Paaseiland dankt
zijn naam aan het feit dat het op een paaszondag in 1722 is ontdekt door de
Nederlander Jacob Roggeveen. Paaseiland wordt ook Rapa Nui genoemd, wat 'grote
rots' in het Polynesisch betekent. Het kleine eiland ligt in de Grote Oceaan en
hoort bij Chili.
Monumentaal
Het eiland is 163,6 kilometer groot. Er wonen volgens een schatting uit 2005,
3.791 mensen. De hoofdstad is Hanga Roa. Het eiland staat sinds 1995 op de
werelderfgoedlijst van Unesco. Deze organisatie heeft als doel het waarborgen
van vrede en veiligheid door de samenwerking tussen verschillende lidstaten van
de V.N. op het gebied van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie.
Reisbestemming
Rapa Nui
In tijdschriften en reisfolders van Peru staan vaak de enorme stenen hoofden op
Paaseiland. Deze beelden worden ook Maoi genoemd. Ze hebben iets mysterieus.
Wie hebben ze gemaakt en waarom? En hoe hebben ze die enorm zware beelden
verplaatst en rechtop gezet? Op het eiland zijn 887 beelden te vinden. Rond de
300 staan ergens op het eiland, 300 liggen nog rond de vulkaan waar ze gemaakt
werden en de rest van de beelden zijn wel ooit vervoerd maar zijn nooit op de
plaats van bestemming aangekomen.
De Moai's als teken van macht
De beelden zijn niet verbonden aan een geloof zoals boeddha- of
christusbeelden. Ze werden gemaakt om de voorouders van de bevolking van
Paaseiland te herdenken en te vereren. Elke clan maakte zijn eigen Moai's. Ze
gaven de clans macht. In oorlogen tussen verschillende clans duwden en trokken
ze elkaars Moai's dan ook om. Een heleboel beelden liggen nu nog steeds op de
grond met hun gezicht naar beneden.
Het Moai vraagstuk
De beelden zijn enorm zwaar en dus niet makkelijk overeind te zetten of te
vervoeren. De grootste Moai is 21 meter en weegt even zwaar als 180 auto's! Er
zijn veel theorieën over hoe de mensen dat vroeger gedaan hebben. Sommigen
geloven dat de beelden zelf 'liepen'. Door de speciale vorm van de onderkant
bewoog het beeld naar voren aks je het met touwen van links naar rechts trok.
Anderen denken dat de beelden op boomstammen werden gelegd en naar hun plaats
gerold.
Het mysterie
Helaas zullen we het nooit zeker weten. Veel oorspronkelijke bewoners van
Paaseiland hebben de vele oorlogen, ziekten en slavernij niet overleefd. Ze
hebben de verhalen over de Moai's dus niet kunnen doorvertellen
Waar anders
moeten gelieven fluisteren
ritselpopulieren
waar anders
voor jonge ouders
om te pralen
met hun jong op wielen
de tulpenboom
en oude mensen
op de bankjes om
te vertellen hoe veel beter
het vroeger was
de witte moerbeiboom
en niet vergeten, de vijver
voor het varen van de bootjes
de vijver - het verdrinkingsgevaar
het voeren van de eendjes
ja, een vijver met glooiend
het grasveld tot aan het water
de treurwilg
en de grootste boom van de provincie
de meer dan honderdjarigen
om te omarmen en bezienswaardigheid
de rode beuk, de oude eik, de vleugelnoot
en het beeld - het bééld -
met of zonder ruiter
de paardenkastanje
wij, alle mensen
moeten, ja móéten een park
voor groen
voor adem
voor glorie
voor rust in de stad
het park
Bij graffiti denk je misschien meteen aan straatvervuiling, slogans op
prullenbakken en rommelige teksten op muren.
Graffiti kan inderdaad voor overlast zorgen, waardoor het een vorm van
vandalisme wordt. Maar graffiti wordt door sommigen ook gezien als een
kunststroming, die vooral door jongeren beoefend wordt.
Het begin
Graffiti is ontstaan aan het eind van de vorige eeuw in Philadelphia
(Amerika). In het begin deden vooral politiek activisten en jeugdbendes aan graffiti.
Later, toen graffiti z'n weg vond naar de buitenwijken van New York, werd het
ook een onderdeel van de hiphop cultuur.
Tag
Graffiti bestond vroeger vooral uit het schrijven van een tag. Een tag
is eigenlijk niets anders dan je naam in graffiti. Artiesten schrijven nooit
hun eigen naam, maar hebben altijd een nickname. Bij het schrijven van tags
werden ook nieuwe lettertypen verzonnen.
