In de jaren 50-60, toen er amper een TV-toestel per straat was, floreerde het verenigingsleven. In gemeenten en parochies werden toen sprekers uitgenodigd. In een zaaltje. Elke gemeente had wel een paar zaaltjes. Er was de parochiezaal. Zaal Familia was ook een populaire naam. Zaal Exelcior ook. Kleinkunst moest nog uitgevonden worden en de Nederlandse cabaretiers waren nog aan het repeteren.
De Spreker kwam soms van ver en hij werd afgehaald aan het station. Hij moest ergens overnachten ook. Het Davidsfonds had die infrastructuur vanzelf, de spreker at en dronk en overnachtte op de pastorij.
Soms kwamen er ook vertellers. De vertellers werkten zonder papieren geheugensteuntjes, zij kenden een paar boeken uit het hoofd.
Zo heb ik kennis gemaakt met iets van Claes. De Fanfare De Sint-Jans-Vrienden. Hilarisch en ontroerend tegelijk.
De Moeder en de drie soldaten. Te aangrijpend, ik was er te jong voor, ’k ben weken ellendig geweest van dat verhaal.
Van Timmermans, De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa. De nuances ontgingen me toen, maar ik vatte de sfeer wel.
De nota’s van die vertellers heb ik van dichtbij gezien. De brochure, zo werd dat genoemd. De nodige passages waren overgetypt op A4-formaat. Het blad was in de lengte in twee verdeeld. Rechts stond de tekst, links uitgelijnd en in een schikking die volledig afgestemd was op de vertolking van de verteller.
Links stonden met de hand geschreven notities, aanwijzingen ivm intonatie, stemvolume en regie.
MML zegt het zo :
“Bij de voorbereiding breng ik mijn eigen interpunctie aan. Dat maakt het voor mij makkelijker om de betekenis van de verzen in de verf te zetten en de juiste intonatie te vinden. Ook de linker kantlijn maakt het overzichtelijk en makkelijker om de zin te vinden waar ik gebleven ben. Ook ritme en pauzes worden aangegeven.”
’k Stond als kind op die brochures te kijken en ik vond dat toen magisch, de overgang van de geschreven naar de gesproken tekst, ik stond daar te kijken op een wordingsproces! Nu nog vind ik dat magisch, maar ik ben niet meer zo kinderlijk-diep onder de indruk. Jammer.
Eén druppel tederheid is meer dan geld en machtvan P², 2016
Zou die clown dat al weten, diën Trump, dat een druppel tederheid meer is dan geld en macht. Zou hij eigenlijk weten wat tederheid ís, al was het maar een druppel. Dat is nu eens een mens die ik me absoluut niet kan voorstellen in een tedere situatie. Enkel in grijpgrage situaties. Hij is de zielepoot in gelijk welk sterrenbeeld dat hij opkoopt.
RM : “akkoord met jou, maart, maar zou Clinton, een vrouw die stikt van ambitie ooit al een vleugje tederheid gevoeld hebben?”
Volgens mij wel, misschien niet lang, maar een vleugje tederheid heeft Clinton waarschijnlijk ooit wel gevoeld. Vlak na haar bevalling in 1980. Tedere gevoelens zouden dan in gang getrokken worden door oa oxytocine, het knuffelhormoon. Volgens haar CV of volgens haar propaganda-machine, daar wil ik van af, is ze na haar bevalling in 1980 vier maanden thuis gebleven.
LM en ik hebben iets gelijkaardigs gezien bij wijlen onze buurvrouw. Zij was een gevaarlijk-onverzoenlijk mens, met haar was het niet veilig praten, daarbij was ze een eersteklas intrigante met het oordeelvermogen van een hakbijl. Maar wanneer haar zoon op bezoek kwam werd ze een en al peperkoek. Acute over-secretie van oxytocine? Zeer vreemd en akelig om binnen de twee seconden in één persoon die twee uitersten te zien, maar het was wel zo. Het bestaat.
Over Bach hebben we een familieverhaal. Over Bach en de jongste dochter van mijn zus Laura. ’k Denk dat Uma toen vier of vijf jaar oud was. Het zal dus ’98 of ’99 geweest zijn.
Walter Boeykens -klarinet- zou optreden in het CC Hasselt en er werd druk vergaderd, ofwel ter plaatse ofwel bij Laura en D thuis. Mr Boeykens moest van ver komen, daarom kwam hij soms wat vroeger en vóór de vergadering at hij dan mee met het gezin.
