Ze zit voor de pecé diep ineen gestoken triestig,ze heeft nog met niemand gesproken ze voelt zich door iedereen alleen gelaten ze denkt:Ik heb niemand meer,geen maten ze tokkelt wat op haar vriend het klavier ze wil vriendschap,vreugde en wat plezier zelfs de kinderen komen eens niet kijken zou ze voor die eenzaamheid bezwijken ze mommelt een heel zacht gebed om geluk zij had vroeger vriendschap en dat is nu stuk Ze zit daar en plots gaat de bel aan de deur ze staat op van de pece en haar dagelijkse sleur daar is iedereen die haar een verjaardag wensen ze is blij en niet meer alleen gelaten door de mensen big ietie
|