal eenzelfde poëtische stijl en thematiek. Maar dat is helemaal niet het geval. Hoewel de vrouwen afwisselend aan de beurt komen met één gedicht, wordt daarmee niet de gemeenschappelijkheid benadrukt, maar wel de verscheidenheid. En wat een verscheidenheid krijgen we hier onder ogen!"
Spiegels, bakens
(6 dichters)
Pocketboek, 64 pagina's
Prijs:
14.00
Zes dichters: Mark Meekers, Frank Decerf, Guy van Hoof, Maarten van den Elzen, Joris Iven en Frank Despriet. Met ieder acht nieuwe gedichten.
Voorwoord door de dichter/vertaler Christina Guirlande.
Een fragment: "De titel van deze bundel gedichten Spiegels, bakens, met werk van Mark Meekers, Frank Decerf, Guy van Hoof, Maarten van den Elzen, Joris Iven en Frank Despriet, deed mij spontaan denken aan enkele versregels uit Klein boek om het licht heen van Hans Andreus: Ik grens aan twee kanten van het licht/ / een spiegel kijkt in een spiegel. Hoewel de zes dichters niet doelbewust naar deze titel toe hebben geschreven, houden zij ons een spiegel voor waarin ze naar zichzelf, naar hun omgeving, naar de samenleving kijken. Ze schetsen soms, net als in een spiegelpaleis, een niet altijd zo fraai beeld van mens en wereld. Gelukkig geeft de spiegel ook meermaals een spervuur van kleuren weer (M.v.d.E.) en schrijven we alle dagen in een andere taal (G.v.H.)."
Dichtbundel kan vanaf heden besteld en verzonden worden:
Tweede jaarboek van de Vlaams-Nederlandse Dichtergenootschap 'De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee'
BELANGRIJK PERSBERICHT
Thierry Deleu
VOORSTELLING VAN HET
TWEEDE JAARBOEK VAN
VLAAMS-NEDERLANDS DICHTERSGENOOTSCHAP
De 50 Meester-dichters
van de Lage Landen
bij de zee
IN DE RAADZAAL VAN HET
GEMEENTEHUIS VAN KOKSIJDE,
Zeelaan 303,
op woensdag 7 december
om 16.30 u.
Programma:
16.30 u.Verwelkoming door burgemeester Marc Vanden Bussche
16.45 u.Voordracht gedichten door Ilse Chamon, woordkunstenares
17.20 u.Kort referaat over Gelijkwaardigheid en discriminatie in de wereld van de (Nederlandstalige) literatuur door Thierry Deleu, auteur
17.35 u.Overhandiging eerste exemplaar aan de burgemeester
17.45 u. Overhandiging van de jaarboeken
+ receptie aangeboden door het gemeentebestuur van Koksijde
18.30-19 u. Banket in Hotelschool Ter Duinen Koksijde
Voor de gegadigden is er mogelijkheid om tegen een bescheiden bijdrage te tafelen in de gerenommeerde Hotelschool Ter Duinen Koksijde
30 all-in
(aperitief, voor- en hoofdgerecht, dessert, koffie, water en wijn)
Thierry Deleu, eerste voorzitter van het internationaal dichtersgenootschap, schrijft in de inleiding: Toen ik de chef hoorde zeggen dat hij bij De 33 Meester-koks van België behoorde, - en zag hoe zijn ogen straalden -, kreeg ik ineens een inval die tot dit boek zou leiden. Ik zou een club van De 33 Meester-dichters van Vlaanderen stichten! De kogel was door de kerk; er was geen ontkomen aan: de gastronomie en de kunst van het dichten vonden elkaar en het was liefde op het eerste gezicht! Het aantal Meester-dichters werd tot 50 uitgebreid.
Het initiatief kwam onder de ridderlijke bescherming van De Orde van de Scheermesjes, de eerste online ridderorde in de Lage Landen bij de zee die op een ludieke wijze haar boodschap uitdraagt. Waar kon het initiatief zich beter thuis voelen? Bovendien is het toekennen van de eretitel Meester-dichter té arrogant om niet het relativerende adjectief ludiek mee te krijgen.
Toen echter ook dichters uit Nederland belangstelling toonden voor het initiatief, werden er gesprekken gevoerd over de wenselijkheid van een uitbreiding tot de Lage Landen bij de zee. Na overleg werd deze optie genomen. De 50 Meester-dichters van de Lage Landen bij de zee was een feit.
Een Meester-dichter is iemand die uit bescheidenheid het woord nooit zelf in de mond neemt. Hij of zij beschouwt zichzelf veeleer als de allerbeste tweederangsdichter. Het initiatief is een te boek gestaafd pleidooi voor tweederangsdichters, niet omdat zij geen mooie poëzie schrijven, wel omdat ze te weinig aandacht krijgen.
