Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
Ondanks de zware natte dag van gisteren, had ik een zalige nacht, want voor het slapen gaan werd er mij nog nieuws uit Belgie gebracht. Ik heb nog telefoon van vrienden uit Genk gekregen, en ik heb geen vijf minuten gezwegen. Zij luisterden met geduld mijn klaagzang aan, en beste mensen, ik kan het u verzekeren, dat heeft me deugd gedaan. Vol goede moed heb ik de sleutel weggebracht, want vandaag word ik in Condé-sur-Marne verwacht. Ik ga weer op pad en hoop dat ik vandaag van nattigheid wordt gespaard, maar boven mij hangt een grijze lucht, vol van regenwolken vergaard. Ik trek door de wijnvelden en door de Gr langs het kanaal, boven op de brug zie ik wielertoeristen, ze wachten me op met veel kabaal. Ze vragen me honderduit en wensen me goede moed, een beetje verder fietsen ze mij voorbij en roepen: het ga je goed!! Zo stap ik rustig verder, het middaguur tegemoet, op mijn gemakje mijn pic-nic verorberen, dat doet goed. Tegen het einde van de middag kom ik op mijn bestemming aan, en hoop hier in Hotel Soleil d'Or onder zeil te kunnen gaan. Ik heb me eerst op mijn kamer geinstalleerd, en daarna van een heerlijk menu geporfiteerd. Voor het slapen gaan heb ik eerst nog even met Ons Heer gesproken, en Hem bedankt dat de dag vandaag veel beter is verlopen.
Ik vraag me af of die champagne er voor iets tussen zat, maar het is lang geleden dat ik nog zo goed geslapen had. Goed uitgerust en met frisse moed, ging ik weer een nieuwe dagtocht tegemoet. Het weer was me vandaag echter niet goed gezind, ik vertrok met lichte regen en een klein beetje wind. Ik stapte rustig verder langs het kanaal, maar de regen bleef duren, en toen ik weer verder moest langs de drukke baan, kreeg ik zelfs hagelbollen te verduren. Nergens vond ik een plaatsje om te schuilen, mensenlief, zo een rotweer, je zou er van gaan huilen. Eindelijk kon ik van die drukke baan, en weer verder langs lokale,rustige wegen gaan. Mijn voeten waren door en door nat, en net toen ik Vezy bijna naderde, begon de zon te schijnen, dat was me wat!! Maar mijn geluk bleef niet lang duren, want een beetje later kwamen de regenwolken alweer gluren. En dat was niet mijn enige pech, ook de jeugdherberg waar ik normaal zou slapen, was al zes maanden weg. Om te kunnen overnachten moest ik nog 6 km verder gaan, en dus ben ik, helemaal doorweekt als ik was, maar weer op pad gegaan. Ik had mijn kilometers voor vandaag bijna gered, maar toen ik bijna aan de kerk was, werden de hemelsluizen weer open gezet. Ik kon het niet meer aan en vluchtte de kerk binnen, ik plofte neer op een stoel, ik had het nodig om mij te bezinnen. Ik barste in tranen uit en vroeg om hulp: O Lieve Heer, sta me bij, en net toen de nood het hoogste was, kwam de redding nabij. Opeens ging de kerkdeur open, en een oud vrouwrje kwam met bloemen in haar hand, de kerk binnen gelopen. Geloof het of niet, maar ik was nog nooit zo blij, en ik vroeg haar of zij geen slaapgelegenheid had voor mij. Zij gaf mij het adres van La Maison Pastoral, wat een chance, om haar te bedanken bad ik eerst nog een rozenkrans. Zij wees me de weg naar het huis waar ik moest zijn, nadat ik mijn schelp had getoond, kreeg ik de sleutel, een beter einde van de dag kon er niet zijn. Boven in het huis waren er verschillende kamers naast mekaar, er waren voldoende matrassen en die legde ik lekker op elkaar. Nu nog een hapje eten, en dan proberen om deze zeer natte dag vlug te vergeten.
