Gemeentelijke onverantwoordelijkheid
De snel stijgende pensioenlasten krijgen in steeds meer gemeenten een wurgend karakter. Maar dat was wel perfect voorspelbaar. En wie tekende er voor de twee maal hogere pensioenen voor statutaire ambtenaren? Dinsdag 12 november werd de Gentse begroting in zowat alle kranten besproken. Terwijl er graag en veel ingezoomd wordt op verschillen in de problematiek tussen de ene en de andere stad, valt vooral op dat de recepten die terugkomen in steden als Gent en Antwerpen fundamenteel dezelfde zijn. Dat is ook niet verwonderlijk, gezien de budgettaire problemen die over heel Vlaanderen de lokale besturen teisteren. Recent werd nog uit nieuwe cijfers van de Nationale Bank en het Planbureau duidelijk dat de lokale overheden dit jaar afstevenen op een begrotingstekort van 548 miljoen euro, terwijl dat eerder geraamd werd op 260 miljoen euro.
In Gent alleen al dreigde een exploitatietekort van 105 miljoen euro. Deze zomer deed Louis Tobback als burgemeester van Leuven nog een oproep om de pensioenlasten van steden en gemeenten te laten overnemen door Vlaanderen. Maar de pensioenproblematiek op lokaal vlak als een geval van overmacht voorstellen is al te gortig. Het zijn toch de gemeenten zelf die al de ambtenaren hebben aangeworven die nu met pensioen vertrekken, een en ander was dus perfect te voorzien. Wordt van een burgemeester dan niet meer verwacht dat hij zijn stad als een goede huisvader beheert? Uiteraard is het verleidelijk de lasten af te wentelen op een hoger niveau, zodat alle belastingbetalers samen de factuur betalen. De burgemeester van een gemeente redeneert dat het voor alle Vlaamse belastingplichtigen immers over een relatief klein bedrag per persoon gaat. Dit maakt juist deel uit van de cultuur van onverantwoordelijkheid waar ons land mee worstelt. De gemeentelijke autonomie vereist dat lokale overheden zelf de verantwoordelijkheid opnemen voor kosten die ze veroorzaken. Dit impliceert ook dat hogere overheden op hun beurt niet de neiging hebben om steeds meer lasten en opdrachten op de gemeenten af te wentelen. Het lokale domein blijft de plek waar de publieke diensten opgeleverd worden aan individuen, gezinnen en bedrijven. Alle maatschappelijke materies krijgen immers finaal hun vertaling op lokaal vlak. Het is in elk geval beter dat er op lokaal vlak knopen worden doorgehakt terwijl de kiezer recht in de ogen wordt gekeken, eerder dan dat praktijken gangbaar worden zoals bij TMVW, een waterintercommunale die vergat waarom het twaalf miljoen in een voetbalarena investeerde. Wij houden niet alles bij.
Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom bij Itinera Institute en gastdocent economie, op de-bron.org
Zie ook: Hoe durven ze?!
|