De lichtjes van de Schelde,
waarover ze vroeger vertelde.
Die lichtjes blijven eeuwig bestaan,
laat ons er naar toe gaan.
De stad Brugge die Skone,
waar veel Bruggelinge wone.
Gent de stad van Stroopkes,
daar zijn ze in hun noopkes.
De Limburgers die kunnen zingen,
langzaam spreken over alle dingen.
Ik vergeet zeker niet de Ketjes,
die eten in heel kleine betjes.
Een gedicht voor ons aller Belgen,
ze zullen ons nooit verdelgen.
Een volk van strijdlustige mensen,
groetjes van mij en de beste wensen.
big ietie
|