DE 50 MEESTER-DICHTERS
VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE
Het aantal werkende leden Meester-dichters is vastgelegd op maximum 50 leden. Om tot Meester-dichter te kunnen worden benoemd dient er onherroepelijk een periode als solliciterende Meesterdichter te worden doorgemaakt. Deze periode omhelst één jaar.
Dichters die minstens drie gedichten hebben gepubliceerd in een tijdschrift/e-zine of bloemlezing, ofwel gelauwerd of geprijsd werden in de Lage Landen, kunnen in aanmerking komen voor selectie en de titel van solliciterende Meester-dichter verwerven.
50 Nederlandstalige dichters werden geselecteerd. Vanaf heden voeren zij de eretitel van meester-dichter van het dichtersgenootschap De 50 Meester-dichters van de Lage landen bij de zee.
Het zijn (in alfabetische volgorde en niet volgens de datum van hun selectie):
Hilde Boulanger, Marc Bungeneers, Viviane Burssens, Gunnar Callebaut, Martin Carrette, Greta Casier, Hervé J. Casier, Lidy De Brouwer, Leni De Goeyse, Jenny Dejager, Thierry Deleu, Ferre Denis, Didi De Paris, Gwen Deprez, Marleen De Smet, Lieve Desmet, Lieve Devijver, Astrid Dewancker, Fernand Florizoone, Trijntje Gosker (N), Wim de Groot (N), Paula Hagenaars (N), Tine Hertmans, Jan Huyghe, Alexander Konovaloff, Patricia Lasoen, Paul van Leeuwenkamp (N), Cathy Mara, Luc C. Martens, Mark Meekers, Peter Motte, Peter le Nobel (N), Edith Oeyen, Ruud Poppelaars (N), Leonie Robroek (N), Eric Rosseel, Gerard Scharn (N),Ina Stabergh, Annemie Steenbergen (N), Maurits Sterkenburg (N), Egied Steylaerts, Pien Storm van Leeuwen (N), Henri Thijs, Ingrid Vandepaer, Jozef Vandromme, Herwig Verleyen, Monique Verplancke, Katelijn Vijncke, Nathalie Vilain, Martin Wings (N)
38 Vlamingen (onder wie de Koksijdenaren Thierry Deleu, Fernand Florizoone, Jan Huyghe en Monique Verplancke) en 12 Nederlanders.
Een jaarboek
Op het einde van de proefperiode van de 50ste Meester-dichter wordt een jaarboek op de markt gebracht door Razors Edge Edition Gent, ingeleid door Thierry Deleu.
Vermits de solliciterende Meester-dichters pas na één jaar Meester-dichter worden, kan deze bundel ten vroegste één jaar na de geselecteerde 50ste solliciterende Meester-dichter verschijnen.
HET TWEEDE JAARBOEK IS ER! HET IS ZO VER!
Een derde aanpassing van De 50 Meester-dichters komt er aan voor de periode 2011-2012-2013. Alleen bij overlijden, ontslag of klacht wordt een naam geschrapt en door een andere Meester-dichter vervangen.
Alle Meester-dichters moeten een goede reputatie hebben als mens en als dichter. Zij zijn de toekomst van het poëtisch patrimonium van de Lage Landen bij de zee.
Inleiding bij voorstelling 7de roman van Thierry Deleu
Inleiding bij voorstelling 7de roman van Thierry
Deleu
(3 september 2011)
Niets is wat het lijkt
Mijnheer de eerste schepen,
Dames en heren,
Beste Thierry,
Wij vangen aan met een boek zoals we in een koud bed stappen.
Wij vinden er slechts genoegen in wanneer wij er de goede sfeer in hebben
geschapen: de onze. En als je een boek
hebt uitgelezen, vouw je het doorgaans dicht en leg je het opzij. Met het
nieuwe boek van Thierry Deleu: Niets is wat het lijkt is dat niet anders, met
dat ene verschil: het blijft op de nachtkast nazinderen.
Op een kladje schreef ik: Thierry Deleu =
gedichtenbundels, romans, essays, recensies, biografieën, bloemlezingen,
leerboeken, schrijver, leraar, directeur, kabinetsattaché, uitgever, redacteur,
ridder. Het werd meermaals en terecht herhaald: niets is Thierry Deleu vreemd.
Is het een hobby, een passie, een obsessie?
Thierry is een schrijver. Een veelschrijver, zegt hij zelf. Ik noem hem een deelzame waarnemer van het hectische in de
schrijversmetropool, m.a.w. als eerste voorzitter van de Meester-dichters van
de Lage Landen bij de zee verenigt hij een gezelschap van bekende en minder
bekende schrijvers aan wie hij kansen en een platform biedt.