Throwups en pieces
Tegenwoordig is graffiti vaak meer dan alleen schrijven. De simpele
tags, (schuil)namen van de makers, worden soms wat verder versierd: dan noem je
ze throwups. Weer een stap verder is een piece, soms groots uitgewerkte
schilderingen die enorme oppervlaktes kunnen beslaan.
Cultuur
Graffiti heeft z'n eigen cultuur, met eigen gedragscodes, pioniers,
tijdschriften, substromingen etc. Er bestaan ook enorm veel verschillende
websites waarop men z'n tag of piece kan showen. Deze sites en de
gespecialiseerde tijdschriften zijn middelen voor graffitibewegingen om
onderling te communiceren.
Bij het woord
zigeuner denk je misschien aan de mooie Esmeralda uit De klokkenluider van
de Notre Dame. Maar het leven van veel hedendaagse Roma-zigeuners ziet er wat
minder rooskleurig uit.
Met zigeuner
bedoelen we iemand die met een groep rondreist en geen vaste verblijfplaats
heeft. Veel Roma willen echter geen zigeuner genoemd worden; dat vinden ze
discriminerend.
Groepen Roma
Volgens
schattingen zijn er ongeveer 8 tot 10 miljoen Roma op de wereld. Onder de Roma
zijn er weer verschillende groepen, op basis van hun woonplaats of dialect. De
bekendste groep wordt gevormd door de Sinti. De meeste Sinti wonen in
Frankrijk, Duitsland en de Benelux. Zij hielden zich vroeger vooral bezig met
circussen en kermissen: daar komt ons beeld van dansende en muziekmakende
zigeuners vandaan.
Roma in Europa
Er wonen Roma-zigeuners in heel Europa.
De meeste groepen hebben zich min of meer gevestigd in armoedige wijken. Ze
hebben vaak een slechte naam: ze zouden stelen en zich bezighouden met andere
criminele activiteiten. Door hun slechte reputatie is het moeilijk om aan werk
te komen en leven ze in ongezonde omstandigheden. In Nederland en België wonen
slechts enkele duizenden Roma, maar op de Balkan trekken er nog hele
Romavolkeren rond.
Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de
Tweede Wereldoorlog hadden Roma het extra zwaar. Net als joden, homos en
gehandicapten moesten de Roma van Hitler worden gedeporteerd en vernietigd. De
Nazis zagen Roma niet als een Europees volk maar als asociaal en crimineel.
Cultuur van de Roma
Omdat er veel
verschillende groepen Roma zijn, is het lastig om voor allemaal de cultuur te
typeren. Maar bij de meeste Sinti en Roma speelt het gezin een grote rol.
Iedereen is solidair aan elkaar en ouderen hebben veel gezag. De meeste
Roma-kinderen gaan niet naar school, omdat lezen en schrijven niet belangrijk
is in het Romanes, de taal van de Roma. Meisjes worden op jonge leeftijd
uitgehuwelijkt en trouwen meestal met een andere Roma. Ze integreren daardoor
maar moeizaam in de samenleving.
Discriminatie van Roma
In Roemenië en
Bulgarije, waar veel Roma leven, heerst een vijandige houding ten opzichte van
de Roma. Die houding is vaak gebaseerd op slechte ervaringen met criminele
Roma. Ook Frankrijk, waar veel Roma in illegale kampen leven, wil een einde
maken aan het gedoe met Roma. Daarom besloot de regering om in 2010 honderden
Roma het land uit te zetten. Dat kwam Frankrijk op veel kritiek van de EU te
staan, die het deporteren van Roma in strijd noemde met de rechten van de mens.
Tuinen bestaan al heel lang. Volgens de Bijbel is de paradijstuin waar Adam en Eva woonden de eerste, meest ideale tuin.
Paradijs betekent letterlijk met een muur erom heen. Een tuin is dus oorspronkelijk een omheinde ruimte die bescherming biedt tegen de gevaren van de natuur, zoals roofdieren en weersinvloeden. Behalve het paradijs zijn er nog veel meer beroemde voorbeelden van tuinen.
Groen wereldwonder De hangende tuinen van Babylon hebben zelfs de status van wereldwonder gekregen. Deze tuinen zijn gebouwd in opdracht van koning Nebukadnezar in de 6e eeuw voor Christus. Hij liet de tuinen aanleggen om zijn vrouw, die uit een groenbegroeide streek kwam, te laten wennen in het veel drogere Babylon. De tuin bestond uit terrassen, waarover heen de weelderige begroeiing naar beneden hing.