Slapen in een niet verwarmde zaal en op een harde judomat, het valt niet mee, ik voelde ieder spiertje knagen dat in mijn lichaam zat. Om 6u15 ben ik maar opgestaan van de kou, een goed en degelijk ontbijt, dat was wat ik wou. Maar ik moest het stellen met een enkel kopje thee, en dus vertrok ik maar, zonder ontbijt en knapzak mee. Onderweg begon de honger toch wat te hard te knagen, en ik ging op zoek naar een bakker om de innerlijke mens wat te behagen. Ik kocht er lekker vers gebakken croissantjes, en die verdwenen maar al te vlug achter mijn tandjes. Veel wind en dreigende wolken vergezelden mij langs het mooie kanaal, en waar het canal des Ardennes overging in canal a l'Aisne, zag ik de eerste pelgrimspaal: een blauw plaatje met witte schelp eraan, en de tekst: nog 2429 km tot Saint Jacques de Compostelle te gaan!!! Ik moet zeggen, het zien van dat eerste paaltje, het doet je wat, en ik besefte dat ik nog heel wat kilometertjes te lopen had. Ik stapte verder richting Reims, langs een hele drukke baan, en kwam voor vandaag alweer op mijn bestemming aan. Vandaag wil ik een degelijk bed om te overnachten, ik hoop dat de bedstee van Hotel Victoria, de pijn in mijn knoken wat zal verzachten. Na een lekkere warme douche ben ik alweer wat bekomen, en heb ik rustig op het terras een glaasje champagne tot mij genomen. Ik heb het mij echt wel laten smaken, en was er zeker van dat ik hierdoor in Compostella zou geraken. Want thuis had een clublid gezegd: wie in Reims een glas champagne tot zich heeft genomen, mag er gerust in zijn dat hij in Santiago zal komen. Dus, maatje, je ziet, ik ben het niet vergeten, nu nog een lekker hapje eten, en dan is het na 45 km voor vandaag welletjes geweest, Moe maar tevreden en in een lekker zacht bed, geef ik mijn geest.
Na een zalige nacht in dromenland, kwam ik met tegengoesting uit mijn warme ledikant. En buiten viel het weer ook heel erg tegen, het was net of de hemel was al zijn sluizen aan het legen. Om mij tegen dit rotweer te beschermen, heb ik maar mijn poncho aangedaan, en ben ik niet langs de GR, maar langs de lokale weg op pad gegaan. De regen was echter niet van lange duur, ik ben nat geworden van 8 tot elf uur. Moedig stapte ik verder, bergaf en bergop, en steeds lag het volgende dorpje op een mooie heuveltop. Die uitzichten waren telkens adembenemend mooi, en zo viel dag 10 ook weer in de plooi. Ik wilde vanavond in een lekker warm bad, maar ik moest het stellen met een judomat. Dat wilde zeggen, geen bad en ook geen bed, dat bedierf wel een deel van de pret. Maar ik heb voor deze tocht gekozen, en besef nu wel: het leven van een pelgrim gaat niet altijd over rozen!!!
Na een bijna slapeloze nacht, word ik vandaag in Signy-l'Abbaye verwacht. Ik ging weer op pad langs een drukke baan, maar ik voelde dat het vandaag niet goed ging gaan. Ik zat bijna in Charlevilles-Mézières, maar daar moest ik helemaal niet zijn, mensenlief, quelle misère!!!!! Een vriendelijke fransman zette mij weer op de goede weg, hopelijk heb ik nu vandaag niet meer al te veel pech!! Met goede moed ging ik weer op pad, en hoopte dat ik vanavond een goede slaapplaats had. Ik wandelde verder door de prachtige natuur, het ging omhoog, het ging omlaag, maar ik genoot van elk uur. 27 km had ik voor de boeg, maar ik heb er 40 km over gedaan, en toen ik mijn bestemming had bereikt, ben ik na de maaltijd vlug onder zeil gegaan.
Om 7u45 ben ik in Fumay vertrokken, nadat ik mijn fris gewaasen kleren had aangetrokken. Ik liep rustig langs de Maas, maar dat bleef niet duren, want wilde ik het dorp Revin bereiken, moest ik eerst de drukke D988 verduren. Eenmaal het dorp verlaten, moest ik zo een 7 km in stijgende lijn, ik had nooit gedacht dat een weg soms zo lang kon zijn. Maar na het stijgen komt altijd het dalen, en ik voelde dat ik Renwez zonder problemen ging halen. Dit was het einde van dag acht, en ik hoopte op een zorgeloze nacht. Daar kwam echter niet veel van in huis, want buiten goot het water, met bliksem en gedonder, alles incluis.
