Ik had weer van die gekke dromen,
die zullen zeker nooit uitkomen.
Ik droomde dat ik een groot dichter was,
ik droomde en ontwaakte in een zweetplas.
Ik dichtte er op los in kleine zinnen,
ik wist niet waar ik zou beginnen.
Mijn gedichtjes werden aanvaard,
ze kregen geen lange baard.
Ik wil zo graag een groot dichter zijn,
en gedichtjes schrijven mooi en fijn.
Mijn woorden zouden echt spreken,
en niet slecht in een steken.
Ik zou meer respect krijgen,
de gedichtjes zouden niet meer zwijgen.
Maar ik ben geen groot dichter nie.
de groetjes van jullie big ietie
|