Pasen is voorbij, maar de hele berg paaseitjes is nog lang niet opgegeten. Geen idee wat ermee te doen? Probeer dan eens deze ideetjes uit om de lekkernijen niet verloren te laten gaan!
SMELTEN MAAR
Je overgebleven paaseieren tover je om tot een lekkere chocoladesaus als je ze smelt met een scheutje room, au bain-marie of in de microgolfoven. Lekker met pannenkoeken of vanille-ijs!
Ook een chocoladefondue met fruit is altijd een goed idee.
Maak heerlijke chocolademelk met paaseitjes! Warm de melk op en laat er een eitje in smelten.
Waarom geen echte klassieker, maar dan net even anders: laat enkele chocolade-eieren smelten in warme vanillepudding. Zo krijg je een prachtige én overheerlijke gemarmerde pudding.
Altijd een hit: je eigen chocopasta. Smelt 150 g chocolade-eieren met 150 g echte boter. Roer er dan 6 eetlepels suiker, een eierdooier en een stijfgeklopt eiwit onder. Laat de chocopasta 4 uur opstijven. Je zelfgemaakte chocopasta blijft afgesloten in de koelkast een week houdbaar, maar wedden dat je ‘m binnen de paar dagen opsmult?
KROKANT MET EITJES
Enkele chocolade-eieren en een handje muesli, meer heb je niet nodig om lekkere mueslikoekjes te maken. Je kunt de muesli ook vervangen door noten of cornflakes. In een afgesloten koekendoos blijven deze koekjes zeker een week knapperig.
Paaseitjes hebben alles in huis voor de lekkerste hagelslag op je brood! Stop de chocolade-eitjes in een zak en sla ze met een hamer stuk. Stop op tijd, anders heb je een zak vol poeder. De verkruimelde paaseitjes zijn net zo lekker op brood als gewone hagelslag. Extra heerlijk met een laagje boter.
Lieveheersbeestjes vormen een groep van kevers (Coleoptera) en wereldwijd komen er wel 5000 soorten voor. Ze zijn ongeveer 0,5 cm groot maar sommige soorten kunnen tot bijna 1 cm worden. Ze zijn plat aan de buikzijde en hebben bolle, glimmende dekschilden die opvallend rood, oranje, geel of zwart gekleurd zijn, bedrukt met een divers stippenpatroon. Er bestaan ook kleinere soorten die minder opvallend gekleurd zijn en behaarde dekschilden hebben. Jonge exemplaren missen vaak stippen en hebben soms afwijkende kleuren wat het determineren niet altijd makkelijk maakt. Ze voldoen met hun kleine kop, korte poten en korte antennen meestal niet aan het stereotiepe beeld van een kever.
Bij ons is het zevenstippelig lieveheersbeestje één van de meest voorkomende. Op zijn oranjerode dekschilden staan zeven zwarte stippen, wat slaat op het totaal aantal stippen op beide dekschilden. De stip in het midden, de zogenaamde schildstip, is verdeeld over beide dekschilden maar telt als één stip. Zijn opvallende kleur beschermd hem tegen natuurlijke vijanden. Door een gele, stinkende vloeistof af te scheiden bij gevaar, verdedigt hij zich tegen aanvallers. Bepaalde soorten komen voor op specifieke waardplanten, anderen zijn algemeen te vinden op kruidachtige planten en in grasland. Ook loofbomen en naaldbomen huisvesten bepaalde soorten.
Volwassen exemplaren zoeken voor de winter warmere plekjes op. In de vrije natuur is dit doorgaans in de strooisellaag of in struiken en bomen. Ze kunnen ook een ruimte binnenshuis opzoeken, zoals op zolder, in een hoekje van een onverwarmde kamer of in een raamkozijn. In het voorjaar, van zodra het warmer wordt komen ze terug te voorschijn en planten ze zich voort.
Ik ben Erika, en gebruik soms ook wel de schuilnaam kaatje.
Ik ben een vrouw en woon in () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 13/08/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: pc bloggen enz.kleuren op nummer.