In 2002 verscheen in de Creuse Trilogie de eerste roman van
Thierry Deleu, met als titel Eindterm. Vandaag, 3 september 2011, is hij
aan zijn zevende roman toe.
Niets is wat het
lijkt telt 115 bladzijden en is het resultaat van 6 maanden schrijven. Het is
geen klassieke maar een
psychologische roman, omdat de nadruk wordt gelegd op het innerlijk van de
karakters, op de motieven, de omstandigheden en de handelingen en gedachten van
zijn personages.
De titel Niets
is wat het lijkt legt -in de moraliteitsgeest van vandaag- een werkelijkheid
bloot die jaren terug met de mantel van de liefde werd toegedekt. Toen dat
waren andere tijden, andere zeden, andere gewaarwordingen en verklaringen en andere
temperamenten. Mag u zich verwachten aan een volgend schandaal dat wordt
blootgelegd? Ja en neen. Twee hoofd- en
enkele bijpersonages worden met begrip belicht. Geen vooroordelen, maar een
bevestiging van de hypocrisie uit het verleden die u meneer en u mevrouw al
jaren vermoedt. Het verhaal van de mensen samen en de mensen afzonderlijk,
innerlijk en uiterlijk, hun gemoed, hun last en lust, hun seksuele honger en
hunkering, hun boetedoening.
Het verhaal in een notendop
Riet en Dirk zijn de hoofdpersonages waarmee de auteur niet
alleen verwarring zaait, maar verwondering oogst.
Dirk is geobsedeerd door Riet, zijn eerste lief. Om haar te
benaderen gaat hij naar het schoolbal waar zij fladdert als een vlinder. Zo ook
zoekt hij haar op in het klooster, waar zij als Zuster Rita zal uittreden (heel
doordacht van de auteur want de H. Rita is de beschermheilige der onmogelijke
zaken). Vervolgens bezoekt Dirk haar in haar flatje in Kraainem, de
uitvalsbasis voor haar luxe escortewerk.
Riet is ongewoon nieuwsgierig naar het leven en maakt na een
jeugdtrauma een constante stand van zaken op. Eens om de zoveel tijd valt zij ten
prooi aan wat haar lichaam en geest dicteren. Vluchtend voor wie zij liefheeft
gaat zij een gevecht aan met de demonen, haar boze engelen. Tijdens haar zoek-
of ontdekkingstocht is zij zowel hartstochtelijk als destructief, tot zij het
hoofd moet buigen voor de werkelijkheid.
Dirk is gefascineerd door de mysterieuze Riet, over wie hij zich
ongedwongen ontfermt. Thierry Deleu bedient zich van Dirk om Riet voor te
stellen en haar te laten zien zoals hij haar ziet: als een speelvogel,
stoeipoes, non, hoer, echtgenote. Beiden, Dirk en de auteur, laten de lezer toe
haar te ontdekken. Riet wordt centrum en onderwerp.
Niet is wat het lijkt zorgt ervoor dat je soms met dichtgeknepen
keel de bladzijden omslaat. Misbruik, kloosterleven en prostitutie zijn de
kapstokken waaraan de auteur zijn verhaal ophangt. Met verve slaagt Thierry erin de tijdsgeest accuraat te
schetsen. Het taboe dat toen heerste, doorbreekt hij en laat de tijdloze
ervaringen van jonge volwassenen zien.
Een grote troef is dat Thierry Deleu gaandeweg, maar zuinig,
kruimeltjes rondstrooit die naar het antwoord leiden.
Naarmate je verder leest worden de karakters van de personages
volledig geportretteerd in hun acties en dialogen. De korte hoofdstukken en de
vlotte afwisseling tussen de dialogen zorgen ervoor dat het strakke tempo van
begin tot het eind wonderwel gehandhaafd blijft.
Niets is wat het lijkt is geen lange tirade maar leest vlot,
mede omdat bepaalde passages bewust vaag worden gehouden terwijl andere
uitgediept worden zonder te vervallen in psychoanalyses of gezeur.
Met het aantrekken en het afstand houden tussen de personages
Riet en Dirk, houdt Thierry het verhaal in constante spanning.
Het boek is gestructureerd in een verspringend perspectief wat
voor sommigen het lezen bemoeilijkt, maar met een kleine moeite vindt iedere
lezer zijn verhaal.
De auteur overkoepelt de hoofdpersonages en
staat als het ware 'boven' het verhaal. Hij is diegene die neerziet op alles
wat gebeurt. Tegelijker tijd speelt de auteur met de twee perspectieven. Dat is
naar evenwicht zoeken tussen twee of meer invalshoeken, dat is een moeilijk te
hanteren structuur. Toch slaagt Thierry erin op schouderhoogte te blijven en zo
met de personages mee te kijken. Daardoor wordt een filmisch effect gecreëerd.
