Een goed boek moet ons niets geven,doch iets afnemen : één van onze zekerheden .
De dood kan men zich niet indenken omdat hij afwezigheid van gedachte is. Dus komen we er niet onderuit te leven of we eeuwig waren
.
Elisabeth George
Zoals de akker bedorven wordt door onkruid zo de mens door zijn begeerten.
JUST LOOKING
Met mensen die nooit denken , is het moeilijk méédenken..
Stel dat de avond niet zou vallen en dat het moeizame gedoe dat wij bedrijven met ons allen zou doorgaan tot oneindig toe
A fine is a tax for doing wrong A tax is a fine for doing well
Ik was een kind Ik kreeg een horloge Maar ik kon niet klokkijken Ik was een man Ik keek op mijn horloge En ik zag dat ik voort moest maken Ik was een vrouw Ik keek op mijn horloge En ik zag dat ik achter liep Ik was oud Ik keek op mijn horloge En ik zag dat het stilstond Ik was god ik wist al lang hoe laat het was
Liefde is soms als dag en nacht, voor altijd samen, altijd gescheiden.
Sue Grafton
'Deze plaats is bezet' zeggen we uitsluitend als er niemand op zit
Laat Amsterdam je noit verlokken Mijdt grote steden als de pokken Ik weet de lichtstroom trekt ons aan Ofschoon w'erin ten onder gaan Hoevelen zijn niet door dat leven Vernietigd, in het slijk gebleven 't Gevaar ligt oov'ral op de loer Nee jongenlief, blijf jij maar boer
Er staat een buizerd aan het mateloos verschiet. 'De vogel bidt', verklaren ons de biologen, Maar elke sukkel die omhoog kan blikken ziet Dat hier de goegemeente deerlijk wordt bedrogen.
Want bidden, heren, is dit ongetwijfeld niet: Onder het bidden sluit men altijd nog zijn ogen. Wat zulk een vogel doet is daarom hypocriet, En uw verhaaltjes acht ik weinig overwogen.
De doorn krijgt water omwille van de roos.
Wie zichzelf hartstochtelijk bemint, mag er zeker van zijn dat de liefde wederzijds is .
Net als een plant kan een kinderziel onmogelijk groeien zonder warmte ( Carl Jung )
"Geluk is het enige wat zich verdubbelt als men het deelt "
Enkele mooie streekbeelden
Schildpadden kunnen meer over de weg vertellen dan hazen.
Secundaire analfabeten noemt men mensen die hebben leren lezen , maar het nooit meer doen.
Wie van hoop leeft, zal nooit dik worden
A careless word may kindle strife. A cruel word may wreck a life. A timely word may level stress. A loving word may heal and bless.
"Het leven is een soep met vier troostende mergpijpen erin: de drank, de liefde, de tabak en de kunst."
"Een tong: een uiterst fatsoenlijk ding zolang hij niet van een vrouw is."
"Zoek niet de schuld, maar de oplossing, in jezelf."
EXCELLENCE can be obtained if you Care more than others think is wise Risk more than others think is safe Dream more than others think is practical Expect more than others think is possible .
.
Hij dacht. En vond een uitkomst evenmin, maar raakte bijster in het eigen hart. Want wie de ganse kluwen heeft ontward, die weifelt tussen einde en begin
Een kinderlied had me erheen bewogen; ik stond onder een al te schelle zon en zag hoe ik als kind was voorgelogen - geen mens danst op de brug van Avignon.
Je moet geen vraagteken zetten waar God een punt heeft geplaatst.
Wie iets wil doen, vindt een middel. Wie niets wil doen een excuus
LIEFDE KOST NIETS OM TE KRIJGEN MAAR IS ONBETAALBAAR ALS JE HET HEBT.
Salman Rushdie
"Elke deugd heeft onechte zusters, die de familie schande aandoen."