De twee jongsten, de meisjes, waren compleet gecharmeerd door Meneer Walter. De zonen iets minder. De oudste zoon (12j) eigenlijk helemaal niet, want hij speelde zelf klarinet en iemand als Walter Boeykens over de vloer hebben is dan regelrechte concurrentie. In eigen huis dan nog wel. Temeer dat Meneer Walter elke keer zijn/een klarinet bij had en af en toe iets liet horen.
Er was namelijk nog niet beslist of hij de Toccata en Fuga van Bach zou brengen. Solo. Voor wie de grandeur van het orgel gewend is klinkt het werk op klarinet plots zeer iel. Daarover ging het dus, over de samenstelling van het programma. En aldus hoorde de kleine Uma aan tafel regelmatig de namen Walter en Bach vermelden in eenzelfde context.
Toen het optreden naderde en ze wist dat ze mee mocht zwol haar hartje. Naar een ‘concert’ met de groten, laat opblijven en zo, een belangrijke gebeurtenis dus. Bij momenten kon ze er niet over zwijgen.
Want er zou nog volk komen hé. Oma en Opa uit Zellik, Tina uit Brussel, Tante M en nonkel G uit Kortrijk, LM & m uit Antwerpen … Zo deed Laura haar jongste dochter opsommen. Er kan in het Cultureel Centrum van Hasselt heel wat meer volk binnen dan enkel de familie, maar dat zou Uma dan wel merken.
Op een keer vervolledigde ze het lijstje : - En Meneer Walter komt ook. - Ja, Meneer Walter komt ook natuurlijk. Hij gaat optreden hé. - En dan komt Bach mee.
- Ha! lachte die loebas van een grote broer, Bach is al lang dood!
- Is-Bach-tóót ! riep de kleine Uma verschrikt.
Laura ging met één blik van de Mama- naar de Moeder-Modus en de rest van het tafelgezelschap hield zich wijselijk stil.
Wat bleek, Uma had al die weken gedacht dat Bach een broer was van Walter Boeykens en dat Bach Boeykens nu dood was, dat vond ze verschrikkelijk voor Meneer Walter.
Hoe kwam ze erbij dat Walter en Bach twee broers zouden zijn? Omdat haar broers samen muziek maken (de oudste klarinet, de tweede piano) Dus als Meneer Walter muziek van Bach speelt, dan is Bach de broer, want broers maken samen muziek. Zo is dat toch …
Het duurde wel efkes eer Laura heel dit verhaal bijeen had natuurlijk. En al die tijd biggelden er trage tranen over de wangen van Uma.
- Ha! riep de loebas, dan zijn wij in de Harmonie allemaal broers en zussen zeker? - Jawel, kwam D kort tussen. Muzikanten zijn allemaal een beetje broers en zussen. Allemaal. Over heel de wereld. En daar kon de oudste het mee doen. Vader had gesproken.
’k Vind het vandaag nóg aandoenlijk dat er 250j naar de dood van Bach ergens in Limburg een klein meisje van vijf op de schoot van haar Ma dieptreurige stille tranen liet voor zijn overlijden.
Soms werd het verhaal nog opgehaald, ‘Bach-is-toot’. Maar nu niet meer, sinds april 2013 is Meneer Walter naar het Groot Concertpodium. Misschien speelt hij daar nu toch een klarinetversie van de Toccata en Fuga, misschien wel voor Bach hemzelve.
Een verhaal over haar vader, ergens in de jaren ’50, de jaren dat formele omgangsvormen nog zeer belangrijk waren.
Mijn vader was handelsreiziger in wijn. Tijdens een bezoek aan een bakker werd hij gevraagd te wachten in de woonkamer. De vrouw des huizes zorgde voor een tas koffie en plaatste een schaal met koekjes op tafel. Voor het koekje bedankte hij beleefd.
Terwijl de dame in de winkel haar man ging aflossen en omdat het wat lang duurde nam mijn vader toch een koekje. Onmiddellijk liet de papegaai krijsend van zich horen : “Bitje voor Jakôô”. Mijn vader schrok en was enorm in verlegenheid gebracht door die gevleugelde klikspaan. Dat gevogelte wou een stukje van de koek.
Achteraf vertelde men hem dat die vogel telkens wanneer er koekjes gegeten werden zijn deel opeiste. Maar dat wist mijn vader natuurlijk niet.