Door het mozaïek van verschillende camerastandpunten ontstaat een
beeld van het hele verhaal, dat tegelijker tijd intiem en universeel is.
Zij ruikt naar pas gemaaid gras / haar lippen beginnende dauw /
dauwdraden waaraan vlinders zinderen. Ik voel hun vleugels trillen/ als zij
kreunend openbarst / haar schoot mijn bloeiende dood.
Origineel -en ook functioneel- laat Thierry zich zien als een
poëet. Bij de aanvang van elk hoofdstuk, biedt hij een kortgedicht aan. Daarmee
gunt hij de lezer de tijd om zich onder te dompelen om vervolgens ontspannend verder
te lezen. Want vrij snel weet u dat u niet moet afrekenen met ellenlange
afgejakkerde hoofdstukken maar bondige, heldere en klare taal. Hij maakt de
lezer nieuwsgierig en vergrendelt hem wars van omringende geluiden - met de
verhaallijn.
Is het boek autobiografisch?
Een schrijver verplaatst zich gemakkelijk in zijn personages, in
die mate zelfs dat als ik de auteur niet zou kennen- me zou afvragen welke
figuur hem het meeste op het lijf is geschreven. We mogen niet vergeten dat
schrijvers beschikken over een sterk inlevingsvermogen. Er zitten inderdaad
autobiografische bouwstenen in het boek: dat zijn elementen die elke schrijver
in zijn laboratorium verwerkt. Een boek is een cocktail, waarin altijd brandstof
van de schrijver zal zitten, alleen weet de lezer niet dewelke.
Cover
De cover is een ontwerp van Peter Deleu, met als trekpleister
een schilderij van de bekende Antwerpse kunstenares Mia Govaerts: een
engelachtig en hermafrodiet archetype die de lezer gevoelig en indringend,
aankijkt. Die blik zet meteen de toon voor de drie hoofdfiguren: Dirk en Riet
in harmonie met elkaar verbonden. De auteur is de duif. Maar is het wel zoals
het lijkt?
Waarom dit boek lezen?
Vanaf het begint grijpt het verhaal u bij de lurven en sleept u
moeiteloos mee naar de slotpagina.
In Niets is wat het lijkt wordt niet
oneindig gemoraliseerd maar wordt geformuleerd hoe het verder kan.
Met dit boek draagt Thierry een boodschap
uit.
Is er enige overeenkomst tussen een hoer en
een non? Tja, het zijn eigenlijk twee zijden van dezelfde munt. In de
ene baan wordt de seksuele energie onderdrukt, in de andere baan springt zij
eruit. Ik denk dat ieder mens, naast de vele andere archetypes een non en hoer
in zich heeft. Het zijn oerkenmerken die we allen in ons dragen van vóór de
tijd dat Adam in de appeltjes van Eva beet.
Wacht niet te lang, het boek verdient het
te worden gelezen. Thierrys nieuwe roman is een venster op
een maatschappelijk probleem dat meer en meer het daglicht ziet. Niets is wat
het lijkt is zoals niets is wat het lijkt.
Thierry, ik hoop dat zowel jong als oud de weg naar je nieuwe boek
zullen vinden en zoals Friedrich Nietzsche schreef: wil je iets wezenlijks
bereiken: twee punten en een rechte lijn volgen blijf uw ding doen. Van ganser
harte gefeliciteerd. Marleen De Smet
April 2011. De nieuwe veerdam van Schellebelle werd plechtig geopend.
Ook het nieuw gebrouwde 'Schellebellebier' werd bij de inhuldiging voor het eerst geschonken.
Een gedicht van Viviane Burssens hing tussen de vele foto's en enkele gedichten van lokale (Achiel Janssens, Willy Van Doorselaer) en bekende (Hanny Michaëlis) schrijvers.
Sinds november 2009 werd de veerdienst op zijn vertrouwde plek stilgelegd en tijdelijk vervangen door een drijvend ponton. Intussen werden grootschalige werken opgestart die anderhalf jaar en anderhalf miljoen later ter beschikking staan van de bevolking. De veerdam in Schellebelle zorgde in 2009 voor liefst 85.000 overzetten, maar was eigenlijk moeilijk toegankelijk. Om aan dat euvel iets te verhelpen werd beslist om een drijvend ponton in de Schelde aan te brengen dat enkel op en neer kan bewegen met de stand van de Schelde tussen twee vaste peilers. Een 30-meterlange loopbrug zorgt voor de toegankelijkheid waardoor voortaan ook mindervaliden probleemloos tot aan de veerboot kunnen raken.