Vergiffenis is de geur die het viooltje afgeeft aan de hiel die het vertrapt heeft . ( Mark Twain)
"Dit jaar gaan we met het vliegtuig op vakantie en ik neem mijn kanarie mee. Ik hoop maar dat hij niet ziek wordt, want dat beest heeft nog nooit gevlogen."
Woorden zijn de kleuren van de gedachte. ( Hugo Claus )
Auteurs en hun boeken
korte beschrijvingen
21-12-2006
* Mijn tweede huid * van ERWIN MORTIER
Erwin Mortier- Mijn tweede huid, Uitgeverij Meulenhoff, 192 blz.
Mortier kauwt op zijn woorden en proeft ze. Groot is zijn aandacht voor klankwaarde en ritme'.
**** Mijn tweede huid is een roman over een Belgische plattelandsjongen. Anton groeit op op een boerderij, die niet meer als zodanig funktioneert. Wanneer hij klein is wonen er buiten zijn ouders ook tantes en ooms, met al hun eigenaardigheden. Het begin van dit boek doet denken aan Marcel, het debuut van Mortier. Ook hier gaat het om een kleine jongen, Anton, die alles vertelt. Anton groeit op in een voormalige boerderij, het huis met zijn vele kamers en kasten is een waar paradijs, er is altijd wel wat nieuws te ontdekken. Vele ooms en tantes komen en gaan in dit huis en Anton, hij kan net lopen, is de lieveling van allemaal. Mortier vertelt in prachtige taal het uiterlijk en de eigenaardigheden van de familieleden. Als een oom komt te overlijden, Anton zat toen op zijn schoot, maakt hij kennis met zijn neef Roland. Een vreemd en, in Antons ogen, onbeschoft, bizar figuur. Gefascineerd bekijkt Anton het doen en laten van de neef maar echt contact krijgen ze niet.Hoewel hij het niet zo goed met hem kan vinden, kijkt hij op tegen zijn oudere leeftijd. Even later, bij de rouw, zie je dan weer zon typische alinea van Mortier: Mijn moeder droeg me de kamer rond. Bij iedereen hield ze halt, ook bij de onbekenden, schimmen die hun pet op hun knieën hadden gelegd en onwennig zwegen, aan hun broekspijp prutsten of verlegen "jaja" fluisterden. Er staat geen woord teveel in deze zinnen, ze zijn erg beschrijvend en toch roepen ze een enorme sfeer op. Maar kleine jongens worden groot, moeten naar school met alle narigheid van dien. Gelukkig maar, want als Mortier was blijven steken in weer een roman louter vanuit het perspectief van een jongen dan zou je haast schrijven dat hij zijn succes wilde overdoen. Er zijn vele romans geschreven over opgroeiende kinderen. Belangrijk is erin niet zozeer wat er gebeurt, maar hoe de sfeer wordt weergegeven. In dit boek is het niet alleen het verhaal over Anton, maar ook het verhaal over het huis waarin Anton opgroeit. Was het huis voor hem vroeger een groot sprookjesbos met vele kamers met geheimen,naarmate Anton groter en wijzer wordt, verliezen de kamers hun geheimen, overlijden ooms en tantes en wanneer Anton tenslotte naar school gaat, blijkt het huis oud, stoffig, koud en ontdaan van vroegere glorie. Zelfs de herinneringen verbleken hierdoor en het huis, in Antons vroege jeugd een paleis, blijkt een gewone oude boerderij. De eerste middelbare schooldag wordt meteen een desillusie. Haarscherp ziet Anton de maniertjes van de leraren en hun zwakke punten. De enige die het draaglijk maakt is zijn vriend Willem, zoon van een architect, wonend in een villa. Door Willem ziet hij zijn ouderlijk huis alsmede zijn familie zoals ze werkelijk zijn. Het is natuurlijk niet alleen het ouder worden van Anton die deze metamorphose inzet. Tijd is de grootste knager aan het magische bolwerk. Niet alleen aan het gebouw zelf: ook de omgeving verandert drastisch: snelwegen krommen hun banen in het landschap, nieuwe bruggen vervuilen de achtertuin. De confrontatie met de andere wereld, zoals het gezin en de