Nooit nog heeft hij ergens een koekje genomen terwijl hij alleen was, ook niet in huizen waar geen papegaai woonde. Zelfs een parkiet of een kanarie vertrouwde hij niet meer.
m - HiH-11/2015, 04/2017 – naar een gegeven van CC
- Sinds de hond overleden is kan ik nergens nog mijn gedachten bijhouden, ik laat alles uit mijn handen vallen ... - Ge moet een hobby zoeken, zeiden ze, iets om te focussen, zorg dat ge iets om handen hebt, zeiden ze, koekjes bakken bijvoorbeeld. Ge hebt toch een keuken robot? - Eh, ja, maar … - Awel dan! riepen ze triomfantelijk.
En daarmee was het probleem dan opgelost want ze hadden een 'goed' gesprek gehad.
Toen ze weg waren begon ze onmiddellijk met die verdomde keukenrobot om er van af te zijn, om bij het volgend bezoek van die doe-goeders niet te moeten horen dat ze geen moeite deed.
En toen gebeurde dit :
foto van 't Net
Nú had ze iets om handen ja …
RSL : Ocharme!... Ik heb het gevoel dat ik daar sta, want ik heb zulke toestanden meermaals voorgehad.
Zo hadden we vele jaren geleden eens bezoek van vrienden uit Frankrijk, die zagen we maar ééns per jaar en dat was corvée, want het was dineren en dan nog Frans spreken en vertalen voor degenen die het niet goed verstonden.
Ik ging gebraden kip maken met appelmoes en puree patatjes, ik had het er goed afgebracht tot op het moment dat ik het ging opdienen, want toen struikelde ik over de drempel van de keuken naar de living en de pyrex schotel met de puree in duizend stukjes en de puree onbruikbaar... Ik maak de laatste tijd, nu ik slecht uit de voeten kan door mijn artritis weer regelmatig van die toestanden mee.
Onlangs liet ik een vol glazen flesje eosine uit de apotheekkast vallen, ik stond midden in een plas rode vloeistof en kon geen kanten uit, bovendien waren de tegels, de WC, de lavabo en alles daarrond vol grote rode spatten, die kun je afwassen maar de voegen blijven rood
Een pot platte kaas en een pot mayonaise zijn ook al tegen de vloer gegaan, en dat opkuisen is niet leuk hoor!!! RSL
Pyrex. Vreselijk hé, een Pyrex die uiteen spat. En dan nog een volle, waar eten in zit. ‘k Moet er niet aan denken. En dan nog terwijl hongerig volk aan tafel zit te wachten ook! Verschrikkelijk. Mijn hart krimpt als ik er aan denk. Hoe is dat afgelopen? Heeft het bezoek helpen opkuisen?
Eosine, ook zo iets. Om de voegen weer schoon te krijgen, hebt ge al geprobeerd met bleekwater? Niet met de grove borstel natuurlijk, maar met een wattenstaafje. Laat het misschien door iemand doen met vaste hand. want met bleekwater kunnen ook accidenten gebeuren.
Ergens in de jaren ’70 verwachtte een vriendin het bezoek van de ouders van haar lief. Het kot hadden we de dag tevoren grondig schoongemaakt en ik had haar aangeraden om de volgende ochtend nog flink wat bleekwater in die oude wc-pot te doen.
Ze was tamelijk zenuwachtig want het was een eerste kennismaking. Dé eerste kennismaking en ze moesten vertellen dat zij daar eigenlijk al bijna een jaar woonde, bij de zoon op kot. Samenwonen heette toen nog samenhokken en was absoluut nog niet algemeen aanvaard. Het was dus een beetje afwachten. En ze was een beetje zwanger ook.
Tegen de middag, toen zijn ouders zouden toekomen, herinnerde ze zich plots het bleekwater voor de wc-pot. Dat ging ze nog rap efkes doen. Van de zenuwen morste ze javel op de wc-bril, op het matje en ook op haar jurk, het enig stuk kledij dat min of meer verhulde dat ze al een tijdje zwanger was.
Het matje heeft ze weggemoffeld, de wc-bril heeft ze droog gemaakt maar dat ze op haar kledij gemorst had, dat had ze niet gezien. Dat werd later pas duidelijk, terwijl ze aan tafel het hoofd boog. Ze hadden zojuist verteld over de zwangerschap. Zo zag ze dat de kleur uit haar katoentje weg getrokken was en ze voelde dat de kleur uit haar gezicht wegtrok ook.
Hoe dat alles afgelopen is weet ik niet meer precies. Naar het schijnt heeft de vader van de jongen zijn echtgenote tamelijk kordaat in toom gehouden omdat de moeder van zijn toekomstig kleinkind plots zo bleek werd. Voor hem was de toekomstige moeder van het kleinkind meer dan welkom.