Ieder met twee reeds eerder gepubliceerde gedichten. Keuze a.d.h.v. eigen bundels (publicaties) bij Demer Uitgeverij, en/of deelname aan diverse groepsbundels.
Catharina Boer, Piet Brak, Frans August Brocatus, Bernard de Coen, Frank Decerf, Jenny Dejager, Thierry Deleu, Maarten van den Elzen, Gijs Gellings, Paul Gellings, Julie Goderis, Christina Guirlande, Albert Hagenaars, Paula Hagenaars, Tine Hertmans, Guy van Hoof, Joris Iven, Roger Nupie, Francis De Preter, Hannie Rouweler, Marleen De Smet, Rose Vandewalle, Willie Verhegghe, Lief Vleugels.
MET EEN NAWOORD van THIERRY DELEU.
Editie: 2012 (vanwege driejarig bestaan)
ISBN nummer
978-1-4476-2894-1 Pocketboek, 64 pagina's
LEVERBAAR VANAF HEDEN: 14,00 (INCLUSIEF verzendkosten binnen BE en NL)
Twee dorpsdichters en een stadsdichter verzamelden bij Marnixring
Afgelopen woensdag verzamelden niet minder dan drie stads- en dorpsdichters uit de regio in de Kalvaar in Voorde. Willie Verhegghe, de Ninoofse stadsdichter, Gaby Desmyter, de dorpsdichter uit Lierde en Marleen De Smet, de Zarlardingse die dorpsdichter is in Galmaarden lazen er voor uit eigen werk. Dat gebeurde tijdens een gezellige avond op uitnodiging van de Marnixring Ninove, de serviceclub die cultuur hoog in het vaandel draagt.
Ebbe en vloed - nieuwe dichtbundel van Thierry Deleu
Gesprek met Thierry Deleu naar aanleiding van zijn zoveelste nieuwe bundel
Ebbe en vloed
We beginnen met een biografisch overzicht van Thierry Deleu. De auteur woonde tot 1976 in Wevelgem. In 1966 richtte hij met Lionel Deflo het tijdschrift Kreatief op. Daarna leerde hij de kunstschilder Marcel Coolsaet kennen, met wie hij het tijdschrift Boulevard oprichtte in 1970. Vanaf 1976 was Deleu woonachtig in Harelbeke, aan de Vlaanderenlaan, en bij zijn oppensioenstelling in 2000 verhuisde hij naar Oostduinkerke. Deleu stond beroepshalve in het onderwijs, respectievelijk als leerkracht, directeur en kabinetsattaché. Als auteur publiceerde hij gedichtenbundels, essays, romans, biografieën, bloemlezingen en leerboeken Nederlands. Thierry Deleu stond aan de wieg van meerdere literaire en culturele activiteiten. Hij organiseerde tentoonstellingen en belichtte uitvoerig de Harelbeekse burgemeester, wijlen Marc Bourry, de dichter André Velghe en de Antwerpse auteur Guy van Hoof. Met deze laatste begon hij de kleinschalige uitgeverij Het Schaap, als een uitloper van het tijdschrift Boulevard, waarin hij samenwerkte met beeldend kunstenaar Marcel Coolsaet. Hij publiceerde bijdragen in de belangrijkste tijdschriften van de Lage Landen bij de zee. De evolutie van zijn werk is terug te vinden in de twee essays die Guy van Hoof over hem schreef: Aan wat overblijft heb ik genoeg (1986), en Thierry Deleu, jager in zijn grondgebied (2000).
Ebbe en vloed is je laatste gedichtenbundel. Ik merk dat je af en toe bundels publiceert als netbook. Waarom?
Internet is een uitstekend medium om velen te bereiken. Maar ik beschouw deze wijze van publiceren ook als een soort van dankbaarheid aan mijn vele lezers. Een gratis cadeau uit erkentelijkheid. Maar dit is zeker geen signaal dat het boek in papiervorm zou zijn afgedaan, zeker niet, ik blijf het boek in zijn verpakte vorm koesteren. Eb en vloed zijn gedichten over reizen en thuiskomen, weggaan en terugkeren, ook in gedachten. De bundel kan als netbook worden gelezen op http://www.knightsrazor.be/xDocs/EvEnVloed.pdf
Geen heimwee naar Harelbeke?
