Door een gebrek aan voedingsstoffen
Mensen hebben allerlei verschillende voedingsstoffen nodig. Wanneer wij niet voldoende vitaminen of mineralen eten, kunnen we ziek worden. Deze ziektes worden gebreksziekten genoemd. Ook bij planten treden gebreksziekten wanneer ze te weinig van een bepaalde voedingsstof binnen krijgen.
Vogels eten rupsen. Rupsen eten blaadjes van bomen. Maar wat eten bomen? Planten, zoals bomen, gewassen en onkruiden hebben ook voedingsstoffen nodig. Deze zitten in de grond, opgelost in water. Via de wortels worden de voedingsstoffen opgenomen in de plant. Enkele gebreksziekten bij planten zijn:
Stikstofgebrek (N)
Een plant heeft stikstof nodig voor de groei van de groene delen. Bij gebrek aan stikstof krijgen de groene delen van de plant een lichtgroene tot vale kleur. En de groei wordt vertraagd. Maar te veel stikstof maakt het blad slap. Het vormt dan een lekkernij voor slakken. Om dit tegen te gaan, wordt kalium (K) toegevoegd, dat de vorming van stevig blad bevordert.
Fosforgebrek (P)
Een plant heeft fosfor nodig voor gezonde wortels. Fosfor bevordert de bloemgroei, de zaadvorming en de rijping van de vruchten. Door een fosfortekort worden de bladeren diepgroen of blauw/paars van kleur en blijven ze klein. Ook hier komt het vergelen en afsterven van de onderste bladeren bij voor.
Kaliumgebrek (K)
Kalium heeft een plant nodig voor de stevigheid. Door kalium is de plant beter beschermd tegen droogte en minder vatbaar voor ziektes. Bij een kaliumtekort wordt de plant slap. Eerst vergelen de bladpunten, waarna de hele bladeren geel en bruin worden en afsterven.
IJzergebrek (Fe)
Bij ijzergebrek wordt het blad geel. Dit betekent echter niet altijd dat er ijzer moet worden toegevoegd. De zuurgraad (pH) is ook heel belangrijk. Als de zuurgraad van de grond niet goed is, kan een plant geen ijzer opnemen. Vaak is het voldoende de zuurgraad iets aan te passen. IJzergebrek ontstaat bij een te hoog kalkgehalte in de grond.
Magnesiumgebrek (Mg)
Een plant heeft magnesium nodig voor de vorming van voldoende bladgroen. Bij gebrek aan magnesium ontstaat er een geelverkleuring tussen de nerven van een blad.
Leden van de jury, vandaag staan de vrouwen terecht.
Leden van de
jury, vandaag staan de vrouwen terecht.
Hun schaamteloos
spel heeft lang genoeg geduurd. Zij belazeren ons. Zij willen ons namelijk
laten geloven dat zij niets van computers snappen. Zij faken, heren van de
jury! In werkelijkheid zijn vrouwen genieën. En ik zal het bewijzen!
Bewijsstuk één: De wasmachine. Die gaat niet vanzelf. O nee. Je moet dat ding
programmeren. Zomaar een draai aan de knop geven, zoals wij mannen doen, leidt
tot catastrofes. Gekrompen onderbroeken. Uitgerafelde sokken. Donker witgoed.
Ik was alles op programma twee. Andere mannen geven de voorkeur aan drie. Kleur
of geen kleur. Wol of geen wol. Kortom: voor mannen is wassen een gokspel. Wie
kan er immers die twaalf programma's uit elkaar houden? Wie weet welk poeder in
welk van die drie bakjes moet komen? Wij niet, heren van de jury. En waarom
niet? Omdat wij maar gewone mensen zijn en geen vrouwen. En toch beweren zij
dat zij niets van computers snappen. Fraude, zeg ik u!
Bewijsstuk twee: de broodmachine. Als ik een brood bak, dan komt het eruit als
een fossiel. Te weinig water of bloem, er gaat altijd wel iets mis. Moet je de
broden van mijn buurvrouw zien. Flink gerezen, glanzende kanjers van bollen,
heren! Om je vingers bij af te likken. En die geur! Om wild van te worden. Maar
ze weet het! Ze weet het! Het kreng laat altijd haar deur openstaan zodat ik
naar haar bollen kan gluren. En als ik mezelf niet langer in de hand heb en op
haar heerlijkheden wil aanvallen, dan sluit ze de deur! Heren van de jury, de
andere sekse speelt een vals spel met ons!