Een slim bedachte irrigatiemethode van onderaardse kanalen zorgden voor voldoende water. Uit dit wereldwonder, waarvan overigens niets is overgebleven, blijkt dat een tuin mensen ook ruimte bood om zich in een andere, mooiere wereld te wanen. Een mooie tuin is dus ook een statussymbool, iets wat sinds de oudheid eigenlijk nog steeds geldt.
Binnentuinen In de veertiende eeuw worden tuinen in de binnenhoven van kastelen aangelegd, zoals bij het Muiderslot. Dit zijn nutstuinen; afgebakende stukken grond waar boomgaarden, moes- en kruidentuinen voor medicinale doeleinden worden aangelegd. Buiten Nederland worden in de middeleeuwen binnen een aparte kleine omheining siertuinen of lusthoven aangelegd. Deze tuinen worden vaak in schilderijen afgebeeld en verwijzen naar religieuze en erotische motieven. Naast de nuttige tuinen en lusthoven bestaat in de middeleeuwen de vergeestelijkte tuin, de kloostergangtuin. In deze vierkante, eenvoudige tuin, omringd door een kloostergang, heerst devotie en rust.
De professionele tuin In de renaissance ontwikkelt de tuinarchitectuur zich en wordt de aanleg van een tuin een vak op zich. Er ontstaat samenhang tussen de architectuur van het huis en de inrichting van de tuin. In de tweede helft van de zestiende eeuw worden in de buurt van Rome en Florence nieuwe buitenplaatsen aangelegd zoals Villa dEste in Tivoli en de Villa Borgese in Rome.
De nieuwe tuinopvattingen verspreiden zich over Europa. De Nederlandse renaissance tuinen die hieruit voortkomen zijn buiten de steden gelegen en vormen een geheel van vierkanten en rechthoeken waarvan een groot deel in beslag wordt genomen door moestuinen. Willem III introduceert in Nederland de Franse classicistische tuinstijl rond 1680. De plattegrond van deze tuin laat een nieuwe opvatting zien; door een strakke, lange middenas wordt gespeeld met perspectief en ruimte. De tuin gaat over in de omgeving eromheen en zo verandert het karakter van de tuinen van gesloten naar open.
Paleis Het Loo Koning Willem lll heeft voor Paleistuin van Het Loo zeldzame gewassen uit de koloniën aanvoeren door de West en Oost-Indische handelsvloot. De paleistuin vormde zo een per seizoen wisselende tentoonstelling van bijzondere bloemen en planten. Tegenwoordig is de oorspronkelijke opzet zo nauwkeurig mogelijke gereconstrueerd. Nog steeds wisselt een deel van de beplanting op Het Loo. In de lente, zomer en herfst zijn er bloemen en veel kleuren, terwijl in de winter de decoratieve patronen van de buxusparterres beter in zicht komen. Bij het paleis bevinden zich de privé-tuinen van Willem III en Mary II: de Koning- en Koninginnetuin.
In de tuin van Mary staat tussen mei en oktober een belangrijke collectie eeuwenoude citrusbomen in kuipen, waarvan de bloeiwijze, oranjeappels en oranjebloesem, symbool staat voor het gelijknamige Huis van Oranje. Hoewel de tuinen van Het Loo in vergelijking met die van Versailles bij Parijs vrij klein zijn, hebben de fonteinen internationale allure. Deze beroemde waterwerken spuiten vers water door toevoer van hooggelegen grondwater uit de naburige heuvels. De Koningssprong in de Boventuin is met 13 meter de hoogst spuitende fontein van Europa. De tuin van het Loo worden compleet gemaakt met beelden uit de Griekse mythologie die te maken hebben met de bloei en groei van de tuin. De beelden verheerlijken de prestatie om zo´n lusthof aan te leggen in een oorspronkelijk dorre heidevlakte.
In België heeft het Kasteel van Laken een sober en intiem karakter, daarom is het sinds eeuwen al een woonkasteel; bovendien heeft het een prachtige tuin, die zo groot is als Monaco. Vandaag is het de residentie van prins Filip en prinses Mathilde met hun gezin. Er zijn prachtige serres, die elk jaar in de bloeiperiode gedurende drie weken toegankelijk zijn voor publiek. Naast de koninklijk serres is het kasteel bekend vanwege de stallen, het Chinese paviljoen en de Japanse toren; ook het schilderatelier van koningin Elisabeth is te bewonderen.