grote villa van Willem, zet hem pardoes op zijn plaats wat betreft zijn afkomst. Maar Mortier laat de jongen gelukkig zonder al te veel navelstaarderij groot worden. Het verhaal blijft zich subtiel opbouwen rond Anton, zijn ouders, zijn vriend Willem en Roland, maar ook sub-personages zoals leraren worden prachtig uit de doeken gedaan. De apotheose van het verhaal zelf is niet zo denderend, de verhaallijnen zijn misschien ook niet het sterkste punt van Mortier. Het is niet zozeer het verhaal dat het boek zo mooi maakt maar wel het prachtige taalgebruik. Met een paar mooie zinnen worden karakters neergezet, bijna schilderachtig wordt het huis geschetst, over de vriendschap met Willem wordt mooi verteld. Ook het contrast tussen Antons en Willems familie wordt haarfijn neergezet, maar nergens wordt er geoordeeld of wordt het platvloers. Erwin Mortier schildert zijn woorden subtiel, broos, zonder pompeusheid. Zijn taalgebruik is een lust voor het oog en de ziel. Een Vlaamse uitbundigheid van woorden trekken je mee in de wereld van het Belgische platteland. Erwin Mortier kreeg dan ook terecht de Ezelsoorprijs 1999, voor zijn debuutroman 'Marcel', ook zo'n wervelend bal met woorden. Met zijn tweede roman, 'Mijn tweede huid' moet hij die prijs waarmaken.
Erwin Mortier- 1965
*****************************
Erwin Mortier
geboren op 28 november 1965 is een Vlaams schrijver. Hij groeide op in Hansbeke, een dorpje aan de zuidergrens van het Meetjesland en deelgemeente van Nevele.Mortier studeerde kunstgeschiedenis in Gent en behaalde daarnaast het diploma van psychiatrisch verpleegkundige. Van 1991 tot 1999 was hij als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Dr. Guislain Museum,waar hij werkte aan de geschiedenis van de psychiatrie. In deze periode publiceerde hij in diverse tijdschriften als De Gids, De Revisor, Het nieuwe Wereldtijdschrift en Optima. Vanaf 1999 leeft hij uitsluitend van zijn pen. Begin 2004 werd Mortier voor een periode van twee jaar als stadsdichter benoemd aan de stad Gent. Zijn esoterisch oeuvre is een illustratie van de postmoderne tijd. Erwin Mortier debuteerde met de roman Marcel (1999), ondermeer bekroond met de Gerard Walschapprijs, de Van Der Hoogtprijs en het Gouden Ezelsoor voor het beste debuut. In 2000 verscheen zijn tweede roman, Mijn tweede huid, genomineerd voor onder andere de Libris Literatuurprijs en De Gouden Uil. De dichtbundel Vergeten licht (2001) ontving de C. Buddingh-prijs. In 2002 volgde de derde roman Sluitertijd, genomineerd voor de AKO-literatuurprijs, en de essaybundel Pleidooi voor de zonde. Zijn werk verschijnt in vertaling in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Bulgarije. In 2004 maakte Erwin Mortier de overstap naar De Bezige Bij. Dat najaar verscheen zijn novelle Alle dagen samen. In deze novelle beschrijft hij zeven dagen in het leven van een jongen van vijf, wiens overgrootvader stervende is. Op 7 oktober 2005 verscheen Uit één vinger valt men niet, gedichten bij fotos van Lieve Blancquaert. De fotos in deze bundel werden genomen in het voormalige Klooster van de Minderbroeders of freremineuren te Gent. Lieve Blancquart maakte de foto's vlak nadat de laatste paters in 2004 het klooster verlieten. De bundel Uit één vinger valt men niet bevat ondermeer de eerste drie stadsgedichten Patrologie (Vaderleer), Babel Lascaux of de Heilige Hiëronymus in zijn studio en Onze Magazijnen (Depot voor Verboden Voorwerpen). Erwin Mortier schrijft geregeld voor het dagblad De Morgen, De Volkskrant, de Belgische openbare omroep, en literaire tijdschriften als De Gids, De Revisor, het Nieuw Wereld Tijdschrift en Optima.