Neen, wij wonen nu een kleine tien jaar aan zee in Oostduinkerke, op enkele stappen van de duinen, het strand en het water. Op het einde van een rustige, doodlopende laan. In een klein appartementsgebouw met slechts vijf gezinnen. Allen gepensioneerd, de meesten komen uit het onderwijs. Natuurlijk volg ik nog een beetje de politiek in Harelbeke. Ten slotte heb ik er veertien jaar een actieve rol gespeeld, vooral echter achter de coulissen, als tekstschrijver en campagneleider. Tot 2006 stelde ik hier ook altijd mijn boeken voor in de stadsbibliotheek. Bovendien heb ik er tweeëntwintig jaar les gegeven. In 1988 werd ik directeur secundair onderwijs in Tielt.
Wat denk je van het huidige politieke landschap in je oude gemeente?
Ik heb de coalitie CD&V en SP.a helpen op de rails zetten. Maar waar ik bijzonder trots op ben, is de verjonging van de lokale SP.a. Ik heb uitgevoerd wat ik altijd beloofd had: mijn generatie een stap opzij doen zetten voor een jonge, ambitieuze nieuwe generatie.
Van jou wordt gezegd dat je geen socialist was in hart en nieren. Is dat zo?
Dit moet ik toch even nuanceren. Indien je bedoelt dat ik enerzijds voor een links-liberale koers kies en anderzijds een Vlaming ben in hart en nieren, dan heb je gelijk. Radicaal links ben ik nooit geweest, maar wel sociaalvoelend en een fervente verdediger van de belangen van de kleine man. Op voorwaarde dat hij zich gedraagt en er niet op uit is om te profiteren van de sociale zekerheid. Laat ons zeggen dat deze houding mijn persoonlijk socialisme is. Bovendien heb ik nooit de ambitie gekoesterd om op een lijst te staan, wat gezien mijn plaats in de partij had gekund. Ik ben geen modale politicus.
Mag ik weten welke stem je nu uitbrengt?
Dat is privé. Maar laat mij het zo stellen: ik wil een doordacht confederaal België. Een land met vier deelstaten: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en het Duitstalig landsgedeelte. België hoeft niet op te houden te bestaan, maar de gemeenschappen moeten bijna alle bevoegdheden in handen krijgen. Ook de koning mag blijven, maar dan met een bevoegdheid die nauwelijks indruk maakt en met een koninklijke familie die geen dotatie meer krijgt. Wie steenrijk is, hoeft geen beroep te doen op de kleine man, dit is immoreel.
Nu een eerste vraag over de aanleiding tot dit gesprek: je schrijft je te pletter.
Ja, ik geef toe: ik ben een veelschrijver. Ik schrijf gepassioneerd. Schrijven is geen hobby, maar een passie geworden sinds ik met pensioen ben. Vijf uur per dag. Drie dingen overheersen mijn laatste winter: reizen, schrijven en de kleinkinderen. Schrijven dus. Sinds ik met pensioen ben, schreef ik zes gedichtenbundels en zeven romans. Ook een paar essays waarvan er een al aan zijn tweede druk is.
Waarom zoveel gedrevenheid?
Of bedoel je: moet dit nog? Waarom niet? Ik zou kunnen antwoorden met een cliché: om mij te bevestigen, maar er is meer: schrijven is een nieuwe wereld creëren, een middel om je af te reageren, een extra kans om te overleven.
Een nieuwe wereld, zeg je. Je gedichten en je romans zijn pure fantasie?
Ik wist dat je dit zou vragen. Mijn boeken zijn deels autobiografisch, onder andere omdat ik kapstokken nodig heb om mijn verhaal aan op te hangen. Vele personages zijn deels fictief, deels niet-fictief. Vele situaties en personages zijn echt, maar met kleine wijzigingen om niemand te kwetsen. Vaak versmelt ik twee bekenden tot één fictief personage. Maar altijd heb ik bekende mensen in mijn blikveld. Tussen alle fictie ontwaart een aandachtige lezer veel herkenningspunten en dat maakt het lezen ook zoveel boeiender.
Dat je een goede schrijver bent, daar is iedereen het erover eens. Dat je veel schrijft, ook. Als dichter heb je je literaire sporen verdiend, je bent zonder meer een van de betere liefdespoëten van de Lage Landen bij de zee. Ook als essayist en biograaf ben je niet meer aan je proefstuk. Ik wil het echter hebben over Deleu als romanschrijver.
In 2002 verscheen je eerste roman, Eindterm, het eerste deel van een trilogie. Die eerste roman ging in hoofdzaak over de tijd dat je op het kabinet Onderwijs werkte van 1995 tot 1999. Na dit eerste deel van de Creuse Trilogie verscheen in 2003 Amélie Laforêt en in 2004 de historische roman Arsène du Frêne, heer van La Vallade. In Amélie Laforêt is het decor de Creuse, spec. de streek rond Confolent en La Vallade. Ook de historische roman Arsène du Frêne, heer van La Vallade speelt zich daar af, in de jaren na de opheffing van de Orde van de Tempeliers.