Bewijsstuk drie: de droogkast. Iets te enthousiast aan de knop draaien en er
komen kleertjes voor minimensjes uit. Alleen bij mannen. Vindt u dat niet
vreemd?
Bewijsstuk vier: de microwave. Een handleiding zo dik als een telefoonboek. Zij
pluggen het ding in en gaan ermee aan de slag.
Bewijsstuk vijf: De mixer. Drie standen, twintig hulpstukken. Hebt u al eens
geprobeerd om op stand drie tomatensoep te mixen? Geen probleem als je een
vrouw bent. Maar mijn keuken, leden van de jury, ziet er nu uit als een
tafereel uit een Quentin Tarantino- film. Het zal mij niet meer gebeuren! Met
een druppeltje krachtlijm heb ik stand drie, die toch nergens goed voor is,
voor eeuwig geblokkeerd!
Leden van de jury, op grond van de u voorgelegde bewijzen moet u wel besluiten
dat de verdachten schuldig zijn. Niks van computers snappen? Ammehoela! Dan
geloof ik nog liever dat Pavarotti de hoge do niet haalt. Ik laat het aan u
over om een oordeel te vellen. Wees streng maar rechtvaardig. Wij, de openbare
aanklager, eisen genoegdoening voor de geleden schade aan onze ego's en onze
onderbroeken. Ik heb gezegd. Laat het recht nu zegevieren! PS.Met toelating van de auteur als zijn naam
vermeld is.
Hiphop is ontstaan aan het eind van de jaren zeventig onder kansloze,
meestal zwarte jongeren in de Amerikaanse steden, die via muziek (rap),
beweging (breakdance) en graphics (graffiti, tags) een vorm van expressie
zochten. Jongeren verenigden zich in een posse om alle ellende beter aan te
kunnen.
Omdat ze geen geld voor instrumenten hadden, maakten ze gebruik van
ghettoblasters of human beatbox. De gewelddadige omgeving waarin de jongeren
opgroeiden werd de inspiratiebron voor de teksten, die in rapvorm werden
gebracht.
Statussymbool
Hiphop groeide uit tot een belangrijke muziekstroming. De Amerikaanse
hiphoppers zijn nog steeds jongeren, die geboren zijn in arme wijken. Het is
zelfs een statussymbool geworden: een rapper die niet weet wat armoede is, is
geen echte rapper. Ook geweld geldt als statussymbool: rappen over het feit dat
je gevaarlijk bent en wapens hebt is normaal.
Misstanden
In een hiphoptekst worden vaak maatschappelijke misstanden aan de orde
gesteld. Een ander opvallend kenmerk van de rap is 'bragging and boasting': vertellen
hoe stoer je bent en waarom je beter bent dan andere rappers. Vooral bij
freestylebattles ontaardt een rap vaak in een woordenstrijd. Freestylen is het
improviseren van een rap.
Nederhop
Onder invloed van de muziekzender MTV ontstond een Nederlandse
hiphopcultuur, de Nederhop. Omdat in Nederland geen ghetto's bestaan, is de
inhoud van de Nederhopraps anders dan die van de Amerikaanse rap. Nederhop is
de laatste jaren onder invloed van Ordorp Posse tot een volwassen muzieksoort
uitgegroeid. Osdorp Posse was fel tegen commercie, maar de nieuwe acts, zoals
Brainpower en Def Rhymz, zijn commerciële artiesten. De Rotterdammer Def Rhymz
heeft extravagante, soms geile en soms grappige raps, die doorspekt zijn met
Surinaamse straattaal. Brainpower laat horen dat rap ook kan zonder de
gebruikelijke machotaal, en dat je in een rap ook op een mooie manier je
gevoelens kunt verwoorden.
Tekst
Def P (rapper Osdorp Posse) legt uit waarom tekst zo belangrijk is bij
Hiphop: "Hiphop is bij uitstek een medium om te reflecteren op wat er om
je heen aan de hand is. Een rapper kan in een nummer veel meer tekst kwijt dan
een liedjesschrijver. Een gemiddelde song is een half A4-tje, een rap al gauw
drie. In essentie is dat de functie van hiphop: zeggen wat je ervan vindt."