Nieuwe natuur In Nederland bestaat geen ongerept landschap meer; elk stukje natuur is door de mens ingericht of wordt onderhouden door menselijke ingrepen. Het Nederlandse landschap wordt daarom ook wel een parklandschap genoemd. De laatste jaren is steeds meer de trend ontstaan om het oorspronkelijke Nederlandse landschap terug te brengen. Met nieuwe natuur worden natuurgebieden bedoeld die ontworpen en gecreëerd zijn door de mens, maar zijn gebaseerd op de oorspronkelijke natuur. Gebieden die eerder gebruikt werden voor landbouw worden teruggegeven aan de natuur, hetgeen mooie, ongerepte gebieden, maar ook de nodige protesten oplevert.
Landschapsarchitecten, tuininrichters en ontwerpers worden ingezet om hun visie om te zetten in concrete inrichting van groene gebieden. Ook kunstenaars zijn vaak betrokken bij dit soort projecten. Vanaf 1970 is in de beeldende kunst een kunstvorm ontstaan waarbij het landschap zelf als materiaal gebruikt wordt; Land Art. De kunstenaar werkt in en met de vrije natuur, doet ingrepen in het landschap of laat hier beelden en tekens achter. Een mooi voorbeeld van Land Art in Nederland is de Groene Kathedraal van Marinus Boesem. In 1987 is het langdurige groeiproject in Almere van start gegaan met het aanplanten van 178 Italiaanse populieren in de vorm van de plattegrond van de Notre Dame van Reims. De betonnen paden zijn in 1996 voltooid en 'weerspiegelen' de kruisribben van de gotische gewelven, waarbij de lange, ranke bomen denkbeeldige zuilen zijn. Kunst, landschap en natuur smelten hier tot een nieuwe eenheid samen.
Voedsel levert
energie en bouwstoffen om te werken en te spelen en grondstoffen om te groeien.
Al het voedsel dat we eten, wordt verteerd door het spijsverteringsstelsel.
Voordat deze
energie vrijkomt moet er een hoop gebeuren. Het moet eerst via je mond en
slokdarm naar je maag. Hierna kan de energie opgenomen worden en moeten de
resten worden afgevoerd.
Mond
Voedsel krijg je
binnen door het op te eten. Door te kauwen en te malen maak je het voedsel
kleiner. In de mond wordt er speeksel aan het gekauwde voedsel toegevoegd.
Hierin zit een enzym dat zetmeel omzet in suiker.
Maag
Via je slokdarm
gaat het gekauwde voedsel naar je maag. Dit heet 'peristaltiek'. In de maag
wordt een begin gemaakt met het verteren. De geplooide wand van de maag maakt
stoffen die hierbij helpen. De eiwitdeeltjes zijn het eerst aan de beurt. Deze
worden door enzymen in het maagsap verteerd. Het maagsap bevat zoutzuur. Dat
doodt bacteriën. Tegelijkertijd wordt het voedsel gekneed door de spieren van
de maag.
Enzymen en gal
Het geknede
voedsel gaat de twaalfvingerige darm. Om de grote voedselmoleculen af te
breken, worden in de alvleesklier speciale enzymen aangemaakt. Grote vet- en
oliedruppels worden eerst door gal in kleinere druppels verdeeld. Dan wordt vet
verteerd.
Dunne darm
Hierna gaat het
voedsel naar de dunne darm. Deze is ongeveer 8 meter lang en heeft een groot
oppervlak door de plooien erin. Die plooien noem je darmvlokken. Door het grote
oppervlak gaat de opname van voedseldeeltjes sneller. Bloedvaatjes in de
darmwand nemen voedseldeeltjes op en transporteren ze naar de rest van je
lichaam.
Eindpunt
In de dikke darm
wordt water uit de onverteerde voedselresten gehaald. Wat hiervan overblijft
wordt in de endeldarm opgeslagen en gaat tenslotte naar buiten. Een kringspier
(de anus) sluit de endeldarm af.
Ziekteverwekkers het woord zegt het al, die kunnen je ziek maken. De
bekendste soorten ziekteverwekkers zijn virussen en bacteriën. Ziekteverwekkers
kunnen worden doorgegeven door mensen, dieren, voedsel, lucht en water.
Als iemand bijvoorbeeld praat of gewoon uitademt, komen er altijd hele
fijne speekseldruppeltjes in de lucht terecht. In die druppeltjes kan
bijvoorbeeld een virus zitten. Als je die druppeltjes inademt, krijg je het
griepvirus binnen en kun je ziek worden.
