Knielen op een bed violen-2005
uitgave: De bezige Bij -446 p.
Siebelink wil met deze roman 'het ongrijpbare weergeven'
***
Zijn stem raasde, drong in alle hoeken, wilde uitstijgen boven het dak van de boerenschuur. Ineengekrompen vroeg Hans zich af of hij zich in alles vergist had. Heb ik het mij ingedacht? Is het verbeelding geweest? Hoor ik hier wel thuis? Als Margje hem zou zien, had ze hem bij zijn armen gepakt: Kom, opstaan, wat zijn dat voor gekke kunsten? Je hoort niet bij dit volk, je hoort bij mij, op de kwekerij! Hij had in de grond willen wegzinken.
Siebelink schetst heel genuanceerd de denk- en belevingswereld van Hans Sievez - tuinder - en zijn vrouw Margje. Hans raakt in de ban van een heel strenge stroming binnen het Calvinisme en wil daarin zijn gezin betrekken. je krijgt inkijk in zijn geloof, zijn twijfels, zijn denken en voelen. En dit op een heel respectvolle en fijne wijze. Deze roman is veel meer dan enkel een schets, het is een subtiele weergave van de grote en kleine invloeden die een extreem denken (hier staat een strenge stroming in het Calvinisme model) kan hebben op menselijke relaties.
Het zal kenners van het werk van Jan Siebelink (1938) vertrouwd in de oren klinken. Nog eenmaal keert hij in zijn nieuwe roman 'Knielen op een bed violen' terug naar zijn jeugd als kwekerszoon in Velp. De schrijver kan het niet helpen, zegt hij. ,,Het speelt bij mij allemaal nog méé. Zo'n beeld van die colporteurs met een koffer vol boeken op de kwekerij, ik zal het tot mijn dood bij me dragen. Mijn twee broers zijn druk met baan en vriendin. En ik zit maar steeds dat verhaal te vertellen. Dat is denk ik mijn taak in de wereld. Die móet weten dat zo'n man heeft bestaan.''
De zachtmoedige vader in 'Knielen op een bed violen' -eerst middenmoot hervormd- ontvangt een goddelijk visioen, waarna hij zich bekeert tot het zware, zwarte calvinisme van de paauweanen. Zeer tegen de zin van de moeder dringen de mannenbroeders steeds dieper hun leven binnen. De vader bezoekt huisdiensten in schuren, zijn geld gaat op aan vrome lectuur, de glasverzekering zegt hij op, juist voor een storm de kwekerij vernielt. En al wat in het nu gebeurt verzinkt voor hem in het niet hij het najagen van het eeuwig heil. De roman is geschreven in een sobere, filmische stijl, zonder krullen en precieusheid. ,,Dat heb ik geleerd'', zegt de schrijver wiens oudere werk behoorlijk barok was. ,,Ik wilde dat elk woord doel treft. Het gaat niet eens bewust, het onderwerp vraagt erom. Je kunt een stijl niet bedenken. Je schrijft zoals je nu bent. Schrijven is een vorm van genade. Het moet intuïtief gaan. Het is niet helemaal mensenwerk.'' ,,Ik wilde erachter komen waarom de vader heeft gedaan wat hij deed. Waarom zette hij alles in de waagschaal? Het huwelijk was zo harmonieus. Waarom moest die man zo'n visioen krijgen? Hij verwaarloosde de kwekerij. Ging zich wreed gedragen. Alles had voor hem te maken met de eeuwigheid. Dát begrijpen was het avontuur.'' Of het is gelukt? ,,Nee!'', zegt hij opgewekt. ,,Gelukkig niet. Al mijn zinnen zijn omcirkelende bewegingen om daar bij te komen. Ik heb het gevoel dat ik het dicht nader, maar het wijkt steeds weer terug. Uiteindelijk heb ik níets van het mysterie opgelost. De vader is dood en wij blijven achter met het raadsel.'' Ernstig: ,,We mógen het natuurlijk ook niet weten. Dan zouden we weten hoe God werkt.''