Na een lekker nachtje knorren, wipte ik om 6.30 u uit mijn bed zonder te morren. Samen met mijn maatje een lekker ontbijt tot ons genomen, en ook een pic-nic laten klaar maken, om verder de dag door te komen. Al gauw brak het uur van afscheid weer al aan, maar toch nog eerst even samen op de foto gaan staan. Dan bij de grot nog even een gebed gedaan, om dan samen met mijn maatje terug naar Doische te gaan. Want daar moest ik nog mijn stempels bekomen, en daarna hebben we echt afscheid genomen. Ik heb het niet laten zien, maar het greep me aan, want nu moest ik weer in mijn eentje verder gaan. Ik stapte van het ene dorpje naar het andere, maar zag ook telkenmale het landschap veranderen. Nu eens een daling van 13 percent, dan weer een stijging van 12 percent, ik voelde het goed in kuiten en dacht: ik word hier niet verwend. In Oignies zag ik een mooi rustbankje staan, daar heb ik me aan mijn pic-nic tegoed gedaan. Na het eten heb ik nog even met een vriend gebeld, ik wilde hem nog bedanken voor de mooie kaart en de centjes die ze hadden neergeteld. Het was weer tijd om terug op pad te gaan, en zo kwam ik rond 14u20 in La Douce France aan. De weg naar Fumay ging in dalende lijn, langs rustige wegeltjes, midden door het bos, ik wist niet dat het hier zo stil kon zijn. Heerlijk, die stilte om je heen, maar door het fluiten van de vogels en zelfs de roep van een koekoek, voelde ik mij niet alleen. Vandaag ga ik op een camping overnachten, wie weet wat staat me hier te wachten. Voor mijn eten moest ik vandaag zelf zorgen, maar eerst mijzelf en mijn vuile was verzorgen. Die zalig warme douche heeft me deugd gedaan, en fris gewassen ben ik naar de super marché gegaan. Daar heb ik wat voorraad opgedaan om de inwendige mens te verzorgen, en hetgeen er overblijft is mijn ontbijt en lunch voor morgen. Nu nog zorgen dat mijn was droog geraakt, dus heb ik maar een waslijn tussen twee bomen gemaakt. Vandaag weeral 27 km gestapt en in Frankrijk aangeland. Daar zal ik tot 8 juli vertoeven, zo is het toch gepland. Beste mensen, dag 7 zit er op, ik ga in mijn bedje kruipen, want ik ben doodop.
Die goede nachtrust heeft me deugd gedaan, en om 6u ben ik opgestaan. Ik nam samen met de paters het ontbijt, en toen was het weeral tijd voor het afscheid. Met frisse moed ging ik weer op pad, en hoopte dat het weer me vandaag niet tegen zat. Ik volgede de mooie GR route, met nu eens klauterwegen en dan weer steil naar beneden. Ik moest goed kijken waar ik liep, en ja, ik ben daar ook op mijn gatje naar beneden gegleden. Al liep deze weg niet over rozen, ik ben toch blij dat ik hem heb gekozen. Op weg naar Doische langs de grote baan, moest ik opeens opzij, er reed een auto met veel getoeter heel kort bij mij. Het was een vriendin, zij was mij gevolgd, en had voor een mooie verassing gezorgd. Vermits ik in Doische niet kon overnachten, had zij om het leed te verzachten, een hotelletje geboekt in Beauraing, dat was een echte meevaller voor mij. Daarom ging ik bij de grot van Maria om haar te bedanken, en ook voor alle zieken, familie en vrienden, een kaarsje branden. Het eten in het hotel was lekker en fijn, en we sloten de avond af met een gezellig samen zijn. Weer 28 km gedaan vandaag, dat kruipt toch wel in je kleren, ik kruip maar vlug onder de wol, zodat ik weer kan recupereren.