Bibliografie :
Romans Marcel (1999) Mijn tweede huid (2000) Sluitertijd (2002) (ook als luisterboek, voorgelezen door Mortier zelf)
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
"Oorlog: een laffe vlucht uit de problemen van de vrede."
De vrouw is het enige geschenk dat zichzelf verpakt.
Hondenleven
Lekker slapen, heerlijk zacht, stilletjes liggen, weinig gapen. op tijd je eten, wat had je gedacht? Een wandeling elke dag Poezen pakken als het mag. Boze dieven buiten gooien, altijd weg met vlooien. Vertroeteld worden door de baas, konijntjes vangen en soms een haas. Nooit in de kou een beentje kluiven, rollebollen en springen naar de duiven. Putten graven, liefst heel diep en hopen dat 't baasje ze niet ziet. En heel soms in 't bedje slapen, Zachtjes dromen van mijn vriendjes en alle lieve kindjes. Wat is het fijn, hier een hond te zijn.
ZO - heb het weer eens gelapt zé ! ruitenlappen , zooitje van niets
Tezamen aan de dis gezeten zijn wij verzoend met ons bestaan , zolang wij niet bij ons geweten en bij ons hart te rade gaan.
Heere Heeresma
Paul Auster
James Patterson
John Le Carré
Lezen vrijwaart je van gekooide gedachten .
"Bij processen van terroristen zit de zaal bomvol."
Ervaring is eenvoudig de naam die we aan onze fouten geven.
Dankbaarheid is een bloemke , dat in weinig hoven bloeit. -Guido Gezelle.
Emoties, ach,mevrouw, emoties Zijn zo vies ; vis die niet kan zwemmen In mijn uitgekookte zee van ironie .
Armoede brengt volkeren tot revoluties en revoluties brengen het volk weer tot armoede .
Je kunt wel roepen dat je op het juiste spoor zit, maar daar schiet je niks mee op, als de trein stil staat.
Neem eens afstand, dat geeft meer zicht.
Sommige mensen worden zozeer bewierookt dat ze de verstikkingsdood sterven.
Humor is de zwemgordel op de rivier van het leven
Alleen een gek voelt
met beide voeten
hoe diep het water is
Als iemand bij me aanbelt, doe ik altijd mijn jas aan voordat ik de deur open doe. Minder leuk gezelschap zeg ik: "Sorry, ik moet juist weg." Wel leuk gezelschap: "Wat leuk, ik kom net thuis."
"Een bibliothecaris is een boekhouder."
Want men moet nooit te lang verwijlen In den warmen schoot van 't geluk : De schoonste illusies verijlen Onder een voortdurenden druk.
Moeilijker dan leven zonder toekomst is leven zonder verleden. .
Wie twijfelt aan zijn eigen eerlijkheid begint eerlijk te zijn
John Grisham
Er is iets dat de voortijden ons leren En ook de zon die net is opgegaan . Het eeuwige lot der mensen is ontberen, Je hebt alleen wat je kunt laten staan.
Door al wat je bezit laat je je leiden, En waar je meester bent, en je ook knecht, Behoefte ziet zich van genot gescheiden, En plicht hecht zich meteen aan ieder recht.
Als men de taal met een handschoen vergelijkt, die om een inhoud getrokken is, dan past de Duitse, Franse en Italiaanse te ruim, de Nederlandse te strak, terwijl de Engelse als gegoten zit.