'Een boek dat je bij de keel grijpt en onthutst achterlaat'
Jan Siebelink - 1938
Jan Siebelink (1938) groeide op in een bloemkwekersgezin uit Velp. Daarover vertelt hij: 'Ik kom uit een godsdienstig 'zwaar' milieu. Mijn vader had zich, na een hemels visioen, aangesloten bij een streng orthodoxe groepering.' De kwekerij van Siebelinks vader wordt in veel werk o.a. De herfst zal schitterend zijn en En joeg de vossen door het staande koren als een soort Arcadië voorgesteld - en zijn vader als 'de tuinman van dit aardse paradijs'. In zijn militaire diensttijd haalt hij de akte MO A Frans en later, in Leiden, zijn doctoraal. Tijdens deze studie komt hij in aanraking met J.K.-Huysmans, een decadente negentiende-eeuwse schrijver die tot de kringen van Zola behoorde. Siebelink is zo gegrepen door het boek A rebours, dat hij besluit het te vertalen. Het verschijnt in 1977 onder de titel Tegen de keer en krijgt daarna een cultstatus. In de voorkamer van zijn moeder in Velp,.op de plaats waar zijn vader is overleden, schrijft hij op bloknootvelletjes, in enkele uren, het inmiddels klassieke verhaal Witte Chrysanten. Het werd opgenomen in de bundel Nachtschade (1975) .Bekende romans nadien zijn De herfst zal schitterend zijn (1980), De overkant van de rivier (1990) waarvoor hij de F. Bordewijkprijs krijgt en Vera, een roman over een Haagse vrouw. Herinneringen aan zijn docentschap aan een gymnasium in Ede zijn verbeeld in de verhalenbundel Laatste schooldag (1994) dat inmiddels 12 drukken beleefde. Siebelink publiceerde over Franse literatuur in HP/De Tijd en Vrij Nederland. Deze artikelen zijn gebundeld in De reptielse geest (1981) en De prins van nachtelijke Parijs (1985). Met zijn oud-streekgenoot John Jansen van Galen voerde hij een briefwisseling over Velp: Dorpsstraat ons dorp (1995). In Mijn leven met Tikker beschrijft Siebelink het leven van zijn geliefde windhond Tikker, die hem en zijn gezin meer dan veertien jaar vergezelde (1999). In 2002 verscheen zijn historische roman Margaretha over landvoogdes Margaretha van Parma. En in 2005 Knielen op een bed violen, een monumentaal eerbetoon aan zijn vader. De roman werd unaniem geprezen, is genomineerd voor de NS Publieksprijs en won de AKO Literatuurprijs 2005. Knielen op een bed violen kan beschouwd worden als een uitwerking van de thematiek die al in het allereerste verhaal Witte Chrysanten aanwezig is.
Bibliografie :
Nachtschade (1975) Een lust voor het oog (1977) J.K. Huysmans, Tegen de keer (1977) Weerloos (1978) De herfst zal schitterend zijn (1980) Oponthoud (1980) De reptielse geest (1981) En joeg de vossen door het staande koren (1982) Arnhem. Beeld en verbeelding (1983) Koning Cophetua en het bedelmeisje (1983) De hof van onrust (1984) De prins van nachtelijk Parijs (1985) Ereprijs (1986) Met afgewend hoofd (1986) Schaduwen in de middag (1987) De overkant van de rivier (1990) Hartje zomer en andere verhalen (1991) Pijn is genot (1992) Verdwaald gezin (1993) Laatste schooldag (1994) Dorpsstraat Ons Dorp (1995) Vera (1997) De bloemen van Oscar Kristelijn (1998) Bergweg 17, Bosweg 19 (1999) Mijn leven met Tikker (1999) Engelen van het duister (2001) Margaretha (2002) Knielen op een bed violen (2004)
Literaire prijzen :
2005 AKO-Literatuurprijs Knielen op een bed violen
2005 NS Publieksprijs Knielen op een bed violen
2006 Libris Literatuurprijs Knielen op een bed violen
|