Virussen
Ziek zijn hoeft niet per sé erg te zijn. Ook als je maar een klein
beetje verkouden bent is dat vaak door een virus. Maar soms kun je ook heel erg
ziek worden van een virus. Gelukkig kun je je tegen bepaalde virussen laten
vaccineren. De jaarlijkse seizoensgriep en de Mexicaanse griep zijn hier
voorbeelden van.
Vaccin
Een vaccin is eigenlijk een zwakkere versie van de ziekteverwekker. Deze
zorgt ervoor dat je gaat vechten tegen de ziekteverwekker. Je lichaam gaat
daardoor antistoffen maken. Deze antistoffen zorgen ervoor dat als je in
contact komt met echte versie van de ziekteverwekker, dat je niet ziek wordt.
Risicogroepen
Niet iedereen kan of moet een vaccinatie halen, want normaal gesproken
kan je lichaam prima vechten tegen zon virus. Voor mensen die behoren tot een
risicogroep, kan het toch goed zijn om zich te laten prikken. Dit zijn
bijvoorbeeld mensen die werken in de zorg en die dus veel in contact komen met
zieke mensen. Maar ook bijvoorbeeld bejaarden, mensen met astma en hartziekten
behoren tot de risicogroep.
Met mama op de
bedrand
wordt de kamer lekker warm.
Ik mag nog even liggen
in de holte van haar arm.
Ze leest me een verhaaltje
over dromen uit een land
waar alle mensen wonen
in een nachtblauw ledikant.
Het einde moet ik zeggen,
heb ik nog nooit gehoord.
Maar zacht dat weet ik zekter,
is vast het laatste woord.
Cabaret is populair. Maar het is niet alleen iets van deze tijd. Het
ontstond in 1881 in Parijs, waar revue en variété de populaire vormen van
vermaak waren.
Het woord cabaret is oorspronkelijk een Franse aanduiding voor kroeg. De
eerste openbare kunstkroeg (cabaret-artistique) heette Le Chat Noir.
Nederland Cabaretier Klaas van der Eerden
Vier jaar later 1885 werd het cabaret in de Amsterdamse Pijp
geïntroduceerd. Eduard Jacobs zong naar Frans voorbeeld in de nachtelijke uren
in een rokerig café satirische levensliedjes over burgerlijkheid en dubbele
moraal.
ABC-cabaret
In 1936 werd het ABC-cabaret opgericht. Veel nieuwe Nederlandse
cabaretiers leerden bij dit gezelschap het vak. Ook Wim Kan heeft hier na de
Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld.
De jaren '90
Het Nederlandse Cabaret, inclusief de stand-up variant, maakt vanaf de
jaren 90 een periode van bloei door. Jaarlijks zijn er minstens vier grote
cabaretfestivals waar nieuw talent zich presenteert. Wie zich een plaatsje wil
veroveren in het cabaret circuit, moet zo'n festival winnen.
De laatste jaren ontstaan er steeds meer nieuwe genres binnen het cabaret.
Algemeen menselijke onderwerpen krijgen de voorrang boven politieke of
maatschappijkritische kanttekeningen. Maar niet alleen de inhoud, ook de vorm
verandert; zo ontstaan er ook meer fysieke of visuele cabaretvoorstelling.
Genres
Hieronder een overzicht van de meest voorkomende varianten:
* Geëngageerd, maatschappijkritisch: aansluitend bij de politieke
actualiteit, taboedoorbrekend, tijdgebonden (Wim Kan, Don Quishoking) Geert
Hoste * Beschouwend, verhalend: filosofische overpeinzingen en keiharde
grappen, meer aansluiting bij universele vraagstukken dan bij de actualiteit
(Freek de Jonge, Youp van't Hek, Hans Teeuwen, Theo Maassen) Els de Schepper * Muzikaal Cabaret: meer muzikale dan verbale grappen (Hans Liberg)
Bobbejaan Schoepen, Jef Burm * Nonsenscabaret: ongerijmde onzin (Herman Finkers, Brigitte Kaandorp) * Fysiek cabaret: acrobatische grappen, vreemde instrumenten en
materialen (Hauser Orkater, Waardenburg en de Jong) Urbanus * Stand-up Comedians: veel improvisatie en interactie met publiek
(Comedytrain) * Literair-satirisch: sketches, liedjes, poëtische teksten bespotten
(licht) het dagelijkse leven (Wim Sonneveld, Paul van Vliet) Charles Janssens
en Co Flower
Indeling
Het is duidelijk dat geen cabaretier zich in één van de bovengenoemde
categorieën laat indelen. De meeste van hen werken met elementen uit
verschillende categorieën tegelijk