In de huisje-tuintje-toeterlaan auteur Marleen de Kimpe
In de huisje-tuintje-toeterlaan
Bij de aankomende maan
flitsen één voor één
alle lichtjes aan
in de huisje-tuintje-toeterlaan.
Best wel spannend in het duister,
al die bliksemende luister
daar achter het gesloten raam.
Wanneer het maantje
is aangekomen,
wil de mensheid
wel gaan dromen.
Eén voor één
vallen de lampen uit
jammert de sterveling
in zijn kajuit,
pffff
weer een dagje ouder.
Een beestje als een speeltje
Blozend van zijn buik tot aan zijn keeltje.
De beentjes recht en lang
Dun als een ijzerdraadje,
De boezem fier omhoog
Zonder behaatje.
Hij zingt een oerontroerend liedje.
Is het een hij, is het een zij,
Of is het een sierlijk travestietje.
Paaseiland dankt
zijn naam aan het feit dat het op een paaszondag in 1722 is ontdekt door de
Nederlander Jacob Roggeveen. Paaseiland wordt ook Rapa Nui genoemd, wat 'grote
rots' in het Polynesisch betekent. Het kleine eiland ligt in de Grote Oceaan en
hoort bij Chili.
Monumentaal
Het eiland is 163,6 kilometer groot. Er wonen volgens een schatting uit 2005,
3.791 mensen. De hoofdstad is Hanga Roa. Het eiland staat sinds 1995 op de
werelderfgoedlijst van Unesco. Deze organisatie heeft als doel het waarborgen
van vrede en veiligheid door de samenwerking tussen verschillende lidstaten van
de V.N. op het gebied van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie.
Reisbestemming
Rapa Nui
In tijdschriften en reisfolders van Peru staan vaak de enorme stenen hoofden op
Paaseiland. Deze beelden worden ook Maoi genoemd. Ze hebben iets mysterieus.
Wie hebben ze gemaakt en waarom? En hoe hebben ze die enorm zware beelden
verplaatst en rechtop gezet? Op het eiland zijn 887 beelden te vinden. Rond de
300 staan ergens op het eiland, 300 liggen nog rond de vulkaan waar ze gemaakt
werden en de rest van de beelden zijn wel ooit vervoerd maar zijn nooit op de
plaats van bestemming aangekomen.
De Moai's als teken van macht
De beelden zijn niet verbonden aan een geloof zoals boeddha- of
christusbeelden. Ze werden gemaakt om de voorouders van de bevolking van
Paaseiland te herdenken en te vereren. Elke clan maakte zijn eigen Moai's. Ze
gaven de clans macht. In oorlogen tussen verschillende clans duwden en trokken
ze elkaars Moai's dan ook om. Een heleboel beelden liggen nu nog steeds op de
grond met hun gezicht naar beneden.
Het Moai vraagstuk
De beelden zijn enorm zwaar en dus niet makkelijk overeind te zetten of te
vervoeren. De grootste Moai is 21 meter en weegt even zwaar als 180 auto's! Er
zijn veel theorieën over hoe de mensen dat vroeger gedaan hebben. Sommigen
geloven dat de beelden zelf 'liepen'. Door de speciale vorm van de onderkant
bewoog het beeld naar voren aks je het met touwen van links naar rechts trok.
Anderen denken dat de beelden op boomstammen werden gelegd en naar hun plaats
gerold.
Het mysterie
Helaas zullen we het nooit zeker weten. Veel oorspronkelijke bewoners van
Paaseiland hebben de vele oorlogen, ziekten en slavernij niet overleefd. Ze
hebben de verhalen over de Moai's dus niet kunnen doorvertellen
Waar anders
moeten gelieven fluisteren
ritselpopulieren
waar anders
voor jonge ouders
om te pralen
met hun jong op wielen
de tulpenboom
en oude mensen
op de bankjes om
te vertellen hoe veel beter
het vroeger was
de witte moerbeiboom
en niet vergeten, de vijver
voor het varen van de bootjes
de vijver - het verdrinkingsgevaar
het voeren van de eendjes
ja, een vijver met glooiend
het grasveld tot aan het water
de treurwilg
en de grootste boom van de provincie
de meer dan honderdjarigen
om te omarmen en bezienswaardigheid
de rode beuk, de oude eik, de vleugelnoot
en het beeld - het bééld -
met of zonder ruiter
de paardenkastanje
wij, alle mensen
moeten, ja móéten een park
voor groen
voor adem
voor glorie
voor rust in de stad
het park