Het kind keek voor zich uit,
naar het grote zwarte bos.
Ze nam haar toverfluit,
en speelde er maar op los.
Die toverfluit had mooie tonen,
die te horen waren in het woud.
Het zou het licht verschonen,
een klank naar jong en oud.
Dat meisje werd groter en wijzer,
en werd later een goede moeder.
Ze werd ouder en haar haar grijzer,
een laatste ode van mij,zus en broeder.
Dat kind werd moeder en ging dan heen,
vanwaar ze ooit is gekomen.
Ze liet ons lichamelijk alleen,
maar haar geest woont in onze dromen.
big ietie
|