In Arsène du Frêne, heer van La Vallade onthul je ook inwijdingsrituelen, waarbij opvalt dat zij verwant zijn met die van de Loge. Is dit fictie?
Ik ben een niet meer actief lid van de Vrijmetselarij, maar ik zie ook wel de realiteit achter de boodschap. Ook hier, zoals in elke vereniging of genootschap, heb je met mensen te doen. Ik moet je niet uitleggen hoe mensen zijn. Of toch? Mensen hebben goede en slechte eigenschappen, deugden en ondeugden. Mensen creëren complexe sociale structuren, die bestaan uit talrijke samenwerkende en concurrerende groepen. In dezelfde groep verschillen mensen opnieuw van elkaar vanwege onverenigbare ideeën. In dezelfde groep vind je tolerante mensen en fanatici. Ik heb de waarheid altijd gezocht tussen deze twee extremen.
Terug naar je romans. Na de Creuse trilogie kwam er een roman over psychiatrie en schizofrenie. Ook autobiografisch?
Klamme handen verscheen in 2006. Het is het verhaal van een zachtmoedige, enigszins eigenzinnige psychiater. Ik heb mij hiervoor grondig gedocumenteerd en ook met bevriende dokters gepraat. Ik kan niet verhelen dat ik de toestanden in een psychiatrische instelling goed ken. Ik heb mij vlot kunnen inleven in de wereld van de schizofrenie.
De vraag echter naar de verhouding tussen feit en fictie is een vraag die door de lezer vaak wordt gesteld en die ook nooit naar complete voldoening beantwoord wordt. Is dit niet zo?
Ja, dat is juist. Een roman zegt veel over de schrijver.
Na Klamme handen waag je je aan een politieroman, De doden zwijgen niet uit 2008.
Moord en wedermoord is de rode draad in het verhaal. Het is een literaire politieroman, waarbij ik probeer het onderzoek te beschrijven zoals dat het in de werkelijkheid zou plaatsvinden. Het wordt echter ingebed in een homofiele relatie en in de spielerei van een vrouwelijke rechercheur.
Ook Wie schrijft, die blijft breng je dikwijls te berde.
Ik besef dat ook mijn eigen leven voorbijgaat. Met mijn werk wil ik sporen laten in de tijd en zo een vorm van onsterfelijkheid bereiken. Daarnaast probeer ik ook greep te houden op de werkelijkheid die mij omringt. Naar mijn overtuiging zijn mens en werkelijkheid heel complex. De mens is een mysterie en steeds is hij op zoek naar het eigen ik. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naar toe? Schrijven is voor mij een zoektocht naar de eigen identiteit. Daarom heb ik het in mijn boeken - vooral in de romans, maar ook wel in mijn poëzie - over mijn eigen afkomst en over machten en machthebbers die mijn leven mee hebben bepaald. Macht staat niet los van personen, instanties en stelsels.
Je zesde roman, Liefde en dood op Sint-André, wordt door critici de beste tot op heden genoemd.
Voor mij zijn Eindterm en Liefde en dood op Sint-André de betere romans van de zes. In Liefde en dood op Sint-André richt ik een virtuoos vergrootglas op de gapende wonden die de liefde kan opleveren. Ik probeer aan te tonen dat het thema nog even vers is als in de tijd van de Grieken. Het verhaal breng ik met zoveel ironische distantie, humor, liefde en intelligent gemopper dat de lezer er zich in herkent. Behalve over de liefde, gaat dit boek ook over de schaamte, de wroeging, de spijt.
Fictie toch?
Ik stoei met het autobio-genre dat zich toelegt op de adem van het onechte. Op een wonderlijke manier lijken het heerlijke leugens, verzonnen verhalen.
Is Liefde en Dood op Sint-André een therapeutisch sprookje? Wordt hier de verbeelding ingezet om een diepere werkelijkheid te verdoezelen?
Ik heb al eerder semi-autobiografische romans geschreven, maar deze keer lijkt de noodzaak voor deze roman urgenter te zijn dan voorheen. Pijn is een terugkerend element in het boek: de pijn om achtergelaten te worden. Deze pijn moet ongedaan worden gemaakt en dat kan alleen door na te denken over wie je bent en waar je vandaan komt en door onder woorden te brengen waardoor de relatie zou kunnen zijn stukgelopen. Liefde en dood op Sint-André gaat echter niet alleen over de liefde, maar ook en misschien vooral over eenzaamheid, ontgoocheling, zelfonderzoek, verraad, verlies, verbittering, negatieve gevoelens die even rap weer omkeren in nieuwe liefde.
Vindt je werk, zowel je poëzie als je romans, een breder publiek?
Nu nog meer dan vroeger. Dat zal - hoop ik - te maken hebben met de kwaliteit van mijn werk zelf, maar ook met de verbreding van mijn actieradius. Een tafelspringer word ik echter nooit. Ik probeer de regie over mijn leven te behouden zodat ik niet hulpeloos rondzwerf, maar mijn leven nu verschilt echter hemelsbreed met het leven voordien. Ik sluit mij minder af van de literaire wereld. Ik durf de lat hoger leggen. Liefde en dood zijn themas van alle tijden. Niet voor niets is dood het laatste woord in de titel, want na liefde volgt onherroepelijk de dood.
Ik zou het niet beter kunnen zeggen.
Liefde is altijd binnen handbereik en vormt meestal het thema, al loert onvermijdelijk de dood om de hoek en daar moet nog mee worden afgerekend. Liefde geeft mij een nieuw elan, een andere visie, terwijl onrust om de dood wordt omgezet in vitaliteit.
Wat staat er in 2011 op het getouw?
Binnenkort komt een biografie uit over een bekend politicus aan de Westkust. In mei geeft Demer Uitgeverij mijn nieuwe verzamelbundel Strandjutter uit. In september verschijnt een nieuwe roman, Niets is wat het lijkt en einde jaar redigeer ik het 2de jaarboek van De 50 Meester-dichters van de Lage Landen bij de zee. Deze drie uitgaven worden voorgesteld op het gemeentehuis van Koksijde.
Eigen publicaties. Klik op de respectievelijke afbeeldingen voor meer informatie.
Je kan me ook lezen bij Meander & Opspraak. Enkele spinsels werden in de bundel bekroonde gedichten “Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn”, Bloemlezing “Vlaamse Feestgedichten”, bundel “Een gebloemde lezing” en “Vreemd” van Schrijversplaza, het Koerszakboekje, bloemlezing van de 52 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee 'Hoe de dichter zich een weg geselt tegen wind', verzamelbundel "Beestjes", "verzamelbundel "Klaprozen en Kamermuziek" en de Engelse vertaling "Poppies and Chambermusic", verzamelbundel "Bellen Blazen", verzamelbundel "Toekomst", verzamelbundel "Die Liebe in Holland und Flandern" (Duits en Nederlands) en verzamelbundel "Gewoon lekker", enzovoort... Voor meer info, klik op de respectievelijke afbeeldingen.
Ik schreef bij werken van onderstaande kunstenaars:
Hieronder samen met Rudy Baeten, kunstschilder, beeldhouwer en keramist.
Voor meer info, klik op onderstaand kunstwerk.
Samen met Jacky Duyck, kunstschilder Voor meer info, klik op onderstaand kunstwerk.
Yves Poelman, kunstschilder en beeldhouwer. Voor meer info, klik op onderstaand kunstwerk.
Samen met Remy Victor, kunstschilder Voor info, klik op onderstaand kunstwerk.
Samen met Rob DeLange, kunstschilder Voor info, klik op onderstaande kunstwerk.
Toon Torrekens, kunstschilder en bronssculpteur. Klik op de afbeelding voor meer info.
Keramiekatelier "Den Boelover" Marnic De Lange
Henri Victor, kunstschilder Klik op de afbeelding voor meer info.
Enkele dichters/schrijvers uit mijn kennissenkring. Viviane Burssens, dichteres Voor meer info, klik op de foto.
Dichter Rik Wouters
Welkom op de site van Lidy De Brouwer.
Thierry Deleu, dichter/schrijver Voor meer info, klik op de foto.
Frank De Vos, dichter. Klik op de afbeelding voor meer info.
Ruud Poppelaars, dichter. Voor meer info, klik op de foto.
Bob van Laerhoven, schrijver
Nicole Van Overstraeten, dichteres
Paul Bernhard, poëzie en fotografie. Voor meer info, klik op de foto.
Sabine Luypaert, verhalen en gedichten. Voor meer info, klik op de foto.
Marc Eyskens Voor meer info, klik op onderstaande foto.
Lin, dichteres. Klik op de afbeelding voor meer info.
Stater, dichter. Klik op de afbeelding voor meer info
Hannie Rouweler, dichteres Voor meer info, klik op de foto.
Muzikanten: Michel Kuijken, bezieler van Rue Haute, een geweldig ensemble,sloot de partituren voor ietsnieuw in ontwikkeling. Michel Kuijken: zang, gitaar speelt samen met Laurent Bynens (accordeon) nieuwe akkoorden. Later meer. Maak alvast kennis via een klik op de eerste foto.
Jan Oelbrandt, gitarist, componist, producer. Voor meer info, klik op de foto.
Mixart is een ondersteuningproject voor kunstenaars. Bezieler is Hugo Tanghe.